Datum 4 juli 2017 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van Meenen (D66) over het bericht onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte leerlingen,

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 26 mei 2014 Kamervragen van het lid Ypma (PvdA) over de positie van cluster 1 en 2 leerlingen ( )

Datum 27 oktober 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen Siderius (SP) over de bekostiging van medische zorg voor leerlingen in het speciaal onderwijs

SAMENWERKINGSVERBAND AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Zorgplicht voor de scholen

Zorgplicht voor de scholen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Notitie zorgplicht voor de scholen

AANMELDING EN ZORGPLICHT S(B)O-SCHOOL

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Datum 4 april 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Ypma en Vermue (beiden PvdA) van meervoudige schooladviezen

Datum 16 juli 2018 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rog en Slootweg Ibeiden CDA) over een weeffout in de WEC

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Van Meenen (D66) van uw Kamer inzake de aanmeldleeftijd in het onderwijs.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4

Toelating en verwijdering in het kader van de ondersteuningsbehoefte. Céline Adriaansen José van Snek

Datum 25 juni 2019 Beantwoording vragen over leerlingen die worden uitgeschreven op school

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET?

Toelaatbaarheidsverklaringen

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie?

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 17 juni 2011 Betreft Kamervragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) en motie Cohen c.s.

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

10 Aanmelding en zorgplicht basisschool

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Bijlage 4: Uitwerking compensatiemaatregel

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Datum 4 oktober 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Vermue en Mohandis (beiden PvdA) over problemen in de doorstroom vmbo-mbo

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Datum 6 september 2011 Betreft Lijst van vragen van de leden Kooiman en Smits (beiden SP) over Transferium

Afgifte toelaatbaarheidsverklaring

Definitief rapport van bevindingen. OCR Het Roessingh school voor so en vso

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Regeling bezwaar toelaatbaarheid

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Proces en spoedprocedures Toelaatbaarheid tot een school voor Speciaal (Basis) Onderwijs in Unita

Bijlage 16 Procedures voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring voor voortgezet speciaal onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Geformuleerde doelstelling voor het MultiDisciplinairOverleg (MDO) mbt Schooljaar 2014/ 2015:

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Postbus EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Bijlage 1. Indicatiecriteria SWV VO Lelystad

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

Reglement Adviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring VSO (voormalig) clusters 3 en 4 en Praktijkonderwijs

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

Aanvraagformulier Toelaatbaarheidsverklaring

Reglement Adviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring VSO clusters 3 en 4 en Praktijkonderwijs

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning

Onderwijszorgarrangementen: organisatie, samenwerking en (bovenregionale) afstemming

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 23 januari 2019 Toezeggingen Passend Onderwijs

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 september 2015 Passend onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

DRIE MAANDEN RISICOREGELING/SOLIDARITEITSMELDING

ROUTES VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN TOELAATBAARHEIDSVERKLARING

Lwoo en pro Integratie in passend onderwijs LWOO EN PRO. Integratie in passend onderwijs

Bijlage 1: voorstel toelaatbaarheidsverklaring

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Van speciaal naar regulier onderwijs: een hele overstap! Het Congres 29 november 2013

Samenwerkingsverband PO

Procedure aanvragen Toelaatbaarheidsverklaring

AANMELDING EN ZORGPLICHT REGULIERE PO-SCHOOL Toelichting bij codes

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 20 december 2016 dyslexieverklaringen

Transcriptie:

>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief van 16 juni 2017 Datum 4 juli 2017 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van Meenen (D66) over het bericht onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte leerlingen, Uw referentie 2017Z08412 Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van het lid Van Meenen (D66) van uw Kamer over het bericht Onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte kinderen. De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2017Z08412. de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sander Dekker Pagina 1 van 6

2017Z08412 Vragen van het lid Van Meenen (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht Onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte kinderen. 1 Bent u op de hoogte van het artikel Onderwijs aan ernstig meervoudig beperkte kinderen: Rechtsongelijkheid in passend onderwijs? 1) Ja. 2 Klopt het dat het ene samenwerkingsverband in het speciaal onderwijs andere toelaatbaarheidsverklaringen afgeeft dan het andere samenwerkingsverband? Zo ja, hoe kan het dat er sommige samenwerkingsverbanden in het speciaal onderwijs zijn die toelaatbaarheidsverklaringen afgeven tot 20-jarige leeftijd en andere samenwerkingsverbanden tot 16-jarige leeftijd? Vindt u dit verschil wenselijk? Het is inderdaad mogelijk dat het ene samenwerkingsverband andere criteria hanteert dan het andere bij het toelaatbaar verklaren van leerlingen tot het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so). Zo kan een regio een invulling geven aan onderwijsvoorzieningen die aansluit bij de behoefte van de leerlingen in het gebied. Wettelijk is vastgelegd dat iedere leerling een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgt wanneer hij/zij extra ondersteuning nodig heeft. Elk samenwerkingsverband legt in zijn ondersteuningsplan de procedure en criteria vast op basis waarvan een leerling toelaatbaar kan worden verklaard tot het speciaal basisonderwijs of het (v)so, en voor hoeveel jaar deze verklaring wordt afgegeven. Het samenwerkingsverband dient zich ten minste door twee deskundigen te laten adviseren over de toelaatbaarheid van een leerling. In de Wet op de expertisecentra (WEC, artikel 39, vierde lid) is verder geregeld dat leerlingen uiterlijk tot hun twintigste levensjaar ingeschreven kunnen blijven op het vso. Dat is geen absolute leeftijdsgrens. Het uitgangspunt is dat per leerling de afweging wordt gemaakt wat het beste bij zijn of haar ontwikkeling past: langer verblijf in het onderwijs of een vervolgbestemming buiten het onderwijs, zoals dagbesteding. De afweging dient, in overleg met de ouders gebaseerd te worden op het ontwikkelingsperspectief van de leerling en het onderwijs- en zorgaanbod in de regio en niet op financiële overwegingen van het samenwerkingsverband. 3 Hoe verhoudt het feit dat er nog steeds toelaatbaarheidsverklaringen aan EMBkinderen worden afgegeven tot 16 jaar in plaats van 20 jaar zich met de aangenomen motie van het lid Ypma c.s. (Kamerstuk 31 497, nr. 162), waarin staat dat EMB-kinderen tot hun twintigste levensjaar onderwijs kunnen blijven volgen, indien ouders dit wenselijk vinden voor de ontwikkeling van hun kind? 2) In antwoord op de motie van het lid Ypma c.s. is in de zevende voortgangsrapportage passend onderwijs aangegeven dat leerlingen op basis van de Wet op de expertisecentra tot hun twintigste ingeschreven kunnen blijven op Pagina 2 van 6

het voortgezet speciaal onderwijs, maar dat dit geen absolute leeftijdsgrens is, zoals ook in het antwoord op vraag 2 is aangegeven. 1 Sommige samenwerkingsverbanden hebben de regel dat toelaatbaarheidsverklaringen aflopen op een vaste leeftijd, op zestien of achttien jaar. Zo lang dat niet betekent dat al die leerlingen moeten uitstromen, kan dat. Het kan als moment gebruikt worden om met elkaar te kijken hoe het vervolg er uit moet zien, uitgaande van de behoefte van de individuele leerling. Indien nodig kan de inspectie optreden als er signalen zijn dat een samenwerkingsverband alleen op financiële overwegingen geen toelaatbaarheidsverklaring afgeeft. 4 Deelt u de mening dat een leraar of een professional in het speciaal onderwijs het beste zicht heeft op wat het beste is voor zijn of haar EMB-leerlingen? Zo ja, hoe kan het dan dat de bestuurders van samenwerkingsverbanden / sectororganisaties hier in veel gevallen over beslissen? Zo nee, waarom niet? Deskundigen in het onderwijs en in de zorg die werken met kinderen met ernstige, meervoudige beperkingen, hebben veel deskundigheid over de doelgroep. Dit neemt niet weg dat ook andere deskundigen advies kunnen geven over de beste plek voor een jongere met ernstige, meervoudige beperkingen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, moet het samenwerkingsverband zich laten adviseren door ten minste twee deskundigen alvorens een besluit te nemen over toelaatbaarheid van een leerling. Bepaald is dat in elk geval een orthopedagoog of een psycholoog dient te adviseren. Afhankelijk van de specifieke problematiek van de leerling, kan de tweede deskundige een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker en/of een arts zijn. Het samenwerkingsverband kan er daarnaast voor kiezen nog extra deskundigen te raadplegen. Zij kunnen hierbij ook deskundigen van de school en/of vanuit de betrokken zorgaanbieders en dagbesteding te betrekken. 5 Hoe verhouden de bevoegdheden van de samenwerkingsverbanden / sectororganisaties zich tot die van de scholen? Bij scholen berust de zorgplicht. Een (reguliere of speciale) school moet voor elke aangemelde leerling met een extra ondersteuningsbehoefte een passend aanbod doen, bij voorkeur op de school van aanmelding. Als deze school de benodigde ondersteuning niet kan bieden, dient de school na overleg met de ouders een aanbod te doen voor passend onderwijs op een andere school. Om de zorgplicht waar te kunnen maken, werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De samenwerkingsverbanden (c.q. de reguliere en speciale scholen in de regio) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een samenhangend geheel aan onderwijsvoorzieningen in de regio, waarbinnen voor alle leerlingen een zo passend mogelijke plek is. De sectororganisaties en het landelijk expertisecentrum speciaal onderwijs (Lecso) kunnen op landelijk niveau samenwerkingsverbanden hierbij adviseren of ondersteunen. Zo hebben de PO-Raad en de VO-raad een model aanvraagformulier opgesteld voor een toelaatbaarheidsverklaring voor leerlingen 1 Kamerstuk 31497, nr. 169 Pagina 3 van 6

met ernstige meervoudige beperkingen. Om het gebruik van dit formulier te bevorderen hebben de raden in 2015 een brief gestuurd aan alle samenwerkingsverbanden en wordt in verschillende conferenties aandacht besteed aan het formulier. 6 Hoe kan het dat er dan nog te vaak leerlingen al naar de dagbesteding moeten, terwijl zij zich nog kunnen ontwikkelen binnen het onderwijs? Via Lecso en enkele scholen bereikt mij soms een signaal dat er voor een leerling discussie ontstaat over (het tijdstip van) de overstap naar dagbesteding. Als een school en samenwerkingsverband er samen niet uitkomen dan kan een onderwijsconsulent worden ingeschakeld. Als een school het niet eens is met het besluit over de toelaatbaarheid van een leerling tot het (v)so, dan kan het bevoegd gezag tegen het besluit bezwaar indienen. Elk samenwerkingsverband is vanaf 1 augustus 2014 wettelijk verplicht voor deze bezwaarschriftprocedure een (bezwaar)adviescommissie te hebben. Die adviescommissie brengt een advies uit aan het samenwerkingsverband dat vervolgens een beslissing moet nemen op het bezwaar. Ook voor ouders staat een mogelijkheid open om bezwaar te maken tegen een besluit om hun kind van school te verwijderen bij de (tijdelijke) landelijke geschillencommissie passend onderwijs. Verder merk ik op dat de ontwikkeling van jongeren niet stopt als de overstap naar dagbesteding wordt gemaakt. Tyltylscholen en kinderdagcentra (kdc s) en vormen van dagbesteding werken vaak nauw samen. Binnen deze zorginstellingen worden ook ontwikkelgerichte activiteiten aangeboden. Van ouders komen er berichten dat er kdc s zijn waar veel ontwikkelgerichte activiteiten plaatsvinden in het kader van zelfstandigheid en ontwikkeling. De komende periode wordt verder verkend hoe voor de groep ernstig meervoudig beperkte kinderen onderwijs en dagbesteding zich tot elkaar verhouden en hoe zij elkaar kunnen versterken. 7 Heeft u naar aanleiding van de motie van het lid Van Meenen c.s. (Kamerstuk 31 497, nr. 228) al in beeld welke knelpunten er zijn in de bekostiging en financiering van EMB-kinderen en mytylscholen? In samenwerking met VWS, Lecso en het Nederlands Jeugdinstituut is een verkenning gestart naar de knelpunten in de organisatie en bekostiging van zorg en onderwijs voor leerlingen met een grote behoefte aan onderwijsondersteuning en (medische) zorg of jeugdhulp. Als onderdeel van deze verkenning is dit voorjaar in de regio s Breda en Haarlem met betrokken scholen, ouders, gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en zorgaanbieders een analyse gemaakt van de knelpunten die in de regio worden ervaren. Deze knelpunten worden landelijk breed gedeeld door scholen, ouders en zorginstellingen. Vervolgens is besproken hoe die punten opgelost kunnen worden en wie daarvoor wat moet doen. Hierbij is het stroomschema gebruikt dat in januari is gepubliceerd op de website passendonderwijs.nl. Doel van de acties is om de inzet van jeugdhulp en (medische) zorg op school te vereenvoudigen. 8 Wat is uw oordeel over de huidige financieringsstructuren van het onderwijs en de zorg voor EMB-kinderen? Welke verbeteringen zijn er mogelijk? Pagina 4 van 6

Zowel vanuit het onderwijs als vanuit de (medische) zorg/jeugdhulp zin middelen beschikbaar. De organisatie van zorg in onderwijstijd op scholen waar veel zorgleerlingen onderwijs volgen, is echter complex. In de knelpuntenanalyse die dit voorjaar is uitgevoerd, zijn oplossingsrichtingen op het niveau van uitvoering en regelgeving voorgesteld. Op het gebied van de uitvoering worden er ook stappen gezet: zo kunnen scholen en zorgorganisaties ondersteuning krijgen van het NJI om regionale bijeenkomsten te organiseren om te komen tot afspraken over de inzet van zorg op school. Ook zullen goede voorbeelden worden gedeeld. Verder zullen VWS en OCW nog dit jaar gezamenlijk een voorstel doen voor vereenvoudiging rondom de inzet van zorg in onderwijstijd. 9 Klopt het dat EMB-kinderen vaak de dupe zijn van de verdeling van de financieringsstromen tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Zo ja, zou het niet helpen om de zorg en het onderwijs voor deze kinderen apart te financieren? Zo nee, waarom niet? Nee dat klopt niet. Sinds 2003 kunnen kinderen met ernstige meervoudige beperkingen gebruikmaken van het (v)so en hebben scholen steeds meer deskundigheid opgebouwd om deze groep ontwikkelmogelijkheden aan te bieden. Daarnaast is er sinds 2015 meer maatwerk binnen de zorgstelsels mogelijk om (medische) zorg in onderwijstijd te realiseren. Voor 2015 werd de hoogte van de zorgindicatie naar beneden bijgesteld als een kind ook onderwijs volgde. Vooral voor kinderen met ernstige meervoudige beperkingen leverde dit problemen op. Sinds 2015 vindt er geen aftrek meer plaats op de hoogte van de indicatie langdurige zorg. Hierdoor kunnen kinderen die naar school gaan, ook (medische) zorg inzetten op school. Wel is het voor ouders en scholen vaak niet eenvoudig om deze (medische) zorg in de praktijk te regelen. De benodigde zorg kan daarbij per kind en ook per school variëren. Ouders die ervoor gekozen hebben om de zorg voor hun kind te ontvangen in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) in plaats van zorg in natura, moeten bovendien als budgethouder ook met de school afspraken over de invulling van de zorg en het bijbehorende budget. Ook moeten zij daarvoor een zorgovereenkomst sluiten met een zorgverlener. 10 Hoe staat u tegenover de wens van ouders van EMB-kinderen, dat deze kinderen buiten de Wet passend onderwijs vallen en er op landelijk niveaubekostiging voor hen komt? Het uitsluiten van leerlingen met ernstige, meervoudige beperkingen uit passend onderwijs acht ik niet wenselijk. Anders dan in cluster 1 en 2 (die landelijk gebudgetteerd zijn) vertonen de onderwijssoorten binnen cluster 3 (waaronder de tyltylscholen) en 4 overlap in doelgroepen en zijn de verschillende onderwijssoorten organisatorisch verbonden. Kinderen met ernstige meervoudige beperkingen zijn niet uitsluitend ingeschreven op tyltylscholen, maar bijvoorbeeld ook op mytylscholen en scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen. De tyltylscholen vertonen daarmee gedeeltelijke overlap met de scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen. Beide bieden samen met kinderdagcentra een Pagina 5 van 6

onderwijs-zorgaanbod aan kinderen met een (zeer) laag ontwikkelingsniveau en een grote zorg- en ondersteuningsbehoefte. Verder zijn de tyltylscholen vaak organisatorisch verbonden met een mytylschool. Door deze leerlingen uit te sluiten uit passend onderwijs ontstaan er nieuwe schotten tussen en binnen deze scholen. Ook ontstaat er een prikkel voor samenwerkingsverbanden om deze leerlingen niet zelf de meest passende plek te bieden maar om te proberen in aanmerking te komen voor de landelijke bekostiging. Wel wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een vereenvoudiging van de zorgbekostiging in onderwijstijd. Zoals hierboven aangegeven, zullen VWS en OCW de Kamer nog dit jaar hierover nader informeren. 1) https://www.verus.nl/nieuws/onderwijs-aan-ernstig-meervoudig-beperktekinderen-rechtsongelijkheid-in-passend-onderwijs 2) EMB: ernstig meervoudige beperking Pagina 6 van 6