De ondergang van de Egyptenaren. Welk visioen ging in vervulling? Genesis 15:13-14 13 Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken. 14 Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken. Die dag ging in vervulling wat eeuwen geleden in een visioen aan Abraham was getoond: "Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar. Deze vierhonderd jaar waren nu verstreken.
Nam Gods volk de kortste weg naar Kanaän, wie bepaalde dat en waarom? Exodus 13:17 Toen de farao het volk had laten gaan, is het gebeurd dat God hen niet leidde langs de weg door het land van de Filistijnen, hoewel dat korter was. Want God zei: Anders zal het het volk berouwen bij het zien van oorlog en wil het naar Egypte terugkeren. In plaats van de kortste weg te nemen naar Kanaän, die voerde door het land van de Filistijnen, leidde de Here hen naar het zuiden, naar de oevers van de Rode Zee. Want God zeide: Het volk mocht eens berouw krijgen, wanneer zij in strijd gewikkeld werden, en naar Egypte terugkeren."
Noem de vele tekortkoming van Gods volk na de vele jaren van slavernij? De Israëlieten waren jammerlijke toegerust voor een ontmoeting met dat machtige en krijgszuchtige volk. Ze wisten weinig van God en hadden slechts een klein geloof, en zouden verschrikt en ontmoedigd geworden zijn. Ze waren ongewapend en niet gewend aan de strijd, hun geest was neerslachtig door de lange slavernij, en ze werden gehinderd door vrouwen en kinderen, runderen en kleinvee.
Hoe leidde God Zijn volk? Exodus 13:20 Zo braken zij op uit Sukkoth en sloegen hun kamp op in Etham, aan de rand van de woestijn. Door hen in de richting van de Rode Zee te leiden, openbaarde de Here Zich zowel een God van medelijden als van een gezond oordeel. "Zo braken zij van Sukkot op en legerden zich in Etam, aan de rand der woestijn. De Here ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hen voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts aan de spits van het volk."
Waar in de Psalmen wordt verwezen naar de uittocht van Gods volk en hoe leidt God Zijn volk in alle eeuwen? Psalm 105:39 39 Hij spreidde een wolk uit om hen te bedekken en gaf vuur om de nacht te verlichten. De wolk, die voor de Egyptenaren een muur van duisternis vormde, was voor de Hebreeën een helder schijnend licht, dat heel het leger verlichtte en het pad bestraalde dat voor hen lag. Zo brengen Gods wegen voor de ongelovige duisternis en wanhoop, terwijl ze voor de gelovige vol van licht en vrede zijn. Het pad waarop God voor gaat mag dan al voeren door de woestijn of door de zee, in elk geval is het een veilige weg.
Hoe verwoordt de Bijbel de belofte om Gods kind door de jaren heen te beschermen? Jesaja 4:5-6 5 dan zal de HEERE over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en 's nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. 6 Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen. In één van de mooiste en meest vertroostende gedeelten van de profetieën van Jesaja wordt verwezen naar de wolk- en vuurkolom om Gods zorg voor Zijn volk voor te stellen.
Welk besluit nam farao en wat had God voorzegd? Exodus 14:8 8 Want de HEERE verhardde het hart van de farao, de koning van Egypte, zodat hij de Israëlieten achtervolgde.
Wie gingen toen de door muren geopende zee in en hoever kwamen zij op dit droge deel van de zee? Exodus 14:23 23 De Egyptenaren achtervolgden hen en kwamen hen achterna, met al de paarden van de farao, zijn strijdwagens en zijn ruiters, tot in het midden van de zee.
Wie raakten in een oogwenk volledig in paniek? Exodus 14:24 24 Maar het gebeurde bij het aanbreken van de dag, dat de HEERE in de vuur- en wolkkolom neerzag op het leger van de Egyptenaren, en Hij bracht het leger van de Egyptenaren in verwarring.
Wat zagen de soldaten in en wat was hun noodroep? Exodus 14:25 25 Hij liet de wielen van hun wagens wegzakken en liet ze met moeite vooruitkomen. Toen zeiden de Egyptenaren: Laten wij voor Israël vluchten, want de HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaren.
Wat gebeurde er toen het leger op de vlucht sloeg? Exodus 14:26-27 26 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Strek uw hand uit over de zee, zodat het water terugkeert over de Egyptenaren, over hun strijdwagens en over hun ruiters. 27 Mozes strekte zijn hand uit over de zee, en tegen het aanbreken van de morgen vloeide de zee terug naar zijn oorspronkelijke plaats, terwijl de Egyptenaren het water tegemoet vluchtten. Zo stortte de HEERE de Egyptenaren midden in de zee.
Zijn er soldaten geweest die deze ramp hebben overleefd? Exodus 14:28 28 Want toen het water terugvloeide, bedolf het de strijdwagens en de ruiters van het hele leger van de farao, die hen in de zee achter nagekomen waren. Niet een van hen bleef er over.
Wat zagen de Israëlieten toen duidelijk in? Exodus 14:29-30 29 Maar de Israëlieten gingen op het droge, midden door de zee. Het water was voor hen een muur aan hun rechter- en linkerhand. 30 Zo verloste de HEERE Israël op die dag uit de hand van de Egyptenaren. En Israël zag de Egyptenaren dood aan de oever van de zee liggen. 31 Toen zag Israël de machtige hand die de HEERE tegen de Egyptenaren gekeerd had, en het volk vreesde de HEERE en geloofde in de HEERE en in Mozes, Zijn dienaar.
Het lied van Mozes, het dank en loflied is vermeld in Exodus 15:1 t/m 21. Welk verband zag Johannes op Patmos? Openbaring 15:3 3 En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! De profeet op Patmos ziet de in het wit geklede schare die de overwinning heeft behaald, staande aan de zee van glas met vuur vermengd, met de citers Gods in hun handen.