VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vergelijkbare documenten
BESLISSINGEN UITBREIDINGSRONDE 2015 TWEETALIG GEBIED BRUSSEL-HOOFDSTAD december 2015

Bijlage nr. 1. capaciteitsuitbreiding Nieuwkinderland vzw Kinderdagverblijf Lutgardisschool Elsene. Titel initiatief: Organisator: Projectomschrijving

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr ) Voorwoord

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

REGLEMENT BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN PREMIES AAN INITIATIEVEN VOOR KINDEROPVANG VAN BABY S EN PEUTERS IN NINOVE

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 2 subsidies

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

schriftelijke overeenkomst kinderopvang

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 1 subsidies

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

gemeenteraad Besluit De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, 1.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Schriftelijke overeenkomst tussen organisator en contracthouder

Huishoudelijk reglement & schriftelijke overeenkomst

Proefproject inkomenstarief-mix (IKT-mix)

In bepaalde omstandigheden kan een afwijking worden aangevraagd van het berekende inkomenstarief voor kinderopvang.

Formulier 1 Overeenkomst

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Collegebesluit houdende de uitvoering van verordening nr. 03/01 houdende subsidiëring van kunsten

Formulier 1: De schriftelijke overeenkomst. Overeenkomst

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Kinderopvang in Aarschot

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Schriftelijke overeenkomst

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

Beslissingskader voor de verdeling van subsidiebeloftes voor basissubsidie (trap 1) groepsopvang

1. Deze toekenningsronde richt zich tot organisatoren met locaties gezinsopvang zonder subsidies voor inkomenstarief.

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

VEEL GESTELDE VRAGEN MBT OPROEP KOALA

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang

Oog voor kwaliteit in de Vlaamse kinderopvang: elke kinderbegeleider en elke verantwoordelijke gekwalificeerd

Vernieuwing kinderopvang in Vlaanderen en Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

V R A G E N K A A R T THEMA: KINDEROPVANG

OPROEP CAPACITEITSUITBREIDING KINDEROPVANG VOOR BABY S EN PEUTERS MET INKOMENSTARIEF

Aan alle kinderopvangorganisaties met subsidie voor inkomenstarief. Afdeling contactpersoon Telefoon Kinderopvang. AMDP mei 2014

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Fiche. Projectomschrijving

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Advies betreffende de uitbreiding voorschoolse kinderopvang 2013

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

OPVANG BESTELLEN IS OPVANG BETALEN? Duiding bij de wijzigingen n.a.v. het nieuwe Decreet Kinderopvang

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

2. Op welke manier verloopt de samenwerking tussen VDAB en school in de gezamenlijke aanpak van NEET-jongeren/vroegtijdige schoolverlaters?

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

vzw Kinderdagverblijf de Knuffelboom XL VZW Kinderdagverblijf de Knuffelboom XL Prijsregeling en administratieve formaliteiten

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Subsidies inclusieve opvang

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Nr. 133 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 13 maart 2014 Uittreksel

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Oproep kandidaten voor basissubsidie (trap 1) en voor subsidie inkomenstarief (trap 2)

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

VR DOC.1230/1TER

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Schriftelijke overeenkomst voor de opvang van

Infoavond voor ouders 31 maart 2014

Organisatoren kunnen voor die subsidiegroepen een aanvraag voor bijkomende subsidieerbare plaatsen met de subsidie inkomenstarief indienen.

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN KINDEROPVANG VAN BABY S en PEUTERS. Ann Lobijn

Gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - Handhaving voorwaarden

vzw Kinderdagverblijf de Knuffelboom XL VZW Kinderdagverblijf de Knuffelboom XL Prijsregeling en administratieve formaliteiten

ALGEMENE PRINCIPES UITBREIDINGSRONDE BASISSUBSIDIE (trap 1) 2018

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Uitbreidingsronde Kinderopvang. Een zorgvuldig lokaal advies

nr. 558 van WILLY SEGERS datum: 15 juni 2017 aan HILDE CREVITS Onderwijs Brussel - Samenwerking met de Franse Gemeenschap

Participatiedecreet. Infofiche 1. WAT VOORAFGING

Transcriptie:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 NR.2 BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 17 april 2017 INHOUD Blz. I. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 58,3) Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken... 2 Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid... 6 Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen... 9 REGISTER

- 2 - GUY VANHENGEL, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR BEGROTING, ONDERWIJS, VORMING EN STUDENTENZAKEN Vraag nr.7 van 1 februari 2017 van de heer Paul Delva Studentenzaken: Overlegplatform Studentenzaken Dit jaar zou het overlegplatform Studentenzaken van start moeten gaan. De werkgroep zou worden opgericht als een gemeenschappelijk platform voor de studenten van de Nederlandstalige instellingen voor hoger onderwijs in Brussel en als schakel tussen de VGC en de Brusselse studentenpopulatie. Deze werkgroep heeft verschillende taken. Een ervan is het stimuleren van de samenwerking tussen studenten en studentenorganisaties. Daarnaast is het de ambitie om gezamenlijke projecten rond Brussel studentenstad op te zetten en om bepaalde activiteiten te organiseren. Wat is de samenstelling van het overlegplatform/de werkgroep? Is deze werkgroep ondertussen al een eerste keer samengekomen? Wanneer was dat? Welke agendapunten werden er besproken? Aan welke concrete projecten rond Brussel studentenstad wordt gedacht en wat is de timing hiervan? Hoe zal het digitale luik van dit overlegplatform er uitzien? Welke concrete acties worden er door wie ondernomen? Via welke kanalen denkt men te zullen communiceren? Antwoord De werkgroep Studentenzaken werd opgericht als gemeenschappelijk platform voor de studenten van de Nederlandstalige hoger onderwijsinstellingen in het Brussels hoofdstedelijk gewest en als schakel tussen de VGC en de Brusselse studentenpopulatie. Binnen deze werkgroep treedt de VGC in dialoog met de studenten van de Nederlandstalige hoger onderwijsinstellingen in Brussel. Het overlegplatform zorgt voor een direct aanspreekpunt voor de studenten met de VGC en vormt een platform voor ideeënuitwisseling en dialoog over thema s die aansluiten bij de woon-, werk-, leefen leerervaring van studenten in Brussel. De studenten worden vertegenwoordigd door gemandateerde studentenvertegenwoordigers van de officiële studentenraden van de Nederlandstalige hoger onderwijsinstellingen in Brussel die opgenomen zijn in de codex hoger onderwijs, artikel II.2 en artikel II.3. De werkgroep werd bij oprichting samengesteld met volgende leden (die voldoen aan de bovenstaande bepaling): - voor Vrije Universiteit Brussel: Suzanne Miedema - voor Odisee Hogeschool en KUL - Campus Brussel (Algemene Studentenraad): Thomas Eeman - voor Erasmushogeschool Brussel: Anissa Maataoui - voor LUCA School of Arts: Jeremy Desmedt - voor KUL Campus Sint-Lucas Brussel: Hanne Nijs

- 3 - Om het evenwicht in de vertegenwoordiging te bewaren, werd op de afgelopen werkgroep in onderlinge consensus ook afgesproken dat tijdens de vergaderingen een studentenvertegenwoordiger van de VUB, campus Jette, de vertegenwoordiging voor de VUB zal versterken. Er is ook een waarnemend lid voor Br(ik. De algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming en de deskundige-coördinator van de dienst Communicatie, Media en ICT, en hun medewerkers, staan in voor het voorzitterschap en het secretariaat van de werkgroep (geen stemrecht aan verbonden). Ook een vertegenwoordiger van de collegevoorzitter bevoegd voor Studentenzaken neemt als waarnemer deel aan de werkgroep. De werkgroep Studentenzaken kwam intussen tweemaal samen, op 24 november 2016 en 20 februari 2017. Er worden concrete pistes onderzocht m.b.t. een ondersteuning van studentenorganisaties in de vorm van een projectsubsidie voor activiteiten die Brussel en de student dichter bij elkaar brengen. We zitten momenteel in een kennismakingsfase en in de fase van brainstorm. Concrete projecten zullen pas in een latere fase worden ontwikkeld. De timings zijn nog niet finaal en hangen af van de partners die bij de projecten worden betrokken en van de academische kalender. De VGC zal ook een faciliterende rol opnemen van de werkgroepleden bij het samenbrengen van de vragen en bezorgdheden van alle Brusselse studenten aan de Nederlandstalige hoger onderwijsinstellingen. Het digitale luik bestaat op dit moment uit een gesloten facebookgroep. Naarmate de werkgroep evolueert, wordt samen met de leden bekeken hoe we dit platform verder kunnen inzetten en of het opportuun is om het breder open te trekken en/of in te zetten. Er zijn al heel wat digitale platformen voor studenten en ook Br(ik blijft onze partner om het studentenpubliek aan te spreken. Vraag nr.8 van 1 februari 2017 van de heer Paul Delva Onderwijs: Tweetalige lerarenopleiding Het project tweetalige lerarenopleiding, waarbij de handen tussen twee taalgebieden in elkaar worden geslagen, houdt niet in dat er een nieuwe school of een nieuw gebouw komt. Het is echter de ambitie van de VGC om een vernieuwde opleidingsmogelijkheid te creëren waarbij, op het einde van de rit, afgestudeerde leerkrachten met hun diploma perfect kunnen functioneren in de beide landstalen. Zowel op Vlaams als op Franstalig niveau is er beweging op vlak van de lerarenopleiding. Moeten we ze academischer maken? Moeten we ze verlengen? Wordt het een masteropleiding? Deze discussies blijven aan de gang. Deze tweetalige opleiding focust zich op de drie bachelorjaren van de lerarenopleiding. Momenteel loopt er een traject waarbij lectoren en studenten samenwerken om de curricula te analyseren. Leertrajecten worden opgezet en taalbeleids- en communicatieplannen worden uitgewerkt. Het is de bedoeling om vanaf het schooljaar 2017-2018 de mogelijkheid te creëren om met een opleiding te starten die leidt tot twee diploma s, één Nederlands en één Frans. Kan er ondertussen meer toelichting gegeven worden bij de verdere uitwerking van de leertrajecten die worden opgezet?

- 4 - Wordt er ondertussen al promotie gevoerd voor de opleiding die vanaf 2017-2018 van start moet gaan? Indien niet, vanaf wanneer zal dat gebeuren? Hoe zal deze promotie worden gevoerd? Blijft de timing om te starten vanaf september 2017 haalbaar? Hoeveel leerlingen zouden kunnen worden toegelaten tot de nieuwe richting? Antwoord De departementen Onderwijs en Pedagogie van de Erasmushogeschool Brussel (EhB) en de Haute Ecole Francisco Ferrer (HEFF) zijn het engagement aangegaan om voor hun lerarenopleiding lager onderwijs intensief samen te werken. Zij zullen een traject van bidiplomering realiseren dat de mogelijkheid creëert voor studenten om na de initiële bacheloropleiding, met aandacht voor taalverwerving en beheersing, een verkorte vervolgopleiding bij de partnerinstelling te volgen, zodat zij twee diploma s van leerkracht behalen. De leerkrachten die uitstromen uit deze opleiding zullen daardoor zowel in het Nederlandstalig als in het Franstalig lager onderwijs kunnen lesgeven, specifiek geschoold om les te geven in een grootstedelijke Brusselse context, die meertalig en divers is. Deze meertalige leerkrachten zullen beter kunnen inspelen op de leefwereld en de noden van hun Brusselse leerlingen. De kennis van het Frans en het Nederlands zal een permanent aandachtspunt vormen, zowel tijdens de basisopleiding als in het aanvullend traject, zodat de vereiste taalniveaus worden behaald. De bidiplomering wordt immers georganiseerd binnen het bestaande decretale kader. De opleiding voldoet aan alle andere bepalingen van de regelgeving van het hoger onderwijs en aan de basiscompetenties die een leerkracht moet verwerven. De hogescholen staan in voor de kwaliteit van de opleiding, in het bijzonder voor wat de kennis van het Nederlands en het Frans betreft. De EhB en het HEFF zetten daarom in op het ontwikkelen van een versterkte leerlijn taalverwerving en taalontwikkeling en een bijzondere aandacht voor lesgeven in een grootstedelijke context. Uitwisseling van docenten, studenten, methodieken, pedagogische competenties en een gemeenschappelijk stagebeleid, maken ook deel uit van het traject. Alle studenten in de deelnemende opleidingen (bachelors lager onderwijs) zullen zo kennis maken met elkaars aanpak, werkwijze en de visie op onderwijs van de twee taalgemeenschappen. Ook zullen ze beter in staat zijn om met collega s van de andere gemeenschap, gezamenlijke onderwijsactiviteiten op te zetten. Voor alle studenten (en hun docenten) zal worden ingezet op een versterking van hun competenties voor taalontwikkelend lesgeven. De competenties in de eigen taal én in de tweede taal zullen bovendien voor alle studenten sterker worden. De studenten die twee diploma s behalen, kunnen zo aan de slag in beide onderwijssystemen. Belangrijke opmerking is ook dat niet enkel de studenten die uiteindelijk het vervolgtraject volgen en twee diploma s behalen, voordeel halen uit het project, maar dat de gehele opleiding wordt versterkt, voor alle studenten leerkrachtenopleiding. De opleiding krijgt de volgende academiejaren stap per stap verder vorm. 2016-2017 is het schooljaar waarin het project werd gestart en een projectplan wordt opgemaakt. De eerste stappen daarin zijn een analyse van de beginsituatie, toenadering faciliteren tussen de docententeams en

- 5 - een grondig bekijken van het taalbeleid van beide partnerinstellingen en het ontwerp van een gemeenschappelijk taalbeleid in functie van dit project. Op dinsdag 21 februari 2017 ging er een persconferentie door over het project Naar een Brusselse tweetalige lerarenopleiding. Dit is de start van de promotie hierrond, die de komende maanden zal gevoerd worden via de geëigende communicatiekanalen van de hogescholen. De eerste studenten die als tweetalige leerkracht zullen afstuderen, starten effectief in het academiejaar 2017-2018. In 2017-2018 gebeurt immers de uitrol van het project. Het project wordt geïntegreerd in het initiële opleidingsprogramma en het nieuwe programma (vervolgopleiding) wordt opgezet.

- 6 - PASCAL SMET, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN STEDELIJK BELEID Vraag nr.4 van 19 december 2016 van mevrouw Annemie Maes Cultuur: Werkingssubsidies kunsten Op 1 december 2016 verstreek de deadline voor Brusselse kunstenorganisaties om werkingssubsidies aan te vragen bij de VGC. De dossiers kunnen een aanvraag voor een eenjarige of meerjarige werkingssubsidie omvatten. Hoeveel aanvragen werden ingediend? Graag een onderscheid per domein en tussen aanvragen voor eenjarige en meerjarige werkingssubsidies. Indien mogelijk, graag een vergelijking met voorgaande jaren. Hoe ziet het verdere verloop van de procedure eruit? Wat is de vooropgestelde timing? Antwoord Er werden 71 aanvragen voor jaarwerking kunsten ingediend: - 14 voor de sector muziek, waarvan 10 een aanvraag voor 3 jaar; - 26 voor podiumkunsten, waarvan 18 een aanvraag voor 3 jaar; - 21 voor beeldende en audiovisuele kunsten, waarvan 16 een aanvraag voor 3 jaar; - 10 grotere multidisciplinaire podia en/of toonplekken, allen een aanvraag voor 3 jaar. 17 aanvragers kregen in 2016 geen structurele ondersteuning Kunsten binnen de VGC; Voor 2016 werden vorig jaar 51 dossiers ingediend bij de VGC, 8 hiervan waren lopende meerjarige dossiers. De dossiers werden ingediend tegen 1 december, in de maanden januari-februari worden alle dossiers geadviseerd door de werkgroep Kunsten. We plannen in maart tot besluitvorming op het VGC-College te komen. Vraag nr.5 van 6 januari 2017 van mevrouw Carla Dejonghe Cultuur: Samensmelting van de verschillende redacties van de Vlaams-Brusselse media In oktober 2015 werd aangekondigd dat de individuele mediamerknamen Brussel Deze Week, TV Brussel, www.brusselnieuws.be en FM Brussel samen met Agenda op zouden gaan in een nieuw concept, Bruzz. Het integratieproces van de mediamerken heeft intussen al enkele stadia doorlopen. Zo werd de nieuwe merknaam ontplooid over de verschillende mediakanalen en zo werden de verschillende redacties fysiek geïntegreerd in één en hetzelfde redactielokaal. In dit stadium zou er echter ook al enige duidelijkheid moeten komen over hoe men bij de hervorming denkt de verschillende statuten van de journalisten op elkaar af te stemmen. Die lopen

- 7 - immers nogal stevig uit elkaar, naargelang van het medium waarvoor de journalisten werkten. Dit lijkt me niet meteen de beste methode om tot één geïntegreerde redactie te komen. Bij elke hervorming van deze aard stellen er zich uiteraard problemen. Niet enkel om een coherente visie uitgetekend te krijgen, maar ook om iedereen daarachter te krijgen én de boel draaiende te houden. Het personeelsverloop van de afgelopen anderhalf jaar is daarom niet onaanzienlijk. Het zou nuttig zijn hier een zicht op te krijgen. Kan u bevestigen dat de journalisten/medewerkers van de verschillende mediamerken verschillende statuten en (daaraan gekoppelde) verloningen hebben? Kan u deze verschillen toelichten? In welke mate zullen de verloningen in de eengemaakte redactie gelijkgeschakeld worden? Welke onderhandelingen werden hierover reeds gevoerd? Wordt er aan compensaties gedacht? Zo ja, de welke? Hoe ziet het personeelsverloop binnen de Vlaams-Brusselse Media eruit sinds het begin van de hervorming? Hoeveel journalisten en medewerkers van de verschillende mediamerken vertrokken intussen al sinds de samensmelting? Werden deze allemaal vervangen? Op welke manier wordt het hervormingsproces tot hiertoe geëvalueerd door /begeleid vanuit het beleid? Antwoord De vzw s Brussel Deze Week, FM Brussel en TV Brussel hadden elk hun verloningssysteem. Meteen na de fusie van de 3 vzw s tot het eengemaakte Vlaams-Brusselse Media, maakte het management werk van de loonharmonisering. Belangrijke uitgangspunten waren daarbij het verworven recht van de medewerkers en de cao 32bis. Volgende acties werden door het management ondernomen: - een opzetten van een intern loonsvergelijkend systeem; - een midpoint voor elke categorie; - een loonsverhoging voor werknemers die onder de 90% van dit midpoint vielen; - een salaris overeenkomstig 90% voor alle nieuwe werknemers; - een gelijkschakeling van het aantal vakantiedagen (vandaag start iedereen met 20+5 dagen); - de mogelijkheid tot een hospitalisatieverzekering voor het voltallige personeel; - een uniforme compensatieregeling voor shiften en variabele uurroosters; - een eengemaakt arbeidsreglement; - 100%terugbetaald woon-werkverkeer voor iedereen; - een uniforme toekenning van de eindejaarpremie; - functioneringsgesprekken voor iedereen op basis van een standaard template. De harmonisering van de baremieke verhogingen is nog gepland. Het gaat om jaarlijkse verhogingen naast de indexverhogingen, die van toepassing zijn op 30 van de 66 medewerkers. Elke vzw had hiervoor een ander systeem en ook de bedragen verschilden. Momenteel zijn in het sociaal overleg hierover gesprekken aan de gang.

- 8 - Tijdens de herstructurering van de Vlaams-Brusselse Media in 2015 verlieten 16 personeelsleden van de 70 in dienst zijnde personeelsleden de organisatie. 7 nieuwe personeelsleden kwamen in dienst. In 2016 werden er 5 VTE s aangeworven. Eén uitgeschreven vacature (centraal redacteur) is nog niet ingevuld. Voor 2017 zijn er 67 VTE s gebudgetteerd, evenveel dus als in 2016. 2015: 70 16 + 7 = 61 personeelsleden 2016: 66 personeelsleden + 1 in te vullen vacature Budget 2017: 67 personeelsleden. Van de 66 werknemers zijn er 39 redacteurs. Vertrekkers worden altijd vervangen. Ofwel door freelancers of tijdelijke contracten (voor de korte termijn), ofwel door vaste medewerkers via geijkte sollicitatieprocedures. Het verschil tussen de huidige toestand en de situatie voor de fusie van 3 VTE, heeft te maken met de benutte synergiën. Het management evalueert het hervormingsproces positief. In 2016 kwam er niet alleen een centrale redactie, ze draaide ook nog eens op volle toeren en werd de motor van een nieuw, eengemaakt merk Bruzz. De lancering van Bruzz kwam er samen met de invoering van een uniform redactiestatuut met deontologische codes en een nieuwe beheersovereenkomst 2016-2020. Er kwam een professioneel team en werd een risico-analyse voor de organisatie met actiepunten uitgevoerd. In 2017 wacht nog de lancering van een nieuw eengemaakt magazine (april) en een nieuwe website (november). Daarnaast om er ook een aangepast meetinstrument voor het bereik en de impact van Bruzz. Leidinggevenden en medewerkers krijgen dit jaar een aangepast opleidingsplan.

- 9 - BIANCA DEBAETS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN EN GELIJKE KANSEN Vraag nr.3 van 16 februari 2017 van de heer Arnaud Verstraete Welzijn: Respijtdagen en tarieven in de kinderopvang Baby s en peuters die voltijds naar de voorschoolse opvang gaan, krijgen minimum 18 respijtdagen toegekend: dat zijn dagen waarop ze mogen wegblijven zonder dat hun ouders moeten betalen. Overschrijden ze dat aantal, en blijven ze dus vaker weg, dan moet er toch betaald worden bij afwezigheid. Het kind gaat dan niet naar de opvang, maar de rekening loopt door. Naar verluidt wordt dit systeem door de crèches heel variabel toegepast. Iedere crèche kan zelf bepalen of ze meer respijtdagen toekennen en welk bedrag ouders voor zo n onvoorziene afwezigheid moeten betalen: de volle pot, of toch niet. Kunt u een overzicht bezorgen van de manier waarop de kinderdagverblijven de respijtdagen toepassen? Wat is het vaakst toegepaste systeem in de Brusselse Nederlandstalige crèches? In tegenstelling met Vlaanderen waar de OCMW s verantwoordelijk zijn voor het toekennen van het verlaagd tarief van 1,59 euro, is dit voor het Brussels gewest de vzw Samenwerken aan de Kinderopvang in Brussel. Hoe worden de gezinnen op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om een verlaagd tarief te krijgen? Welke criteria hanteert de vzw Samenwerken aan de Kinderopvang in Brussel? Hoeveel gezinnen hebben een aanvraag ingediend en hoeveel werden goedgekeurd en geweigerd (per kalenderjaar sinds 2014)? Maken alle gezinnen die recht hebben op een verlaagd tarief daar ook gebruik van? Antwoord Kind&Gezin en de VGC beschikken niet over een detailoverzicht van hoe kinderdagverblijven de respijtdagen toepassen. Uit onderzoek en veldbevraging blijkt dat de kinderopvangsector op haar autonomie staat om het aantal respijtdagen en de toepassing hiervan zelf te bepalen. Wel zorgt het volledig door de VGC gefinancierd Lokaal Loket Kinderopvang Brussel (van de vzw Samenwerken aan Kinderopvang Brussel) voor afstemming onder de organisatoren, over bijvoorbeeld: - Hoe duidelijk communiceren naar ouders, met bijzondere aandacht naar anderstaligen en kwetsbare gezinnen? - Hoe het flexibel opvangplan in te vullen, moet er bij afwezigheid wegens ziekte ook een doktersbriefje aangeleverd worden?

- 10 - - Wat met te laat verwittigen en moet er een bijhorende vergoeding aangerekend worden, deze vergoedingen aanrekenen aan welk tarief? Volgens het VGC-Cartografieonderzoek III uit 2016 stonden de inkomensgerelateerde kinderdagverblijven in Brussel gemiddeld 21,58 respijtdagen toe. 62,40% van de kinderdagverblijven koos ervoor om het wettelijk minimum van 18 respijtdagen te hanteren. Er werd ook onderzoek verricht naar welke redenen volgens organisatoren onder het begrip respijtdag vallen, en welke sanctie moet gegeven worden bij afwezigheden die buiten de respijtdagen vallen: Welke redenen zitten vervat in het begrip respijtdag? Snipperdag 90,30% Niet-verwittigde of laattijdig verwittigde gezinsvakantie 72% Kortdurende ziekte van het kind 71% Niet-verwittigde of laattijdig verwittigde afwezigheid 69,90% Langdurige ziekte van het kind 48,40% Tijdig verwittigde gezinsvakantie/verlof ouder(s) 48,40% Verminderde opvangduur dan oorspronkelijk gereserveerd 37,60% Gewijzigde werksituatie ouder(s) 26,90% Hospitalisatie van het kind 10,80% Sanctie bij afwezigheden buiten de respijtdagen De ouder(s) betalen volgens inkomenstarief 63,40% De ouder(s) betalen de helft van het inkomenstarief 9,70% De ouder(s) moeten niet betalen 9,70% De ouder(s) betalen een vast tarief 6,50% De ouder(s) betalen volgens inkomenstarief (min.van 10 euro) 4,30% Wij werken niet met gerechtvaardigde afwezigheden/respijtdagen 2,60% De ouder(s) betalen volgens inkomenstarief + 2 euro 1,10% De ouder(s) betalen 60% van het inkomenstarief 1,10% De ouder(s) betalen de helft van het inkomenstarief 1,10% met een minimum van 3 euro In Vlaanderen dienen ouders een aanvraag individueel verminderd tarief in via het OCMW van hun gemeente. Het OCMW adviseert de aanvraag positief of negatief waarna de positieve naar Kind&Gezin doorgestuurd worden en Kind&Gezin het tarief toepast via het attest inkomenstarief. In Brussel zijn het de kinderdagverblijven zelf die de rol van het OCMW opnemen, het Lokaal Loket Kinderopvang heeft hier dus geen regierol in. Het Lokaal Loket Kinderopvang fungeert echter wel als klankbord voor leidinggevenden van kinderdagverblijven in het nemen van een beslissing over het toestaan van het verminderd tarief: de leidinggevende beslist dus, maar het advies van het Lokaal Loket wordt wel gevraagd. In overleg met Kind&Gezin organiseert het Lokaal Loket ook de werkgroep OCMW tarief. Deze werkgroep maakte voor het werkveld onder meer een werkinstrument op waarmee een leiding-

- 11 - gevende van een kinderdagverblijf het netto inkomen van ouders ingeeft en aftoetst met de gezinssituatie. Het instrument berekent op objectieve wijze het tarief en geeft aan of verminderd tarief al dan niet aangewezen is. De leidinggevende kan - zelfs indien het instrument geen verminderd tarief toekent - een persoonlijke inschatting maken van de situatie (familiale omstandigheden en sociale, psychische factoren van het kind, broer of zus met beperking, ) en daarbij afwijken van het instrument. Het verminderd tarief is ook verbonden aan het opnamebeleid van het kinderdagverblijf. Ook hierin heeft een kinderdagverblijf autonomie, maar zorgt het Lokaal Loket voor ondersteuning. In samenwerking met TAO Armoede worden leidinggevenden in 2017 bijvoorbeeld gecoacht in hun opnamebeleid in functie van kinderarmoedebestrijding. Kind&Gezin houdt geen cijfers bij over hoeveel ouders een aanvraag voor verlaagd tarief indienen en hoeveel werden goedgekeurd en geweigerd. De analyses en bijhorende rapportering moeten nog opgemaakt worden voor Vlaanderen en voor Brussel. Pas later deze maand kunnen partieel cijfers doorgegeven worden. Partieel omdat cijfers bijvoorbeeld pas vanaf 1/5/2015 systematisch geregistreerd worden en Kind&Gezin ook geen zicht op hoeveel aanvragen door organisatoren geweigerd werden. Vraag nr.4 van 16 februari 2017 van de heer Arnaud Verstraete Welzijn: Aantal plaatsen in de kinderopvang Kan het collegelid een overzicht geven van het aantal Nederlandstalige kinderopvangplaatsen vergund door Kind&Gezin? Hoeveel kinderopvangplaatsen zijn er vandaag aangesloten bij Kind&Gezin? Graag ook een opsplitsing tussen IKT en niet-ikt plaatsen. Kunt ook een evolutie geven voor de periode 2014 tot heden (per kalenderjaar)? Hoeveel onthaalouders zijn er vandaag en hoe is dat aantal sedert 2014 geëvolueerd (per kalenderjaar)? Het collegelid kondigde 400 nieuwe plaatsen aan in de kinderopvang. Hoeveel van die plaatsen zijn reeds gecreëerd en waar zijn die ontwikkeld? Gelieve daarbij een onderscheid te maken tussen echt nieuwe plaatsen en een bestaande plaats die een upgrade krijgt naar een betere betaalbaarheid. Welke maatregelen bereidt het Collegelid voor om het plaatstekort in de kinderopvang weg te werken en de Vlaamse doelstellingen op dit vlak te halen? Welk budget is er nodig om het plaatstekort helemaal weg te werken? Antwoord Zoals het Cartografieonderzoek III uit 2016 al aangaf, zijn de Brusselse ouders vooral op zoek naar kindplaatsen waar ze een bijdrage betalen op basis van hun inkomen (IKT, subsidietrappen 2 en

- 12-3). Zoals geadviseerd door de onderzoekers van de Cartografiestudie, zet ik deze legislatuur dan ook volledig in op het uitbreiden van deze inkomensgerelateerde plaatsen. Dit vereist echter een verhoogde inspanning van de overheid. Gemiddeld kost een inkomensgerelateerde kindplaats de overheid immers tussen de 6.700 en 11.000 euro per jaar. Bij de start van deze legislatuur in de tweede helft van 2014, waren er 3.870 inkomensgerelateerde, door Kind&Gezin vergunde, kindplaatsen in Brussel. De voorbije jaren werd zowel door mezelf als door collega minister Jo Vandeurzen maximaal ingezet op het uitbreiden van dit aanbod. Op 1 maart 2017 bedraagt dit 4.236 kindplaatsen. Een toename met bijna 10% of 366 kindplaatsen. Van deze 4.236 kindplaatsen worden er 4.164 (+355) gerealiseerd in de groepsopvang (kinderdagverblijven) en 72 (+11) in de gezinsopvang (onthaalouders). De meest recente uitbreidingsronde van de VGC (beslissing College juli 2016) is nog in volle uitrol, waarbij we er nauwgezet op toezien dat organisatoren de toegewezen plaatsen snel realiseren. Dit verloopt echter ook op basis van de snelheid waarmee bouwdossiers kunnen afgewerkt worden: Opvanglocatie Organisator Realisatiedatum volgens recente info organisator Kindplaatsen De Kollebloem vzw Sint-Goedele Brussel 1/09/2016 6 Harlekijntje vzw Sint-Goedele Brussel 1/09/2016 3 Nieuwkinderland vzw KDV Lutgardisschool Elsene 1/09/2016 8 Babilou Sint-Joost-ten-Node bvba Babilou Belgium 1/09/2016 30 Robbedoes vzw KDV Lutgardisschool Elsene 1/09/2016 10 Sloeberket vzw Solidariteit voor het Gezin 1/09/2016 13 Les 1001 Bêtises bvba ALAM 1/09/2016 3 Crèche Asselbergs OCMW Ukkel 1/09/2016 12 Ukkepuk-VRT vzw Ukkepuk-VRT 1/09/2016 1 Vandermaelen / De Kleine Zenne vzw De Molenketjes 1/02/2017 15 Angelus vzw Sint-Goedele Brussel 1/02/2017 15 Pluchke vzw Kinder- en Jeugdzorg Ukkel Calevoet 1/02/2017 6 Kiekeboe 2 vzw Kinderbegeleiding Sint-Gillis-Op-Brussel 1/03/2017 12 Scheutje vzw Sint-Goedele Brussel 1/03/2017 15 De Waterlelie vzw Sint-Goedele Brussel 1/03/2017 15 Nog niet bepaald Gemeente Sint-Joost-ten-Node 1/05/2017 23 De Klaproos Gemeente Anderlecht 1/05/2017 14 Speelboom Brussel vzw De Speelbomen 1/09/2017 18 Zoals u in bovenstaande tabel kan zien, zal tegen deze zomer het aantal inkomensgerelateerde kindplaatsen nog verder met ongeveer 100 eenheden verhogen naar een totaal van om en bij de 4.340 kindplaatsen. Indien we in rekening brengen dat niet ieder kind voltijds naar de opvang gaat 219

- 13 - (de kindratio per plaats in Brussel is 1,07), is hiermee in minder dan 3 jaar tijd bijkomende, kwaliteitsvolle inkomensgerelateerde opvang gecreëerd voor 500 piepjonge ketjes en hun ouders. Het detailoverzicht van de huidige 4.164 inkomensgerealseerde kindplaatsen in de groepsopvang, kan u in bijgevoegde tabel terugvinden. Tevens werd er met Vlaanderen een overeenkomst opgemaakt waarbij Kind&Gezin in haar eerstvolgende uitbreidingsronde de door de VGC reeds gefinancierde kindplaatsen overneemt. Alle hierdoor vrijgekomen middelen zullen onmiddellijk geherinvesteerd worden in nieuwe kindplaatsen. Momenteel bereidt de entiteit Gezin de formaliteiten en selectiecriteria bij dergelijke nieuwe uitbreidingsoproep reeds voor. Met een dekkingsgraad van 42,5% op Brusselnorm voor de Nederlandstalige kinderopvang, is de Barcelonanorm (33%) ruimschoots gehaald. Indien we de 50%-norm van de Vlaamse Regering hanteren, houdt dit een tekort in van 1.205 kindplaatsen. Om deze uitbreiding te realiseren met inkomensgerelateerde kindplaatsen, vereist dit een jaarlijkse, bijkomende investering van 12 miljoen euro. De bouw van bijkomende kinderdagverblijven om deze capaciteit in te realiseren, bedraagt minimaal nog een viervoud van dit bedrag (ongeveer 50 miljoen euro). Tot slot informeerde u ook naar cijfers voor niet-inkomensgerelateerde opvang, waar de organisator vrij is zelf de ouderbijdrage te bepalen. Zoals het Cartografieonderzoek III ook reeds aangaf, staan deze plaatsen in Brussel onder druk. Niet alleen is de gemiddelde, maandelijkse ouderbijdrage van 642 euro voor veel ouders moeilijk betaalbaar, waardoor deze plaatsen vaak ongebruikt blijven. Ook zijn de voorbije jaren veel organisatoren overgestapt naar ONE en recent naar het vergunningssysteem van de GGC. Dit voornamelijk wegens de taalvoorwaarden van Kind&Gezin. Het spreekt voor zich dat deze plaatsen meestal niet verloren gingen, maar zich vooral verplaatsten van Kind&Gezin naar een andere vergunnende overheid. Kind&Gezin loopt momenteel nog een begeleidingstraject met meerdere organisatoren. Dit met als einddoel een vlotte overgang naar een andere vergunnende overheid te realiseren of de nodige begeleiding te voorzien om de vergunning van Kind&Gezin te behouden. Eerder werd door Kind&Gezin aan de VGC gevraagd om met deze voorlopige cijfers voorzichtig om te springen en deze nog niet te verspreiden tot deze transitie volledig is afgerond.

- 14 - REGISTER Nr. Datum Vraagsteller Onderwerp Blz. GUY VANHENGEL, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR BEGROTING, ONDERWIJS, VORMING EN STUDENTENZAKEN 7 01.02.2017 Paul Delva Overlegplatform Studentenzaken 2 8 01.02.2017 Paul Delva Tweetalige lerarenopleiding 3 PASCAL SMET, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN STEDELIJK BELEID 4 19.12.2016 Annemie Maes Werkingssubsidies kunsten 6 5 06.01.2017 Carla Dejonghe Samensmelting van de verschillende redacties van de Vlaams-Brusselse media 6 BIANCA DEBAETS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN EN GELIJKE KANSEN 3 16.02.2017 Arnaud Verstraete Respijtdagen en tarieven in de kinderopvang 9 4 16.02.2017 Arnaud Verstraete Aantal plaatsen in de kinderopvang 11