Hoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat?

Transcriptie

1 De ontmoeting tussen Jakob en Ezau. Hoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat? Genesis 32:3-5 3 En Jakob stuurde boden voor zich uit naar zijn broer Ezau, 4 Hij gebood hun: Dit moet u zeggen tegen mijn heer, tegen Ezau: Dit zegt uw dienaar Jakob: Ik heb als vreemdeling bij Laban gewoond en heb mij daar tot nu toe opgehouden. 5 Ik heb runderen, ezels, kleinvee, slaven en slavinnen, en ik heb iemand gestuurd om dit aan mijn heer te vertellen, opdat ik genade in uw ogen vind. Jakob was bang dat Ezau nog altijd boos zou zijn door het afnemen van het eerstgeboorte recht.

2 Wat was de reactie van Ezau? Genesis 32:6 6 De boden kwamen terug bij Jakob en zeiden: Wij zijn bij uw broer, bij Ezau, aangekomen, en nu komt hij u tegemoet, met vierhonderd man bij zich. Zijn leger, dat ongewapend was en niet in staat zich te verdedigen, was volkomen onvoorbereid op een vijandelijke ontmoeting.

3 Waar herinnerde Jakob God aan? Genesis 32:12 12 U hebt immers gezegd: Ik zal u zéker weldoen en Ik zal uw nageslacht maken als het zand van de zee, dat vanwege de menigte niet geteld kan worden!

4 Tot wie smeekte Jakob en wat vroeg hij? Genesis 32:9, 11 9 Verder zei Jakob: God van mijn vader Abraham, en God van mijn vader Izak, HEERE, Die tegen mij gezegd hebt: Keer terug naar uw land en uw familiekring, en Ik zal u weldoen 11 Red mij toch uit de hand van mijn broer, uit de hand van Ezau; want ik ben bevreesd voor hem; anders zal hij komen en mij en de moeders samen met hun kinderen neerslaan!

5 Hoe groot was het geschenk voor Ezau? Genesis 32: tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen, 15 dertig zogende kamelen met hun veulens, veertig koeien en tien stieren, twintig ezelinnen en tien ezels.

6 Welke maatregelen trof Jakob en ging hij alleen slapen? Genesis 32:22, 23, 24, eerste deel 22 Diezelfde nacht stond hij op, nam zijn twee vrouwen, zijn twee slavinnen en zijn elf kinderen, en stak de doorwaadbare plaats van de Jabbok over. 23 Hij nam hen mee en liet hen de beek oversteken. Alles wat hij had, liet hij oversteken. 24 Maar Jakob bleef alleen achter,

7 Eenzaam en onbeschermd boog Jakob zich in diepe ootmoed ter aarde. Het was middernacht. Al degenen van wie hij hield, waren van hem verwijderd, blootgesteld aan dood en verderf. Wat overkwam Jozef in de nacht? Genesis 32:24 24 Maar Jakob bleef alleen achter, en een Man worstelde met hem, totdat de dageraad aanbrak.

8 Waar was Jakob zich nu volledig van bewust en werd daardoor zijn gebed één grote worsteling? Het moeilijkst te verwerken was de gedachte dat zijn eigen zonde al deze gevaren over deze onschuldigen had gebracht. Met ernstig geroep en tranen legde hij zijn gebeden voor aan God. Plotseling greep een krachtige hand hem beet. Hij meende dat een vijand het op zijn leven voorzien had en probeerde zich te bevrijden uit de greep van de aanvaller.

9 Tegen wie vocht Jakob? Genesis 32:25 25 En toen de Man zag dat Hij hem niet kon overwinnen, raakte Hij zijn heupgewricht aan, zodat het heupgewricht van Jakob ontwricht raakte toen Hij met hem worstelde. De worsteling duurde tot het aanbreken van de dag, toen de vreemdeling zijn hand legde op de heup van Jakob, waardoor deze kreupel werd. Nu ontdekte de patriarch wie zijn tegenstander was. Het was Christus, "de Engel des Verbonds", die Zich aan Jakob had geopenbaard.

10 Welke naam kreeg Jakob na deze worsteling? Genesis 32:28 28 Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.

11 Wat zag Jakob duidelijk in? Genesis 32:30 En Jakob gaf die plaats de naam Pniël. Want, zei hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn leven is gered Jakob zag nu heel scherp de dwaling, die hem ertoe gebracht had door bedrog het eerstgeboorterecht te verkrijgen. Hij had niet vertrouwd op Gods beloften, maar door eigen pogen getracht datgene tot stand te brengen wat God op Zijn tijd en Zijn wijze had willen doen.

12 Hoe schuldbewust was Jakob toen Ezau er aankwam? Genesis 33:3 3 terwijl hij zelf vóór hen uit ging en zich zeven keer ter aarde neerboog, totdat hij bij zijn broer gekomen was.

13 Was Ezau nog wraakzuchtig? Genesis 33:4 4 Maar Ezau snelde hem tegemoet, omarmde hem, viel hem om de hals en kuste hem; en zij huilden.

14 Wie bleek centraal te staan in de ontmoeting van vergeving? God, die zijn zonde vergeven had, kon het hart van Ezau ook bewegen om zijn ootmoed en berouw