Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel

Transcriptie

1 Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel 1 Wettelijke grondslagen 2 Inhouding door de CDVU 3 Belastbare inkomsten 4 Inkomsten van kinderen ten laste 5 Invloed van andere inhoudingen op de wedde voor het bepalen van het belastbare deel 6 Voordelen in natura 7 Schalen van de BV 7.1 Principe 7.2 Verminderingen Vermindering voor kinderen ten laste Vermindering voor andere gezinslasten Door het personeelslid te leveren documenten 8 Afronding 9 Buitengewone toelagen 10 Achterstallige bezoldigingen 11 Opzeggingsvergoedingen 12 Ten onrechte ontvangen belastbare bezoldigingen - fiscale weerslag van de terugvordering 13 Personen vreemd aan de politiediensten 14 Aanvullende inhoudingen (fiscaal voluntariaat) 1

2 1 Wettelijke grondslagen Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij KB van 10 april 1992 (B.S ) Koninklijk besluit van (datum) tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (B.S. yyyy-mm-dd) jaarlijks gepubliceerd op Circulaire Ministerie van Financiën Nr Ci. RH 244/ van 20 februari Inhouding door de CDVU De CDVU is verplicht de BV (bedrijfsvoorheffing) aan de bron, op de belastbare inkomsten, in te houden en door te storten naar de Administratie der Directe Belastingen. Zij wordt berekend volgens de jaarlijks bij koninklijk besluit vastgestelde belastingschalen (zie punt 7). Voor de berekening van de BV wordt enkel rekening gehouden met de beroepsinkomens en de aan de betrokkenen toegekende voordelen in natura, zonder na te gaan of al dan niet andere inkomsten uit roerende of onroerende goederen genoten worden. 3 Belastbare inkomsten De BV is verschuldigd op de verschillende bezoldigingen van de werknemers, die vallen onder de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten of onder een soortgelijk wettelijk of reglementair statuut. 4 Inkomsten van kinderen ten laste De beroepsinkomsten van de kinderen ten laste worden nooit met die van de ouders gecumuleerd. De kinderen waarvan de NETTO jaarlijkse beroepsinkomsten hoger zijn dan 2 540,00 EUR (aanslagjaar inkomsten 2005) worden niet beschouwd als zijnde ten laste van het gezinshoofd. De netto beroepsinkomsten zijn gelijk aan het bruto bedrag verminderd met 20 %. 2

3 Dit is eveneens geldig voor kinderen aan wie alimentatiegeld betaald wordt; dit laatste is inderdaad niet onderworpen aan het wettelijk genotsrecht van de ouders. 5 Invloed van andere inhoudingen op de wedde voor het bepalen van het belastbare deel De inhoudingen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen (percentage bepaald bij wet) of voor de sociale zekerheid worden eerst van de wedde of het loon en eventuele toelagen afgetrokken om het gedeelte te bepalen dat aan de BV is onderworpen. Voor de andere inhoudingen (derdenbeslag, debet tegenover de Staat, enz.) wordt de BV berekend op het bedrag dat aan het personeelslid verschuldigd zou zijn zonder rekening te houden met die bijkomende inhoudingen. 6 Voordelen in natura Een bedrag voor voordelen in natura wordt toegekend aan de personeelsleden van het operationeel kader die een kosteloze vrije inwoning genieten in toepassing van het Art 1, 1 van het koninklijk besluit van 31 juli 1952 tot bepaling van de ambten van het Ministerie van landsverdediging waaraan vrije inwoning is verbonden, gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 april Dit bedrag is vastgesteld op 10 % van het brutobedrag van de gemiddelde wedde, en dit eveneens wanneer de wedde van het operationeel personeelslid hem slechts gedeeltelijk is verschuldigd. 7 Schalen van de BV 7.1 Principe De schalen met de af te houden BV wordt jaarlijks gepubliceerd in het B.S. Er zijn 3 schalen van toepassing: 3

4 Schaal I: de verkrijger van de inkomsten is een alleenstaande of de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft eveneens persoonlijke beroepsinkomsten; Schaal II: de echtgenoot van de verkrijger van de inkomsten heeft geen persoonlijke beroepsinkomsten; Schaal III: voor bezoldigingen betaald aan niet-inwoners die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk een tehuis in België hebben behouden. 7.2 Verminderingen Vermindering voor kinderen ten laste In de in het B.S. gepubliceerde schalen wordt geen rekening gehouden met de kinderen ten laste. Voor elk kind wordt een vermindering toegestaan (zie het koninklijk besluit in.1). Het gehandicapte kind ten laste wordt voor twee geteld Vermindering voor andere gezinslasten Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang: het gaat om alleenstaanden of als de echtgenoot eveneens beroepsinkomsten heeft (zie het koninklijk besluit in.1); de echtgenoot geen beroepsinkomsten heeft (zie het koninklijk besluit in.1). 4

5 7.2.3 Door het personeelslid te leveren documenten Principe Elke verandering in de gezinstoestand of in de toestand van de leden van het gezin van de genieter, die een wijziging van de fiscale toestand van de betrokkene teweegbrengt, dient onverwijld met een formulier: F-020 voor personeelsleden die deel uitmaken van de Federale Politie. L-020 voor personeelsleden die deel uitmaken van de Lokale Politie. ter kennis gebracht worden van SSGPI. Deze dienst past het weddendossier aan in functie van de nieuwe toestand voor de toekomst. Laattijdige meldingen kunnen nooit aanleiding geven tot regularisaties voor de te regulariseren periodes Voor een kind dat geniet van verhoogde Kb Het attest dat de verhoogde Kb toekent, volstaat Voor gehandicapte personen Een verklaring met de vermelding van: naam; voornamen; hoedanigheid van de gehandicapte en met bevestiging dat deze: voor tenminste 66 % gehandicapt is; deel uitmaakt van het gezin van de belastingplichtige; 5

6 geen jaarlijkse bestaansmiddelen geniet waarvan het nettobedrag (= bruto - 20%) hoger ligt dan 2 540,00 EUR (aanslagjaar inkomsten 2005) Voor de belastingplichtige Een attest waar bevestigd wordt dat hij voor tenminste 66 % gehandicapt is Opmerking De attesten en de verklaringen worden zorgvuldig bewaard in het weddendossier op SSGPI. Het is de taak van de belastingplichtige om bij zijn belastingaangifte de nodige rechtvaardigende documenten voor te leggen. 8 Afronding Het bedrag van de BV wordt steeds op de lagere cent afgerond. 9 Buitengewone toelagen De BV op de toelagen die niet samen met de normale maandelijkse bezoldiging worden betaald, wordt vastgesteld volgens het percentage die men vindt in het koninklijk besluit in.1. Wanneer echter het jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen kleiner is dan het grensbedrag bepaald volgens het aantal kinderen ten laste vermeld, wordt de buitengewone toelage vrijgesteld ten belope van het verschil tussen het voornoemde grensbedrag en het jaarbedrag van de normale brutobezoldiging. Deze grensbedragen vindt u in het koninklijk besluit in.1. De verkrijger van een buitengewone toelage geniet een vermindering wegens kinderlast. Het percentage van de vermindering, die bepaald wordt volgens het aantal kinderen ten laste, vindt u in het koninklijk besluit in.1. 6

7 Opmerking: Indien het jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen de bedragen, volgens het het aantal kinderen ten laste, overschrijdt, wordt er geen vermindering toegepast op de buitengewone toelage. 10 Achterstallige bezoldigingen Achterstallige bezoldigingen: Dit zijn bezoldigingen waarvan de uitbetaling of de toekenning door toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben. Referentiebezoldiging: Is het jaarbedrag van de normale brutobezoldiging die onmiddellijk vóór de herziening, die tot de uitbetaling van de achterstallen aanleiding gaf aan de verkrijger van de inkomsten, is betaald. Voor achterstallige bezoldigingen wordt de BV genomen die van toepassing was op de referentiebezoldiging. Het percentage vindt u in het koninklijk besluit in.1. Wanneer echter de referentiebezoldiging kleiner is dan het grensbedrag, volgens het aantal kinderen ten laste, worden de achterstallige bezoldigingen vrijgesteld ten belope van het verschil tussen dit grensbedrag en de referentie-bezoldiging. De grensbedragen vindt u in het koninklijk besluit in.1. Er is echter geen BV verschuldigd wanneer het twaalfde van de referentiebezoldiging volgens de regels van Schaal I of Schaal II geen aanleiding geeft tot BV. 11 Opzeggingsvergoedingen Opzeggingsvergoedingen worden als volgt aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen: wanneer zij bruto niet meer dan 760,00 EUR bedragen: de opzeggingsvergoedingen als een maandbezoldiging beschouwen en de BV vaststellen volgens de regels van Schaal I of Schaal II; 7

8 wanneer zij bruto meer dan 760,00 EUR bedragen: de bedrijfsvoorheffing vaststellen volgens de regels van de achterstallen, in die zin dat voor het bepalen van het tarief van de BV de in aanmerking te nemen referentiebezoldiging die is welke tot grondslag diende voor het vaststellen van de vergoeding of, bij gebreke daaraan, de bezoldiging die de verkrijger heeft ontvangen tijdens de laatste periode van normale activiteit in dienst van de werkgever die de vergoeding uitbetaalt. 12 Ten onrechte ontvangen belastbare bezoldigingen - fiscale weerslag van de terugvordering Wanneer aan een personeelslid ten onrechte bepaalde bezoldigingen worden uitgekeerd, moet SSGPI in principe de netto uitbetaalde sommen terugvorderen. Hierbij zijn er verschillende gevallen: de vaststelling van de ten onrechte betaalde bezoldiging gebeurt tijdens het lopende fiscaal jaar (betaling van wedde december jaar X-1 en van de eindejaarstoelage van het jaar X-1 tot de wedde van november jaar X en de toelagen betaald in het jaar X): enkel het ten onrechte ontvangen netto bedrag wordt van het personeelslid teruggevorderd. Deze situatie heeft geen enkele invloed op de bezoldigingsfiche , vermits deze pas na de afsluiting van het fiscaal jaar worden opgesteld. de vaststelling van een ten onrechte betaalde bezoldiging gebeurt na afsluiten van het fiscaal jaar. Hier zijn twee mogelijkheden, al naargelang de bezoldigingsfiche al dan niet werd verstuurd: in de periode voorafgaand aan het versturen van de bezoldigingsfiche met betrekking tot het afgesloten fiscaal jaar X (sluiting half februari X+1): alleen het ten onrechte betaalde netto bedrag wordt van het personeelslid teruggevorderd. De bezoldigingsfiche met betrekking tot dit voorbije fiscaal jaar wordt door CDVU aangepast in die zin dat de rubriek T (gewone bezoldigingen) verminderd wordt met het bruto 8

9 ten onrechte ontvangen bedrag en de rubriek Z (bedrijfsvoorheffing) verminderd wordt met de ingehouden bedrijfsvoorheffing; na het versturen van de bezoldigingsfiche met betrekking tot voormeld fiscaal jaar: in dit geval wordt uitzonderlijk het bruto ten onrechte ontvangen bedrag (dit is het netto bedrag plus de bedrijfsvoorheffing) van het personeelslid teruggevorderd. CDVU stuurt tevens een afschrift van het correctieve fiscaal attest aan het personeelslid. Het origineel hiervan wordt naar het Hoofdbestuur der Directe Belastingen gestuurd. In dit geval zal de administratie der directe belastingen in principe binnen de twee maanden NA het opsturen van het origineel attest aan het Ministerie van Financiën door CDVU (op 31 juli) de fiscale toestand van het personeelslid voor desbetreffend fiscaal jaar herzien. Deze principieel snellere regularisatie zou het personeelslid in staat moeten stellen vroeger te kunnen beschikken over het terug te betalen brutobedrag. 13 Personen vreemd aan de politiediensten De toelagen die aan personen vreemd aan de politiediensten worden toegekend voor hulpverlening en operationele inzet worden onderworpen aan de BV zoals die voorzien is voor de «Toevallige of periodiek en bijkomstig betaalde vergoedingen en toelagen» (zie het koninklijk besluit in.1). 14 Aanvullende inhoudingen (fiscaal voluntariaat) Iedere belastingplichtige kan aan zijn werkgever vragen om een aanvullende vaste som in te houden boven op de vastgestelde BV om het belastingssupplement, dat hem zou worden aangerekend bij de vestiging van de aanslag, te verminderen. Een vermindering van de BV, zelfs indien de belastingplichtige regelmatig terugbetaald wordt door de Administratie op het ogenblik van de vestiging van de aanslag, kan daarentegen nooit toegepast worden. 9

10 Iedere aanvraag tot de eerste aanvullende inhouding of tot wijziging van het oorspronkelijk vastgesteld bedrag moet ingediend worden bij SSGPI. Zij begint de eerste betaling van de tweede maand die volgt op de datum van het indienen van de aanvraag. Iedere aanvraag tot stopzetting van de aanvullende inhouding moet op dezelfde manier ingediend worden; zij begint slechts vanaf de eerste betaling van de derde maand die volgt op de datum van de herroeping. Aan een aanvraag kan nooit met terugwerkende kracht voldaan worden. Ze moet niet hernieuwd worden, aangezien zij bindend is zolang belanghebbende geen aanvraag tot wijziging of tot stopzetting indient. Het ingehouden bedrag zal niet ambtshalve verminderd worden wanneer het personeelslid in een administratieve toestand komt te staan waardoor een lagere wedde dan de normale activiteitswedde wordt toegekend. Nochtans wordt de inhouding stopgezet, wanneer de uitbetaling van de wedde zelf wordt opgeschort of wanneer het nettobedrag van de wedde gelijk of kleiner is dan de inhouding zelf; zij wordt automatisch terug uitgevoerd bij het opnieuw betalen van de wedde of wanneer het bedrag van de wedde opnieuw hoger ligt dan de uit te voeren inhouding. Indien er wettelijk uit te voeren inhoudingen op de bezoldigingen moeten gebeuren, kan door CDVU geen aanvullende inhouding BV worden uitgevoerd. Handleiding Financiële Personeelsadministratie Begin 10