GYNAECOLOGIE Embolisatie behandeling van myomen (vleesbomen) BEHANDELING
Embolisatie In deze folder vindt u informatie over myomen (vleesbomen). U leest erin wat myomen zijn en welke klachten ze kunnen veroorzaken. Bovendien vindt u uitleg over embolisatie, een manier om myomen te behandelen: wat is embolisatie, en wat kunt u verwachten van de ingreep? Uw arts legt u alles ook mondeling uit. Deze folder is bedoeld als geheugensteuntje, zodat u thuis alles nog eens rustig kunt nalezen. Wat zijn myomen? Myomen worden ook wel vleesbomen genoemd. Het zijn goedaardige knobbels in de spierwand van de baarmoeder en ze bestaan vooral uit spierweefsel. Myomen kunnen aan de buitenzijde van de baarmoeder zitten, binnenin de baarmoederwand of in de baarmoederholte. Hoe myomen ontstaan, is niet bekend. Er zijn myomen van een paar millimeter doorsnee, maar ook veel grotere. Die kunnen zelfs een paar kilo wegen. Bij wie komen myomen voor? Myomen komen voor bij 20 tot 30% van de westerse vrouwen en bij 50 tot 60% van de negroïde vrouwen. Ze ontstaan vaker bij vrouwen die geen kinderen hebben gehad. Ze worden beïnvloed door de hormonen oestrogeen en progesteron, in de vruchtbare fase van het leven. Daarom ontstaan er geen myomen vóór de eerste menstruatie, en worden ze na de laatste menstruatie kleiner, om uiteindelijk te verdwijnen. Tijdens de zwangerschap kunnen bestaande myomen soms groeien door veranderingen in de hormoonspiegels. Na de zwangerschap worden ze dan weer kleiner. Ook bij sommige hormoonbehandelingen, zoals voor overgangsklachten, kunnen myomen groter worden. Klachten De meeste myomen groeien langzaam en geven geen of weinig klachten. Als zulke myomen gevonden worden, is dat bij toeval. Soms geven myomen wel klachten. De plaats waar het myoom zit, heeft meer invloed op de klachten dan de omvang. Zo 1
kunnen myomen in de baarmoederholte, zelfs als ze klein zijn, menstruatieklachten veroorzaken. De klachten die het meest voorkomen, zijn overmatig bloedverlies en menstruatiepijn. De menstruaties blijven daarbij in principe regelmatig. Het ruime bloedverlies, eventueel met stolsels, kan bloedarmoede geven. En dit kan weer leiden tot vermoeidheid en kortademigheid. Andere, meer zeldzame klachten van myomen zijn: een drukkend gevoel in de buik; pijn laag in de rug; problemen met plassen; pijn en /of bloedverlies bij het vrijen. Heel zelden verschrompelt een myoom door te weinig bloedtoevoer met mogelijk hevige buikpijn als gevolg. Myomen geven meestal geen problemen bij het ontstaan van een zwangerschap. De kans dat myomen kwaadaardig worden, is zeer klein (1 op 10.000). Onderzoek Als het vermoeden bestaat dat u myomen hebt, vindt er eerst een normaal gynaecologisch onderzoek plaats. Daarnaast zijn er ook nog andere onderzoeken mogelijk. Verliest u veel bloed of bent u erg vermoeid, dan kan de arts uw bloed controleren om te kijken of er sprake is van bloedarmoede. De plaats en de grootte van de myomen kunnen worden beoordeeld met behulp van (meestal inwendige) echoscopie. Hiermee kunnen myomen groter dan een halve centimeter worden gezien. Myomen kunnen eventueel nader onderzocht worden met watercontrast-echoscopie, hysteroscopie en/of laparoscopie of een MRI-scan. Het kiezen van een behandeling Als u geen klachten hebt, zijn behandeling en verdere controle overbodig. Hebt u wél klachten, dan kiest de gynaecoloog samen met u een behandeling. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk, variërend van medicijnen tot een operatie. Welke behandeling het wordt, hangt af van het doel van de behandeling: klachten verminderen; de groei van myomen tegengaan; myomen verwijderen. Daarbij wordt rekening gehouden met: het aantal myomen; de grootte van de myomen; de plaats van de myomen; uw leeftijd; uw eventuele wens zwanger te worden. Wilt u meer weten over de verschillende behandelingen? Vraag dan naar de folder Vleesbomen. Embolisatie Embolisatie is één van de mogelijkheden om myomen te behandelen. De gynaecoloog adviseert embolisatie alleen als u zeker weet dat u niet meer zwanger wilt worden. 2
Bij deze ingreep worden (door kleine bolletjes) enkele bloedvaten naar de myomen afgesloten. Dit gebeurt via een slangetje in de ader van de lies. Embolisatie vindt plaats op de röntgenafdeling en wordt uitgevoerd door een radioloog. De eerste twee dagen na de behandeling krijgt u pijnstillers via een speciaal infuus. Daarom moet u opgenomen worden. Na de behandeling krimpen de myomen binnen drie tot zes maanden. Klachten van ruim bloedverlies zijn hierna bij acht van de tien vrouwen verdwenen of sterk verminderd. Omdat de behandeling nog niet lang wordt toegepast, is het effect van embolisatie op de langere termijn nog niet volledig bekend. In Nederland vindt in enkele ziekenhuizen, waaronder het St. Antonius Ziekenhuis, een onderzoek plaats waarin het effect van embolisatie wordt vergeleken met dat van verwijdering van de baarmoeder. Het gaat hierbij om de analyse van gegevens; als patiënt merkt u niets van dit onderzoek. Complicaties Bij elke ingreep, dus ook bij embolisatie, bestaat er een kans op complicaties. In dit geval zijn dat: beschadiging van de blaas of darmen; infectie van de baarmoeder of eileiders; het optreden van de overgang. Voor de ingreep Tijdens uw eerste polibezoek vertelt uw gynaecoloog wat de ingreep precies inhoudt. U kunt natuurlijk vragen stellen. Pre-operatief spreekuur Tijdens dit bezoek spreekt u met: de anesthesioloog (de verdovingsarts), die uitleg geeft over de pijnbestrijding; de verpleegkundige, die informatie geeft over de afdeling. Bovendien wordt er wat bloed bij u afgenomen, en worden uw gezondheid en medicijngebruik met u besproken. De opname Op de dag van de opname meldt u zich op de plaats en de tijd die u hebt doorgekregen. Hier wordt u nogmaals gevraagd of alles duidelijk is en of er geen veranderingen zijn in uw medicijngebruik. Voor de ingreep krijgt u een katheter: een slangetje dat via de urinebuis in de blaas wordt ingebracht. Uw urine loopt dan vanzelf via dit slangetje naar een zakje. De katheter is nodig, omdat u na de ingreep platte bedrust krijgt. U krijgt ook een infuus. Dat is een dun plastic slangetje dat in een ader wordt ingebracht. Via dit infuus krijgt u vocht en een pijnstiller (morfine). Verderop leest u meer over de pijnbestrijding. Deze complicaties treden zeer zelden op en zijn goed te behandelen. 3
De ingreep De embolisatie zelf vindt plaats op de afdeling Radiologie. U krijgt een operatiejasje aan. Nadat u plaatselijk verdoofd bent, worden via een katheter in uw lies de bolletjes ingebracht die de bloedvaten naar de myomen zullen afsluiten. Voor de behandeling krijgt u nadere uitleg van de radioloog en/of de verpleegkundige. De ingreep zelf duurt ongeveer een uur. Na de ingreep Na afloop komt u terug op de afdeling. Hier controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, polsslag en het drukverband op uw lies. De eerste uren moet u platte bedrust houden. Wanneer het drukverband verwijderd wordt en u weer meer mag gaan bewegen, varieert van persoon tot persoon. Na de ingreep geeft de Röntgenafdeling hier instructies over aan de verpleegafdeling. Zolang u in het ziekenhuis verblijft, krijgt u elke avond een prikje. Dit is om trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat) te voorkomen. nemen dan een bepaald maximum. Naast deze PCA-pomp krijgt u ook zetpillen tegen de pijn. Herstel Hoe snel het herstel verloopt, is bij iedere vrouw verschillend. Zodra u weer goed eet en drinkt en de PCA niet meer gebruikt, wordt het infuus verwijderd. Wanneer de katheter verwijderd wordt, hangt af van uw mobiliteit. Meestal gebeurt dit op de dag na de ingreep. De duur van de opname is gemiddeld 3 dagen. U kunt een poosje last hebben van vaginale afscheiding. Dit komt doordat de weefselresten afgestoten worden, en is dus normaal. Koorts De eerste week na de ingreep kunt u wat temperatuursverhoging hebben. Dat is normaal. Maar bij koorts moet u direct uw arts waarschuwen, in verband met een mogelijke infectie. Pijnbestrijding Een aparte vorm van morfinetoediening is PCA (Patient Controlled Analgesia). Als u pijn voelt, drukt u op een knopje. Via een pompje krijgt u dan een bepaalde hoeveelheid morfine via het infuus. Dit systeem is heel veilig, want u kunt niet méér morfine Bij koorts moet u direct uw arts waarschuwen. U hebt koorts als uw lichaamstemperatuur meer dan 38.5 graden is. 4
Weer naar huis (ontslag) Voordat u weer naar huis gaat, krijgt u een ontslaggesprek met uw arts. Uw arts bespreekt een aantal leefregels met u, en u krijgt een folder mee waarin u die nog eens na kunt lezen. Er worden twee afspraken voor u gemaakt: een vervolgafspraak bij de gynaecoloog; een controle-afspraak voor een MRI over 6 maanden. Nog vragen? Hebt u de eerste weken dat u thuis bent nog vragen of klachten? Neem dan gerust contact met ons op. U vindt onze contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder. 5
St. Antonius Ziekenhuis T 088-320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Gynaecologie 088-320 62 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 6
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis GYN 42/05-13