Repressief toezicht. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant. Begrotingscirculaire 2017

Vergelijkbare documenten
Repressief toezicht. Aan de raden van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant. Begrotingscirculaire Geachte raadsleden,

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Aan de colleges van burgemeester en wethouders Van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant. Begrotingscirculaire 2016.

Provincie Noord-Holland

BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019

Provincie Noord-Holland

BEGROTINGSCIRCULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

Toezicht gemeentefinanciën Aandachtspunten (meerjaren)begroting

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

provinde^rcnx^q Gemeente Coevorden 'ng. 15 MEI 2017 Aan ITL Class nr. Aan: de gemeenteraad van Coevorden Postbus AA COEVORDEN

begrotingsrichtlijnen toetsingsaspecten

De colleges van Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten In de provincie Limburg

Provincie Noord-Brabant. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant. Begrotingscirculaire 2015

Provincie Noord-Holland

team referentie doorkiesnummer adres onderwerp

Provincie Noord-Holland

/NGEKOIV1EN ^ aai. 201/

GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN

Begrotingscirculaire gemeenten 2018

mmmm i * FEB. PROVINCIE UTRECHT

<orhrm t«r kennisneming. kenmerk

TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

De colleges van Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten in de provincie Limburg

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL

B ' Provincie Noord-Brabont. De raad van de gemeente Bergen op Zoom Postbus AA BERGEN OP ZOOM. Begroting Geachte raadsleden,

firm provznczeßrenthe *uw

BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019 GEMEENTEN. Inhoudsopgave Inleiding Wij bepalen de vorm van toezicht...3

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Wilt u de begrotingscirculaire digitaal lezen? Dan kunt u deze terugvinden op de website van de provincie Gelderland.

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

protvíncierenthe Renreesief de raad van De Wolden 7920 ZUIDWÖLDE

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Registratiedatum 23/02/2018 Behandelend afdeling Afgehandeld door/op: TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen

Aanbieding van de Handreiking presentatie structureel begrotingssaldo Handreiking structureel begrotingssaldo IBT DIGI (3).

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen

Ons kenmerk U Beh. door R. Bogers Afdeling Middelen, Financiën

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus AA SPIJKENISSE

III /04/2014

12DEC. 2(M. Gedeputeerde Staten. Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur. De raad van de gemeente RIDDERKERK Postbus AG RIDDERKERK

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld.

Begrotingscirculaire gemeenten

Provincie Noord-Brabant

Begrotingscirculaire Gemeenten

Gedeputeerde Staten. De gemeenteraden van de in Zuid-Holland gelegen gemeenten. Begrotingscirculaire Geacht bestuur,

Aandachtspunten voor het opstellen van de begroting 2020 en de meerjarenraming

2 O MAART Aan de leden en burgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Beste leden en burgerleden van de gemeenteraad,

IBT/FINANCIEEL TOEZICHT

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders in Fryslân. Leeuwarden, 6 mei 2014 Verzonden,

Provincie Noord-Hollan

provincie limburg FIN / De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z"* IN

Bouwstenen begrotingscirculaire. Gelderland 2020

zaaknummer

t.^-org'ajniisalie 2 3 JAN, 2019

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Raadsinformatiebrief IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH

Bijlage bii brief d.d. 19 maart 2013 (nr.80dfdc5)

a _ctj. \ \ 9 OIC VOORBLAD AAN DE RAAD GERICHTE BRIEVEN: (per ommegaande invullen en sturen naar Griffie)

ECFE/U Lbr. 16/070

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

Gedeputeerde Staten. Gemeenteraad van Wassenaar t.a.v. de raadsgriffier Postbus AL WASSENAAR. Financieel toezicht begroting 2019

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

Nota reserves en voorzieningen

1 4 JUL Kopie aan: 9

Nota Reserves en Voorzieningen

**** Disclaimer **** Risem. Verstuurd vanaf mijn iphone. Begin doorgestuurd bericht:

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2015 over financieel toezicht: vorm en bevindingen 2016

provinciet/renthe l+lihhihi 'HHHľi'l 3 0 APR Aan: de raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

ii nun ni'ii ii i uni ii ini

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

z s sep zn'3 provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 30 SEPTEMBER 2013 Gemeente Molenwaard

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel.

Provincie Noord-Holland

Ambtelijke toelichting / voorstel aan het college. Zaaknummer : : Fenno van Andel Portefeuillehouder : wethouder D.A.

Gemeente Lelystad Ingekomen 2 2 MEI Kopie aan: Uw kenmerk

Gemeente Lelystad Ingekomen 18 DEC 20U

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Aandachtspunten gemeentebegrotingen

Bijlage bij brief met kenmerk: 8114E517 /8114E522

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Financieel toezicht in Gelderland

Nota reserves en voorzieningen

Kaders Financieel gezond Brummen

Richtlijnen van de commissie BBV

zaaknummer

Transcriptie:

Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: www.brabant.nl/route Onderwerp Begrotingscirculaire 2017 Geacht college, In het kader van onze interbestuurlijke toezichtstaak informeren wij gemeenten jaarlijks over de belangrijkste aspecten van de (meerjaren)begroting. Wij doen dit door een afzonderlijke begrotingscirculaire te sturen aan de raad en aan het college. In de circulaire voor de raad richten wij ons vooral op de taak van de raad om de begroting vast te stellen. In deze circulaire, gericht aan het college, staat alle informatie die we naar de raad sturen, aangevuld met aspecten die van belang zijn voor het opstellen van de begroting. Wij attenderen u ook op onze brief over de begroting 2017 van uw gemeente, waarin eventueel specifieke aandachtspunten voor u zijn opgenomen. Uw kenmerk - Contactpersoon T.C. (Teco) Noordegraaf Telefoon (073) 680 83 50 Email tnoordegraaf@brabant.nl Bijlage(n) - 1. Vorm van toezicht Ieder jaar besluiten wij vóór aanvang van het begrotingsjaar of voor uw gemeente repressief of preventief begrotingstoezicht van toepassing is. Uitgangspunten hierbij zijn de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (2014) en deze begrotingscirculaires. Repressief toezicht Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat u uw begroting direct kunt uitvoeren, zonder dat hier vooraf onze goedkeuring vereist is. Een gemeente komt in aanmerking voor repressief toezicht wanneer de begroting, inclusief nieuw beleid, naar ons oordeel structureel en reëel in evenwicht is. Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt. Daarnaast dienen de jaarrekening en de begroting tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november, aan ons te zijn toegezonden.

Preventief toezicht Preventief toezicht is de uitzondering. Dit betekent dat wij de begroting en de begrotingswijzigingen eerst moeten goedkeuren voordat u tot uitvoering kunt overgaan. Dit is aan de orde indien de begroting naar ons oordeel niet structureel en reëel in evenwicht is en het onvoldoende aannemelijk is dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt bereikt. Preventief toezicht kan ook worden ingesteld indien u de wettelijke inzendtermijn van de begroting heeft overschreden. 2. Structureel en reëel evenwicht Wij beoordelen jaarlijks of het begrotingsjaar of uiterlijk de laatste jaarschijf van de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht is. Deze toezichtscriteria zijn vastgelegd in artikel 203 van de Gemeentewet en nader uitgewerkt in ons Gemeenschappelijk financieel toezichtskader. Verder gaan wij na of het begrotingsjaar formeel in evenwicht is. Structureel evenwicht Als structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Dit geldt per jaarschijf. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het structureel begrotingssaldo kan alleen bepaald worden door het begrotingssaldo te zuiveren van incidentele baten en lasten. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij een belangrijk document. Dit overzicht is verplicht opgenomen in de begroting, maar het is van belang dat u dit ook daadwerkelijk gebruikt voor het bepalen en presenteren van het structureel begrotingssaldo. Voor het onderscheid tussen incidentele en structurele baten en lasten, verwijzen wij naar de Notitie incidentele en structurele baten en lasten van de Commissie BBV. Presentatie structureel begrotingssaldo Tijdens het onderzoek van de begrotingen 2017 hebben wij echter geconstateerd dat in een aantal gemeentebegrotingen (en bijbehorende raadsbesluiten) nog steeds geen inzichtelijke presentatie van het structurele begrotingssaldo is opgenomen. Hierdoor is het voor de raad wellicht niet helder wat nu feitelijk het structurele saldo is van de begroting die men zelf heeft vastgesteld. Om de gemeente hierbij te ondersteunen, maken wij een handreiking waarin wij aangeven hoe het begrotingssaldo idealiter zou moeten worden gepresenteerd. Hierbij is uiteraard ook rekening gehouden met de eisen die de recente wijzigingen van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) aan de inrichting van de begroting stellen. Wij zullen u deze handreiking uiterlijk 30 juni 2017 toezenden, zodat u hier rekening mee kunt houden bij de opstelling van de begroting 2018 en de meerjarenraming 2019-2021. 2/11

Reëel evenwicht Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn. Wanneer wij van oordeel zijn dat ramingen onvoldoende reëel zijn, kunnen wij een negatieve bijstelling doorvoeren op het structureel begrotingssaldo. Dit kan mogelijk betekenen dat wij van oordeel zijn dat uw begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en dat uw gemeente niet in aanmerking komt voor repressief toezicht. 3. Bepalen van het structureel en reëel evenwicht Bij onze toets of uw begroting structureel en reëel in evenwicht is, spelen diverse onderwerpen een rol. Vaststellingsbesluit begroting Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook informatie over de volgende zaken te bevatten: Welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging); ook de eventuele financiële consequenties van aangenomen amendementen dienen expliciet te worden benoemd. Investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden; Als het begrotingsjaar een tekort heeft, maar de meerjarenraming in evenwicht is, de wijze waarop het begrotingsjaar formeel sluitend is gemaakt. Onder formeel evenwicht verstaan wij de situatie waarin de door de raad vastgestelde baten en lasten van het begrotingsjaar, inclusief de mutaties in de reserves, ten minste formeel (boekhoudkundig) in evenwicht zijn. Wanneer er sprake is van een negatief geraamd resultaat van het begrotingsjaar, wordt dit afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Wij verwachten dan van de raad, dat de raad bij de vaststelling van de begroting besluit hoe dit negatieve resultaat gedekt wordt (bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve). Dit blijkt uit het vaststellingsbesluit. Nieuw beleid/investeringen Op grond van artikel 20 en 22 van het BBV dienen de financiële gevolgen van het nieuwe beleid, dat in de programma s is opgenomen, in de (meerjaren)begroting structureel en reëel te zijn geraamd. Duidelijk moet zijn, dat de gemeente in staat is om de volledige jaarlijkse lasten op te vangen binnen een structureel sluitende (meerjaren)begroting. In het kader van reëel ramen behoeft in het eerste jaar niet de volledige jaarlast van de nieuwe investering te worden opgenomen. Volstaan kan worden met het ramen van de lasten die naar verwachting in het jaar van de investering op de exploitatie zullen drukken. Het verschil tussen de volledige kapitaallasten en de geraamde kapitaallasten merken wij aan als onderuitputting kapitaallasten. 3/11

Bij de verantwoording van de onderuitputting kapitaallasten verdient de bruto methode een sterke voorkeur vanwege de inzichtelijkheid. De volledige kapitaallasten zijn dan structureel geraamd, maar hier tegenover staat aan de inkomstenkant, naast de voor het eerste jaar geraamde kapitaallast, een post onderuitputting kapitaallasten. Deze onderuitputting levert slechts een eenmalig voordeel op voor het begrotingsjaar en moet u daarom vermelden op het overzicht van incidentele baten en lasten. Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen Veel gemeenten nemen bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen op in de begroting en/of meerjarenramingen. Voor de bepaling van het structureel en reëel begrotingssaldo beoordelen wij deze op hardheid en haalbaarheid. Het is noodzakelijk dat u de raming van dergelijke bezuinigingsmaatregelen en taakstellingen reëel onderbouwt. Deze moeten concreet op programmaniveau zijn ingevuld en ook het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet vastliggen. Indien wij de ramingen onvoldoende reëel onderbouwd vinden zullen wij de gepresenteerde begrotingssaldi negatief bijstellen. Deze negatieve bijstelling kan tot gevolg hebben dat de (meerjaren)begroting naar ons oordeel niet structureel en reëel in evenwicht is, waardoor u niet in aanmerking komt voor repressief toezicht. Bezuiniging onderhoud kapitaalgoederen Wij kunnen alleen een positief oordeel geven over bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud van kapitaalgoederen, als voldoende aannemelijk is gemaakt dat de verlaging van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of onveilige situaties. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de door de raad vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn. Bezuiniging verbonden partijen Taakstellingen die u oplegt aan verbonden partijen, zoals gemeenschappelijke regelingen (afgekort: GR), beoordelen wij alleen als reëel, wanneer de verbonden partij op algemeen bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Aannemelijk moet worden gemaakt dat de taakstelling concreet zal worden ingevuld. Meerjarenbeleidsplan gemeenschappelijke regelingen Wij constateren dat gemeenschappelijke regelingen vooral aandacht hebben voor het begrotingsjaar. De meerjarenraming van de GR geeft vaak nog te weinig inzicht in de te verwachten ontwikkelingen en de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdragen. Als deelnemende gemeente bent u verantwoordelijk voor de financiële positie van de GR. Het is daarom van belang dat de gemeente voldoende sturing en regie ontwikkelt richting de GR door bijvoorbeeld een meerjarenbeleidsplan. De financiële consequenties die daaruit voortvloeien worden verwerkt in de (meerjaren)begroting van de GR. De raming van de gemeentelijke bijdragen neemt u op in uw (meerjaren)begroting. 4/11

Algemene uitkering uit het gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt geraamd op basis van reële uitgangspunten en tenminste de mei- of junicirculaire 2017 met de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de effecten van de herijking van het gemeentefonds. Wij vragen u de meerjarige berekeningen (2018 tot en met 2021) van de algemene uitkering, zoals u die hanteert in uw (meerjaren)begroting, eventueel na begrotingswijziging, mee te zenden met de vastgestelde begroting (inclusief de gehanteerde eenheden en bedragen per eenheid). Looncompensatie In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u rekening houdt met de budgettaire effecten van de loonstijgingen zoals opgenomen in de door u gehanteerde circulaire. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten of door het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die in de gehanteerde circulaire. Prijscompensatie In het kader van reëel ramen verwachten wij dat u (als u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen raamt) aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening houdt met een mutatie van de prijsontwikkeling van ten minste het in de gehanteerde circulaire genoemde Bruto Binnenlands Product. Voor zover een afwijkend percentage wordt toegepast voor prijsstijgingen/indexering van prijsgevoelige subsidies verwachten wij dat dit in de programmabegroting wordt beargumenteerd. Weerstandsvermogen en risicobeheersing De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing moet ten minste bevatten: een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; een inventarisatie van de risico s; het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico s; de vijf kengetallen; een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie. Het ontbreken van een duidelijke koppeling tussen de risico s en de benodigde weerstandscapaciteit kan ertoe leiden dat een neerwaartse trend in de financiële positie niet tijdig wordt gesignaleerd. Het formuleren van een beleidslijn over de voor de gemeente noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de onderkende risico s (bijvoorbeeld een ratio) is daarom van groot belang. De raad is autonoom om het beleid vast te stellen. Voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit nemen wij de geraamde stand per 1 januari van het begrotingsjaar als uitgangspunt. Dit betekent dat verwachte positieve saldi van de (meerjaren)begroting geen onderdeel zijn van de beschikbare 5/11

weerstandscapaciteit. De inventarisatie van de risico s wordt beoordeeld op volledigheid van opgenomen risico s en de financiële vertaling daarvan. PMposten moeten voorkomen worden. Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bevat de belangrijkste informatie over de kapitaalgoederen, ten minste van wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf geeft inzicht in: het beleidskader; de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties (van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau); de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. De raad bepaalt het kwaliteitsniveau en stelt het budget beschikbaar om dit kwaliteitsniveau te handhaven. De raad is immers autonoom om het kwaliteitsniveau vast te stellen. Dit kwaliteitsniveau mag echter niet onvoldoende zijn. Kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties moeten worden voorkomen. Het minimale niveau waarop er nog geen sprake is van kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties is voor wegenonderhoud niveau C (in het geval de CROW-normen worden toegepast). Het is van groot belang dat de opgenomen raming in de begroting in overeenstemming is met het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau. Wanneer deze overeenstemming ontbreekt, kunnen wij het geraamde budget aanmerken als een niet reële raming. Dit is ook het geval als er achterstallig onderhoud is ontstaan en de financiële vertaling van het wegwerken van dit achterstallig onderhoud onvolledig is of ontbreekt. Als er sprake is van achterstallig onderhoud dient dit vermeld te worden in deze paragraaf. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die getroffen worden om de achterstanden in te halen en de financiële vertaling daarvan. Voorzieningen Sommige gemeenten laten de voorzieningen voor groot onderhoud kapitaalgoederen vrijvallen. Meestal omdat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarde van het hebben van een actueel beheerplan. In de praktijk zien wij dat gemeenten als (tijdelijke) oplossing een bestemmingsreserve groot onderhoud kapitaalgoederen instellen om de onderhoudslasten te egaliseren. Wij attenderen u erop dat lasten van groot onderhoud kapitaalgoederen op twee manieren verwerkt kunnen worden in de begroting/jaarrekening: 1. De lasten worden in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie gebracht. 2. De lasten komen ten laste van een vooraf gevormde voorziening in het geval de lasten gelijkmatig verdeeld worden over verschillende begrotingsjaren. Het BBV kent dus niet de mogelijkheid om onderhoudslasten via een bestemmingsreserve te egaliseren. Wij accepteren (in overleg) echter een redelijke termijn om de (tijdelijke) oplossing van een bestemmingsreserve te 6/11

repareren. In het geval u het groot onderhoud kapitaalgoederen blijft egaliseren via een bestemmingsreserve groot onderhoud kapitaalgoederen, kunnen wij de onttrekking aan deze bestemmingsreserve aanmerken als incidentele dekking. Decentralisaties Sociaal Domein De taken binnen het sociale domein worden al twee jaar onder uw verantwoordelijkheid uitgevoerd. Het financiële beeld ten aanzien van het gevoerde beleid wordt steeds meer duidelijk. De meeste gemeenten hebben besloten om de taken binnen het sociale domein budgettair neutraal uit te voeren. Bij verwachte Rijkskortingen op de overgehevelde budgetten heeft dit tot gevolg dat gestuurd dient te worden op het beperken van de lasten. Een deel zal worden opgelost door efficiencyvoordelen, het andere deel zal leiden tot beleidsaanpassingen (versobering, transformatie). Indien van toepassing, zien wij graag concreet in uw begroting terug op welke wijze u het beperken van de lasten verwacht te realiseren. De decentralisatietaken worden veelal gezamenlijk opgepakt. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid blijft echter bij de deelnemende gemeenten liggen. Budgetoverschrijdingen worden aan de deelnemende gemeenten doorberekend. Door de omvang van de budgetten die bij deze taken horen, kan dit leiden tot omvangrijke risico s. Het lijkt er tevens op dat het solidariteitsbeginsel verder onder druk komt te staan, vooral bij de jeugdzorg. Dit kan leiden tot onverwachte lasten omdat de zorgvraag niet altijd tijdig bekend is. Daarnaast spelen bij dit domein nog onzekerheden, onder door de uitgestelde zorg en vroegsignalering. Ook bij de andere domeinen zijn de financiële consequenties van de uitvoering niet helemaal uitgekristalliseerd. Wij adviseren u om concrete afspraken te maken over de werkwijze, periodieke informatievoorziening, verantwoordingswijze en de manier waarop uw gemeente kan bijsturen. Deze afspraken kunnen van invloed zijn op de tijdigheid en kwaliteit van de verantwoording voor het jaar 2016. Deze jaarrekening zal meer inzicht geven of het vastgestelde beleid kan worden uitgevoerd met de beschikbaar gestelde budgetten. De uitkomsten uit de jaarrekening en het verslag van bevindingen van de accountant worden meegenomen bij de beoordeling van de realiteit van de ramingen. 4. Vaststellen en inzenden jaarrekening 2016 Vorig jaar hadden veel gemeenten problemen met het tijdig vaststellen van de jaarrekening 2015. Dit had alles te maken met het laat afgeven van de accountantsverklaring over de jaarrekening 2015 door de accountant. Het laat afgeven van de accountantsverklaring had weer te maken met onzekerheden en onduidelijkheden bij de zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Omdat de oorzaken, waarmee gemeenten werden geconfronteerd, voor het grootste deel buiten de macht van de gemeenten lagen, hebben wij geen sancties (preventief toezicht) verbonden aan het niet tijdig inzenden van de 7/11

jaarrekening 2015. Dit mede in de veronderstelling dat er sprake was van een eenmalige situatie. Ons bereiken signalen dat voor wat betreft het af kunnen geven van de accountantsverklaring bij de jaarrekening 2016, de omstandigheden wel verbeterd zijn, maar kennelijk alles nog niet helemaal op orde is. Op dit moment inventariseert het ministerie van BZK, in samenspraak met de koepelorganisaties VNG en NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) of er problemen zijn te verwachten bij het afgeven van accountantsverklaringen en hoe groot die problemen dan eventueel zijn. Zodra er meer duidelijkheid is informeren wij uw gemeente of wij wederom sancties achterwege laten in het geval de jaarrekening 2016 niet tijdig ingezonden wordt. Wij adviseren u om vooralsnog bij de planning van de jaarrekening 2016 uit te gaan van behandelen en vaststellen van de jaarrekening 2016 voor 15 juli 2017. 5. Ontwikkelingen Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) De Commissie BBV heeft enkele notities gepubliceerd die met ingang van het begrotingsjaar 2018 in werking treden. Wij betrekken deze notities bij de beoordeling van uw begroting. Notitie Rente In de notitie Rente 2017 wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en baten in de begroting en jaarstukken. Deze notitie is in het eerste halfjaar 2016 gepubliceerd, maar gezien het late tijdstip van publiceren was toepassing bij de begroting 2017 niet verplicht. Toepassing van deze notitie bij de begroting 2017 werd wel aanbevolen. Deze aanbeveling hebben de meeste gemeenten geheel of gedeeltelijk overgenomen. Met ingang van begrotingsjaar 2018 is het verplicht de notitie Rente toe te passen. Voor het inzicht in de rentelasten van externe financiering, de berekening van het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening adviseren wij het renteschema uit de notitie Rente op te nemen in de paragraaf financiering. Notitie verbonden partijen Wij zien een toename van samenwerking door gemeenten via verbonden partijen. Gemeenten blijven echter verantwoordelijk voor de taken die zij door verbonden partijen laten uitvoeren. Het is daarom belangrijk dat de gemeente de instrumenten voor bestuur en toezicht optimaal benut. De adviescommissie BBV (commissie Depla) heeft in juli 2015 geadviseerd om de informatie over verbonden partijen in de begroting en de jaarstukken te verbeteren. De uitwerking van dit advies heeft in 2016 geleid tot een wijziging van het BBV. Deze wijziging is voor het onderdeel verbonden partijen uitgewerkt in de Notitie Verbonden partijen, die de Commissie BBV in oktober 2016 heeft gepubliceerd. In artikel 15 van het BBV is aangegeven welke informatie de paragraaf verbonden partijen met ingang van de begroting 2018 dient te bevatten. Bij een juiste toepassing van dit artikel zal de informatieverstrekking over de verbonden partijen dynamischer worden. 8/11

Financiële verordening Door de wijzigingen van het BBV is het noodzakelijk de financiële verordening aan te passen. De voorgeschreven taakvelden en beleidsindicatoren hebben gevolgen voor de bepalingen in de verordening over de inrichting van de begroting en jaarstukken en voor de bepalingen over de autorisatie van de baten en lasten door de raad. Daarnaast moet de verordening nu ook regels bevatten voor de toerekening van de overheadkosten en de rente aan de kostprijzen van rechten en heffingen en aan de kostprijzen van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden. Ook is het noodzakelijk de regels over de afschrijving aan te passen als gevolg van de nieuwe plicht om investeringen met maatschappelijk nut altijd te activeren en af te schrijven naar gelang de gebruiksduur. In de verordening moet ook duidelijkheid worden gegeven hoe de gemeente omgaat met de rente aan de eigen financieringsmiddelen. Tenslotte kunnen de financiële kengetallen, waarmee de raad over de financiële conditie van de gemeente wordt geïnformeerd, ook leiden tot wijziging van de verordening. Wanneer u de financiële verordening actualiseert, dient u deze (conform artikel 214 van de Gemeentewet) binnen twee weken na vaststelling door de raad aan ons in te zenden. Dit geldt ook voor de nota s die voortvloeien uit de financiële verordening, zoals bijvoorbeeld een nota activerings- en afschrijvingsbeleid. 6. Overige ontwikkelingen Precariobelasting Op 21 maart 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting over netwerken die nutsbedrijven onder, op of boven de gemeentegrond exploiteren. Het wetsvoorstel introduceert een wettelijke vrijstelling die ertoe strekt dat geen precariobelasting kan worden geheven ter zake van netwerken die zich bevinden onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de gemeente, de provincie of het waterschap. In eerste instantie moest, om voor de overgangstermijn in aanmerking te komen, aan de voorwaarde worden voldaan dat al in 2015 sprake was van precarioheffing op kabels, draden of leidingen. De minister heeft met de nota van wijziging van december 2016 de voorwaarde voor de overgangsmaatregel aangepast. In deze nota is de overgangsregeling verruimd door in de voorwaarde voor toegang tot de overgangsregeling te stellen dat er op 10 februari 2016 een belastingverordening moet zijn voor het heffen van precariobelasting op nutsnetwerken. Gemeenten die aan deze voorwaarde voldoen mogen tot 2022 precariobelasting op openbare werken van algemeen nut blijven heffen, naar maximaal het tarief dat op de dag van 10 februari 2016 in de verordening stond. Dit betekent dat na 5 jaar de inkomsten uit deze belasting vervallen voor de gemeenten die hiermee te maken hebben. Wij adviseren een plan van aanpak op te stellen en de komende 5 jaar deze 9/11

inkomsten zodanig in de begroting te verwerken dat er een geleidelijke overgang is naar een structureel sluitende begroting na 5 jaar. Asielzoekers en vergunninghouders Voor de huisvesting van de vergunninghouders asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen is de gemeente verantwoordelijk. Naast het zorgen voor voldoende woningen, is het ook van belang om in de meerjarenbegroting 2018-2021 rekening te houden met extra lasten en baten die hier eventueel uit voortvloeien. Hierbij kan gedacht worden aan huisvestingskosten, maar ook aan hogere lasten voor sociale voorzieningen. Omgevingswet In het voorjaar van 2019 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden. Deze wet bundelt de wetgeving en de regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Er komt hiermee één integrale wet die ontwikkeling in de fysieke leefomgeving stimuleert en kwaliteit borgt. De gevolgen van deze wet zullen groot zijn voor alle gemeenten. Denk bijvoorbeeld aan het behandelen van vergunningaanvragen volgens het beginsel: één loket, één procedure en één vergunning. Dit heeft gevolgen voor interne procedures en mogelijk ook voor de organisatie. Het is dan ook van groot belang om een goede inschatting te maken van wat er op uw gemeente afkomt, zodat u zich adequaat op deze wet kunt voorbereiden. Daarbij past ook de vraag wat de financiële gevolgen voor uw gemeente zullen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de personele inzet en begeleiding van het implementatieproces, opleiding van de medewerkers, ICT, ontwikkelen van de omgevingsdocumenten etc. Wij gaan ervan uit dat u tijdig met de voorbereidingen begint en daarbij rekening houdt met de hieruit voortvloeiende financiële consequenties met ingang van 2018. Voor meer informatie over de invoering van de Omgevingswet verwijzen wij naar het Programma Aan de slag met de Omgevingswet: http://aandeslagmetdeomgevingswet.nl. 7. Tot slot Op brabant.nl staan diverse actualiteiten op het gebied van financieel toezicht, waaronder deze begrotingscirculaire. Hebt u vragen over deze circulaire dan kunt u contact opnemen met de contactambtenaar voor uw gemeente. 10/11

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze, Mw. drs. E. Breebaart, afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend. 11/11