Het overzetten van PE aansluitleidingen onder gasdruk

Vergelijkbare documenten
Handleiding tbv overzetten van Pe-aansluitleidingen onder gasdruk. MI 1229

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie (1.0)

Openbaar. Technische instructie/handleiding. Aanleg PE-hoofdleidingen in gasnetten

Drukverhoging LD gasnet van 30 naar 100 mbar. TOEPASSINGSGEBIED: Enexis TECHNISCHE INSTRUCTIE / AANDACHTPUNTEN

Openbaar. Brabant, Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen Limburg, Overijssel

G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

Brabant Drenthe Flevoland Friesland Groningen Limburg Overijssel

G-23 HD- en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op dichtheid 1 juli 2014

Noord- Brabant, Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Limburg, Overijssel

1. DOELSTELLING Instructie voor werkzaamheden aan stalen gasleidingen, waarbij ten gevolg van deze werkzaamheden vonkvorming optreedt.

G-06 Gasmeters G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen

Bestemd voor alle medewerkers met een BEI aanwijzing.

B-20 Leidingen t.b.v. transport van biogas veilig in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

Aanleg nieuwe leiding en plaatsen zwenkventiel Werkproces. Oasen 2012

TECHNISCHE AFBAKENING

TECHNISCHE AFBAKENING

TECHNISCHE AFBAKENING

Trek de booras omhoog, sluit de kogelafsluiter en demonteer de aanbooradapter.

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

Brabant, Drenthe, Groningen, Limburg, Overijssel

G-36 De omgeving veiligstellen en lokaliseren van gaslekken versie

VIAG De wijzigingen t.o.v. 15 april (versie 1.0)

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

Deze instructie beschrijft de beproevingsmethoden die door Enexis gestandaardiseerd zijn t.b.v. LS- en OVL- kabelverbindingen.

Sleufloze technieken voor het vervangen van gasleidingen: Slip-lining (Buis in buis relinen) TOEPASSINGSGEBIED: Enexis

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

3 TERMEN EN DEFINITIES Voor termen en definities wordt verwezen naar richtlijn Gzz-0001.R: Definities en begrippen Gas

AMScat07_versie6 4/19/07 11:47 AM Pagina 127. Groep 7

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04

GASTEC QA Keuringseis 172

Groep 7 PVC/PE GASPROGRAMMA HAWLE

Technische instructie

Openbaar. 1. DOELSTELLING Kabelschoenen, adereindhulzen en kabelogen monteren op soepele en massieve draad 2.5 mm2 tot en met 10 mm2.

Sleufloze technieken voor het renoveren van Gasleidingen: Kous methode. TOEPASSINGSGEBIED: Enexis TECHNISCHE INSTRUCTIE / HANDLEIDING

Openbaar. NEN 7244 serie NEN en NPR

Reparatie aansluitleiding Werkproces. Oasen 2012

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Opdracht. Buizen koppelen

Nederlandse vertaling KE 168. Februari 2019 Engelse versie. Keuringseis 168. Zelfsluitende gaskleppen

Bestek voor het uitvoeren van saneringen van aansluitleidingen Gas in Brabant en Limburg

Sinds 1982 ervaring in roestvast stalen reparatieklemmen

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04

Openbaar. 4.3 Verschildrukmeting Met referentievat en differentiaalmanometer en vastlegging/registratie van d.m.v. datalogging.

GASTEC QA. Keuringseis 194. voor het GASTEC QA product certificaat aangaande apparatuur voor het tijdelijk afsluiten van gasleidingen

Afwijkende tekst Cursief geschreven tekst in afwijkende kleur geeft wijzigingen t.o.v. de voorgaande versie weer.

1 DOELSTELLING Uitvoering en Kwaliteitscontrole van lasverbindingen in stalen gasleidingen en gasinstallaties.

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 10

Installatiehandleiding plaatsen van twee zonnecollectoren op een schuindak

E-11 Een LS-kabel selecteren versie behorend bij de BEI-BLS

A11. Insteekkoppeling G11-serie voor gas. Spanningsvrije verbinding! Corrosiebestendig BEULconnect

B-36 Veilig de omgeving veiligstellen en lokaliseren van biogaslekken versie

Aanboorset FWAB. Gebruiksaanwijzing. Inhoudsopgave

E DEF Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

Het aanbrengen van knelfittingen en enkele 'water weetjes'.

De oplossing tegen leidingbreuk bij grondzakking

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

Datasheet 1/2002 Optigas -gasappendages

,50 4,50 0, ,50 4,50 0, ,00 5,00 0,

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen

Het aanreiken van een kwalitatieve en praktische werkwijze bij het bewerken/monteren van

Knelkoppelingen K-serie voor gas, water & verwarming

E DEF Werkzaamheden aan veiliggestelde HS/MS kabels uitvoeren

Cuphin Insteekfittingen voor drinkwater A11. BEULconnect

Trekvaste Klemkoppeling 88-serie voor drinkwater

Trekvaste Klemkoppeling 89-serie voor gas

Bonfix messing en messing vernikkelde knelfittingen. Technische documentatie

Verandazonwering. Montage handleiding. V600-Helsinki V605-Reykjavik V610-Oslo

PHAROS INTERIOR INSTALLATIE NL

Gebruikshandleiding Schuine dakrandbeveiliging

Druktest protocol. Bouwproject Bouwfase: (Opdrachtnemer vertegenwoordiger) Opdrachtnemer Vertegenwoordiger: Bedrijf en onderhoud

Openbaar. IVALS Werkzaamheden achter de meter in meterkast klant

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Gasslangen. Universele buigbare rubberen gasslangset. Universele buigbare roestvaststalen gasslangset

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

Werkinstructie. Aanbrengen lintverwarming onder Capitôle installaties

Air Excellent luchtverdeelsysteem. Montage-instructie

Beschrijving van het foutloos bedienen en schakelen van de MS-schakelinstallatie fabrikaat ABB type Safering.

Cuphin Insteekfittingen voor gas A11. BEULconnect

Gascat Brise Puls Gascat Brise Plus gasdrukregelaar Gebruiksaanwijzing

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Montagehandleiding voor H-Air

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Openbaar. Instructie: werkinstructie. Plaatsen en wegnemen NSG 7000 G/T TOEPASSINGSGEBIED: Brabant Drenthe Groningen Limburg Overijssel 1 DOELSTELLING

Afwijkende tekst: Een cursief geschreven tekst in afwijkende kleur geeft de wijzigingen t.o.v. de voorgaande versie weer.

Saneren watermeteropstelling Werkproces. Oasen 2012

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Montagehandleiding. Watertool Mesafsluiter. Geschikt voor PE waterleidingen DN 90 DN 200. Kleiss/Mesafsluiter/ Pagina 1 van 5

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Multiflex. Fig. 1 Fig. 2

Openbaar. Versiebeheer Versie Auteur Datum Omschrijving 0.1 T. Hoeijmakers / H. 24 okt 2012 Definitieve versie notitie

Staarten PL Boxtel 0031 (0) Elgef. Bruto prijslijst 2015

Plasson Serie 1. Een nieuwe, innovatieve fitting

E-11 Een LS-kabel selecteren versie behorend bij de BEI-BLS

Montagevoorschrift Knikarmscherm 78/110 type Malta en Rhodos

De normen waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst, zijn steeds deze met de recentste versie.

Kerntaak 1: Aanleggen en monteren van transport- en distributienetten

Transcriptie:

Blad : 1 van 13 TOEPASSINGSGEBIED: Brabant Drenthe Groningen Limburg Overijssel 1 DOELSTELLING Werkinstructie en veiligheidsmaatregelen voor het overzetten van lage druk PE aansluitleidingen onder gasdruk. 2 VEILIGHEID Alle genoemde werkzaamheden in deze instructie dienen conform de vigerende VIAG, vigerende werkinstructies van en de aanvullende veiligheidsmaatregelen genoemd in deze instructie te worden uitgevoerd. Opdracht en aanwijzing De werkzaamheden genoemd in deze instructie dienen te worden uitgegeven door WV G-LD netten of WV G-netten of WV G-distributie, via een DO werkplan. De WV bepaalt ook de mate van toezicht. Je moet VP G-LD of AVP G-LD netten of AVP G-netten of AVP G-distributie zijn om de werkzaamheden vanuit deze instructie uit te mogen voeren. Verder dien je de training: Overzetten van PE aansluitleidingen onder druk van voor monteurs te hebben gevolgd. Bij deze werkzaamheden word je door minimaal een VOP geholpen. 3 TECHNISCHE AFBAKENING Deze instructie is van toepassing voor het onder gasdruk overzetten van 25 en 32mm, lage druk polyethyleen SDR 17.6 aansluitleidingen in de gasleidingsystemen van. 4 TERMEN EN DEFINITIES Oud naast nieuw : Vervangingsmethode van gasdistributieleidingen waarbij de nieuwe hoofdleiding naast de bestaande hoofdleiding wordt aangelegd. Nadat alle aansluitleidingen zijn overgezet op de nieuwe hoofdleiding wordt de bestaande hoofdleiding uit bedrijf genomen en verwijderd. Gas meenemen : Vervangingsmethode van gasdistributieleidingen waarbij de te vervangen hoofdleiding eerst wordt verwijderd om vervolgens de nieuwe leiding op dezelfde locatie te leggen waarbij gelijktijdig de aansluitleidingen worden overgezet. Aanboorblok : Hulpgereedschap voor het onder gasdruk overzetten van aansluitleidingen. Het aanboorblok wordt middels een klemverbinding op de bestaande PE aansluitleiding gemonteerd. Op het aanboorblok kan een bypass-leiding worden aangesloten en daarnaast is er een kleiner aansluitpunt aangebracht waarop een ontluchtingslang of een drukmeting kan worden aangesloten. Om de bestaande aansluitleiding met de bypass leiding te voeden is er

Blad : 2 van 13 op het aanboorblok een voorziening aangebracht waarmee de bestaande aansluitleiding gasloos kan worden aangeboord. Middels het gebruik van schaaldelen is het aanboorblok zowel op een 25 als 32mm PE aansluitleiding te plaatsen. Overzet knevelapparaat : Hulpgereedschap welke specifiek wordt toegepast om de bestaande PE aansluitleiding tijdelijk af te sluiten tijdens het onder druk overzetten. Dit knevelapparaat mag niet worden toegepast voor reguliere knevelwerkzaamheden in PE gasdistributieleidingen omdat het geen aanslag heeft om overbelasting van de PE buiswand te voorkomen. Overzetkoppeling : Specifiek voor het onder gasdruk overzetten van aansluitleidingen ontworpen insteekkoppeling voor PE-aansluitleidingen. De koppeling heeft aan één zijde een verlengde steunbus met O-ring welke tijdens de montagewerkzaamheden voor de afdichting en voldoende werkruimte zorgt. Omdat er omstreeks 2005 een wanddiktewijziging voor 25mm en 32mm SDR 17.6 buizen heeft plaatsgevonden is de koppeling in 4 maatvoeringen beschikbaar. Hiervan is de zijde met korte steunbus altijd geschikt voor huidige SDR 17.6 buis. Korte steunbus zijde Lange steunbus zijde Kleur steunbus 25 PE SDR 17.6 (nieuw) 25 PE SDR 17.6 (nieuw) geel / geel 25 PE SDR 17.6 (nieuw) 25 PE SDR 17.6 (oud) geel / rood 32 PE SDR 17.6 (nieuw) 32 PE SDR 17.6 (nieuw) geel / geel 32 PE SDR 17.6 (nieuw) 32 PE SDR 17.6 (oud) geel / rood Om bij het overzetten de juiste koppelingen beschikbaar te hebben is het van belang om vooraf de diameter en wanddikte van de over te zetten PE aansluitingen vast te stellen. Het is aan te bevelen om voor onverwachte situaties, enkele afwijkende uitvoeringen beschikbaar te hebben. Verstelbare PE Schiller : Apparaat om de gas voerende PE aansluitleiding tijdens het overzetten onder gasdruk over de verlengde steunbus van de bypasskoppeling in te korten. Gedeelde Buis afschuinfrees : Gereedschap om het buiseinde van de reeds ingekorte gas voerende PE aansluitleiding te voorzien van een zoekrand alvorens deze in de bypasskoppeling wordt gemonteerd. Dit aanschuinen is noodzakelijk voor een eenvoudig en kwalitatief goede montage. Bypass slang : Antistatische slang welke wordt toegepast om aanboorblokken en/of bypass leidingen onderling te verbinden. De Dn 20 slangkoppeling welke op het weg te schillen aanboorblok wordt aangesloten moet voorzien zijn van een terugslagklep. Bypass constructie : Een tijdelijk aangelegd gasleidingsysteem welke tijdens werkzaamheden één of meerdere gasaansluitingen zonder onderbreking van gas blijft voorzien. 5 AANDACHTSPUNTEN EN VOORWAARDEN TIJDENS UITVOERING VAN DE WERKZAAMHEDEN Gasaansluitingen waarvan de verwachten gasafname groter is dan 3 m 3 /h kunnen i.v.m. een te grote drukval over boorblok en bypass slang niet onder gasdruk worden overgezet. Op basis van de actuele lokale situatie kan hier in overleg met de WV-er van worden afgeweken.

Blad : 3 van 13 Tijdens de uitvoering dient men afsluitstoppen binnen bereik te hebben om onverwachte vrije gasuitstroom af te kunnen stoppen. Om ongewenste drukval in de bypass leiding te voorkomen dient tijdens het ontluchten van de aansluitleiding via het opzetstuk, er een Beproevingskap v dienstleiding glw in het opzetstuk te zijn gemonteerd. Hiermee wordt van het opzetstuk de doorstroomcapaciteit en dus ook de drukval beperkt. Beproevingskap v dienstleiding glw Optioneel kan op aanboorblok de gasdruk in de aansluitleiding worden gemeten. De gemeten druk op het aanboorblok is, bij correcte montage en juist uitgevoerde handelingen tijdens de werkzaamheden, een goede indicatie van de druk in de aansluitleiding. Een volledige aanboring van de aansluitleiding en het terugdraaien van de aanboorspindel tot aan de aanslag in het boorblok is vereist om er voor te zorgen dat de druk in de aansluitleiding tijdens de werkzaamheden niet te laag wordt. Verzeker je ervan dat alle noodzakelijke aanboringen met de boorblokken gemaakt zijn en dat alle aanboorspindels tot aan de aanslag zijn teruggedraaid voordat de knevels worden gezet. Controleer bij verwijderen van het boorblok of de boring goed is uitgevoerd. Wanneer hierbij wordt geconstateerd dat de aanboring niet volledig is geweest moet de gastoevoer van de aansluiting worden afgesloten en dient de aansluiting volgens VWI-G14 (VIAG) weer in bedrijf worden genomen. Het insluizen van stof en vuil in leidingen en koppelingen moet voorkomen worden. Alle gereedschappen, materialen en materieel moeten volgens de voorschriften van de fabrikant of leverancier worden toegepast en/of gemonteerd. Toegepaste apparatuur of materieel welke periodiek gekeurd en onderhouden moet worden mag uitsluitend gebruikt worden wanneer het aantoonbaar aan de keuring en onderhoud eisen voldoet. De bypass constructie wordt trekvast, gasdicht, veilig en met voldoende capaciteit uitgevoerd. Controleer de toegepaste leidingen, slangen en koppelingen, voor in bedrijfstelling, visueel op deugdelijkheid. De bypass constructie dient spanning vrij en zodanig te worden uitgelegd dat een ongewenste mechanische belasting van buitenaf wordt voorkomen. Scherm de werklocatie daarom goed af voor onbevoegden en neem daar waar nodig aanvullende maatregelen om dit te waarborgen. Bypassleidingen worden met anti statische rubberslang met trekvaste koppelingen uitgevoerd. Het aanboorblok wordt altijd met een Dn 20 bypass-slang aangesloten. De aansluitkoppeling van de bypass-slang welke op aanboorblok, van weg te schillen PE leiding is aangesloten, dient voorzien te zijn van een terugslagklep welke de gasstroom vanuit de slang afsluit wanneer deze van het boorblok wordt losgekoppeld.

Blad : 4 van 13 Een in bedrijf genomen meervoudige bypass constructie dient voorzien te zijn van een drukmeting waarop de actuele druk af te lezen is. Deze druk dient tijdens de werkzaamheden regelmatig te worden gecontroleerd. Wanneer uit de meting wordt geconcludeerd dat de gasdruk in de in bedrijf genomen meervoudige bypass te laag is zullen van alle op de bypass aangesloten aansluitingen de gastoevoer moeten worden afgesloten. De afgesloten aansluitingen dienen volgens VWI-14 (Viag) weer worden aangesloten. Controleer na het knippen van de bestaande aansluitleiding of de knevel(s) niet doorlaten. Draai bij doorlaten de knevels aan tot ze afsluiten. Als er tijdens de werkzaamheden een te lage druk wordt geconstateerd of wanneer er tijdens de werkzaamheden twijfels zijn over een juist verloop van de gasdruk in een aansluitleiding dient de gastoevoer van de aansluiting worden afgesloten. Afgesloten aansluitingen kunnen volgens VWI-14 (Viag) opnieuw worden aangesloten. Een in bedrijf genomen bypass constructie mag nooit onbeheerd worden achtergelaten. De dimensionering voor zowel 30 als 100 mbar meervoudige bypass constructies is gestandaardiseerd en is geschikt om maximaal 6 huisaansluitingen of bedrijfsaansluitingen waarvoor alleen t.b.v. ruimteverwarming gas wordt afgenomen tijdelijk over te nemen. De verdeelleiding wordt vanaf de aanboring met Dn40 antistatische slang uitgevoerd en de aftakkingen naar de aanboorblokken met Dn 20 waarbij voor het aansluiten van het boorblok gebruik wordt gemaakt van slangkoppeling met terugslagklep. Direct achter de aanboring van de bypass constructie wordt een afsluiter gemonteerd om het mogelijk te maken om bij ongewenste situaties de bypass snel af te kunnen sluiten.

Blad : 5 van 13 6 WERKWIJZE OF ACTIVITEITEN 6.1 Methode Oud naast nieuw 1. Monteer aanboorblok bij A en B op aansluitleiding en sluit hierop de bypass-slang aan. Zorg ervoor dat de slangkoppeling met ingebouwde terugslagklep van de bypass-slang wordt aangesloten op aanboorblok B. 2. Monteer aanboorzadel met opzetstuk op nieuwe hoofdleiding. Koppel hieraan een stuk PE-buis van voldoende lengte en diameter (nieuwe aanboring tot voorbij aanboorblok B). Beproef dit nieuwe aangelegde aansluitdeel op sterkte en dichtheid. 100% gas 3. Boor de aansluitleiding met aanboorblok A aan en ontlucht de bypass slang en aanboorblokken via de aansluitkoppeling op aanboorblok B. Boor vervolgens aanboorblok B aan.

Blad : 6 van 13 4. Monteer de overzetkoppeling met de korte steunbus zijde op de PE-aansluitleiding vanaf de nieuwe hoofdleiding. 5. Sluit de aansluitleiding tussen de aanboorblokken, op minimaal 20cm vanaf boorblok, af middels knevel 1 en 2. Knip vervolgens tussen de knevels de aansluitleiding door. Knip de leiding op minimaal 10 cm van knevel 2 om voldoende buislengte over te houden voor later aan te aanbrengen overzetkoppeling. Schuin de binnenkant van het buiseind aan zodat de lange steunbus van de overzetkoppeling straks gemakkelijk is in te brengen. 100% gas 6. Plaats t.b.v. ontluchten Beproevingskap v dienstleiding glw in nieuwe opzetstuk. Steek de lange steunbus met O-ring van de overzetkoppeling in de bestaande aansluitleiding en verwijder knevel 2 voorzichtig. Voorkom hierbij dat de overzetkoppeling door de gasdruk uit de aansluitleiding schuift. Ontlucht vervolgens het aansluiting deel tussen aanboorblok B en nieuwe opzetstuk via opzetstuk en boor deze hierna aan op de nieuwe hoofdleiding.

Blad : 7 van 13 7. Plaats de verstelbare PE-schiller op de PE buis tussen overzetkoppeling en boorblok B. Houdt hierbij de overzetkoppeling tegen zodat voorkomen wordt dat de steunbus door de gasdruk uit de leiding schuift. Schil vervolgens de leiding korter waarbij de overzetkoppeling voortdurend wordt doorgeschoven richting aanboorblok B. 8. Wanneer de O-ring op de lange steunbus het aanboor gat van aanboorblok B gepasseerd is kan de Bypass slang van boorblok B worden losgekoppeld en aanboorblok B verwijderd worden (Controleer de aanboring). Vervolgens de leiding tot voorbij het aanboor afschillen tot de juiste lengte bereikt is (houdt rekening met inschuiflengte overzetkoppeling). Zorg ervoor dat het uiteindelijke buiseind zoveel mogelijk haaks wordt geschild.

Blad : 8 van 13 9. Schuin het geschilde buiseind vervolgens aan met de gedeelde buis afschuinfrees en teken de insteekdiepte voor overzetkoppeling af op de buis. Steek hierna de overzetkoppeling over buiseind. Controleer de overzetkoppeling visueel op dichtheid. 10. Aanboring op oude hoofdleiding afdoppen en visueel op dichtheid beproeven. (Controleer of aanboring van aanboorblok juist is uitgevoerd)

Blad : 9 van 13 6.2 Methode Gas Meenemen 1. Monteer bij A een aansluitpunt met kogelkraan t.b.v. bypass leiding, beproef deze op dichtheid en boor deze aan en sluit de afsluiter. 2. Monteer de aanboorblokken op aansluiting 1 t/m 3 en sluit de bypass leiding met de benodigde aftakkingen aan tussen afsluiter A en de aanboorblokken. (maximaal 6 aansluitingen per bypass constructie) 100% gas 3. Open de bypass afsluiter en ontlucht de bypass leidingen en aanboorblokken achtereenvolgens via de aansluitingen op de boorblokken. Inspecteer de bypassconstructie op dichtheid. Opmerking: Voor stap 2 en 3 kan in praktijk een andere volgorde worden aangehouden. Voorwaarde is dat in de eindsituatie de gehele bypass constructie ontlucht is. 4. Als vanaf alle aanboorblokken 100% gas is gemeten, de aanboorblokken 1 t/m 3 aanboren.

Blad : 10 van 13 5. Sluit drukmeting aan op bypass leiding. Zet, op minimaal 20 cm vanuit de boorblokken, knevel K1 t/m K3 en bewaak hierbij de gasdruk met de manometer op de bypass leiding. 6. Maak het te vervangen hoofdleidingdeel druk- en gasloos volgens het werkplan van het project en knip de aansluitleidingen op minimaal 10 cm van de knevelplekken. Schuin de binnenkant van het buiseinden aan zodat de lange steunbus van de overzetkoppeling straks gemakkelijk is in te brengen. 7. Verwijder de uit bedrijf genomen hoofd- en aansluitleidingen en vervang het hoofdleidingdeel volgens werkplan en neem het in bedrijf. 8. Monteer aansluitzadel en opzetstuk op nieuwe hoofdleiding voor aansluiting 1. Koppel hieraan een stuk PE-buis van voldoende lengte (nieuwe aanboring tot voorbij aanboorblok). Beproef dit gedeelte vervolgens op sterkte en dichtheid.

Blad : 11 van 13 100% gas 9. Monteer de overzetkoppeling aan de korte steunbus zijde op het nieuwe PE-buisdeel. Steek vervolgens de lange steunbus met O-ring in de bestaande aansluitleiding en verwijder de knevel. Voorkom hierbij dat de overzetkoppeling door de gasdruk uit de aansluitleiding schuift. Ontlucht vervolgens voorzichtig het aansluiting deel tussen aanboorblok en opzetstuk via opzetstuk (met: Beproevingskap v dienstleiding glw ) en boor hierna aan op de nieuwe hoofdleiding. 10. Plaats de verstelbare PE-schiller. Houdt hierbij de overzetkoppeling tegen zodat voorkomen wordt dat de steunbus door de gasdruk uit de leiding schuift. Schil vervolgens de leiding korter waarbij de overzetkoppeling voortdurend wordt doorgeschoven richting aanboorblok.

Blad : 12 van 13 11. Wanneer de O-ring op de lange steunbus het aanboorgat van aanboorblok gepasseerd is de bypass slang van aanboorblok 1 afkoppelen en het aanboorblok verwijderen(controleer aanboorgat). Schil vervolgens de leiding op de juiste lengte (houdt rekening met inschuiflengte overzetkoppeling). Zorg ervoor dat het uiteindelijke buiseind haaks en recht wordt afgeschild. 12. Schuin het geschilde buiseind aan met de gedeelde buis afschuinfrees en teken de insteekdiepte voor overzetkoppeling af. Steek hierna de overzetkoppeling over buiseind. Controleer hierna alle nog niet beproefde verbindingen in de aansluiting visueel op dichtheid.

Blad : 13 van 13 13. Herhaal de stappen 8 t/m 12 achtereenvolgens voor het overzetten van aansluiting 2 en 3. 14. Koppel de bypass leidingen af en dop de bypass aansluiting bij A af. Controleer de gemaakte verbindingen visueel op dichtheid. 7 BIJLAGEN/REFERENTIES Geen