DEMOGRAFISCH VERSLAG
|
|
- Leen Irma de Wit
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG STATISTISCHE REEKSEN Uitgave 2004
3 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen, zich wenden tot : Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat BRUSSEL website : of Bijkomende exemplaren kunnen verkregen worden op aanvraag. De reproductie van gegevens uit dit verslag kan enkel met bronvermelding.
4 TABEL Blz. INLEIDING 1 COMMENTAAR 2 BESLUITEN 12 GRAFIEKEN BIJLAGE I : Statistische reeksen BIJLAGE II : GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Statistische reeksen
5 INLEIDING De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) maakt tweemaal per jaar, op 30 juni en op 30 december, een demografische telling van de gezinnen en de kinderen waarvoor betaald wordt in de kinderbijslagregeling voor werknemers, in de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag, en in de overheidssector voor sommige overheden (met name het onderwijzend personeel) of voor sommige instellingen (de RKW verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor rekening van deze laatste, met terugbetaling). De gedetailleerde resultaten van deze tellingen worden halfjaarlijks gepubliceerd in de Mededeling van de RKW. De gegevens van de tellingen zijn aan de RKW meegedeeld door de 25 vrije kinderbijslagfondsen, de twee bijzondere fondsen actief in hun specifieke sector (havenwerkers en binnenscheepvaart), en de eigen diensten van de RKW, allemaal instellingen belast met de betaling van kinderbijslag voor werknemers in België (enkel de RKW voor wat de gewaarborgde gezinsbijslag betreft). Deze gegevens hebben betrekking op de ingeschreven gevallen ; dit betekent dat naast de gevallen waarvoor werkelijk betaald wordt op de datum van de telling ook de gevallen meegeteld worden waarvoor het recht reeds is vastgesteld, maar waarvoor om een of andere reden nog niet werd uitbetaald. Dit verslag betreft enkel de kinderbijslag voor werknemers en de gewaarborgde gezinsbijslag, opeenvolgend behandeld. Het is gebaseerd op de tellingen op 31 december van de jaren 1993 tot 2003, waarvan de resultaten worden voorgesteld in de vorm van tijdreeksen, als dusdanig weergegeven in de tabellen van de twee bijlagen (Bijlage I: werknemers; Bijlage II: gewaarborgde gezinsbijslag). Dit verslag verstrekt commentaar bij de meest betekenisvolle tendensen, opgenomen in de tien tabellen na de besluiten (tabellen A tot F voor de regeling van de werknemers en tabellen G tot J voor de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag). De tabellen van de twee regelingen volgen elkaar volgens twee hoofdprincipes: het eerste betreft direct de rechtgevenden (tabellen A en G), het tweede de evolutie van de uitgaven aan bijslag in verhouding tot de rechtgevenden, dus de gemiddelde uitgaven per kind (tabellen D en I). De tabellen daartussen of daarna horen bij een van deze twee principes en betreffen bepaalde variabelen die van secundair belang zijn en de gegevens aanvullen of uitleg bieden bij de voornaamste tendens.
6 2 COMMENTAAR Tabel A Deze eerste tabel geeft de evolutie weer van de rechtgevenden, verdeeld per leeftijdsgroep, en voor hen ouder dan 18, volgens hun recht om kinderbijslag te ontvangen. Over de hele periode die dit verslag dekt ( ) is er een stijging van het totale aantal rechtgevende kinderen met eenheden, of met 2,47%. Voor de groep jongeren van 18 tot 25 jaar gaat dit met eenheden, een toename met 2,36% (+2,76% voor de studenten, +5,97% voor de jonge werkzoekenden en -26,31% voor de leerlingen). Uit de eerste grafiek, gemaakt op basis van tabel A, blijkt de globale evolutie van het aantal rechtgevende kinderen in de regeling van de werknemers. Hieruit blijkt duidelijk dat dit globale aantal in de loop van de laatste tien jaar ( ) eerst steeg ( bijkomende rechtgevenden van 1993 tot 1997), en dan een tijd vrijwel stagneerde (van 1998 tot 2001). Sedert 2002 is de toename echter zeer duidelijk ( rechtgevenden meer in twee jaar). Te herinneren valt dat deze laatste stijging gedeeltelijk voortkomt uit de overname in de regeling van rechthebbenden die vroeger een recht openden in de overheidssector, namelijk het contractueel personeel van sommige autonome openbare ondernemingen (Belgacom, De Post, Belgocontrol en Biac), onderworpen aan de sociale zekerheid van de werknemers sedert 1 juli 2002 (programma-wet van 2 augustus 2002). In 2003 werd het contractueel personeel van de RTBF ook opgenomen in de regeling (toepassing van dezelfde programma-wet, maar met inwerkingtreding op 1 januari 2003), wat in lichte mate bijdroeg tot de stijging met rechtgevenden in de loop van dit dienstjaar (+0,52%). De verzekeringsplicht van de onthaalouders (koninklijk besluit van 18 maart 2003) is een andere maatregel die tot een toename kan leiden. Andere meer conjunctuur-gebonden verklaringen moeten gezocht worden in de samenstelling zelf van het aantal rechtgevende kinderen, beschouwd per leeftijdsgroep. De hernieuwde stijging, vastgesteld sedert 2002, voor de groep rechtgevenden van 18 tot 25 jaar (6.080 rechtgevenden meer in deze leeftijdsgroep, of een toename van 2,33% in twee jaar) verklaart voor een niet te verwaarlozen deel de eerder vermelde opwaartse globale tendens ( rechtgevenden meer sedert 2002 voor de hele regeling).
7 3 Bij deze jongeren van 18 tot 25 jaar stelt men een duidelijke toename vast sedert 2002 (zie de laatste grafiek van de reeks) voor de subgroep van de jonge werkzoekenden (4.838 eenheden meer, een stijging met 16,49%). Het recht van deze rechtgevenden wordt verlengd op het einde van hun schooltijd wegens een verslechtering van de arbeidsmarkt, en voegt zich bij het globale bestand van de regeling. In 2003 zet deze stijging zich door, maar in mindere mate (1.467 eenheden meer, een toename met 4,29%). Te noteren valt ook dat deze stijgingen nog gevoeliger zijn voor enkel de subgroep van de jonge werkzoekenden van 21 tot 25 jaar (+21,35% in 2002 en +6,78% in 2003). Zonder dat men een directe band met de conjunctuur kan leggen, heeft de tendens bij de studenten (zie vierde grafiek) ook een weerslag op het globale effectief. Na talrijke jaren van gestage toename (stijgend schoolbezoek) kende hun aantal vanaf 1999 een eerste daling. Van 1999 tot 2002 daalde hun aantal met eenheden (-3,70%). Voor hen stelt men pas in de loop van het laatste dienstjaar, in 2003, eveneens een nieuwe stijging vast (643 eenheden meer, een toename met 0,29%), enkel in de groep van de oudsten, dus van 21 tot 25 jaar (820 bijkomende eenheden, of +1,23%). Het aantal leerlingen (zie grafiek) daalt gestaag sedert 1998 (2.317 eenheden minder dan in 2003, een daling van 49,95% in zes jaar). Tabel B Tabel B betreft de geboorten en adopties in de regeling, een ander belangrijk element dat de globale tendens beïnvloedt bij de bestanden van de regeling (tabel A). De eerste grafiek, met de evolutie van de geboorten van 1993 tot 2003, toont aan dat de tendens in zijn geheel eerder neerwaarts is. Over tien jaar bedraagt de daling geboorten, een daling met 5,57%. Zoals men kan zien gaat het niet om een constante daling in de loop van de periode, maar eerder om een opeenvolging van aanzienlijke dalingen, afgewisseld met dalingen van kleinere omvang. In 2002 werd overigens het laagste niveau genoteerd, geboorten. In 2003 was er echter een stijging met geboorten (+1,36%), samen met de stijging van de effectieven tijdens dit dienstjaar (zie tabel 1).
8 4 Uit de tweede grafiek blijkt duidelijk dat het aantal tweede en volgende geboorten sedert 1999 lager ligt dan het aantal eerste geboorten en dat dit negatieve verschil sedertdien standhoudt. Eind 2003 is het aandeel van de eerste geboorten 50,86% tegen 47,23% eind Bij de adopties (grafiek 3) ziet men een duidelijk neerwaartse tendens sedert 1997 (-19,92%). In 1993 daalde hun aantal nog (-2,43%), terwijl er in 2002 een heropleving was (+3,78%). Tabel C Een andere belangrijke factor die de evolutie van de effectieven beïnvloedt is het aantal werknemers dat onderworpen is aan de regeling. Een gestage toename van het aantal van deze werknemers gedurende verschillende jaren zal namelijk leiden tot een stijging op termijn van het globale effectief (aanwerving van vele jongeren, die reeds ouder zijn of potentiële toekomstige ouders). De weerslag ervan is echter beperkt door het feit dat een stijging of een daling van dit aantal niet noodzakelijk leidt tot dezelfde stijging of daling in termen van bijslagtrekkenden of rechtgevenden, maar grotendeels voelbaar is via een verschuiving van de effectieven van de categorie Arbeidsprestaties naar die van de werklozen, in een eerste fase die van minder dan zes maanden. Zoals de eerste grafiek aantoont nam het totale aantal werknemers dat onderworpen is aan de regeling van 1995 tot 2001 toe met eenheden, een stijging met 12,05% in zeven jaar. Maar zoals ook aangetoond door de drie grafieken betreffende de bijslagtrekkende gezinnen, is de weerslag van deze stijging op de effectieven van de regeling maar gedeeltelijk. Enerzijds komt de stijging van het aantal gezinnen in de categorie Arbeidsprestaties duidelijk veel later (op beslissende wijze pas sedert 1998), anderzijds is de stijging voor deze gezinnen in dezelfde periode ( ) duidelijk minder, met maar 1,57% over de zeven jaar ( gezinnen). Beperkt tot enkel de vijf beste jaren (1998 tot 2001), dan is het maximum bereikt door deze stijging 2,48% ( gezinnen). Waar het gevolg van de verschuiving van categorie gedeeltelijk deze disproportie tussen de evolutie van de onderworpen werknemers en de gezinnen verklaart, moet men daar ook het resultaat zien van de evoluties die kenmerkend zijn voor de onderworpen werknemers zelf.
9 5 Zo is de evolutie van de onderworpen werknemers volgens hun geslacht een belangrijk element om in aanmerking te nemen. Zoals blijkt uit de tweede grafiek is de stijging duidelijk hoger bij de vrouwelijke werknemers (+19,42% van 1993 tot 2002, tegen +5,55% voor de mannelijke). De gezinnen met twee onderworpen werknemers zijn dan ook talrijker en bijgevolg volgt het aantal gezinnen niet de stijging van de onderworpen werknemers. Tenslotte vertaalden de evoluties aan verschillend ritme van enerzijds de onderworpen werknemers en anderzijds de bijslagtrekkende gezinnen in de categorie arbeidsprestaties zich logischerwijze door een constante daling sedert 1995 van de verhouding tussen beide: laatstgenoemden vertegenwoordigden nog 29,80% van de eersten eind 2002, tegen 32,88% eind Dit wordt weergegeven door de voorlaatste grafiek van de reeks. Hieraan moet toegevoegd worden dat de laatste gegevens betreffende de onderworpen werknemers met betrekking tot het jaar 2003 nog altijd niet beschikbaar zijn wegens de grote veranderingen bij de RSZ (invoering van de multifunctionele aangifte DMFA) en dus niet konden worden opgenomen in dit verslag. Men stelt echter vast dat er weer een daling was van het aantal onderworpen werknemers in 2002 (zie eerste grafiek), en het zou interessant zijn om na te gaan of dit bevestigd wordt in Tabel D Met tabel D vat het verslag het tweede onderzoeksprincipe aan betreffende de evolutie van de uitgaven aan gezinsbijslag in verhouding tot de effectieven van de rechtgevende kinderen, of de evolutie van de gemiddelde uitgave per kind, eerst berekend aan de lopende prijzen en vervolgens aan de constante prijzen (uitgaven aan de index van 1993). Uit deze tabel blijkt dat de gemiddelde maandelijkse uitgave voor een kind 145,98 EUR bedraagt voor het jaar 2003 (125,93 EUR in 1993). Uitgedrukt in constante prijzen is dit 124,39 EUR, of een daling met 1,54 EUR in tien jaar. Nog steeds in constante prijzen is dit een daling met 2,57 EUR voor de kinderen voor wie de kinderbijslag wordt betaald aan de schaal van artikel 40, KBW (gewone schaal). Deze daling, die een sterke invloed uitoefent op de totale gemiddelde uitgave per kind, kan logisch verklaard worden door de maatregelen, in werking getreden in 1997, op het vlak van de leeftijdstoeslagen, hoewel een lichtere daling zich al voor die datum had voorgedaan.
10 6 Voor de kinderen die de schaal van artikel 42bis, KBW ontvangen (kinderen van gepensioneerden en langer dan zes maand werklozen) kent de evolutie een stijging van 2,12 EUR, en voor die van artikel 50ter, KBW (kinderen van invaliden), bedraagt de stijging 6,80 EUR. Voor de wezen van artikel 50bis, KBW, bedraagt de daling 8,66 EUR en vloeit voort uit het feit dat de groep van jaar van 1993 tot 2003 van 28,97% van het totaal is afgenomen tot 24,39%. Tabel E De verdeling van de rechtgevenden per categorie van schaal, opgenomen in tabel E, past nog altijd in een optiek van uitgaven, waarbij de evoluties per schaal van de effectieven een belangrijke weerslag op de begroting hebben. De uitgaven aan bijslag van de economische rekeningen zijn hiervan sterk afhankelijk voor hun jaarlijkse variaties. De grafieken, gebaseerd op deze tabel, tonen duidelijk aan dat de tendens van de rechtgevenden per schaal, ingezet in 2002, zich in 2003 heeft voortgezet, voornamelijk voor de categorie van de kinderen voor wie kinderbijslag wordt betaald op basis van artikel 42bis, KBW (kinderen van langer dan zes maand werklozen en gepensioneerden). In twee jaar tijd, vaan eind 2001 tot eind 2003, nam het aantal kinderen dat een van de schalen voorzien in artikel 42bis, KBW ontving toe met eenheden, of 9,38%. Het geheel van de kinderen die een van de verhoogde schalen (artikels 42bis, 50bis en 50ter, KBW) ontvangen nam toe tijdens dezelfde periode, met eenheden, of 6,36%. De balans over tien jaar ( ) vertaalt zich door een stijging van 14,63% van het geheel van de verhoogde schalen ( eenheden), tegen een stijging van 0,20% van het geheel van de gewone schalen ( eenheden). De toename behaalt 25,22% voor enkel de rechtgevenden van artikel 42bis, KBW ( eenheden). Enkel de wezen van artikel 50bis kennen een daling, van 7,34% ( eenheden). De toename van de rechtgevenden van artikel 50ter, KBW bedraagt 2,12% ( eenheden). Ten gevolge van deze evoluties hebben de relatieve aandelen van de verschillende categorieën de neiging om te dalen of toe te nemen als volgt van eind 1993 tot eind 2003: de gewone
11 7 schalen gaan van 84,27% van het totale aantal rechtgevenden naar 82,40%, de schalen van artikel 42bis van 9,63% naar 11,77%, de schalen van artikel 50ter van 3,38% naar 3,37%, de schalen van artikel 50bis van 2,72% naar 2,46% en het geheel van de verhoogde schalen van 15,73% naar 17,60%. De categorie van de rechtgevenden waarvan de rechthebbende een actieve werknemer is vertegenwoordigt nog 73,55% eind 2003, tegen 75,01% eind In reële termen is dit effectief beperkt met eenheden in 2003 (-0,55%), wat deze daling brengt tot eenheden sedert 2002 (-1,15% in twee jaar). Tabel F De evoluties betreffende de gezinsgrootte in tabel F zijn een andere mogelijke bron van variatie van uitgaven. Aangezien het hier gaat om minder gevoelige evoluties, is de weerslag ervan duidelijk minder dan voor wat betreft de schalen, hoewel nog niet verwaarloosbaar. Ze hebben echter wel een weerslag op de gemiddelde uitgave per kind (tabel D). Uit de grafieken op basis van tabel F blijkt dat de tendens betreffende de gezinsgrootte positief blijft tot drie kinderen, negatief wordt voor gezinnen met vier kinderen, en blijft dalen voor gezinnen met vijf en meer kinderen. Als men de gezinnen met drie en meer kinderen groepeert, stelt men vast dat deze gezinnen sedert 1997 de neiging vertonen om te blijven hangen rond de gezinnen. Ook blijkt dat de gezinnen met een en twee kinderen in de loop van de laatste twee jaar het meest toenamen, met 2,14% in twee jaar ( gezinnen) voor de eersten en met 1,89% ( gezinnen) voor de tweede. Op 10 jaar tijd zijn het daarentegen de gezinnen met 2 en 3 kinderen die het meest in aantal zijn toegenomen: respectievelijk + 4,57 % ( gezinnen) en + 3,43 % ( gezinnen). De gezinnen met 1 kind zijn slechts toegenomen met 1,08 % ( gezinnen). Relatief gezien, is de verdeling van de gezinnen in het stelsel dus als volgt geëvolueerd tussen eind 1993 en eind 2003: de gezinnen met 1 kind zijn gedaald van 47,68 % van het totale aantal gezinnen tot 46,92 %, die met 2 kinderen zijn toegenomen van 36,04 % tot 36,68 % en die met 3 en meer kinderen van 16,29 % tot 16,40 %.
12 8 Kinderen getroffen door een aandoening en rechtgevend op een toeslag van art. 47 KBW (buiten tabellen) Eind 2003 ontvingen rechtgevende kinderen jonger dan 21 één van de toeslagen van art. 47 KBW voor kinderen getroffen door een aandoening, wat 1,34 % van het totale aantal rechtgevenden in de regeling vertegenwoordigt. Dat aantal kent een constante stijging sinds 2000, hetzij een stijging van 19,84 % op vier jaar tijd ( kinderen). In 2003 bedraagt de toename 3,31 % (+ 759 kinderen) als gevolg van de globale stijging van het aantal rechtgevende kinderen in de regeling. Sinds 1 mei 2003 is een nieuwe regeling van kracht voor de kinderen geboren na 1 januari 1996 en gebaseerd op een nieuw evaluatiesysteem van de aandoening en haar gevolgen met ruimere voorwaarden. Eind 2003 bedroeg het aantal rechtgevende kinderen in deze nieuwe regeling 1.238, ofwel 5,- % van het totale aantal rechtgevenden op een toeslag van art. 47 KBW. Kinderen geplaatst in een instelling of bij een particulier (buiten tabellen) Op 31 december 2003 werden voor de eerste maal een telling gemaakt van de kinderen geplaatst in een instelling volgens art. 40 KBW en de kinderen geplaatst bij een particulier waarvan de oorspronkelijke bijslagtrekkende een forfaitaire bijslag bepaald in art. 70ter KBW ontvangt (een aanvulling op de kinderbijslag betaalt aan het opvanggezin). Op voornoemde datum bedroeg het aantal kinderen geplaatst in een instelling , hetzij 0,58 % van het globale aantal rechtgevenden. Op diezelfde datum waren er kinderen die aanleiding gaven tot de betaling van een forfaitaire bijslag geplaatst bij een particulier (0,08 % van het totale aantal rechtgevenden). Tabel G De eerste grafiek in tabel G toont de globale tendens van het aantal rechtgevenden in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag. Men ziet dat die tendens positief is sinds 2002 met een toename van rechtgevenden op twee jaar tijd (+ 12,20 %).
13 9 Dat zwakte zich evenwel af in 2003 met een stijging van slechts 458 rechtgevenden (+ 3,04 %). Met rechtgevenden eind 2003 ligt het aantal rechtgevenden in dat stelsel opnieuw hoger dan eind 1996 ( rechtgevenden), maar is nog altijd ongeveer 7 % minder dan zijn hoogste niveau van eind 1999 ( rechtgevenden). Voor de voorgaande dienstjaren hingen deze resultaten vaak samen met die van de rechtgevenden op het leefloon (vroegere bestaansminimum). Zo daalde het aantal leefloners sinds 1990 (van rechtgevenden begin 1998 tot begin 2002) en ziet men een parallelle tendens in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag tijdens diezelfde periode (2.921 rechtgevenden minder voor 2002 en 2001) 1. Gezien de leefloonregeling erg gevoelig is aan de conjunctuur, kan men besluiten dat hetzelfde geldt voor de gewaarborgde gezinsbijslag. Uit de drie volgende grafieken blijkt dat de toename van de laatste twee jaar nog sterker is bij de jongeren van 18 tot 25 jaar (+ 27,05 %). Die groep bestaat voornamelijk uit studenten (+ 25,83 %) en jonge werkzoekenden (+ 67,39 %). De rechtgevenden jonger dan 18 (+ 11,20 % voor 2002 en 2003) blijven evenwel sterk in de meerderheid (92,80 % van het totale aantal rechtgevenden eind 2003). Uit die evoluties volgt dat de leeftijdsstructuur in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag dichter bij die van de werknemersregeling komt. In verhouding tot de situatie eind 1993 nemen de verschillen tussen beide stelsels af in alle leeftijdsgroepen, in het bijzonder in de twee uiterste leeftijdsgroepen, waar zich altijd de grootste verschillen manifesteerden. De laatste grafiek vergelijkt de twee stelsels eind De kinderen van 0 tot 6 jaar vertegenwoordigen nog 37,46 % van het totale aantal rechtgevenden in het stelsel van de gewaarborgde tegenover 28,50 % in de werknemersregeling, ofwel een verschil van 8,95 punten, wat nog 9,74 punten was eind Het aandeel jongeren van 18 tot 25 jaar bedraagt slechts 7,20 % in het stelsel van de gewaarborgde tegen 14,47 % bij de werknemers, maar dat verschil is afgenomen van 8,51 punten eind 1993 tot 7,28 punten eind Momenteel zijn de laatste cijfers van 1 januari 2003 en 1 januari 2004 van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie niet beschikbaar. De vergelijking voor 2002 en 2003 is dan ook niet mogelijk
14 10 Tabel H De geboortecurven in eerste grafiek is niet erg significant vanuit demografisch oogpunt want zij volgt logischerwijs die van de globale effectieven (tabel G), onderhevig aan sterke schommelingen in functie van de conjunctuur, zoals reeds eerder gezegd. Het is evenwel van belang te wijzen op het hoge geboortecijfer in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag in vergelijking met de werknemersregeling: 18,51 geboortes op 100 gezinnen bij de gewaarborgde tegen 8,62 geboortes bij de werknemers in 2003 (i.e. meer dan het dubbele). Uit een dergelijke vergelijking tussen de twee stelsels blijkt ook het volgende kenmerk: in tegenstelling tot wat vastgesteld werd voor de werknemersregeling, blijft in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag het aantal tweede en volgende geboorten hoger dan het aantal eerste geboorten (zie tweede grafiek). Tabel I Zoals blijkt uit de eerste grafiek, evolueren de gemiddelde uitgaven per kind sinds 1998 aanzienlijk sterker in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag dan in het stelsel van de werknemers. Voor het jaar 2003 bedraagt de gemiddelde uitgave 167,86, wat te vergelijken is met de 145,98 bij de werknemers, maar vooral met de 180,80 voor de kinderen betaald aan de schalen van art. 42bis KBW bij de werknemers (zie tabel 4). Uitgedrukt in constante prijzen (bedragen teruggebracht tot de index van 1993), is diezelfde uitgave 143,03 in 2003 tegenover 114,76 in 1993, dat wil zeggen een stijging van 28,27 op 10 jaar tijd. Die aanzienlijke toename is gedeeltelijk het gevolg van de nieuwe schaalvoordelen, met name de invoering van de wezenbijslag in het stelsel van de gewaarborgde door het koninklijk besluit van 7 november Het is ook het gevolg van het feit dat sinds 1 oktober 2001 nog slechts één inkomensplafond in aanmerking wordt genomen tegenover vier daarvoor (koninklijk besluit van 10 augustus 2001).
15 11 Men moet er ook aan herinneren dat sommige rechtgevenden in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag slechts verlaagde schalen ontvangen ( gewone schalen of zelfstandige schalen) 2 en dat het aandeel van die rechtgevenden een dalende tendens vertoont: 14,71 % eind 2003 tegenover 17,47 % eind De tweede grafiek afgeleid uit tabel 1 geeft de relatieve waarde van de gemiddelde uitgaven per kind in 2003 bij lopende prijzen door de waarde 100 te geven aan de gemiddelde uitgave in 1993 en dat voor het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, de globale werknemersregeling en voor de rechtgevenden op artikel 42bis KBW in de werknemersregeling. De derde grafiek toont diezelfde waarde voor dezelfde drie groepen kinderen maar wat betreft de gemiddelde uitgaven per kind bij constante prijzen. Tabel J De grafieken uit tabel J tonen aan dat de gezinsgrootte in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag sterk verschilt tegen die in de werknemersregeling, wat zich met name vertaald in een aanzienlijk hoger gemiddelde van het aantal kinderen (2,03 kinderen per gezin eind 2003 tegenover 1,76 kinderen bij de werknemers). De gemiddelde gezinsgrootte kent evenwel een niet te verwaarlozen daling in het stelsel van de gewaarborgde, gezien men eind 1993 een gemiddelde had van 2,09 kinderen (tegenover ook 1,76 kinderen in de werknemersregeling). Die afname doet zich in het bijzonder voor in 2003, gezien eind 2002 nog een gemiddelde van 2,06 bereikt werd 3. De grafieken tonen aan dat het aandeel van de gezinnen met 1 kind ongeveer even groot is als in de werknemersregeling: 46,29 % van het globale aantal gezinnen eind 2003 (tegen 46,92 % bij de werknemers). Het zijn vooral de gezinnen met 2 kinderen die aanzienlijk minder vertegenwoordigd zijn: 26,16 % (tegen 36,38 % bij de werknemers). Vanaf 3 kinderen per gezin stelt men het tegenovergestelde vast: die gezinnen hebben een aanzienlijk groter aandeel in het stelsel van 2 Het betreft hier de potentiële rechtgevenden in een ander Belgische of buitenlandse regeling, hoofdzakelijk de zelfstandige regeling. 3 Ook van 1995 tot 1999 werden relatief lage gemiddelden genoteerd, maar sinds 2002 steeg het aantal kinderen weer aanzienlijk.
16 12 de gewaarborgde gezinsbijslag dan in de werknemersregeling: 14,76 % voor de gezinnen met 3 kinderen (tegen 12,08 % bij de werknemers), 7,26 % voor de gezinnen met 4 kinderen (tegen 3,17 % bij de werknemers) en 5,53 % voor de gezinnen met 5 en meer kinderen (tegen 1,18 % bij de werknemers). Op tien jaar tijd ( ) zijn sommige verschillen tussen de twee stelsels kleiner geworden (voornamelijk wat betreft de gezinnen met 1 kind en die met 5 en meer kinderen), terwijl andere nog groter geworden zijn (vooral bij de gezinnen met 2 kinderen). De verhouding van het aantal gezinnen met 3 en meer kinderen tussen beide stelsels is over de ganse periode min of meer hetzelfde gebleven. BESLUITEN Stelsel van de kinderbijslag voor werknemers In het dienstjaar 2003 stijgt het globale aantal rechtgevenden in de regeling met (+ 0,52 %), in navolging van de stijging in 2002 (+ 0,67 %). Dat is in mindere mate nog het resultaat van de inlijving bij de regeling van het contractuele personeel van bepaalde autonome overheidsbedrijven, bepaald in de programmawet van 2 augustus 2002 (het personeel van de RTBF voor 2003). De verzekeringsplicht van de onthaalouders was een andere maatregel die bijdroeg tot de toename. Zoals reeds het geval was in 2002, speelden ook factoren van meer conjuncturele aard een rol bij de toename van het aantal rechtgevenden. De voortzetting van de toename van de jonge werkzoekenden is daar een duidelijk bewijs van. In 2003 kennen zij een stijging van eenheden (+ 4,29 %), waarvan een toename van bij de jonge werkzoekenden tussen 21 en 25 jaar alleen (+ 6,78 %). De stijging van het aantal studenten is daarentegen nieuw (daling van hun aantal tussen 1999 en 2002). De nog zwakke toename (+ 0,29 % of 643 eenheden meer) manifesteert zich enkel in de groep studenten van 21 tot 25 jaar (+ 1,23 % of 820 eenheden meer). Een derde element dat heeft meegespeeld in de toename is het geboortecijfer: in 2003 noteerde men geboorten meer (+ 1,36 %).
17 13 Wat betreft de verdeling van de rechtgevenden per schaalcategorie ziet men globaal genomen dezelfde tendensen als in Dat is vooral het geval bij de kinderen voor wie de kinderbijslag betaald wordt op basis van artikel 42bis KBW (kinderen van langer dan zes maanden werklozen en gepensioneerden), die in 2003 stegen met 4,84 %. Alle verhoogde schalen samen noteren een toename van 3,21 %, terwijl de gewone schalen een daling van 0,04 % registreren, wat voor een groot deel toe te schrijven is aan de groep rechtgevenden van wie de rechthebbende behoort tot de categorie arbeidsprestaties. Het aandeel rechtgevenden jonger dan 21 dat getroffen is door een aandoening en een toeslag van artikel 47 KBW ontvangt, blijft stijgen: in 2003 een toename met 3,31 % tot rechtgevenden. Onder hen rechtgevenden (5,- % van het totaal) van de nieuwe regeling voor de kinderen geboren na 1 januari 1996, die van kracht is sinds 1 mei De nieuwe forfaitaire bijslag ingevoerd op 1 januari 2003 werd eind 2003 toegekend aan kinderen geplaatst bij een particulier (0,08 % van het totale aantal rechtgevenden). Het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag Ook het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag ziet zijn globale aantal rechtgevenden toenemen in 2003 (+ 3,04 % of rechtgevenden). Eind 2003 telt dit stelsel rechtgevenden, wat wel nog altijd ongeveer 7 % minder is dan het hoogste niveau van eind 1999 ( rechtgevenden). De toename is aanzienlijk sterker bij de rechtgevenden ouder dan 18 (+ 15,85 %), met name bij de studenten (+ 16,16 %) en de jonge werkzoekenden (+ 18,46 %). Toch blijft de groep rechtgevenden jonger dan 18 in dit stelsel sterk in de meerderheid (nog 92,80 % van het totale aantal rechtgevenden). Een ander kenmerk van het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag is dat het gemiddelde aantal kinderen per gezin, dat hoger ligt dan in de werknemersregeling, gevoelig afneemt in 2003: van 2,06 naar 2,03 kinderen op 1 jaar tijd (tegen een ongewijzigd gemiddelde van 1,76 kinderen bij de werknemers). De gezinnen met 1 kind zijn min of meer gelijk vertegenwoordigd in beide stelsels. Het zijn vooral de gezinnen met 2 kinderen die aanzienlijk minder vertegenwoordigd zijn in het stelsel
18 14 van de gewaarborgde, terwijl het aandeel van de gezinnen met 3 en meer kinderen er hoger ligt (27,55 % van de gezinnen tegenover 16,43 % bij de werknemers).
19 Tabel A RECHTGEVENDE KINDEREN PER LEEFTIJDSGROEP ET VOLGENS HUN RECHT Toestand op 31 december Minder dan 18 jaar tot 25 jaar Studenten Leerlingen Werkzoekenden Meer dan 25 jaar TOTAAL TOTAAL Minder dan 18 jaar 18 tot 25 jaar Studenten Leerlingen Werkzoekenden
20 Tabel B GEBOORTEN EN ADOPTIES Geboorten ste geboorten de geboorten en volg Adopties Geboorten : totaal 1ste geboorten en 2de geboorten en volgende Adopties de geboorten en volgende ste geboorten
21 Tabel C AANGESLOTEN WERKNEMERS EN BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN Toestand op 31 december Aangesloten werknemers Mannzn Vrouwen Bijslagtrekkende gezinnen Arbeidsprestaties Totaal Werklozen Totaal Gepensioneerden Totaal Invaliden Toatal Wezen Aangesloten werknemers Aangesl. werknemers Mannen en vrouwen Bijslagtrekkende gezinnen Bijslagtrek. gezinnen Arbeidsprestatiesl Arbeidsprestaties in % van de aangeslotenen Bijslagtrek. gezinnen Totaal Werklozen 33, M ,0 32, , , ,0 30, V , , ,
22 Tabel D GEMIDDELDE UITGAVEN PER KIND EN PER MAAND Bedragen in EUR op basis van Economische rekeningen TEGEN LOPENDE PRIJZEN Totaal Art ,85 117,53 120,06 121,52 122,61 123,78 125,19 126,64 129,57 132,58 134,12 Totaal Art. 42bis 151,94 161,19 160,62 162,75 162,81 167,76 168,40 173,95 176,19 177,21 180,80 Invaliden Art. 50ter 189,41 194,37 198,63 201,10 204,79 204,99 205,83 208,98 215,79 226,40 230,26 Wezen Art. 50bis 323,19 322,78 325,33 332,54 335,63 342,90 346,77 347,34 357,40 362,48 369,13 Totaal verhoogde schalen 183,08 189,72 189,76 190,71 190,46 194,68 195,87 200,41 204,34 207,15 210,10 Totaal rechtgevenden 125,93 127,47 129,81 131,70 133,01 134,48 135,70 137,51 140,59 143,86 145,98 TEGEN CONSTANTE PRIJZEN Totaal Art ,85 115,99 116,55 116,41 116,11 115,50 115,47 115,09 114,86 114,47 114,28 Totaal Art. 42bis 151,94 159,09 155,93 155,92 154,18 156,54 155,32 158,08 156,20 153,01 154,06 Invaliden Art. 50ter 189,41 191,83 192,83 192,65 193,94 191,28 189,85 189,91 191,30 195,49 196,21 Wezen Art. 50bis 323,19 318,57 315,84 318,57 317,85 319,96 319,85 315,65 316,84 312,99 314,53 Totaal verhoogde schalen 183,08 187,24 184,22 182,70 180,37 181,65 180,66 182,12 181,15 178,87 179,03 Totaal rechtgevenden 125,93 125,80 126,03 126,17 125,96 125,48 125,16 124,96 124,64 124,21 124,39 Evolutie tegen lopende prijzen 2003 (1993 = 100) Evolutie tegen constante prijzen 2003 (1993 = 100) 125,00 120,00 115,00 115,93 114,78 118,99 121,57 114,21 106,00 104,00 102,00 100,00 42bis 101,39 50ter 103,59 110,00 105,00 98,00 96,00 Totaal 98,78 Art ,80 50bis 97,32 94,00 100,00 Totaal Art bis 50ter 50bis 92,00
23 Tabel E RECHTGEVENDE KINDEREN PER CATEGORIE VAN SCHAAL Toestand op 31 december Totaal Art Totaal Art. 42bis Invaliden Art. 50ter Wezen Art. 50bis Totaal verhoogde schalen Totaal rechtgevenden TOTAAL Totaal Art. 40 Totaal Art. 42bis Invaliden Art. 50ter Wezen Art. 50bis Totaal verhoogde schalen
24 Tabel F BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN Toestand op 31 december Gezinnen met kind kinderen kinderen kinderen kinderen en méér kinderen en méér TOTAL Gemiddeld aantal kind. 1,76 1,76 1,77 1,77 1,77 1,77 1,77 1,77 1,77 1,76 1,76 1 kind 2 kinderen 3 kinderen 4 kinderen 5 kinderen en méér 3 kinderen en méér
25 Tabel G GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG RECHTGEVENDE KINDEREN PER LEEFTIJDSGROEP ET VOLGENS HUN RECHT Toestand op 31 december Minder dan 18 jaar tot 25 jaar Studenten Leerlingen Werkzoekenden TOTAAL TOTAAL Minder dan 18 jaar Studenten Werkzoekenden Leeftijdsgroepen in % , , , , ,00 50,00 40, jaar jaar 6-12 jaar 0-6 jaar ,00 20,00 10, ,00 GGB Werknemers
26 Tabel H GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG GEBOORTEN Geboorten ste geboorten de geboorten en volg Geboorten : totaal 900 1ste geboorten en 2de geboorten en volgende Geboorten per rang in % Vergelijking tussen GGB en werknemers de geboorten en volgende 100,00 90,00 80, , , ,00 2de geb. en volg. 1ste geboorten , ste geboorten 30,00 47,10 50, , , ,00 PFG Salariés
27 1 2 3 Tabel I GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG GEMIDDELDE UITGAVEN PER KIND EN PER MAAND Bedragen in EUR op basis van Economische rekeningen Tegen lopende prijzen 114,76 127,49 131,18 127,82 130,94 135,10 140,84 165,81 162,11 162,19 167,86 Tegen constante prijzen 114,76 125,82 127,35 122,45 124,00 126,06 129,91 150,68 143,72 140,04 143,03 EVOLUTIE TEGEN LOPENDE PRIJZEN Vergelijking tussen GGB en werknemers EVOLUTIE TEGEN CONSTANTE PRIJZEN Vergelijking tussen GGB en werknemers 2003 (1993 = 100) EVOLUTIE TEGEN CONSTANTE PRIJZEN Vergelijking tussen GGB en werknemers 2003 (1993 = 100) 180,00 170,00 150,00 145,00 146,27 130,00 125,00 GGB 124,63 160,00 140,00 135,00 120,00 150,00 130,00 115,00 140,00 130,00 120,00 GGB Werknemers 125,00 120,00 115,00 110,00 115,93 118,99 110,00 105,00 100,00 Werknem. art. 42bis 101,39 110,00 105,00 95,00 98,78 Werknem. 100, ,00 GGB Werknemers Werknemers art. 42bis 90,00
28 Tabel J GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN VOLGENS HET AANTAL KINDEREN Toestand op 31 december Gezinnen met kind kinderen kinderen kinderen kinderen en méér kinderen en méér TOTAL Gemiddeld aantal kind. 2,09 2,07 2,02 2,03 2,04 2,03 2,03 2,08 2,08 2,06 2,03 1 kind 2 kinderen 3 kinderen % % % 50,00 45,00 40,00 35,00 30,00 25,00 20,00 GGB Werknemers 38,00 36,00 34,00 32,00 30,00 28,00 26,00 24,00 22,00 20,00 GGB Werknemers 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 0,00 GGB Werknemers kinderen 5 kinderen en + 3 kinderen en + % % % 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0, GGB Werknemers 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0, GGB Werknemers 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0, GGB Werknemers
29 BIJLAGE I KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS STATISTISCHE REEKSEN
30 1 INHOUD Pagina Aangesloten werkgevers Tabel 1 Werkgevers aangesloten bij het stelsel 3 Aangesloten werknemers Tabel 2 Werknemers aangesloten bij het stelsel (toestand op 30 juni) 4 Tabel 3 Aangesloten werknemers en bijslagtrekkenden: vergelijking 5 Rechthebbenden op kinderbijslag Tabel 4 Rechthebbenden op kinderbijslag volgens het aantal rechtgevende kinderen 6 Bijslagtrekkende gezinnen per categorie van recht en van schaal Tabel 5 A. Bestanden in absolute cijfers 7 Tabel 6 B. Verdeling in percentages 8 Tabel 7 C. Jaarlijkse wijzigingen in absolute cijfers 9 Tabel 8 D. Jaarlijkse wijzigingen in percentages 10 Bijslagtrekkende gezinnen volgens het aantal kinderen Tabel 9 A. Alle categorieën 11 Tabel 10 B. Arbeidsprestaties 12 Tabel 11 C. Werklozen (alle categorieën) 13 Tabel 12 D. Werklozen van minder dan 6 maanden 14 Tabel 13 E. Werklozen van meer dan 6 maanden art. 40 KBW 15 Tabel 14 F. Werklozen van meer dan 6 maanden art. 42bis KBW 16 Tabel 15 G. Gepensioneerden (alle schalen) 17 Tabel 16 H. Gepensioneerden art. 40 KBW 18 Tabel 17 I. Gepensioneerden art. 42bis KBW 19 Tabel 18 J. Invaliden (alle schalen) 20 Tabel 19 K. Invaliden art. 40 KBW 21 Tabel 20 L. Invaliden art. 50ter KBW 22 Tabel 21 M. Wezen (alle schalen) 23 Tabel 22 N. Wezen art. 40 KBW 24 Tabel 23 O. Wezen art. 50bis KBW 25 Tabel 24 P. Totaal gewone schalen 26 Tabel 25 Q. Totaal verhoogde schalen 27 Rechtgevende kinderen per categorie van recht en van schaal Tabel 26 A. Bestanden in absolute cijfers 28 Tabel 27 B. Verdeling in percentages 29 Tabel 28 C. Jaarlijkse wijzigingen in absolute cijfers 30 Tabel 29 D. Jaarlijkse wijzigingen in percentages 31 Gemiddeld aantal kinderen per bijslagtrekkend gezin Tabel 30 Gemiddeld aantal kinderen per bijslagtrekkend gezin en per categorie van 32 recht en van schaal
31 2 Pagina Rechtgevende kinderen volgens de rang Tabel 31 A. Alle categorieën 33 Tabel 32 B. Totaal van de gewone schalen 34 Tabel 33 C. Totaal art. 42bis KBW 35 Tabel 34 D. Invaliden art. 50ter KBW 36 Tabel 35 E. Wezen art. 50bis KBW 37 Tabel 36 F. Totaal van de verhoogde schalen 38 Rechtgevende kinderen per leeftijdsgroep en volgens hun recht Tabel 37 A. Bestanden in absolute cijfers 39 Tabel 38 B. Verdeling in percentages 40 Tabel 39 C. Jaarlijkse wijzigingen in absolute cijfers 41 Tabel 40 D. Jaarlijkse wijzigingen in percentages 42 Rechtgevende kinderen per leeftijdsgroep en volgens de categorie van de rechthebbende Tabel 41 A. Alle categorieën 43 B. Arbeidsprestaties C. Werklozen (Alle categorieën) Tabel 41 D. Werklozen van minder dan 6 maanden 44 (vervolg nr. 1) E. Werklozen van meer dan 6 maanden art. 40 KBW F. Werklozen van meer dan 6 maanden art. 42bis KBW Tabel 41 G. Gepensioneerden (alle schalen) 45 (vervolg nr. 2) H. Gepensioneerden art. 40 KBW I. Gepensioneerden art. 42bis KBW Tabel 41 J. Invaliden (alle schalen) 46 (vervolg nr. 3) K. Invaliden art. 40 KBW L. Invaliden art. 50ter KBW Tabel 41 M. Wezen (alle schalen) 47 (vervolg nr. 4) N. Wezen art. 40 KBW O. Wezen art. 50bis KBW Tabel 41 P. Totaal gewone schalen 48 (vervolg nr. 5) Q. Totaal verhoogde schalen Kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening (Art. 47 KBW) Tabel 42 Kinderen van minder dan 21 jaar met een aandoening volgens de 49 zelfredzaamheidsgraad Geboorten en adopties Tabel 43 Kraamuitkeringen volgens de rang 50 Tabel 44 Adoptiepremies volgens de rang 51 Tabel 45 Adoptiepremies volgens de leeftijd 52 Uitgaven van het stelsel Tabel 46 Algemene verdeling van de uitgaven 53 Tabel 47 Uitgaven van gezinsbijslagen: verdeling per artikel KBW 54 Tabel 48 Gemiddelde maandelijkse barema's van de gezinsprestaties 56 Tabel 49 Gemiddelde uitgaven per gezin en per schaal (12 maanden en 1 maand) 59 Tabel 50 Gemiddelde uitgaven per kind en per schaal (12 maanden en 1 maand) 60 Andere gegevens over het stelsel Tabel 51 Verdeling van de bijslagtrekkenden per provincie en per gewest 61 Tabel 52 Verdeling van de rechtgevenden per provincie en per gewest 62 Tabel 53 Buiten het Rijk opgevoede kinderen 63
32 3 TABEL 1 WERKGEVERS AANGESLOTEN BIJ HET STELSEL Toestand op 31 december JAREN Aangeslotenen aan de sociale zekerheid Hoofdelijke bijdragen TOTAAL Index , , , , , , , , , , ,33
33 4 TABEL 2 WERKNEMERS AANGESLOTEN BIJ HET STELSEL Toestand op 30 juni HANDARBEIDERS HOOFDARBEIDERS TOTALEN JAREN Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Abs. Abs. Abs. Ind. Abs. Abs. Abs. % Abs. Ind. Abs. Ind. Abs. Ind , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , n.b n.b. n.b. - n.b. n.b. n.b. - n.b. - n.b. - n.b. -
34 5 TABEL 3 AANGESLOTEN WERKNEMERS EN BIJSLAGTREKKENDEN : VERGELIJKING Toestand op 30 juni Aangesloten werknemers bij het stelsel (1) Bijslagtrekkenden in de categorie "arbeidsprestaties" (2) (2) / (1) in % , , , , , , , , , , n.b. n.b. -
35 TABEL 4 6 RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG VOLGENS HET AANTAL RECHTGEVENDE KINDEREN Toestand op 31 december Rechtheb. met kind in % van het totaal 46,87 46,55 46,37 45,91 45,65 45,60 45,32 45,23 45,15 45,00 45,03 wijziging in % -0,74-0,04-0,89-0,59-0,06-0,87-0,19-0,19 0,35 0,72 index 1993 = ,26 99,22 98,33 97,75 97,69 96,84 96,66 96,48 96,81 97,51 2 kinderen in % van het totaal 36,49 36,65 36,69 36,96 37,09 37,13 37,24 37,29 37,38 37,57 37,61 wijziging in % 0,40 0,45 0,82 0,34 0,15 0,05 0,12 0,25 1,17 0,78 index 1993 = ,40 100,85 101,68 102,02 102,18 102,23 102,35 102,61 103,81 104,62 3 kinderen in % van het totaal 11,76 11,90 12,02 12,19 12,32 12,39 12,49 12,56 12,59 12,58 12,58 wijziging in % 1,12 1,36 1,49 1,11 0,57 0,54 0,62 0,20 0,65 0,61 index 1993 = ,12 102,50 104,02 105,17 105,77 106,34 106,99 107,20 107,90 108,55 4 kinderen in % van het totaal 3,24 3,27 3,32 3,34 3,36 3,36 3,42 3,42 3,43 3,43 3,40 wijziging in % 0,81 1,66 0,96 0,54-0,18 1,65-0,08 0,38 0,68-0,15 index 1993 = ,81 102,48 103,47 104,03 103,83 105,54 105,46 105,86 106,58 106,42 5 kinderen en meer in % van het totaal 1,64 1,63 1,60 1,59 1,58 1,53 1,53 1,50 1,45 1,42 1,38 wijziging in % -0,59-1,43-0,65-0,90-2,96-0,35-2,26-2,80-1,80-2,07 index 1993 = ,41 97,99 97,35 96,47 93,61 93,29 91,18 88,63 87,03 85,23 TOTAAL in % van het totaal wijziging in % -0,05 0,34 0,09-0,01 0,05-0,26 0,00 0,00 0,67 0,66 index 1993 = ,95 100,29 100,38 100,37 100,41 100,15 100,15 100,15 100,83 101,49
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 INHOUDSTAFEL DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN
Nadere informatieKINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007
STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen
Nadere informatieVerantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel e-mail: research@rkw.be www.rkw.be
Nadere informatieDEMOGRAFISCH VERSLAG
RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2009 - STATISTISCHE REEKSEN 2008 Tellingen 2008 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Nadere informatieDEMOGRAFISCH VERSLAG
RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2002 - STATISTISCHE REEKSEN 1992-2002 Uitgave 2003 Editeur responsable: Office national d'allocations familiales pour
Nadere informatieBIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004
BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN Telling 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 142 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieSTATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 5 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor
Nadere informatieSTATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 3 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor
Nadere informatieVerantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen richt men zich tot: RKW Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel E-mail:
Nadere informatieGezinsbijslag in 15 vragen
Gezinsbijslag in 15 vragen 1. Wat is gezinsbijslag? Gezinsbijslag omvat: - het kraamgeld dat eenmalig wordt uitbetaald bij de geboorte - de adoptiepremie die eenmaal wordt uitbetaald bij de adoptie - de
Nadere informatieDe jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA
De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.
Nadere informatieStatistiek per kinderbijslagfonds
Statistiek per kinderbijslagfonds Dienst 2010 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Inlichtingen bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Departement
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG
BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2014 Aanpassingen: 1. Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten
Nadere informatieFOCUS De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010
FOCUS 2011-2 De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237
Nadere informatieFOCUS HET STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS - 2007-2 HET STELSEL VAN DE GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail: research@rkw-onafts.fgov.be
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 140 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 145 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 144 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN N 148 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Nadere informatieJuridisch bulletin. Wetgeving
Juridisch bulletin Wetgeving 2009 www.rkw.be Inhoud 1 Wetten 3 1.1 Programmawet van 22 december 2008 (Eenoudertoeslag Onmiddellijke uitwerking Kinderen met een aandoening) 3 1.2 Wet houdende diverse bepalingen
Nadere informatieEen overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.
Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening. Focus: 2016 3 Sinds 50 jaar wordt een bijkomende bijslag voorzien voor kinderen met een aandoening. In de loop van de jaren
Nadere informatieDE KINDERBIJSLAG IN DE OVERHEIDSSECTOR. Tellingen 2007. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL
DE KINDERBIJSLAG IN DE OVERHEIDSSECTOR Tellingen 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Nadere informatieFEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 150 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen,
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40) eerste kind 86,77
Nadere informatieSTATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 7 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor
Nadere informatieDE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN
DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE OVERHEID Uitgave 2004 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor
Nadere informatieRijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers ek se n Het kinderbijslagstelsel van de zelfstandigen 1992-2008 De stati Telling 2009 e r e h c stis Statistische Reeksen - Kinderbijslagstelsel voor de
Nadere informatieStatistiek per kinderbijslagfonds
Statistiek per kinderbijslagfonds Telling 2009 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknmers Informatie verkrijgbaar bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW)
Nadere informatieDE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL
DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN Tellingen 2005 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 147 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 146 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2008 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 138 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 151 30.06.2015 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2003 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 128 Verantwoordelijk uitgever
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG
A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2016 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG
Nadere informatieSociale veranderingen: een rijke diversiteit aan rechthebbenden:
Sociale veranderingen: een rijke diversiteit aan rechthebbenden: 1987-2007 Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens 2 2. Rechthebbenden die noch de vader noch de moeder van het kind zijn 3 2.1 Stiefouders 4
Nadere informatieSituatie van de kinderbijslag aan de vooravond van de splitsing. RKW - Studiedag 29 maart 2012
Situatie van de kinderbijslag aan de vooravond van de splitsing RKW - Studiedag 29 maart 2012 Splitsing volgens de 6e staatshervorming 2 - Overdracht van de bevoegdheid aan de gemeenschappen Voor Brussel:
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2004 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 130 Verantwoordelijk uitgever
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2004 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 129 Verantwoordelijk uitgever
Nadere informatieVerantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Geografische spreiding van de kinderbijslag 2010 1 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat
Nadere informatieSTATISTIEK VAN DE OVERHEID
STATISTIEK VAN DE OVERHEID Dienstjaar 2009 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat
Nadere informatieEen terugblik op vijf decennia
Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1
A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 103,04 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2017 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG
Nadere informatieDe statistiek per kinderbijslagfonds
De statistiek per kinderbijslagfonds Jaar 2013 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Voor alle inlichtingen kunt u terecht bij: FAMIFED Departement Ondersteuning
Nadere informatieFOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS 2011-1 De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail:
Nadere informatieJuridisch bulletin.
Juridisch bulletin www.rkw.be Dienstvoorschriften 2011 Inhoud 1 Ministeriële omzendbrieven 3 1.1 Ministeriële omzendbrief nr.611 van 12 oktober 2010 (Artikel 76bis, 1, KBW. Barema s van de gezinsbijslag)
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2011
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2011 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 143 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag
Nadere informatieEvolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid
Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid 1 Inleiding Tijdens het laatste kwartaal 21 is het aantal alleenwonenden in de loop van de eerste vergoedingsperiode ( 1 jaar) aanzienlijk
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2005 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 131 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2005 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 132 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatieFOCUS. Instroom en uitstroom voor de leefloners
FOCUS Instroom en uitstroom voor de leefloners Nummer 21 - Juli 218 1. Inleiding Het is voortaan mogelijk om de evolutie te analyseren van het aantal begunstigden van steun volgens de instroom en uitstroom.
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG
A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 105,10 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/09/2018 Aanpassing aan de nieuwe spilindexen I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG (1) 1ste
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG
BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2015 Aanpassing: Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten of sociale
Nadere informatieDe statistiek per kinderbijslagfonds
De statistiek per kinderbijslagfonds Tellingen 2008 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat
Nadere informatieProfiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013
Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die
Nadere informatieBAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1
A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Voor de kinderbijslagbedragen is de spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing vanaf 01/06/2016. De grensbedragen voor de bestaansmiddelen zijn aangepast vanaf 01/06/2017
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 30 september 2013
PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 20 december 2013
PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Nadere informatieVerantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Geografische spreiding van de kinderbijslag 2011 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat
Nadere informatieAandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement
Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en
Nadere informatieStatistiek per kinderbijslagfonds
Statistiek per kinderbijslagfonds Jaar 2012 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Inlichtingen bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Departement
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2006 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 134 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatieDEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2014
Federaal Agentschap voor Kinderbijslag DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2014 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 149 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle
Nadere informatieBarema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG
Barema Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG 1. BASISBEDRAGEN 1.1 Premies Eénmalig KRAAMGELD 1ste geboorte 2de geboorte en elk der volgende Elk kind uit een meerlingenzwangerschap 1.223,11 920,25
Nadere informatieBetreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht
Trierstraat 70 B-1000 Brussel dienst Controle Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 21.12.2012 uw ref. contact Peter Savat Guy Tillieux sociaal inspecteurs telefoon 02-237 21 07 02-237 23 60
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2006 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 133 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatieBarema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG
Barema Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG 1. BASISBEDRAGEN 1.1 Premies Eénmalig KRAAMGELD 1 ste geboorte 1.223,11 2 de geboorte en elk der volgende 920,25 Elk kind uit een meerlingenzwangerschap
Nadere informatieFOCUS De toeslag voor gehandicapten in het kinderbijslagstelsel voor werknemers - kenmerken en evoluties
FOCUS 2008-3 De toeslag voor gehandicapten in het kinderbijslagstelsel voor werknemers - kenmerken en evoluties Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26
Nadere informatieDe administrateur-generaal
Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 07.08.2006 uw ref. contact Annik Garigliany attaché telefoon 02-237 23 58 02-237 21 11 Betreft:
Nadere informatieMeeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996
Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in
Nadere informatieRijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers 2009/1 139 Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2009 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 139 Verantwoordelijk
Nadere informatieSteunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen? Laatste aanpassing: 28/06/2019
Nadere informatieFAMIFED. Federaal agentschap voor de kinderbijslag GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE KINDERBIJSLAG
FAMIFED Federaal agentschap voor de kinderbijslag GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE KINDERBIJSLAG 2013 Geografische spreiding van de kinderbijslag 2013 Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor
Nadere informatieFOCUS : TOEKENNINGSDUUR
FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door
Nadere informatieBrevet van rechthebbende
Identificatie van de volgende instelling Kenmerk van de werkgever Brevet van rechthebbende Identificatie van het oorspronkelijke fonds Naam van de beheerder verantwoordelijk voor het dossier e-mail : tel.
Nadere informatieFOCUS Analyse van de evolutie van het aantal kinderen per leeftijd. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS 2012-1 Analyse van de evolutie van het aantal kinderen per leeftijd Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 E-mail: research@rkw-onafts.fgov.be
Nadere informatieAugustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990
Augustus : aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990 Eind augustus telt het Brussels Gewest 8.605 jonge werkzoekenden. Voor de maand augustus is dat het laagste aantal in 28 jaar. Er zijn
Nadere informatieFOCUS. Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich melden bij het OCMW
FOCUS Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich melden bij het OCMW Nummer 18 Juni 2017 1. Inleiding: statuut van vluchteling en subsidiair beschermde Wanneer een vreemdeling een asielaanvraag
Nadere informatieFOCUS De kinderbijslag voor invalide rechthebbenden. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS 2010-1 De kinderbijslag voor invalide rechthebbenden Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 25 33 Fax: 02-237 24 35 E-mail: research@rkw.be Website:
Nadere informatieFocus. Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen
Focus Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen Inleiding De werknemer die werkloos wordt en toelaatbaar is op basis van arbeidsprestaties krijgt in toepassing van het verzekeringsprincipe een cijfercode
Nadere informatieStudies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse
Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke
Nadere informatieDe statistiek per kinderbijslagfonds
De statistiek per kinderbijslagfonds Tellingen 2007 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, Rijksdienst
Nadere informatieDe werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis
Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het
Nadere informatieEvolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013
Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij
Nadere informatieFOCUS "Senioren en het OCMW"
FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4
Nadere informatie34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden
Mei 2018: De jeugdwerkloosheid daalt 5 jaar ononderbroken De daling van de werkloosheid zet zich verder in Brussel. Eind mei telt het Brussels Gewest 87.912 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad
Nadere informatieDepartement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens
Trierstraat 70 B-1000 Brussel Departement Controle CO 1375 Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 06.10.2008 II/C/CO1375/BH uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21
Nadere informatieFOCUS 2009-3. Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS 2009-3 Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail: research@rkw-onafts.fgov.be
Nadere informatieRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2007 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 136 Verantwoordelijk uitgever:
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014
PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal
Nadere informatieTitel VII. Enkele statistische en financiële gegevens
Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens I. Werkgelegenheid en beroepsbevolking De arbeidsmarkt is gestructureerd rond een aanbod van arbeidskrachten (de beroepsbevolking) en een vraag naar
Nadere informatieSTATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS. Tellingen 2004
STATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS Tellingen 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke
Nadere informatieBijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003
Bijlage bij bericht 6 H-HR/2007 71e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522 Uitreiking: typelijst 25/003 Reserve: 20 ex BEDRAGEN VAN DE GEZINSPRESTATIES TOEPASSELIJK VANAF 01.10.2006 Spilindex Coëfficiënt van de
Nadere informatieBijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003
Bijlage bij bericht 6 H-HR/2007 70e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522 Uitreiking: typelijst 25/003 Reserve: 20 ex BEDRAGEN VAN DE GEZINSPRESTATIES TOEPASSELIJK VANAF 01.05.2006 TOT 30.09.2006 Spilindex Coëfficiënt
Nadere informatieDe jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd
De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd Brussel, 1 oktober Eind september bedraagt de jongerenwerkloosheidsgraad, na een 64 e daling op rij, 24,7%. Brussel telt 9.477
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013
PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met
Nadere informatie