Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015. Voor u ligt een geactualiseerde versie van de Huisvestingsgids Vlaams-Brabant.



Vergelijkbare documenten
besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari Voor u ligt een geactualiseerde versie van de Huisvestingsgids Vlaams-Brabant.

57528 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Vlaamse Regering ^jsjjjsf """ Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is

Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

3. Soepele meldingsprocedure vervangt de vergunningsaanvraag soms...3

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

VR DOC.1080/2BIS

Hoofdstuk 2. Aanwijzing van meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

VR DOC.0637/2BIS

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING, MELDING EN VRIJSTELLING

stedenbouwkundige vergunning, melding en vrijstelling

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is.

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 99, 1, 6, en 2;

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING, MELDING EN VRIJSTELLING

Publicatie :

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een carport

VR DOC.0412/2BIS

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een garage

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Stedenbouwkundige inlichtingen

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

Voor u ligt de huisvestingsgids Vlaams-Brabant. Het is een handleiding die u wegwijs maakt in de vele tegemoetkomingen voor particulieren.

meldings- en vergunningsplicht

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een zwembad

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN

VR MED.0151/2BIS

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGSPLICHT

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Verslag van de omgevingsambtenaar

ART. 7 OVERDRUK ZONEVREEMDE WONINGEN AANSLUITEND OP GEREALISEERD WOONLINT B Categorisering van gebiedsaanduiding 4: landbouw

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een tuinhuis

Hoe kan ik een melding indienen?

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

meldings- en vergunningsplicht

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VR DOC.0003/2

Aanvraag van een stedenbouwkundig attest

Verslag van de omgevingsambtenaar

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

Bestaand regionaal bedrijf

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Hoofdstuk 1: Definities

BIJLAGE I BIJ HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT BEPALING VAN DE NADERE REGELS VOOR DE AANVRAAG EN DE AFGIFTE VAN HET STEDENBOUWKUNDIG ATTEST

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Aanvraag van een planologisch attest

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Aanstiplijst sociale last en last bescheiden woonaanbod

30/09/2010. Inrichten en aanleggen volgens de regels Steven Clays, Trage Wegen vzw. Overzicht van de presentatie

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Stedenbouwkundige verordening. inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen. Vrijheid 29 B-2370 Arendonk

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Art. 1 - Dit regelement is van toepassing vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

Publicatie :

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

College van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 oktober 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 december 2011

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

Aanvraag van een stedenbouwkundig attest

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

Wat betekent eraan palen/die palen aan?

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Meldingsplicht en vrijstellingen van stedenbouwkundige vergunning

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening met zijn wijzigingen.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Transcriptie:

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015 Beste lezer, Voor u ligt een geactualiseerde versie van de Huisvestingsgids Vlaams-Brabant. Deze handleiding maakt u wegwijs in de vele tegemoetkomingen voor particulieren. De provinciale dienst Wonen bracht in deze gids informatie bijeen van verschillende beleidsniveaus: federale fiscale maatregelen, steunmaatregelen van het Vlaamse gewest, provinciale premies en leningen, energiebesparende maatregelen van diverse nutsmaatschappijen, enz Deze gids vertrekt vanuit het standpunt van de gebruiker. Hij geeft een antwoord op de vraag: Welke steun of voordeel kan ik krijgen wanneer ik ga bouwen, kopen, renoveren of huren? Vragen die ambtenaren en instanties bijna elke dag moeten beantwoorden. Deze huisvestingsgids is dan ook in de eerste plaats bedoeld voor doorverwijzers. De gids is opgevat als een werkmap. Eigen aantekeningen of aanvullingen kunnen toegevoegd worden. De gids is ook bewust losbladig samengesteld. Dit laat ons toe op een eenvoudige wijze actueel te blijven als voorwaarden wijzigen of als er nieuwe initiatieven worden genomen. De provincie zal u periodiek de wijzigingen doorsturen. We zijn met deze huisvestingsgids zo volledig mogelijk geweest. Elke suggestie voor verbetering, aanpassing is echter zeker welkom. U vindt de contactgegevens elders in deze map. Met deze gids willen we iedere geïnteresseerde burger een leidraad geven om maximaal gebruik te kunnen maken van de diverse steunmaatregelen. Hiermee willen we de inwoners helpen een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden in de provincie Vlaams Brabant. Tom Dehaene gedeputeerde

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015 Huisvestingsgids provincie Vlaams-Brabant. Leeswijze: Hoe deze gids gebruiken Met de huisvestingsgids hebben we geprobeerd een overzicht te maken van tegemoetkomingen waarop inwoners van de provincie Vlaams-Brabant recht hebben wanneer zij zich in een bepaalde huisvestingsituatie bevinden. Een woning kopen, bouwen, renoveren of huren, het zijn allemaal situaties waarin men zich kan bevinden. In iedere situatie kan men gebruik maken van een aantal voordelen maar wanneer, welke en vooral waar moet men terecht? In deze gids, die opgesplitst is in deze huisvestingssituaties, komen de verschillende onderwerpen terug. U moet dus starten met de vraag: in welke situatie bevindt men zich. Dan kan men in de inhoudsopgave overlopen of de informatie gekend is en welke tegemoetkomingen er bestaan. U zult dus vaststellen dat bepaalde onderwerpen terug komen in de verschillende hoofdstukken bv. leningen vindt men bij 'ik ga bouwen', bij 'ik ga kopen', maar ook bij 'ik ga renoveren/aanpassen'. Wij hebben de teksten herhaald, wanneer nodig aan de situatie aangepast, zodat u niet van het ene naar het andere hoofdstuk hoeft te bladeren. De gemeentelijke tegemoetkomingen zijn niet opgenomen in de gids, er is alleen een overzicht gemaakt van waar/welke tegemoetkomingen gegeven worden. Voor meer inlichtingen kan u dan terecht bij de gemeentelijke diensten (telefoonnummers zijn te vinden in hoofdstuk gemeentelijke reglementen). De huisvestingsgids is zeker geen afgewerkt document, het is eerder uw werkmap waar u bij kan noteren, toevoegen, schrappen... Kortom zodat het 'uw' werkmap wordt. Actualisatie De gegevens in deze gids zijn een momentopname. Waarschijnlijk zijn bij het lezen van deze gids al cijfers, adressen of namen gewijzigd. Jammer, maar onvermijdelijk. We streven er naar om minstens 1 keer per jaar de gegevens te actualiseren. De gids is ook te vinden op de website van de provincie Vlaams-Brabant : www.vlaamsbrabant.be Medewerking Deze gids is geen afgewerkt product. Zonder actualisatie is deze gids snel verouderd en totaal onbruikbaar.daarvoor vragen wij uw medewerking. Wanneer er onduidelijkheden zijn, meld ze ons. Wanneer u gehoord heeft dat er een nieuwe premie is, dat gegevens niet meer juist zijn, dat u een contactpersoon niet kan bereiken of andere problemen geef het dan door. We zoeken het uit en nemen het op in de gids. Inlichtingen Naam organisatie : Provincie Vlaams-Brabant, dienst Wonen Adres : Provincieplein 1-3010 Leuven Naam contactpersoon : Jean - Pierre De Groef Telefoonnummer : 016-26 74 04 - Faxnummer : 016-26 73 18 E-mailadres : jean-pierre.degroef@vl-brabant.be website : www.vlaamsbrabant.be/wonen

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015 I. Ik ga bouwen I. A. Informatie I. A. 1. Wanneer een stedenbouwkundige vergunning aanvragen? I. A. 2. Procedure stedenbouwkundige vergunning I. A. 3. Immotheker I. A. 4. Premiezoeker I. A. 5. Projecten lokaal woonbeleid I. A. 6. Duurzaam bouwadvies I. B. Steunmaatregelen I. B. 1. Sociale leningen: I. B. 1. a. bij een sociale kredietmaatschappij erkend door de Vlaamse regering I. B. 1. b. bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (V.M.S.W.) I. B. 2. Vermindering van de onroerende voorheffing I. B. 2.' Verzekering gewaarborgd wonen I. B. 3. Vermindering van registratierecht (bij aankoop van een bouwgrond) I. B. 4. Subsidies voor duurzaam bouwen I. B. 4. a. bij het installeren van een hemelwaterput I. B. 4. b. bij het installeren van een individuele waterzuivering I. B. 4. c. bij het aanleggen van infiltratievoorzieningen I. B. 5. I. B.5. a Subsidies en fiscale voordelen bij energiebesparende investeringen I. B.5. b Vlaamse Energielening I. B. 6. Fiscale voordelen en gratis advies bij de installatie van een beveiligingssysteem tegen brand en inbraak

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015 II. Ik ga kopen II. A. Informatie II. A. 1. II. A. 2. II. A. 3. II. A. 4. II. A. 5. Een woning aankopen, begrippen Waarop moet u letten wanneer u een woning zoekt? Immotheker Premiezoeker Projecten Lokaal Woonbeleid II. B. Steunmaatregelen II. B. 1. II. B. 2. II. B. 3. II. B. 4. II. B. 5. II. B. 6. Aankoop van een woning bij een sociale bouwmaatschappij Aankoop van een gehuurde woning bij een sociale huisvestingsmaatschappij Sociale leningen: II. B. 3. a. bij een sociale kredietmaatschappij erkend door de Vlaamse regering II. B. 3. b. bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (V.M.S.W.) II. B. 3. c. bij het Vlaams Woningfonds Vermindering van de onroerende voorheffing Registratierecht Verzekering gewaarborgd wonen

Huisvestingsgids Vlaams Brabant / versie februari 2015 III. Ik ga renoveren of aanpassen III. A. Informatie III. A. 1. III. A. 2. III. A. 3. III. A. 4. III. A. 5. III. A. 6. III. A. 7. Wanneer een stedenbouwkundige vergunning aanvragen? Hoe een stedenbouwkundige vergunning aanvragen? Woonadvies voor ouderen en personen met een handicap Immotheker Premiezoeker Projecten Lokaal Woonbeleid Duurzaam bouwadvies III. B. Steunmaatregelen III. B. 1. III. B. 2. III. B. 3. III. B. 4. III. B. 5. III. B. 6. III. B. 7. III. B. 8. III. B. 9. III. B. 10. III. B. 11. Sociale leningen: III. B. 1. a. bij een sociale kredietmaatschappij erkend door de Vlaamse regering III. B. 1.b. bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (V.M.S.W.) III. B. 1.c. bij de provincie Vlaams-Brabant (aanvullende lening) III. B. 1.d. bij het Vlaams Woningfonds Vermindering van de onroerende voorheffing Verzekering gewaarborgd wonen Subsidies voor duurzaam bouwen III. B. 4. a. bij het installeren van een hemelwaterput III. B. 4. b. bij het installeren van een individuele waterzuiveringsinstallatie III. B. 4. c. bij het aanleggen van infiltratievoorzieningen III. B.5. a Subsidies en fiscale voordelen bij energiebesparende investeringen III. B.5. b Vlaamse Energielening Verbeteringspremie van het Vlaamse Gewest Renovatiepremie van het Vlaamse Gewest Aanpassingspremie van het Vlaamse gewest Aanpassingspremie voor ouderen en personen met een handicap van de provincie Vlaams-Brabant Terugbetaling door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap van kosten aanpassingswerken woning Fiscale voordelen en gratis advies bij de installatie van een beveiligingssysteem tegen brand en inbraak

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 IV. A. Informatie IV. Ik ga huren IV. A. 1. IV. A. 2. IV. A. 3. IV. A. 4 Wat gaat u best na voor u een woning huurt IV. A.1. a. de huurovereenkomst IV. A.1. b. opzeggingsmogelijkheden van de huurovereenkomst IV. A.1. c. de waarborg IV. A.1. d. verkoop van de huurwoning IV. A.1. e betwisting tussen huurder en verhuurder IV. A.1. f. huurachterstal : Het Vlaams huurgarantiefonds IV. A.1. g. registratie van de huurovereenkomst Huurdersbond Premiezoeker Projecten Lokaal Woonbeleid IV. B. Steunmaatregelen IV. B. 1. IV. B. 2. IV. B. 3. IV. B. 4. IV. B. 5. IV. B. 6. IV. B. 7. IV. B. 8. IV. B. 9. Huren van een sociale woning IV. B. 1. a. bij een sociale huisvestingsmaatschappij IV. B. 1. b. bij een sociaal verhuurkantoor IV. B. 1. c. bij uw gemeente of OCMW Huursubsidie en installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste woning Huurpremie voor wie 5 jaar ingeschreven is bij een domiciliemaatschappij Vermindering van onroerende voorheffing Verbeteringspremie van het Vlaamse Gewest Aanpassingspremie voor ouderen en personen met een handicap van het Vlaamse Gewest Aanpassingspremie voor ouderen en personen met een handicap van de provincie Vlaams-Brabant Leningen voor renovatiewerken bij de provincie Vlaams-Brabant IV. B. 9. a Subsidies en fiscale voordelen bij energiebesparende maatregelen IV. B. 9. b Vlaamse Energielening IV. B. 10. Fiscale voordelen en gratis advies bij de installatie van een beveiligingssysteem tegen brand en inbraak.

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen I. Ik ga bouwen I. A. Informatie I. A. 1. Wanneer een stedenbouwkundige vergunning aanvragen? I. A. 2. Procedure stedenbouwkundige vergunning I. A. 3. Immotheker I. A. 4. Premiezoeker I. A. 5. Projecten lokaal woonbeleid I. A. 6. Duurzaam bouwadvies I. B. Steunmaatregelen I. B. 1. Sociale leningen: I. B. 1. a. bij een sociale kredietmaatschappij erkend door de Vlaamse regering I. B. 1. b. bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (V.M.S.W.) I. B. 1. c. bij de provincie Vlaams-Brabant (aanvullende lening) I. B. 2. Vermindering van de onroerende voorheffing I. B. 2.' Verzekering gewaarborgd wonen I. B. 3. Vermindering van registratierecht (bij aankoop van een bouwgrond) I. B. 4. Subsidies voor duurzaam bouwen I. B. 4. a. bij het installeren van een hemelwaterput I. B. 4. b. bij het installeren van een individuele waterzuivering I. B. 4. c. bij het aanleggen van infiltratievoorzieningen I. B. 5. I. B.5. a Subsidies en fiscale voordelen bij energiebesparende investeringen I. B.5. b Vlaamse Energielening I. B. 6. Fiscale voordelen en gratis advies bij de installatie van een beveiligingssysteem tegen brand en inbraak I

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen Wanneer vraagt u een stedenbouwkundige vergunning aan? Als algemene regel geldt dat u voor het bouwen van een constructie een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt. Dit lijkt eenvoudig en logisch. De wetgeving ruimtelijke ordening stelt echter dat u niet enkel om te bouwen een vergunning nodig hebt, maar ook om * de woonfunctie te wijzigen * een grond te gebruiken voor het plaatsen van een of meer vaste inrichtingen; * af te breken; * te herbouwen; * te verbouwen (zowel buiten als binnen in een gebouw) Wie een kleine ingreep aan zijn woning wil doorvoeren, kan dat vanaf 1 december 2010 sneller en met minder administratieve verplichtingen. Dat is het gevolg van de goedkeuring van twee besluiten van de Vlaamse overheid. Meldingsplicht Voor een aantal werken wordt de stedenbouwkundige vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Het gaat bijvoorbeeld over het openbreken van een gevel voor het plaatsen van een grote raampartij interne verbouwingswerken die gepaard gaan met stabiliteitswerken. oprichting van bijgebouwen, aangebouwd aan een woning, met een maximale oppervlakte van 40m2 per perceel zorgwonen Melden is enkel mogelijk als uw project aan een aantal voorwaarden voldoet. Win dus steeds informatie in bij uw gemeentebestuur. Zo voorkomt u dat u een stedenbouwkundige overtreding begaat. De werken moeten gemeld worden aan de gemeente met een vast formulier. Twintig dagen na het indienen van het meldingsdossier kan u met de werken beginnen. Let wel: aan de regels rond medewerking van een architect verandert niets. Bij werken met impact op de stabiliteit van de woning is de medewerking van een architect verplicht. In die gevallen zal een architect voor u het aanvraag- of meldingsdossier samenstellen en ondertekenen.evenmin verandert de verplichting tot energieprestatie-verslaggeving, het aanstellen van een veiligheidscoördinator en het naleven van de privacybepalingen uit het burgerlijk wetboek (lichten en zichten). Vrijstelling Het aantal van vergunning vrijgestelde werken wordt vereenvoudigd en uitgebreid. Samengevat geldt de vrijstelling voor vrijstaande gebouwen waarvan de oppervlakte samen maximaal 40m² bedraagt en voor niet overdekte constructies (terras, zwembad, vijver, ) waarvan de oppervlakte samen maximaal 80m² bedraagt. Niet overal geldig I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen Zowel de melding als de vrijstellingen zijn niet geldig als ze strijdig zijn met andere regelgeving (beschermde erfgoed, verkavelingsvoorschriften, lokale plannen). Het blijft dus aangeraden zich op voorhand goed te informeren. Regelgeving Gezien de meldingsplichtige handelingen en de handelingen waarvoor geen stedebouwkundige vergunning nodig is gedetailleerd zijn bepaald in de 2 besluiten van de Vlaamse Regering, worden teksten van die besluiten hierna weergegeven. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Dit besluit treedt in werking op 1 december 2010 bvr 16/7/2010 b.s. 10/9/2010 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 achtergevel: gevel die geen voorgevel of zijgevel is; 2 achtertuin: tuingedeelte van het goed dat geen voortuin of zijtuin is; 3 het goed: het kadastrale perceel of de kadastrale percelen waarop de handelingen betrekking hebben, of, voor de percelen zonder kadastraal nummer, de grond of de gronden waarop de handelingen betrekking hebben; 4 industriegebied in de ruime zin: elk gebied, bestemd voor industrie en ambacht, ook als het onderworpen is aan bijzondere voorwaarden; 5 voorgevel: elke gevel gericht op de voorliggende weg, met uitzondering van garagewegen of voetwegen; 6 voorgevellijn: de lijn die gevormd wordt door de voorgevel of voorgevels door te trekken tot op de zijgrenzen van het goed; 7 voortuin: gedeelte van het goed dat voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw ligt; 8 zijgevel: gevel aan de zijkant van het hoofdgebouw; 9 zijtuin: gedeelte van het goed dat ter hoogte van een zijgevel gelegen is. Hoofdstuk 2. Aanwijzing van meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Art. 2. Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden binnen in hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd. Art. 3. Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd; 3 het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd. I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen Art. 4. Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is. 1 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 2 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd; 3 de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter; 4 de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen; 5 de hoogte is beperkt tot 4 meter. In afwijking van het eerste lid, 4, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd: de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw. Art. 5. Voor de verbouwing of uitbreiding van een bestaand, hoofdzakelijk vergund industrieel of ambachtelijk bedrijf, gelegen in industriegebied in de ruime zin, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding, als aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1 de handelingen brengen geen wijziging van de industriële of ambachtelijke functie met zich mee; 2 er wordt geen bedrijfswoning gecreëerd; 3 de uitbreiding maakt een fysisch geïntegreerd deel uit van het bestaande gebouwencomplex; 4 de werken gaan niet gepaard met een ontbossing, inname of aantasting van bufferzones; 5 de hoogte van de gebouwen wordt beperkt tot de afstand tot de zijdelingse en de achterste perceelsgrenzen; 6 de afstand tot de zijdelingse en de achterste perceelsgrenzen bedraagt minstens 3 meter; 7 de gebouwen zijn niet hoger dan 10 meter; 8 voor de inrichting is een milieuvergunning klasse I of II verleend, en de gebouwen zijn in het aanvraagdossier van de milieuvergunning vermeld. Art. 6. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen, met behoud van de toepassing van de andere regelgeving die van toepassing is. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen, te verrichten op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde landschappen, in voorlopig of definitief aangeduide erfgoedlandschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische monumenten. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook. Hoofdstuk 3. Indienings- en betekeningswijze van de melding Art. 7. 1. De melding, vermeld in artikel 2, 3 en 4, wordt gedaan met het formulier, gevoegd als bijlage I bij dit besluit. De melding, bedoeld in artikel 5, wordt gedaan met het formulier, gevoegd als bijlage II bij dit besluit. 2. Het dossier van de melding bevat één exemplaar van de stukken, voorgeschreven door het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van het aanvraagformulier. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is gemachtigd om de bijlagen bij dit besluit te wijzigen. Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2010. Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit. Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is Dit besluit trad in werking op 1 december 2010 bvr 16/7/2010 b.s. 10/9/2010 wijz. bvr 26/11/2010 b.s. 13/12/2010 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 achtergevel: gevel die geen voorgevel of zijgevel is; 2 achtertuin: tuingedeelte van het goed dat geen voortuin of zijtuin is; 3 agrarisch gebied in de ruime zin: elk gebied, hoofdzakelijk bestemd voor de landbouw, ook als het onderworpen is aan bijzondere voorwaarden; 4 het goed: het kadastrale perceel of de kadastrale percelen waarop de handelingen betrekking hebben, of, voor de percelen zonder kadastraal nummer, de grond of de gronden waarop de handelingen betrekking hebben; 5 industriegebied in de ruime zin: elk gebied, bestemd voor industrie en ambacht, ook als het onderworpen is aan bijzondere voorwaarden; 6 niet-overdekte constructies: constructies zonder bouwvolume waarvan de hoogte beperkt is tot 1,5 meter boven het maaiveld; I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen 7 openbaar domein: de openbare wegen, de spoorwegen, de bevaarbare rivieren en de kanalen dienstig voor de scheepvaart of een ander gebruik van openbaar nut, met telkens hun aanhorigheden, de openbare parken en pleinen, de zeestranden en duinen; 8 open afsluiting: afsluiting in draad of draadgaas; 9 Ramsargebied: een gebied dat aangewezen is krachtens de overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, opgemaakt in Ramsar op 2 februari 1971; 10 schuilhok: een eenvoudige constructie, waarin een of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven. Schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn om dieren permanent te huisvesten; 11 voorgevel: elke gevel gericht op de voorliggende weg, met uitzondering van garagewegen of voetwegen; 12 voorgevellijn: de lijn die gevormd wordt door de voorgevel of voorgevels door te trekken tot op de zijgrenzen van het goed; 13 voortuin: gedeelte van het goed dat voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw ligt; 14 woongebied in de ruime zin: elk gebied, bestemd voor de oprichting van residentiële woningen, ook als het onderworpen is aan bijzondere voorwaarden; 15 zijgevel: gevel aan de zijkant van het hoofdgebouw; 16 zijtuin: gedeelte van het goed dat ter hoogte van een zijgevel ligt. Art. 1.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, onverminderd andere regelgeving, inzonderheid de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt. Art. 1.3. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen. Art. 1.4. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, algemene plannen van aanleg, bijzondere plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, 3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Hoofdstuk 2. Handelingen in, aan en bij woningen Art. 2.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen: 1 gebruikelijke ondergrondse constructies als ze niet voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook liggen; 2 handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging van het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken; 3 zonnepanelen of zonneboilers op een plat dak, tot maximaal 1 meter boven de dakrand, en zonnepanelen of zonneboilers die geïntegreerd zijn in het hellende dakvlak; 4 binnenverbouwingen zonder stabiliteitswerken; 5 afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de zijtuin en achtertuin; 6 open afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de voortuin; 7 gesloten afsluitingen tot een hoogte van 1 meter in de voortuin; 8 niet-overdekte constructies tot maximaal 80 vierkante meter per goed, met inbegrip van alle bestaande niet-overdekte constructies, in zijtuin en achtertuin, tot op 1 meter van de I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen perceelsgrenzen; 9 de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen; 10 de plaatsing van allerhande kleine tuinconstructies zoals tuinornamenten, brievenbussen, barbecues en speeltoestellen; 11 van het hoofdgebouw vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen, met inbegrip van carports, in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 1 meter van de perceelsgrenzen. De vrijstaande bijgebouwen kunnen in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht worden en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 vierkante meter per goed, met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen. De hoogte is beperkt tot 3 meter; 12 het opslaan van allerhande bij de woning horende materialen en materieel met een totaal maximaal volume van 10 kubieke meter, niet zichtbaar vanaf de openbare weg; 13 het plaatsen van één verplaatsbare inrichting die voor bewoning kan worden gebruikt, zoals één woonwagen, kampeerwagen of tent, niet zichtbaar vanaf de openbare weg, zonder er effectief te wonen. Art. 2.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1 ze worden volledig uitgevoerd binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning; 2 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd; 3 het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd; 4 de handelingen zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen; 5 de handelingen, vermeld in art. 2.1, 8, 11, 12 en 13 zijn niet gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Hoofdstuk 3. Handelingen in, aan en bij andere gebouwen dan woningen Art. 3.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen: 1 gebruikelijke ondergrondse constructies als ze niet voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook liggen; 2 handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging van het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken; 3 zonnepanelen of zonneboilers op een plat dak, tot maximaal 1 meter boven de dakrand, en zonnepanelen of zonneboilers die geïntegreerd zijn in het hellende dakvlak; 4 binnenverbouwingen zonder stabiliteitswerken; 5 afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de zijtuin en achtertuin; 6 open afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de voortuin; 7 gesloten afsluitingen tot een hoogte van 1 meter in de voortuin; 8 de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen; 9 de plaatsing van seizoensgebonden, niet-overdekte terrassen bij horecazaken. Art. 3.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 3.1, geldt enkel als de handelingen voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 ze worden volledig uitgevoerd binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen vergund of vergund geacht gebouw; 2 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd; 3 de handelingen vermeld in art. 3.1, 1, 5, 6, 7 en 8 zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. Hoofdstuk 4. Handelingen in industriegebied Art. 4.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing, in industriegebied in de ruime zin, van installaties en andere constructies dan gebouwen, op voorwaarde dat aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1 ze staan in functie van de industriële of ambachtelijke bedrijvigheid; 2 ze worden opgericht binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw; 3 ze liggen op minstens 3 meter van de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen; 4 ze zijn niet hoger dan 10 meter; 5 ze liggen niet voor de rooilijn; 6 voor de inrichting, met inbegrip van de installaties of constructies, is een milieuvergunning klasse I of II verleend. Art. 4.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 4.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1 ze zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. 2 ze gaan niet gepaard met een ontbossing, inname of aantasting van bufferzones; 3 ze zijn niet gesitueerd in zones voor ecologische infrastructuur, aangeduid op een bestemmingsplan. Hoofdstuk 5. Handelingen in agrarisch gebied Art. 5. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van de volgende zaken als ze in agrarisch gebied in de ruime zin liggen: 1 constructies met een maximumhoogte van 3,5 meter, als ze dienen voor de teelt of bescherming van landbouwgewassen en na de oogst worden verwijderd; 2 open afsluitingen met een maximale hoogte van 2 meter; 3 een schuilhok voor weidedieren. Het schuilhok heeft houten wanden, een oppervlakte van ten hoogste 20 vierkante meter, een hoogte van maximaal 3 meter en minstens één volledig open zijde; 4 een krengenhuisje; 5 het draineren van een goed voor landbouw- of bodembeheerdoeleinden door de aanleg van een geheel van ondergrondse zuig- en/of moerleidingen, omhullingsmaterialen en eindbuizen en van een geheel van boven- en/of ondergrondse uitmondingsvoorzieningen, controleputten en hulpstukken, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: a) de bovengrondse zichtbare voorzieningen hebben maximale afmetingen van 1 meter x 1 meter en liggen gelijk met het maaiveld of met het talud van de ontvangende waterloop; I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen b) de drainagewerken worden niet uitgevoerd in de volgende gebieden of zones: 1) Speciale Beschermingszones; 2) de Ramsargebieden; 3) Ruimtelijk kwetsbare gebieden of een overstromingsgebied, of op minder dan 50 meter van deze gebieden; c) voor de drainagewerken is geen milieueffectrapport vereist; 6 de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar de agrarische bedrijfsgebouwen, inclusief de bedrijfswoning; 7 bijenstallen of bijenkorven. Hoofdstuk 6. Groen Art. 6.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor: 1 het vellen van hoogstammige bomen, op voorwaarde dat aan al de volgende vereisten voldaan is: a) ze maken geen deel uit van een bos; b) ze liggen in een woongebied in de ruime zin, in een agrarisch gebied in de ruime zin of in een industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied; c) ze liggen binnen een straal van maximaal 15 meter rondom de vergunde woning, de vergunde landbouwbedrijfswoning of landbouwbedrijfsgebouwen of de vergunde bedrijfswoning of bedrijfsgebouwen; 2 het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van het agentschap voor Natuur en Bos; 3 het vellen van hoogstammige bomen, gelegen op terreinen waarvoor een door de bevoegde overheid of bevoegde administratie(s) goedgekeurd beheersplan of beheersvisie bestaat op basis van de milieu- en natuurwetgeving, als het vellen van de hoogstammige bomen als activiteit in dat beheersplan of beheersvisie is opgenomen. Art. 6.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de handelingen, die opgenomen zijn in een goedgekeurd beheersplan op basis van het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, of in een goedgekeurd natuurinrichtingsproject, of in een goedgekeurd inrichtingsplan in het kader van een landinrichtingsproject, of in een van openbaar nut verklaarde ruilverkaveling voor zover ze niet gepaard gaan met de oprichting van constructies groter dan 40 vierkante meter en voor zover ze niet gepaard gaan met een ontbossing. Hoofdstuk 7. Tijdelijke handelingen Art. 7.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor tijdelijke handelingen nodig voor de uitvoering van vergunde werken, als die handelingen plaatsvinden binnen de werkstrook die afgebakend is in de stedenbouwkundige vergunning. Art. 7.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van tijdelijke constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1 een maximale duur van 90 dagen per jaar wordt niet overschreden; I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen 2 de plaatsing gebeurt niet in een ruimtelijk kwetsbaar gebied; 3 de tijdelijke constructies brengen de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang. Art. 7.3. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor een tijdelijke gebruikswijziging van een bestaand, hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw, als dit een maximale duur van 90 dagen per jaar niet overschrijdt Art. 7.4. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor tijdelijke reliëfwijzigingen voor de organisatie van sportmanifestaties, als: 1 die maximaal driemaal per jaar worden georganiseerd; 2 die worden georganiseerd in recreatiegebied in de ruime zin, industriegebied in de ruime zin, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen of agrarisch gebied in de ruime zin; 3 die niet worden georganiseerd: a) in Speciale Beschermingszones; b) in de Ramsargebieden; c) in de als beschermd aangeduide duingebieden of als voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden; d) in de beschermde landschappen; e) in ruimtelijk kwetsbare gebieden; 4 het reliëf wordt hersteld in zijn oorspronkelijke staat binnen 10 dagen na de aanvang van de werken. Hoofdstuk 8. Wijzigingen van al ingerichte terreinen Art. 8.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de herinrichting van de volgende terreinen, als er geen gebouwen opgericht worden en als de herinrichting eigen is aan de functie van het terrein: 1 openbare begraafplaatsen, 2 openbare parken, openbare groenzones en publiek toegankelijke dierentuinen; 3 al dan niet openbare terreinen voor recreatie; 4 openbaar spoorwegdomein, als het aantal sporen niet vermeerderd wordt; 5 sportterreinen; 6 terreinen voor waterzuivering, met inbegrip van de installaties; 7 terreinen met installaties voor de productie, het transport en de distributie van drinkwater, elektriciteit of aardgas; 8 luchthavens als de start- of landingsbaan niet gewijzigd wordt. Art. 8.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 8.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 de bestaande terreinen, gebouwen, constructies en verhardingen zijn hoofdzakelijk vergund of vergund geacht; 2 het terrein wordt niet uitgebreid en de bestaande bufferzones blijven behouden; 3 er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd; 4 de handelingen zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen; 5 de handelingen zijn niet gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar gebied; I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen 6 de handelingen gaan niet gepaard met een ontbossing, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen; 7 het project komt niet voor op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage; 8 er is geen milieuvergunning klasse I of II vereist. Art. 8.3. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor het optrekken van installaties en gebouwen van militair strategisch belang in gebieden die op de plannen van aanleg of op de uitvoeringsplannen aangegeven zijn als militair domein. Hoofdstuk 9. Publiciteit Art. 9 Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van de volgende publiciteitsinrichtingen of uithangborden: 1 de bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende uithangborden, met een totale oppervlakte van maximaal 4 vierkante meter; 2 publiciteitsinrichtingen, aangebracht op nutsvoorzieningen die behoren tot het openbaar domein, geplaatst in opdracht van een overheid, op voorwaarde dat de reclame maximaal de helft van de oppervlakte of tijd inneemt; 3 publiciteitsinrichtingen die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen; 4 publiciteitsinrichtingen die alleen informatie van de overheid bevatten of die deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid; 5 door de overheid beschikbaar gestelde dragers met het oog op socioculturele en politieke affichage; 6 verkiezingspubliciteit voor een verkiezing van het Europees, Federaal of Vlaams Parlement, of voor provincie-, gemeente- of districtsraadsverkiezingen; 7 publiciteitsinrichtingen, aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 vierkante meter en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd. Hoofdstuk 10. Openbaar domein Art. 10. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de uitvoering van de volgende handelingen op openbaar domein of op een terrein dat na de handelingen tot het openbaar domein zal behoren: 1 de aanleg of wijziging van verhardingen waarvan de oppervlakte 150 vierkante meter of minder bedraagt, met een reliëfwijziging van minder dan 50 cm; 2 het aanbrengen van een andere verharding met een maximale uitbreiding van 150 vierkante meter. De vrijstelling geldt niet als de bestaande weg een aardeweg, grindweg, steengruisweg of kasseiweg is; 3 de aanleg van verhoogde kruispunten, verkeersdrempels en andere verkeersremmende ingrepen binnen de bestaande verhardingsbreedte; 4 gebruikelijke ondergrondse constructies en aansluitingen; 5 gebruikelijke aanhorigheden; 6 technische constructies van algemeen belang met een maximaal volume van 30 kubieke I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen meter en een maximale hoogte van 5 meter; 7 de ondergrondse aanhoging of uitdieping van waterlichamen of de versteviging van oevers, voor zover deze niet gelegen zijn in een ruimtelijk kwetsbaar gebied en het project niet voor komt op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage; 8 waterbeheersingswerkzaamheden die niet zonder acuut gevaar of schade kunnen worden uitgesteld, zoals het doorbreken van waterkeringen bij rechtstreeks overstromingsgevaar; 9 strand- en duinophogingen, strand en duinverbredingen, het slopen van niet meer gebruikte strandhoofden; 10 de plaatsing van seizoensgebonden, niet-overdekte terrassen bij horecazaken; 11 kleinschalige faunavoorzieningen langs wegen, spoorwegen en waterlopen. Hoofdstuk 11. Algemeen belang Art. 11.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor door de overheid of in opdracht van de overheid geplaatste kleinschalige technische infrastructuur, om gegevens over gezondheids-, milieu- of veiligheidsaspecten te verzamelen of bekend te maken. Art. 11.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor door de overheid of in opdracht van de overheid geplaatste standbeelden, gedenktekens en andere artistieke werken. Een stedenbouwkundige vergunning is ook niet nodig voor de plaatsing of verbouwing van alleenstaande veldkapelletjes of andere gebruikelijke uitingen van volksdevotie met een maximale oppervlakte van 6 vierkante meter en een maximale hoogte van 6 meter. Art. 11.3. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor archeologische opgravingen, vergund met toepassing van artikel 6, 1, van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, als binnen twee jaar na de start van de opgravingen het terrein hersteld wordt in zijn oorspronkelijke staat, of een aanvang genomen wordt met vergunde handelingen. Art. 11.4. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor afsluitingen met een maximumhoogte van 3 meter, die bestaan uit hekwerken, palen of draad, opgericht ter afsluiting van gebouwen, terreinen of constructies van algemeen belang. Art. 11.5. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor: 1 het op dezelfde plaats geheel of gedeeltelijk vervangen van een bestaande vergunde pyloon of mast door een nieuwe pyloon of mast die even hoog is of lager, en die er kennelijk hetzelfde uitziet als de bestaande pyloon of mast; 2 het op dezelfde plaats geheel of gedeeltelijk vervangen van een bestaande vergunde windmolen voor de productie van elektriciteit door een nieuwe windmolen die even hoog is of lager, en met wieken die even lang zijn of korter, en die er kennelijk hetzelfde uitziet als de bestaande windmolen; 3 het op dezelfde plaats geheel of gedeeltelijk vervangen van een bestaande technische installatie met een maximaal volume van 30 kubieke meter door een nieuwe technische installatie met hetzelfde of een kleiner omschreven volume. Art. 11.6. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor handelingen aan of met betrekking tot een bestaande hoogspanningslijn als de dragende structuur ongewijzigd blijft, I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen onverminderd de toepassing van artikel 11.5. Art. 11.7. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de aanleg van de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar installaties van algemeen belang. Art. 11.8. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen die betrekking hebben op de bodemsanering, als ze opgenomen zijn in een conform verklaard bodemsaneringsproject en als er geen verhardingen worden aangelegd: 1 het plaatsen, veranderen of verwijderen van ondergrondse constructies of installaties; 2 het verwijderen en aanvullen van grond tot op de hoogte van het oorspronkelijke maaiveld; 3 het gedurende een periode van minder dan 6 maanden plaatsen van bovengrondse constructies of installaties. Art. 11.9. De vrijstelling, vermeld in artikel 11.1, tot en met artikel 11.8. geldt enkel voor zover deze handelingen niet niet voor komen op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Hoofdstuk 12. Telecommunicatie Art. 12.1 Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen met betrekking tot zend- en ontvangstinstallaties voor telecommunicatie: 1 de plaatsing van de volledige installatie,binnen in bestaande gebouwen of constructies,.in voorkomend geval wordt de zend- en ontvangstinstallatie geplaatst achter materialen die er hetzelfde uitzien als de bestaande materialen, maar die radiogolven doorlaten; 2 de plaatsing van een antenne aan de buitenkant van bestaande gebouwen, in de kleur van de gevel, of in een neutrale, onopvallende kleur, op voorwaarde dat de bijbehorende technische installatie wordt aangebracht in het gebouw, ondergronds of op een plat dak overeenkomstig artikel 12.3.; 3 de plaatsing van een installatie op een bestaand gebouw gelegen in een industriegebied in de ruime zin. De totale hoogte van de dragende structuur bedraagt maximaal 5 meter boven het gebouw. De bijbehorende technische installatie wordt ondergebracht in het gebouw, ondergronds of op het dak; 4 de plaatsing van een installatie op een bestaande vergunde pyloon of mast op voorwaarde dat de hoogte niet toeneemt en de bijbehorende technische installatie ondergronds geplaatst wordt of onmiddellijk aansluit bij de pyloon of mast; 5 de plaatsing van een installatie aan een bestaande vergunde hoogspanningspyloon, op voorwaarde dat de hoogte met maximaal vijf meter toeneemt en de bijbehorende technische installatie ondergronds geplaatst wordt of onmiddellijk aansluit bij de pyloon; 6 de plaatsing van installaties op bestaande verlichtingspalen, met inbegrip van de vervanging ervan, op openbaar domein, op voorwaarde dat de installatie niet meer dan vijf meter boven de verlichtingsarmatuur of boven de bestaande infrastructuur uitsteekt; 7 de plaatsing van installaties en constructies ter verzekering van de stabiliteit en veiligheid bij bestaande installaties. Art. 12.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van de volgende schotelantennes: 1 een schotelantenne met een maximale diameter van 80 centimeter, geplaatst op hellende daken achter de dakrand of tegen de achtergevel van gebouwen, in de kleur van de gevel of in I.A. 1

Huisvestingsgids Vlaams Brabant - versie februari 2015 Ik ga bouwen een neutrale, onopvallende kleur; 2 een schotelantenne met een maximale diameter van 120 centimeter, geplaatst op een plat dak, op voorwaarde dat de hoogte beperkt blijft tot 150 centimeter; 3 een schotelantenne met een maximale diameter van 120 centimeter, in de achtertuin, op voorwaarde dat de hoogte beperkt blijft tot 150 centimeter. Art. 12.3. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing op platte daken van allerlei technische installaties, die geen gebouwen of delen van gebouwen zijn, met een maximale hoogte van drie meter, op voorwaarde dat de hoogte van de technische installatie op elk punt kleiner is dan de afstand tot de dakrand. Hoofdstuk 13. Afbraak Art. 13.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor het slopen of verwijderen van installaties of constructies die vallen onder de bepalingen van dit besluit. Art. 13.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volledige afbraak van vrijstaande bouwwerken of constructies, op voorwaarde dat aan al de volgende vereisten voldaan is: 1 het betreft geen kleine elementen en constructies, geïsoleerd of deel uitmakend van een geheel, die van belang zijn voor de kwaliteit van de leefomgeving, een volkskundige, historische of esthetische waarde hebben, als referentie dienen voor de bevolking van een buurt of wijk, of bijdragen tot het gevoel van een plaatselijke bevolking tot een bepaalde plek te behoren, zoals fonteinen, kiosken, pompen, putten, kruisen, calvaries, veldkapellen, standbeelden, wegwijzers, schandpalen, grenspalen, mijlpalen, lantaarnpalen, uurwerken, klokkenspelen, zonnewijzers, hekkens, omheiningsmuren, luifels, graven, herkenningstekens van merkwaardige gebeurtenissen uit het verleden, balies, straatmeubilair, waterkunstwerkjes, bakhuizen, houtskeletbouw, koetshuizen, oranjerieën, priëlen, ijskelders; 2 het betreft geen gebouwen of constructies die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, opgesteld met toepassing van artikel 12/1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten; 3 de grondoppervlakte bedraagt minder dan 100 vierkante meter. Hoofdstuk 14. Wijzigingsbepalingen Art. 14.1. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, worden de woorden en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is opgeheven. Art. 14.2. In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven: 1 artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 april 2002 en 1 september 2006; 2 artikel 3, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 april 2002, 1 september 2006, 7 maart 2008 en 5 september 2008; 3 artikel 4, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006. I.A. 1