RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS 1

Vergelijkbare documenten
RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VERSLAG BIJ DE REKENINGEN Trierstraat BRUSSEL

RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VERSLAG BIJ DE REKENINGEN Trierstraat BRUSSEL

RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VERSLAG BIJ DE REKENINGEN Trierstraat BRUSSEL

RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VERSLAG BIJ DE REKENINGEN Trierstraat BRUSSEL

RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS VERSLAG BIJ DE REKENINGEN Trierstraat BRUSSEL

DE KINDERBIJSLAG IN DE OVERHEIDSSECTOR. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL

2. Bijslag ingehouden ter aanzuivering vd eigen deb. 0,00 0,00 0,00 volgens werkelijke. 2. Niet-Verschuldigde bijdragen 0,00 0,00 0,00

MAANDELIJKSE FINANCIËLE AANGIFTE - Februari 2015

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Bijlage G: Gedetailleerde beschrijving van de doelgroep van de Aankoopcentrale

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Juridisch bulletin. Wetgeving

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

Juridisch bulletin. Wetgeving

STATISTIEK VAN DE OVERHEID

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

De administrateur-generaal

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

1. Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 (B.S ) 2. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 (B.S

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011

De perequatie Wijziging van de artikelen 11 en 12 van de wet van 9 juli 1969

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS )

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

17 De specifieke stelsels van loobaanonderbreking toegekend met toepassing van het bericht nr. 28 HR/2003 van de NMBS Holding van 14 april 2003 ;

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Titel V. De overzeese sociale zekerheid

Rubriek 404 Werkgevers, L/R bijdragen en premies voor beroepsziekten.

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen van Gimvindus nv

Overzicht sectoren. Omschrijving. verkorte naam. Lijst_sectoren.xls 1/5. Sector code type

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De boeking van het provisiefonds geneesmiddelen goedgekeurd door de plenaire vergadering van 26 april 2007

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Koninklijk Besluit van is van toepassing op:

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet. houdende diverse financiële bepalingen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Vlaamse Gemeenschap KSZ gegevens van persoonlijke aard door de Kruispuntbank van de sociale Min SZ

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Situatie van de kinderbijslag aan de vooravond van de splitsing. RKW - Studiedag 29 maart 2012

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel)

DEMOGRAFISCH VERSLAG

VR DOC.0557/4

COMMISSIE VOOR NORMALISATIE VAN DE BOEKHOUDING VAN DE OPENBARE INSTELLINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID SPECIFIEK BOEKHOUDPLAN BEPERKT TOT DE KLASSEN 7 EN 8

VR DOC.0834/3BIS

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

VR DOC.0915/2BIS

Versie 2007/3 Bijlage 32 : Codificatie van bezoldigingen PPO 1/12

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De perequatie van de overheidspensioenen

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2014

~LGEMEEN lweheers~omite

INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT

Boek 2018 over de Sociale Zekerheid

VR DOC.0085/1

/ALGEMEEN [llieheers(çomite

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

Socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Waalse Gewest

DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2011

Deel 4: CM in cijfers

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.

VR DOC.0915/1BIS

Newsletter. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van December. Solutions for Human Resources.

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Begroting 2013 ONTVANGSTEN

70. Niet verdeelde ontvangsten en lopende ontvangsten voortkomend van Belgische sociale instellingen.

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Begrotingsopmaak 2014

Deel 4: CM in cijfers

VERDELING VAN DE MINISTERIËLE BEVOEGDHEDEN. Fraudebestrijding, en de uniforme toepassing van de wetgeving in het ganse land

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar Stuk 71B (BZ 1988) - Nr.

Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen. Advies 2017/6 betreffende het boeken van werkingstoelagen van 08/03/2017

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Transcriptie:

RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS 1 VERSLAG BIJ DE REKENINGEN 2012 Trierstraat 70 1000 BRUSSEL 1 Vanaf 1 juli 2014: FAMIFED

VERSLAG BIJ DE REKENINGEN 2012 INHOUDSTAFEL PAGINA INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SECTOR VAN DE GEZINSBIJSLAG 3 SECTIE 1 ECONOMISCH RESULTAAT EN OVERZICHT VAN DE VERRICHTINGEN 3 A. GLOBAAL BEHEER IN DE SECTOR VAN DE GEZINSBIJSLAG VOOR WERKNEMERS 5 1. Opdrachten 6 1.1. Opbrengsten 6 1.1.1. Socialezekerheidsbijdragen 6 1.1.2. Hoofdelijke bijdragen buiten sociale zekerheid 6 1.1.3. Intresten van het dienstjaar, geschillen en diverse opbrengsten 7 1.2. Kosten 7 1.2.1. Gezinsbijslag ten laste van het Globaal Beheer 7 1.2.2. Kosten verbonden aan de betaling van gezinsbijslag 8 1.2.3. De medische expertisekosten, geschillen en diverse kosten 8 1.2.4. Administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen 9 2. Beheer 11 B. VERRICHTINGEN TEN LASTE VAN HET RESERVEFONDS 13 SECTIE 2 SAMENSTELLING VAN HET RESERVEFONDS IN HET KADER VAN HET GLOBAAL BEHEER EN GELDEN BELEGD IN HET RAAM VAN DE NATIONALE VERDELING EN DE DERDE INSTELLINGEN 14 A. SAMENSTELLING VAN HET RESERVEFONDS IN HET KADER VAN HET GLOBAAL BEHEER 14 B. GELDEN BELEGD IN HET RAAM VAN DE NATIONALE VERDELING EN DE DERDE INSTELLINGEN 15

SECTIE 3 BUDGETTAIRE VERRICHTINGEN 17 A. OPDRACHTEN 17 1. Ontvangsten 17 2. Uitgaven 18 B. BEHEER 19 1. Ontvangsten 19 2. Uitgaven 19 HOOFDSTUK II UITKERING VAN GEZINSBIJSLAG VOOR REKENING VAN DERDE INSTELLINGEN 20 A. INLEIDING 20 B. VERRICHTINGEN 24 HOOFDSTUK III FONDS VOOR COLLECTIEVE UITRUSTINGEN EN 28 DIENSTEN A. INLEIDING 28 B. ECONOMISCHE VERRICHTINGEN 29 C. BUDGETTAIRE VERRICHTINGEN 30 1. Opdrachten 30 2. Beheer 31 D. SITUATIE VAN HET VERMOGEN VAN HET FONDS 32

INHOUDSTAFEL VAN DE BIJLAGEN BIJLAGE 1 Evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de koppeling van de sociale uitkeringen aan dat indexcijfer BIJLAGE 2 Demografische verschuivingen BIJLAGE 3 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers - Sector gezinsbijslag - Evolutie van de resultaten BIJLAGE 4 Evolutie van de reserves van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers - Sector gezinsbijslag BIJLAGE 5 Bedragen betaald door de RKW voor rekening van de derde instellingen en de bijhorende betalings- en administratiekosten BIJLAGE 6 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten Evolutie van het resultaat

1 VERSLAG BIJ DE REKENINGEN 2012 INLEIDING Dit jaarverslag heeft tot doel toelichting te geven bij de rekeningen van 2012. De afsluiting van de rekeningen 2012 verloopt op economische basis. Dit houdt in dat het resultaat van 2012, zoals opgenomen in de balans, is samengesteld uit de kosten en opbrengsten verbonden aan het jaar 2012, ongeacht het ogenblik waarop de betaling plaatsvond. De rekeningen geven geen apart beeld van de begrotingsuitgaven en ontvangsten. Daarom wordt in dit verslag ook aandacht geschonken aan de gegevens met betrekking tot de uitvoering van de begroting.

Voor een goed begrip wordt hierna het onderscheid tussen de samenstelling van het resultaat op economische basis en het (niet-geboekte) budgettaire resultaat schematisch voorgesteld. 2 ECONOMISCH BUDGETTAIR Gezinsbijslag en daaraan verbonden betalingskosten Hoofdelijke bijdragen Kredietopeningen Vergoeding aan FOD Sociale Zekerheid: medische onderzoeken SECTOR GEZINSBIJSLAG Rechten verworven in 2012 (betalingen februari 2012 tot januari 2013) Rechten 2012 (betalingen 2de trimester 2012 tot en met 1ste trimester 2013) Niet opgenomen (uitgave maar geen kost) Vergoeding met betrekking tot 2012 (te betalen in 2013) Betalingen verricht van januari tot december 2012 Betalingen 2012 (tijdens 1ste tot 4de trimester 2012) Opgenomen Vergoeding betaald in 2012 Intresten Verworven in 2012 Ontvangen in 2012 Verloning van het personeel (wedden en sociale lasten) Voorschotten aan het personeel Administratieve en informaticawerkingskosten Investeringen Wedden van januari 2012 tot december 2012 Niet opgenomen (uitgave maar geen kost) Kosten met betrekking tot 2012 Afschrijvingen (kost maar geen uitgave) SECTOR FCUD Wedden van december 2011 tot november 2012 Opgenomen Facturen betaald van januari 2012 tot en met december 2012 Uitgaven van 2012 Bijdragen RSZ, RSZPPO en HVK Bijdragen met betrekking tot 2012 Bijdragen ontvangen in 2012 Intresten Verworven in 2012 Ontvangen in 2012 Subsidies en kwartaalvoorschotten Toegekend in 2012 Toegekend in 2012 Terugbetalingen van leningen aan Niet opgenomen (ontvangst maar Opgenomen kinderbewaarplaatsen voor geen opbrengst) kinderen van 0 tot 3 jaar

3 HOOFDSTUK I SECTOR VAN DE GEZINSBIJSLAG SECTIE 1 - ECONOMISCH RESULTAAT EN OVERZICHT VAN DE VERRICHTINGEN Het resultaat van de sector gezinsbijslag is samengesteld uit het resultaat van het Globaal Beheer en het resultaat van het reservefonds. Naast de verrichtingen voor 2012 zijn ook de verrichtingen voor 2011 opgenomen. In bijlage 3 werden de resultaten van de laatste vijf jaar opgenomen teneinde deze in een historisch perspectief te zetten. OPDRACHTEN GLOBAAL BEHEER (in EUR) OPBRENGSTEN 2011 2012 Bijdragen sociale zekerheid (Globaal Beheer) 4.439.944.000,00 4.651.760.000,00 Terug te vorderen gezinsbijslag: - Gezinnen van werknemers, rentegenieters en 137.729.927,15 151.168.272,73 werklozen - Gewaarborgde gezinsbijslag 12.829.192,21 12.260.671,16 - Bijzondere categorieën (art. 102 KBW) 297.982,29 290.519,14 Hoofdelijke bijdragen 79.753.159,55 41.371.482,44 Interesten 76.345,55 22.778,52 Geschillen 0,00 0,00 Diversen 198.358,19 13,33 Besparing vrije kinderbijslagfondsen 0,00 2.800.000,00 Subtotaal (1) 4.670.828.964,94 4.859.673.737,32

4 BEHEER 2011 2012 Terugbetaling van wedden en sociale lasten voor het gedetacheerde personeel, bij werkonbekwaamheid en diversen 128.533,52 159.968,64 Administratieve werkingsopbrengsten 12.371,70 152.806,35 Winst op verkopen van vaste activa 0,00 236,89 Administratiekosten terugbetaald door derden 5.792.708,85 6.538.353,79 Tussenkomst van het FCUD in de werkingskosten 1.022.647,04 1.061.650,60 Subtotaal (2) 6.956.261,11 7.913.016,27 TOTAAL OPBRENGSTEN (1 + 2) 4.677.785.226,05 4.867.586.753,59 KOSTEN OPDRACHTEN Gezinsbijslag voor gezinnen van werknemers en 4.455.104.191,79 4.665.042.639,05 werklozen Gewaarborgde gezinsbijslag 63.697.969,99 68.932.235,60 Gezinsbijslag bijzondere categorieën (art. 102 KBW) 3.629.792,02 4.278.077,19 Niet verschuldigde hoofdelijke bijdragen 1.896,48 496.249,59 Betalingskosten Gezinsbijslag voor gezinnen van werknemers 842.814,23 689.321,32 en werklozen Overdracht naar de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor medische onderzoeken 948.330,26 916.153,36 Geschillen 283.026,45 299.927,73 Diversen 4.004,32 4.103,34 Administratiekosten van de betalingsinstellingen Vrije kinderbijslagfondsen 95.143.224,65 98.935.725,32 Bijzondere kinderbijslagfondsen 935.337,53 887.289,57 NMBS 580.865,72 585.036,01 Subtotaal (1) 4.621.171.453,44 4.841.066.758,08

5 BEHEER: administratiekosten van de RKW 2011 2012 Personeelskosten (lonen en sociale lasten) 47.020.115,92 52.036.240,04 Functionele werkingskosten 4.256.672,45 3.703.843,21 Informaticawerkingskosten 10.414.552,08 11.834.802,99 Verlies op verkopen van vaste activa 0 1.890,39 Afschrijvingen 1.214.686,78 1.691.832,99 Subtotaal (2) 62.906.027,23 69.268.609,62 TOTAAL KOSTEN (1 +2) 4.684.077.480,67 4.910.335.367,70 RESULTAAT GLOBAAL BEHEER (A) -6.292.254,62-42.748.614,11 RESERVEFONDS Oninvorderbare gezinsbijslag kosten 241.676,14 207.390,00 RESULTAAT RESERVEFONDS (B) -241.676,14-207.390,00 RESULTAAT SECTOR GEZINSBIJSLAG (A+B) -6.533.930,76-42.956.004,11 A. GLOBAAL BEHEER IN DE SECTOR VAN DE GEZINSBIJSLAG VOOR WERKNEMERS Het resultaat van het Globaal Beheer bedraagt, zoals blijkt uit voorgaande tabel, - 42.748.614,11 EUR. Hierna worden de ontvangsten en uitgaven van de opdrachten- en beheersrekeningen van het dienstjaar 2012 in detail besproken. Er wordt op gewezen dat telkens de netto-bedragen (opbrengsten min kosten) werden opgenomen.

6 1. OPDRACHTEN 1.1. OPBRENGSTEN 1.1.1. SOCIALEZEKERHEIDSBIJDRAGEN Sinds 1945 vallen nagenoeg alle werknemers onder een socialezekerheidsregeling die wordt gestijfd door de socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers en werknemers. De bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bij de werkgevers geïnd. De RSZ wijst vervolgens een deel van de opbrengst van deze bijdragen toe aan de gezinsbijslagregeling, in functie van de netto-financiële behoeften inzake beheer en opdrachten 1 ; dit betekent na aftrek van de eigen ontvangsten van de Rijksdienst. In 2012 bedroeg de tussenkomst van het Globaal Beheer 4.651.760.000 EUR. 1.1.2. HOOFDELIJKE BIJDRAGEN BUITEN SOCIALE ZEKERHEID De socialezekerheidsregeling gold niet meteen voor alle categorieën van werknemers, omdat de verzekeringsplicht voor bepaalde werknemers werd uitgesteld en omdat andere werknemers, zoals de vaste personeelsleden van de NMBS, ervan werden vrijgesteld op voorwaarde dat hun werkgever hun tenminste dezelfde sociale voordelen bood als die van de sociale zekerheid. Voor die werknemers diende een bijdrage te worden betaald, die hoofdelijk werd genoemd omdat ze niet op grond van het loon werd vastgesteld maar volgens het aantal dagen dat de betrokkene had gewerkt. Dat systeem bleef bij de invoering van de algemene socialezekerheidsregeling bestaan. De wet van 10 juni 1998, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1998, heeft per 1 januari 1999 het stelsel van de hoofdelijke bijdragen voor nieuwe werknemers die door de betrokken werkgevers in dienst worden genomen, afgeschaft. Voor hen is de algemene regeling van bijdragen aan de RSZ van toepassing. Het oude systeem bleef echter behouden voor de werknemers die bij de betrokken werkgevers al in dienst waren vóór 1 januari 1999. Het aantal werknemers dat niet onderworpen is aan de socialezekerheidsregeling loopt elk jaar terug. In 2003 waren er nog 39.898 werknemers onderworpen, terwijl het aantal werknemers in 2012 24.934 bedroeg. In 2011 bedroeg dit aantal nog 27.011. 1 Dit geldt enkel voor de verrichtingen ten laste van het Globaal Beheer.

7 De ontvangsten van de hoofdelijke bijdragen bedroegen in 2012 41.371.482,44 EUR, of 0,85 % van de totale opbrengsten van het Globaal Beheer. Er moest echter 496.249,59 EUR aan ten onrechte ontvangen hoofdelijke bijdragen worden terugbetaald. Bijgevolg bedroeg in 2012 de nettoopbrengst van de hoofdelijke bijdragen 40.875.232,85 EUR. De hoofdelijke bijdragen zijn verminderd met 48,75 %, ten opzichte van 2011 enerzijds doordat er in 2011 een regularisatie plaatsvond bij de NMBS waardoor het bedrag uitzonderlijk hoog was en anderzijds omdat er in 2012 een correctie plaatsvond met betrekking tot het laatste kwartaal 2011 waardoor de opbrengst lager was 2. 1.1.3. INTRESTEN VAN HET DIENSTJAAR, GESCHILLEN EN DIVERSE OPBRENGSTEN In 2012 beliepen de verworven intresten 22.778,52 EUR. Het betreft intresten op financiële rekeningen, evenals gerechtelijke intresten en de verwijlintresten die worden aangerekend aan derde instellingen in geval van laattijdige storting van de maandelijkse voorschotten. De daling met 70,16 % ten opzichte van 2011 is het gevolg van de daling van de intrestvoet en van een daling van het aangehouden werkkapitaal. Verder werden er ontvangsten met betrekking tot geschillen en diverse opbrengsten geboekt voor de totale som van 13,33 EUR. 1.2. KOSTEN 1.2.1. GEZINSBIJSLAG TEN LASTE VAN HET GLOBAAL BEHEER De evolutie van de uitgekeerde gezinsbijslag is hoofdzakelijk afhankelijk van drie factoren: a. de evolutie van de gezondheidsindex, waaraan de gezinsbijslagbedragen gekoppeld zijn (cf. bijlage 1); b. de gezinsbijslagtarieven en de regelgeving met betrekking tot de toekenning; c. de zich aftekenende demografische verschuivingen (cf. bijlage 2) en verschuivingen tussen de stelsels onderling. Meer bepaald bedroeg voor 2012 de gemiddelde index over het jaar voor de rechten 117,27 ten opzichte van een gemiddelde index van 114,22 voor 2011. 2 Het betreft een bedrag van 11.665.852,46 EUR dat economisch in mindering werd gebracht in 2012.

Het aantal rechtgevende kinderen steeg in 2012 met 27.454 eenheden of 1,37 % ten opzichte van 2011. De stijging was proportioneel het sterkst bij de 18-24 jarigen (+ 3,01 %). De 0-11 jarigen stegen globaal met 1,24 % en de tussengroep van 12-17 jarigen met 0,75 %. 8 Het aantal kraamuitkeringen is stabiel gebleven: 100.467 in 2012 tegenover 100.424 in 2011, een heel lichte stijging van 0,04 %. Als gevolg van bovenstaande evoluties verleenden de Rijksdienst en de kinderbijslagfondsen in 2012 netto 4.574.533.488,81 EUR aan gezinsbijslag (het betreft de rechten van 2012, dus de betalingen van februari 2012 tot en met januari 2013, min de terug te vorderen gezinsbijslag) wat een stijging inhoudt van 4,64 % ten opzichte van 2011. 1.2.2. KOSTEN VERBONDEN AAN DE BETALING VAN GEZINSBIJSLAG In 2012 bedroegen de betalingskosten voortvloeiend uit de betaling van gezinsbijslag ten laste van het Globaal Beheer 689.321,32 EUR. Bpost rekent sinds 1 januari 2010 geen betalingskosten meer aan voor circulaire cheques en internationale mandaten. De overblijvende betalingskosten betreffen de NMBS en de kinderbijslagfondsen en zijn in dalende lijn door een vermindering van het aantal circulaire cheques. 1.2.3. DE MEDISCHE EXPERTISEKOSTEN, GESCHILLEN EN DIVERSE UITGAVEN In het kader van zijn opdrachten betaalde de Rijksdienst eveneens de medische expertisekosten terug aan de FOD Sociale Zekerheid voor de kinderen getroffen door een aandoening en dit ten belope van 916.153,36 EUR. Deze uitgaven daalden ten opzichte van 2011 met 3,39 %, door een vermindering van de kostprijs van de uitgevoerde onderzoeken. Verder werden er uitgaven met betrekking tot geschillen en kosten van diverse aard geboekt, zoals de beheersvergoeding van de Belgische redersvereniging en administratiekosten van post- en bankrekeningen, voor de totale som van 304.031,07 EUR.

9 1.2.4. ADMINISTRATIEKOSTEN VAN DE UITBETALINGSINSTELLINGEN De financiering van de administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen wordt ook opgenomen in de opdrachtenrekeningen van de RKW. Onder de uitbetalingsinstellingen bevinden zich enerzijds de vrije en de bijzondere kinderbijslagfondsen en anderzijds de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). 1. De vrije kinderbijslagfondsen De berekeningswijze van de subsidies voor administratiekosten van de vrije kinderbijslagfondsen heeft de volgende hoofddoelstellingen: het toekennen van een subsidie die overeenstemt met de kosten waarmee elk fonds zich geconfronteerd ziet in functie van zijn werklast. Voor 2012 werd aan de 14 vrije kinderbijslagfondsen een toelage toegekend van 83.710.713,63 EUR. De werklast wordt gemeten aan de hand van diverse criteria: de veranderingen inzake aangesloten werkgevers, het aantal betalingen, de uitbetaalde bedragen aan gezinsbijslag, de verrichte controles, de verwerkte elektronische berichten en de socio-professionele berichten 3. De stijging met 0,53 % ten opzichte van 2011 vloeit voornamelijk voort uit een stijging van de Nacebel-index, van de uitbetaalde gezinsbijslag en van het aantal betalingen. het toekennen van een responsabiliseringsenveloppe aan de kinderbijslagfondsen op basis van de kwaliteit van hun werking. Voor het dienstjaar 2012 werd het maximale bedrag bij koninklijk besluit vastgesteld op 12.365.139 EUR. Op voorstel van het Algemeen Bestuur en op basis van een rapport over de kwaliteit van het beheer van de kinderbijslagdossiers en de wijze waarop de fondsen zich kwijten van hun wettelijke, reglementaire en administratieve verplichtingen, bepaalt het Beheerscomité het aandeel van deze globale enveloppe voor ieder fonds. Voor het dienstjaar 2012 genoten de 14 vrije fondsen zo globaal een responsabiliseringstoelage van 12.206.832,31 EUR. Dit is een stijging van 4,47 % ten opzichte van 2011, als gevolg van de verhoging van de Nacebel-index. Daarnaast werden de kosten van de medische expertises, in geval van een bij de rechtbank aangetekend beroep (175.423,88 EUR), en de verwijlintresten ingevolge de toepassing van het Handvest van de sociaal verzekerde (42.755,50 EUR), aan de fondsen terugbetaald. 3 Dit zijn berichten die de sociale toestand of de beroepstoestand van in de eerste fase de rechthebbende betreffen. Cf. KB van 4 juni 2008 tot wijziging van het KB van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen.

10 2. De bijzondere kinderbijslagfondsen De twee bijzondere kinderbijslagfondsen krijgen hun werkelijke administratiekosten terugbetaald voor zover die kosten hun begroting niet overschrijden. De tussenkomst in deze kosten bedroeg in 2012 883.612,55 EUR. Daarnaast ontvangen zij een toelage ter aanvulling van het reservefonds in functie van de netto toegekende gezinsbijslag (2.875,16 EUR). Ten slotte werden de kosten voor medische expertises en de verwijlintresten terugbetaald (respectievelijk 477,85 en 324,01 EUR). De totale toelage bedroeg bijgevolg 887.289,57 EUR. Samen ontvingen de 2 bijzondere en 14 vrije kinderbijslagfondsen voor het dienstjaar 2012 van de Rijksdienst dus 97.023.014,89 EUR aan toelagen, onderverdeeld als volgt: Bijzondere fondsen Vrije fondsen TOTAAL - Toelage voor administratiekosten - werkvolume 883.612,55 83.710.713,63 84.594.326,18 - kwaliteit van het beheer - 12.206.832,31 12.206.832,31 - Reservefonds 2.875,16-2.875,16 - Kosten medische onderzoeken in het kader van rechtsvorderingen 477,85 175.423,88 175.901,73 - Verwijlintresten: Handvest van de sociaal verzekerde 324,01 42.755,50 43.079,51 TOTAAL 887.289,57 96.135.725,32 97.023.014,89 3. De financiële tegemoetkoming ten voordele van de NMBS De NMBS, die als werkgever aangesloten is bij de RKW en zelf gerechtigd is om de gezinsbijslag uit te betalen, kreeg een toelage van 585.036,01 EUR, bepaald in functie van de werklast. De toelage wordt berekend in functie van het aantal betalingen, de netto uitbetaalde gezinsbijslag en de verwerkte elektronische berichten, waarna het resulterende bedrag met 30 % wordt verminderd ingevolge een vroeger afgesloten overeenkomst. De door de NMBS uitgekeerde gezinsbijslag vermindert de laatste jaren evenwel stelselmatig, en daarmee ook de toelage voor administratiekosten. In 2012 steeg de toelage met 0,72 % ten opzichte van 2011, door de stijging van de uitbetaalde gezinsbijslag. De totale tussenkomst van de RKW in de administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen (1 + 2 + 3) bedroeg 97.608.050,90 EUR in 2012.

11 2. BEHEER DEKKING VAN DE ADMINISTRATIEKOSTEN VAN DE RIJKSDIENST Als centraliserende instelling ziet de Rijksdienst toe op de goede werking en zorgt ze voor de noodzakelijke coördinatie van het stelsel van de gezinsbijslag voor werknemers. Verder behoren het onderzoeken van alle juridische problemen, het opstellen van omzendbrieven ter verklaring van de wettelijke en reglementaire teksten en het uitvoeren van sociale, statistische of financiële studies tot het takenpakket van de Rijksdienst. Daarnaast keert de Rijksdienst ook gezinsbijslag uit aan de gezinnen van werknemers, werklozen en rentegenieters die in dienst zijn of geweest zijn van werkgevers aangesloten bij de RKW. Bovendien staat de Rijksdienst in voor de uitkering van de gewaarborgde gezinsbijslag en voor de uitkeringen aan een aantal bijzondere categorieën (art. 102 KBW). Ingevolge het Globaal Beheer zijn de administratiekosten opgenomen in de te financieren behoeften waarvan de dekking aan de RSZ wordt gevraagd. De beheersuitgaven mogen daarbij de door de Minister van Sociale Zaken en de Staatssecretaris van Begroting goedgekeurde begrotingskredieten niet overschrijden, het zijn immers limitatieve kredieten. Ingevolge artikel 52 van de bestuursovereenkomst 2010-2012 mogen echter de vergoedingen voor administratiekosten die worden betaald door de derde instellingen, worden toegevoegd aan de beheerskredieten 4. De stijging van de beheerskosten, veroorzaakt door de overname van kinderbijslagdossiers van een derde instelling, wordt aldus volledig gecompenseerd door een stijging van de beheerskredieten. In 2012 bedroegen de netto-administratiekosten van de Rijksdienst bij het afsluiten van de rekeningen 61.355.593,35 EUR. Voor de administratiekosten veroorzaakt door de verrichtingen voor rekening van derde instellingen, wordt door deze instellingen een vergoeding betaald, die in 2012 6.538.353,79 EUR beliep. Daarnaast werden 1.061.650,60 EUR aan administratiekosten geraamd ten laste van het FCUD. 4 De beheerskredieten die werden ontvangen bij de overname van de dossiers van de gemeenschappen, worden van dit bedrag afgetrokken.

De hierna volgende tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de administratiekosten (in EUR). BEHEERSKOSTEN PERSONEEL 12 Bezoldigingen van het personeel 29.233.484,29 Bezoldigingen - reiskosten 0 Bijdrage fonds sluiting ondernemingen 9.377,86 Copernicuspremie 934.277,64 Eindejaarspremies 1.557.734,65 Integratiepremie -2.095,12 Premie leiding 3.117,52 Vakantiegeld 1.418.029,55 Competentiepremie 2.301.658,28 RSZ - bijdrage op de wedden 1.908.082,77 RVA niet vervanging loopbaanonderbreking 0 RSZ - bijdrage op de loonmatiging 1.901.318,38 Lasten van disponibiliteit wegens ziekte 354.573,20 Verzekeringspremies 189.425,92 Kinderbijslag en kraamgeld voor het statutair personeel en managementfuncties 828.289,08 Bijdrage aan de FOD Financiën voor de pensioenen van het personeel 10.287.059,97 Vakbondspremies 44.269,05 Extra-legale sociale lasten - Tussenkomst van de derden in de personeelskosten FUNCTIONEEL WERKING 1.067.637,00-5.034.878,58 Subtotaal 1 47.001.361,46 Vergoedingen voor het Beheerscomité, de regeringscommissarissen, het 69.121,27 Auditcomité en de revisoren Tegemoetkomingen van de sociale dienst 519.688,84 Beroepsopleiding van het personeel 87.174,30 Representatie-, reis- en vervoerkosten 378.267,07 Kosten van geschillen 11.727,87 Diverse honoraria en vergoedingen, andere dan geschillen 228.523,97 Lasten van kantoorruimte en bijkomende kosten 697.936,86 Energieproducten 463.524,83 Kosten van materiaal, meubilair en machines 202.198,99 Bureel-, publicatie- en publiciteitskosten 1.028.338,88 Diverse financiële kosten 7.670,08 Taksen aan provincies, gemeenten en gewesten 8.717,73 Onroerende voorheffing 952,52 Vernietiging RSZ-bijdrage - Tussenkomst van de derden in de functionele werkingskosten 0-358.373,33 Subtotaal 2 3.345.469,88

13 INFORMATICA Kosten van informaticawerking 2.151.197,80 Informaticawerken uitgevoerd door derden; Smals - Tussenkomst van de derden in de informaticawerkingskosten 9.683.605,19-1.145.101,88 Subtotaal 3 10.689.701,11 Verlies op de verkoop van onroerende goederen 1.890,39 Afschrijvingen 1.691.832,99 Subtotaal 4 1.693.723,38 TOTAAL KOSTEN (1) 62.730.255,83 BEHEERSOPBRENGSTEN Administratieve werkingsopbrengsten 152.806,35 Terugbetaling van wedden en sociale lasten voor het gedetacheerde personeel, 159.968,64 bij werkonbekwaamheid en diversen Beheerskosten FCUD (ten laste van het FCUD) Winst op verkoop van meubelen en materiaal 1.061.650,60 236,89 TOTAAL BEHEERSOPBRENGSTEN (2) 1.374.662,48 NETTO ADMINISTRATIEKOSTEN GLOBAAL BEHEER (1) (2) 61.355.593,35 B. VERRICHTINGEN TEN LASTE VAN HET RESERVEFONDS Om het resultaat van de volledige sector gezinsbijslag te bekomen dient van het resultaat van het Globaal Beheer de oninvorderbare gezinsbijslag te worden afgetrokken aangezien deze wordt aangerekend op het beschikbaar reservefonds. In 2012 bedroeg de oninvorderbare gezinsbijslag 207.390 EUR. Het resultaat van de sector gezinsbijslag vertoont bijgevolg een negatief bedrag van -42.956.004,11 EUR (-42.748.614,11 EUR 207.390 EUR).

14 SECTIE 2 - SAMENSTELLING VAN HET RESERVEFONDS IN HET KADER VAN HET GLOBAAL BEHEER EN GELDEN BELEGD IN HET RAAM VAN DE NATIONALE VERDELING EN DE DERDE INSTELLINGEN A. SAMENSTELLING VAN HET RESERVEFONDS IN HET KADER VAN HET GLOBAAL BEHEER Op 1 januari 2012 bedroeg het saldo van het reservefonds -210.883.259,17 EUR. Op het einde van het jaar 2012 bedroeg het gecumuleerd saldo van het reservefonds -249.886.663,65 EUR. Het is als volgt samengesteld (in EUR): 1. Beschikbaar reservefonds 524.121,16 2. Lening op lange termijn aan het Globaal Beheer 103.123.706,31 3. Gelden belegd in het vastliggende 45.796.890,92 4. Financieringsdekking derden - 114.731,74 5. Financieringsdekking Globaal Beheer 7.871.573,02 6. Financieringsdekking schuldvorderingen en diversen - 407.088.223,32 ----------------- TOTAAL -249.886.663,65 Deze bedragen zijn tevens terug te vinden in hoofdstuk 7 van de rekeningen (doc. BC 1220 6 geagendeerd op dit Beheerscomité). Het negatief reservefonds sinds 2004 vloeit voort uit de nieuwe manier van afsluiten die toen op voorstel van het Rekenhof werd ingevoerd (doc. BC 10710, 10 januari 2006). Door de verrichtingen die met deze overgang gepaard gingen, werden bovenstaande reserves met 264.455.421,89 EUR verminderd. Deze boekhoudkundige ingreep voor de rekeningen van 2004 had geen enkele financiële impact op de geldmiddelen van de Rijksdienst, maar heeft een blijvende impact op de reserves in de volgende jaren. Bovendien heeft deze gewijzigde manier van afsluiten ook een impact op het resultaat. Terwijl de meeste uitgaven en ontvangsten op economische basis worden opgenomen, omvat de ontvangst van het Globaal Beheer de financiering van de budgettaire uitgaven (m.a.w. de uitgaven van de maanden januari 2012 tot december 2012). Omdat zowel de RSZ als de andere OISZ de toelage van het Globaal Beheer op budgettaire basis opnemen, dient de RKW dit ook te doen, zodat consolidatie binnen het Globaal Beheer mogelijk is. Aangezien deze kosten op economische basis echter hoger zijn dan de budgettaire uitgaven die worden gedekt door de toelage van het Globaal Beheer door de evolutie van de index zal het resultaat negatief blijven. Een herwaardering van de gebouwen en de terreinen had een positieve impact van 3.952.599,63 EUR op het resultaat.

15 B. GELDEN BELEGD IN HET RAAM VAN DE NATIONALE VERDELING EN DE DERDE INSTELLINGEN Op 31 december 2012 vertoonden de middelen die belegd zijn in vastleggingen en andere verrichtingen een negatief saldo van 362.808.017,24 EUR, doordat de gezinsbijslag van december 2012, uitgekeerd in januari 2013 hierin is opgenomen. Hierna volgt de samenstelling van die bedragen, per grote groepen van posten. OP 31 DECEMBER 2012 Geïnvesteerde bedragen - FCUD administratiekosten en diversen 342.188,97 - Kinderbijslagfondsen voor de financiering van gezinsbijslag, leningen en kredietopeningen 2.388.070,22 - Rechthebbenden van de Rijksdienst 8.992.666,98 - Administratiekosten van de Rijksdienst 129.542,41 - Vooruitbetaalde lasten 18.829,09 - Pararegionalen 123.479,46 - Federale overheidsdiensten 479.273,73 - Gemeenschappen en Gewesten 2.008.986,12 - Autonome overheidsbedrijven 524.745,71 - Personeel (voorschotten) en leveranciers 288.390,54 - Intresten (reeds vervallen) 2.591,79 - Gelopen en niet vervallen hoofdelijke bijdragen 2.003.472,16 - Gelopen en niet vervallen administratiekosten van de Rijksdienst 8.156,68 - Gelopen en niet vervallen gezinsbijslag 7.391.028,27 - Gelopen en niet vervallen intresten 4,44 Subtotaal 1 24.701.426,57 Te verminderen met - Kinderbijslagfondsen voor de financiering van gezinsbijslag, leningen en kredietopeningen -2.060.878,13 - Gelopen en niet vervallen gezinsbijslag -401.211.320,92 - Administratiekosten van de Rijksdienst -4.230.475,73 - Gelopen en niet vervallen administratiekosten van de Rijksdienst -1.863,42 - Autonome aangeslotene -13.913.485,86 - Federale overheidsdiensten -169.371,73 - FOD Sociale Zekerheid: gelopen en niet vervallen medische onderzoeken -916.153,36

16 - Gemeenschappen en Gewesten -1.986.270,30 - Pararegionalen -319.926,61 - Diverse crediteuren- derde instellingen -546.184,64 - Buitenlandse instellingen 0 - Te verdelen uitgaven gezinsbijslag -2.683.415,90 - Personeel van de Rijksdienst: gelopen en niet vervallen kosten -3.750.303,29 Subtotaal 2-431.789.649,89 TOTALEN -407.088.223,32 De tabel opgenomen in bijlage 4 geeft een overzicht van de evolutie van de reserves over de afgelopen vier jaar (2008-2012).

17 SECTIE 3 - BUDGETTAIRE VERRICHTINGEN Hoofdstuk 1 van de rekeningen 2012, de begrotingsuitvoering, geeft de ontvangsten en uitgaven per begrotingsartikel weer. Aangezien het resultaat bestaat uit de verrichtingen op economische basis, komen de budgettaire verrichtingen verder niet meer aan bod in het document van de rekeningen. De aanwending van het budget is voor een socialezekerheidsinstelling echter interessante informatie. Daarom wordt hieronder dieper ingegaan op de ontvangsten en uitgaven van de opdrachten en het beheer. A. OPDRACHTEN 1. ONTVANGSTEN In EUR Bijdragen sociale zekerheid (Globaal Beheer) 4.651.760.000,00 Terug te vorderen gezinsbijslag - Gezinnen van werknemers, rentegenieters en werklozen 153.797.191,40 - Gewaarborgde gezinsbijslag 12.939.419,47 - Bijzondere categorieën 310.419,66 Hoofdelijke bijdragen 51.977.269,29 Besparing vrije kinderbijslagfondsen 2.800.000,00 Interesten 22.796,30 Geschillen 2,25 Diversen 11,08 TOTAAL 4.873.607.109,45 Het verschil tussen de budgettaire ontvangsten en de economische opbrengsten vloeit voort uit het verschil tussen de periode waarop de ontvangst betrekking heeft (economische benadering) en de periode waarin het bedrag ontvangen wordt (budgettaire benadering). Dit heeft voornamelijk een invloed op de terug te vorderen gezinsbijslag, de hoofdelijke bijdragen en de intresten.

18 2. UITGAVEN In EUR Gezinsbijslag: - Gezinnen van werknemers, rentegenieters en 4.630.373.050,37 werklozen - Gewaarborgde gezinsbijslag 68.695.428,17 - Bijzondere categorieën 4.216.603,05 Niet-verschuldigde hoofdelijke bijdragen 480.183,85 Toekenning kredietopeningen 0,00 Betalingskosten - Gezinnen van werknemers, rentegenieters en 697.187,28 werklozen - Gewaarborgde gezinsbijslag 0,00 - Bijzondere categorieën 0,00 Overdracht naar de FOD Sociale Zekerheid voor medische onderzoeken 948.330,26 Geschillen 299.927,73 Diverse uitgaven 4.103,34 Administratiekosten van de betalingsinstellingen - Vrije kinderbijslagfondsen 98.935.725,32 - Bijzondere kinderbijslagfondsen 887.289,57 - NMBS 585.036,01 Oninvorderbare ten onrechte uitgekeerde gezinsbijslag 207.390,00 TOTAAL 4.806.330.254,95 Het verschil met de kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de in rekening genomen periode, net zoals bij de ontvangsten. Dit is onder meer het geval bij de uitgaven inzake gezinsbijslag, de daaraan verbonden betalingskosten, de hoofdelijke bijdragen en de overdracht naar de FOD Sociale Zekerheid. Ook bij de oninvorderbare gezinsbijslag is om dezelfde reden het bedrag in de budgettaire uitgaven verschillend van dit in het economisch resultaat.

19 B. BEHEER 1. ONTVANGSTEN In EUR Terugbetaling van wedden en sociale lasten voor het gedetacheerde personeel, bij werkonbekwaamheid en diversen 156.511,27 Administratieve werkingsinkomsten Verkoop van roerende goederen 6.211,72 22.465,40 Intresten huurwaarborg 2.163,38 Terugvorderingen van leningen en voorschotten toegekend aan het personeel 608,74 Administratiekosten terugbetaald door derden 6.538.353,79 TOTAAL 6.726.314,30 Zoals bij de opdrachtenontvangsten en -uitgaven verschillen een aantal budgettaire beheersontvangsten van de economische bedragen doordat de periode waarop de verrichtingen betrekking hebben niet dezelfde is als de periode waarin de ontvangst plaatsvindt. Verder zijn er beheersontvangsten die geen opbrengsten zijn omdat het enkel om een verschuiving binnen de activa van de Rijksdienst gaat. Deze maken daarom geen deel uit van het economisch resultaat. De terugvorderingen van leningen en voorschotten toegekend aan het personeel, voor een bedrag van 608,74 EUR, omvatten enkel een omzetting van vorderingen in geldmiddelen. 2. UITGAVEN In EUR Personeelskosten 51.813.156,86 Werkingskosten - Informatica 11.816.213,60 - Functioneel 3.708.895,30 Investeringsuitgaven - Informatica 1.165.768,03 - Patrimonium 1.944.060,71 - Meubilair en materieel 143.310,00 TOTAAL 70.591.404,50 Deze bedragen hebben betrekking op de uitgaven en verbintenissen die van 1 januari tot

20 31 december 2012 plaatsvonden, terwijl de economische bedragen alle verrichtingen omvatten die op 2012 betrekking hebben. HOOFDSTUK II UITKERING VAN GEZINSBIJSLAG VOOR REKENING VAN DERDE INSTELLINGEN A. INLEIDING De Rijksdienst betaalt de gezinsbijslag voor rekening van een aantal derde instellingen. Dit gebeurt in uitvoering van bijzondere wetsbepalingen die de Rijksdienst met verschillende taken belasten die niet binnen de toepassingssfeer van het Globaal Beheer vallen en zelfs niet binnen die van de kinderbijslagwet. De betrokken instellingen moeten zelf de verrichtingen financieren voor de uitkering van de bijslag: de uitbetaalde gezinsbijslag, de betalingskosten en een vergoeding voor de administratiekosten. Voor de Rijksdienst is het dus een nuloperatie omdat de ontvangsten en uitgaven aan elkaar gelijk zijn. Volgens de regelgeving betreft het de gezinsbijslag uitgekeerd: - aan gewezen rijksambtenaren die gepensioneerd of ziek zijn en aan wezen van rijksambtenaren (voor rekening van de FOD Sociale Zekerheid); - aan burgerlijke oorlogsslachtoffers en hun rechtsopvolgers (voor rekening van de FOD Sociale Zekerheid - Dienst van de Herstelpensioenen); - aan grootverminkten, invaliden en wezen van de oorlog en aan wezen van militairen die overleden zijn aan de gevolgen van schadelijke gebeurtenissen in vredestijd (voor rekening van de FOD Financiën, Dienst der Vergoedingspensioenen); - aan sommige gepensioneerden (kaders van Afrika). Het betreft gezinsbijslag die wordt betaald door de FOD Financiën aan ex-kolonialen; - aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of hun rechthebbenden van de FOD Mobiliteit en Vervoer die in dezelfde omstandigheden zijn als die waarvan hiervoor sprake is; - aan gewezen ambtenaren en wezen van ambtenaren van bepaalde autonome overheidsbedrijven: Belgacom, De Post, Belgocontrol, BIAC (koninklijk besluit van 2 april 1998), de RTBf (koninklijk besluit van 6 juli 1999);

21 - aan het statutair personeel van Belgacom (koninklijk besluit van 5 oktober 2006), De Post (koninklijk besluit van 16 oktober 2007), Belgocontrol (koninklijk besluit van 5 oktober 2006), en BIAC (koninklijk besluit van 11 juli 2003); - aan het personeel van de verschillende ministeriële departementen : het College van de Federale Ombudsmannen (koninklijk besluit van 25 september 2000), Comité P en Comité I (koninklijk besluit van 23 april 1999), het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (koninklijk besluit van 11 juli 2003), het RIZIV (koninklijk besluit van 21 oktober 2007), de RSVZ (doc. BC 11032 van 4 december 2007), de PDOS (doc. BC 11052 van 8 januari 2008), de FOD Sociale Zekerheid (statutairen), het Fonds Arbeidsongevallen (doc. BC 11080 van 4 maart 2008), de Senaat (doc. BC 11042 van 4 december 2007), de Kamer (doc. BC 11051 van 8 januari 2008), het Rekenhof (doc. BC 11089 van 8 april 2008), de RVP (doc. BC 11089 van 8 april 2008), het FBZ (doc. BC 11089 van 8 april 2008), de DOSZ (doc. BC 11089 van 8 april 2008), de RSZPPO (doc. BC 11089 van 8 april 2008), de HVKZ (doc. BC 11089 van 8 april 2008), de RJV, de Nationale Arbeidsraad, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Pool der Zeelieden, de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO, de Koninklijke Schenking, HVW, de CDSCA, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en het Federaal kenniscentrum gezondheidzorg; - aan het personeel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (doc. BC 10315, 2 december 2003), het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (koninklijk besluit van 11 juli 2003), het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel (doc. BC 10203, 6 mei 2003), het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (koninklijk besluit van 28 december 2006), BLOSO, Syntra, Waterwegen en Zeekanaal, het IWT, de Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtingen, de Hogere Zeevaartschool, de Hogeschool West-Vlaanderen, Toerisme Vlaanderen, AGIOn, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de Vlaamse Onderwijsraad, het Vlaams Agentschap Ondernemen, de Vlaamse Milieumaatschappij, GO, Artesis Hogeschool, de scholengroepen voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken, de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij, de Milieu-en Natuurraad van Vlaanderen, de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening, de Vlaamse Woonraad, de Regulator voor de media, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde; - aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs (art. 101, 7, KBW, sedert 1 april 1990 op grond van artikel 98 van de programmawet van 22 december 1989); - aan de vastbenoemde leerkrachten van de Vlaamse Gemeenschap sedert 1 september 1993 (art. 101, 8, KBW) en aan de vastbenoemde leerkrachten van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap sedert 1 mei 1995 (art. 101, 8, KBW); - aan het personeel van het Parlement van de Franse Gemeenschap, Université Mons-Hainaut, Office de la Naissance et de l Enfance, Service du Médiateur de la Communauté Française,

ETNIC, Institut de la Formation en cours de Carrière, Conseil supérieur de l Audiovisuel en de scholen, voor rekening van de Franse Gemeenschap; 22 - aan het personeel van het IAWM (doc. BC 1053 van 8 januari 2007), de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, het Arbeitsamt Deutschsprachigen Gemeinschaft, de Autonome Hochschule, en de scholengroepen, voor rekening van de Duitse Gemeenschap; - aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap (koninklijk besluit van 7 juli 2002); - aan het personeel van de pararegionalen: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sinds 1 januari 1998 (koninklijk besluit van 5 februari 1998), het Universitair Ziekenhuis Gent (art. 101, 4 en 5, KBW), Kind en Gezin (besluit van de Vlaamse regering van 16 maart 1999), de Vlaamse Landmaatschappij (koninklijk besluit van 31 mei 2000), de Universiteit Hasselt (koninklijk besluit van 18 december 2001) het Centre Hospitalier Universitaire de Liège (sedert 1 juni 2006, koninklijk besluit van 5 oktober 2006) en de Universiteit Gent; - aan het personeel van het Institut Scientifique de Service Public (koninklijk besluit van 19 februari 2002), het Agence Wallonne des Télécommunications, het Centre Hospitalier Psychiatrique Les Maronniers, het Agence Wallonne pour la promotion d une agriculture de qualité, Port autonome de Liège, Institut wallon de Formation en Alternance et des Indépendants et des PME en Société wallonne du Logement en FOREM voor rekening van het Waals Gewest; - aan het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (doc. BC 11066 van 12 februari 2008), de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (doc. BC 11089 van 8 april 2008), het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijke onderzoek en de Innovatie van Brussel, ACTIRIS, de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Economische en Sociale raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest en de Autonome Haven van Brussel, voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - aan het personeel van het Vlaams Parlement; - aan in Frankrijk tewerkgestelde werknemers van wie de kinderen in België worden grootgebracht (Verordeningen 1408/71 en 574/72 van de Europese Gemeenschap - art. 73, 2, en art. 74, 2) ten laste van Franse kinderbijslaginstellingen tot 31 maart 1990. Op grond van Verordening 3427/89 zijn de artikelen 73, 2, en 74, 2, niet langer van toepassing sedert 1 april 1990. Voor in Frankrijk tewerkgestelde werknemers van wie het gezin in België verblijft, wordt vanaf die datum de gezinsbijslag uitgekeerd door Franse kinderbijslaginstellingen, volgens de Franse schaal. In afwijking van de Europese Verordening wordt voor reeds bestaande dossiers aan de betrokken gezinnen het verschil tussen de Belgische en de Franse gezinsbijslag uitgekeerd in

afwachting van een bestuursrechtelijke regeling met Frankrijk. Voor rechten gevestigd sinds 15 november 1989 is enkel de Franse regeling van toepassing. 23 De gezinsbijslag voor rekening van de derde instellingen werd tot en met maart 2010, zoals die ten laste van het Globaal Beheer, uitgekeerd na vervallen termijn 5. Sinds april 2010 wordt de gezinsbijslag betaald in de maand waarin het recht ontstaat. De vooruitfinanciering van de door de Rijksdienst voor derde instellingen uitgekeerde gezinsbijslag gebeurt in de vorm van maandelijkse voorschotten. Voor het Centre de sécurité sociale des travailleurs migrants te Parijs, is er sinds april 1990 evenwel geen vooruitfinanciering meer nodig; de betaling van achterstallen en de regularisaties vinden plaats op basis van zesmaandelijkse aangiften. Overeenkomstig artikel 52 van de bestuursovereenkomst 2010-2012 worden de administratiekosten die de Rijksdienst ontving van de derde instellingen, toegevoegd aan de beheerskredieten van de RKW, uitgezonderd de compensaties die reeds worden ontvangen sinds de kinderbijslagdossiers van de gemeenschappen (tijdelijke leerkrachten) zijn overgenomen en die reeds in de beheerskredieten zaten. 5 Aan een beperkt aantal personeelsleden van deze instellingen werd de gezinsbijslag betaald in de maand waarin het recht ontstond.

24 B. VERRICHTINGEN De gezinsbijslag uitgekeerd van januari 2012 tot december 2012 was ten laste van de begroting 2012. Doordat de betalingsdatum van de uitkeringen in 2010 werd gewijzigd, wordt de gezinsbijslag uitbetaald in de maand dat het recht ontstaat. Er is dus geen verschil tussen de budgettaire en de economische verrichtingen. Hierna wordt een overzicht gegeven van de netto-uitbetaalde gezinsbijslag en de vergoeding voor administratiekosten: NETTO ADMINISTRATIE- TOTAAL UITGAVEN KOSTEN FOD Sociale Zekerheid - pensioenen 38.657.983,74 1.274.296,46 39.932.280,20 FOD Financiën 523.005,27 16.834,56 539.839,83 (Wetten op de herstelpensioenen) FOD Financiën 50.354,78 1.677,88 52.032,66 (Wetten op de pensioenen van de vroegere kaders van Afrika) FOD Sociale Zekerheid 142.959,61 4.591,17 147.550,78 (Wetten op de schadeloosstellingspensioenen) FOD Mobiliteit en Vervoer 47.906,30 1.537,31 49.443,61 FOD Sociale Zekerheid - statutairen 1.092.395,79 15.707,05 1.108.102,84 Comité P 35.619,85 536,45 36.156,30 Comité I 37.287,83 523,49 37.811,32 BIPT 325.161,75 4.405,81 329.567,56 RIZIV 893.324,25 12.226,16 905.550,41 Pensioendienst voor de overheidssector 309.370,56 4.286,59 313.657,15 Kamer van Volksvertegenwoordigers 1.125.352,39 15.923,18 1.141.275,57 Senaat 422.361,37 5.762,72 428.124,09 Fonds voor de beroepsziekten 180.918,41 2.460,27 183.378,68 College van de Federale Ombudsmannen 42.659,11 577,03 43.236,14 RSVZ 458.912,11 6.344,59 465.256,70 Fonds voor arbeidsongevallen 153.857,30 2.085,00 155.942,30 Rekenhof 655.688,26 9.338,13 665.026,39 Rijksdienst voor Pensioenen 1.136.666,01 15.678,85 1.152.344,86 Dienst voor de overzeese sociale zekerheid 115.831,19 1.605,48 117.436,67 RSZPPO 226.261,91 3.114,90 229.376,81 Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden 8.698,42 117,45 8.815,87 Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie 161.478,44 2.200,87 163.679,31 Nationale Arbeidsraad 26.766,12 361,38 27.127,50 Centrale Raad voor het Bedrijfsleven 67.721,00 914,24 68.635,24 Raad voor Zelfstandigen en KMO 13.905,50 187,78 14.093,28 Belgische Pool der zeelieden 0,00 0,00 0,00 Hulpkas voor Werkloosheid 190.193,84 2.602,38 192.796,22 Koninklijke Schenking 22.810,73 307,97 23.118,70 CDSCA 106.620,34 1.471,15 108.091,49 Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor 76.380,49 1.056,61 77.437,10 Racismebestrijding Federaal kenniscentrum gezondheidzorg 4.727,89 63,83 4.791,72 TOTAAL 47.313.180,56 1.408.796,74 48.721.977,30

25 VOOR REKENING VAN DE GEMEENSCHAPPEN Franse Gemeenschap "tijdelijke leerkrachten" 17.922.180,52 382.455,40 18.304.635,92 Vlaamse Gemeenschap "tijdelijke leerkrachten" 20.291.469,54 426.071,80 20.717.541,34 Duitse Gemeenschap "tijdelijke leerkrachten" 397.382,01 8.141,16 405.523,17 Franse Gemeenschap "vastbenoemde leerkrachten" 96.346.416,35 1.330.319,81 97.676.736,16 Vlaamse Gemeenschap "vastbenoemde leerkrachten" 137.679.171,23 1.882.937,36 139.562.108,59 Duitse Gemeenschap "vastbenoemde leerkrachten" 1.721.565,61 23.579,50 1.745.145,11 Ministerie van de Duitstalige gemeenschap 281.520,28 3.947,88 285.468,16 OPZC Rekem 150.250,29 2.138,18 152.388,47 OPZ Geel 179.911,85 2.428,82 182.340,67 Vlaams Agentschap voor Personen met een 133.192,28 1.813,39 135.005,67 Handicap Agentschap voor Geografische Informatie 140.364,65 1.909,74 142.274,39 Vlaanderen Parlement van de Franse Gemeenschap 117.774,71 1.608,73 119.383,44 Service du Médiateur de la Communauté Française 14.163,01 191,19 14.354,20 Vlaams Agentschap Ondernemen 0,00 0,00 0,00 Université de Mons-Hainaut 452.681,27 6.280,75 458.962,02 Institut de la Formation en cours de Carrière 15.540,31 209,81 15.750,12 MCF - Ouvriers des écoles 3.439.041,16 48.208,45 3.487.249,61 Office de la Naissance et de l'enfance 561.492,72 7.608,37 569.101,09 ETNIC 245.306,40 3.318,37 248.624,77 Conseil supérieur de l'audiovisuel 22.281,02 300,81 22.581,83 BLOSO 418.635,33 5.684,72 424.320,05 SYNTRA 102.967,29 1.391,72 104.359,01 Waterwegen en Zeekanaal 841.949,02 11.628,89 853.577,91 Instituut Innovatie Wetenschap & Technologie 209.988,92 2.840,74 212.829,66 (IWT) Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtingen 131.161,48 1.780,60 132.942,08 Hogere Zeevaartschool 0,00 0,00 0,00 Hogeschool West-Vlaanderen 116.023,01 1.582,17 117.605,18 Toerisme Vlaanderen 131.653,19 1.881,60 133.534,79 AGIOn 75.683,08 1.046,09 76.729,17 Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen 167.906,27 2.273,89 170.180,16 Vlaamse Onderwijsraad 34.176,85 461,39 34.638,24 GO 211.411,85 2.968,13 214.379,98 Vlaamse Milieumaatschappij 962.145,50 13.281,01 975.426,51 Vlaamse scholengroepen 1.628.270,95 24.222,26 1.652.493,21 VREG 35.284,38 476,32 35.760,70 OVAM 254.423,06 3.470,13 257.893,19 Artesis Hogeschool 138.827,49 1.885,05 140.712,54 Vlaamse Overheid 14.103.134,13 197.221,38 14.300.355,51 Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken 3.775,94 50,99 3.826,93 Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen 4.357,22 58,84 4.416,06 Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij 7.255,38 97,94 7.353,32 Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen 9.923,33 133,96 10.057,29 Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening 4.357,22 58,84 4.416,06 Vlaamse Woonraad 10.856,60 146,60 11.003,20 Vlaamse regulator voor de Media 28.173,75 380,35 28.554,10 KANTL 7.392,78 99,82 7.492,60 IAWM 6.897,65 93,09 6.990,74 Vlaamse Raad voor Wetenschap Innovatie 3.900,48 52,68 3.953,16

26 Duitstalige scholengroepen 29.462,77 397,77 29.860,54 Autonome Hochschule 10.872,36 146,76 11.019,12 Regering van de Duitstalige Gemeenschap 27.691,15 373,84 28.064,99 ADG 51.278,75 693,91 51.972,66 TOTAAL 299.881.542,39 4.410.351,00 304.291.893,39 VOOR REKENING VAN DE GEWESTEN Institut Scientifique des Services Publics 27.809,55 380,00 28.189,55 Agence Wallonne des Télécommunications 1.495,13 20,18 1.515,31 Centre Hospitalier Psychiatrique "Les Marronniers" 26.482,74 357,52 26.840,26 Agence Wallonne pour la Promotion d'une 31.558,02 426,01 31.984,03 Agriculture de qualité Port Autonome de Liège -15.618,93 224,59-15.394,34 Institut Wallon de Formation en Alternance et des 16.704,58 225,53 16.930,11 Indépendants et des PME Société Wallonne du Logement 101.496,19 1.456,85 102.953,04 FOREM 422.199,33 5.822,90 428.022,23 Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.653.570,02 23.789,29 1.677.359,31 Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer 20.371,76 274,98 20.646,74 Brussels Hoofdstedelijk Parlement 279.145,21 3.787,55 282.932,76 ACTIRIS 230.658,35 3.117,28 233.775,63 Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij 25.241,05 340,69 25.581,74 Economische en Sociale Raad voor het Brussels 4.268,15 57,65 4.325,80 Hoofdstedelijk Gewest Brussels Instituut voor Milieubeheer 384.124,51 5.216,65 389.341,16 Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest 0,00 0,00 0,00 Haven van Brussel 123.333,27 1.713,65 125.046,92 IWOIB 12.596,10 171,45 12.767,55 IBFFP 48.082,10 650,60 48.732,70 TOTAAL 3.393.517,13 48.033,37 3.441.550,50 VOOR REKENING VAN DE GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN Vlaams Parlement 642.426,76 9.203,55 651.630,31 TOTAAL 642.426,76 9.203,55 651.630,31 VOOR REKENING VAN AUTONOME OVERHEIDSBEDRIJVEN Belgacom - renten 1.547.191,93 31.236,49 1.578.428,42 Belgacom - vastbenoemden 7.854.931,23 107.975,26 7.962.906,49 De Post - statutairen 16.550.153,55 230.158,17 16.780.311,72 De Post - renten 4.853.808,12 98.287,68 4.952.095,80 Belgocontrol - renten 70.320,57 1.430,42 71.750,99 Belgocontrol - vastbenoemden 944.915,93 12.813,26 957.729,19 BIAC - renten 53.939,37 1.254,45 55.193,82 BIAC - vastbenoemden 379.729,72 5.325,57 385.055,29 R.T.B.f. 2.090.963,72 28.822,63 2.119.786,35 TOTAAL 34.345.954,14 517.303,93 34.863.258,07

27 VOOR REKENING VAN PARAREGIONALEN Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en 1.028.538,93 14.097,43 1.042.636,36 Beroepsopleiding Universitair Ziekenhuis Gent 3.196.746,57 44.560,74 3.241.307,31 Vlaamse Landmaatschappij 829.994,55 11.327,85 841.322,40 Kind en Gezin 448.475,36 6.100,10 454.575,46 Universiteit Hasselt 417.946,18 5.903,14 423.849,32 Centre Hospitalier Universitaire de Liège 1.082.601,51 14.693,18 1.097.294,69 Universiteit Gent 3.499.667,55 47.982,76 3.547.650,31 TOTAAL 10.503.970,65 144.665,20 10.648.635,85 ALGEMEEN TOTAAL 396.080.591,63 6.538.353,79 402.618.945,42 In 2012 werd door de derde instellingen 6.538.353,79 EUR aan administratiekosten aan de Rijksdienst betaald. De vergoeding voor administratiekosten van de derde instellingen mag worden toegevoegd aan de beheerskredieten, overeenkomstig artikel 52 van de bestuursovereenkomst 2010-2012. Dit is uitgezonderd de compensaties die reeds worden ontvangen sinds de kinderbijslagdossiers van de gemeenschappen (tijdelijke leerkrachten) zijn overgenomen en die reeds in de beheerskredieten zaten.