Gemeente Leiden F. van der Sluis Postbus PC LEIDEN. Datum 31 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Vergelijkbare documenten
Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

M.B.A. Knuvers Vicarisweg AC VARSSELDER. Datum 15 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet. Geachte mevrouw Knuvers,

Energieonderzoek Centrum Nederland ECN P.J. Sayers Postbus ZG PETTEN. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Opmeer H.A.C. van Langen postbus ZK SPANBROEK. Datum 4 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Op 21 juli 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Meeuwen bestrijding. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag

Gemeente Heerenveen H. Huisman Postbus BH HEERENVEEN. Datum 16 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

R. Grimminck duivenoverlastbestrijding R. Grimminck De Heul AJ OOSTZAAN

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Gemeente Stein R. Vluggen Stadhouderslaan KP STEIN. Datum 28 mei 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Westland P. Moerman Postbus AD NAALDWIJK. Datum 7 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Midden-Drenthe M.W.L. Koster Postbus AA BEILEN. Datum 16 december 2015 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Vereniging van Eigenaren Inventor Business Park M.C.J. Reijnders-Meine Keesomstraat 12 B 1821 BS ALKMAAR

Gemeente Drimmelen J. Mandemakers Postbus AA MADE. Datum 12 september 2014 Betreft Beslissing wijziging ontheffing Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Oude IJsselstreek W. Geense Postbus AA GENDRINGEN. Datum 13 november 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Erasmus Medisch Centrum B.E.E. Martina Dr. Molewaterplein GEROTTERDAM

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

IMARES Wageningen UR T.P. Bult Ankerpark AG DEN HELDER. Datum 16 februari 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 3 juni 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor drie grijze eekhoorns. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019.

Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Natuurlijk! Fauna-advies B.V. C.F. Schoon Hofsemolenweg PM VAASSEN

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 30 november 2016 tot en met 31 december 2017.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 juli 2016 t/m 1 september 2020.

Stichting RAVON R. van Westrienen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 17 november 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Beek R. van den Munckhof Raadhuisstraat KA BEEK. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing aanvraag. Geachte heer van den Munckhof,

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus BAAMSTELVEEN

Vereniging Natuurmonumenten J. Quik Slabroekseweg PX NISTELRODE. Datum 12 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 januari 2016 tot en met 28 januari 2021.

Op 30 november 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Ontheffing roeken. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen.

Stichting Nationaal Klok & Peel museum Asten H. A. van der Loo Ostadestraat WC ASTEN

Gemeente Oude IJsselstreek P. Kleingeld Postbus AA GENDRINGEN. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Stichting RAVON A.M. Spitzen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 24 februari 2015 tot en met 1 januari 2018.

Op 9 juni 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Duiven rond gebouwen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

M. Snelleman Ds. H. Pauwstraat AC BRIELLE. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 12 november 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Welkom Bever ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Rilksdienst voor Ondernemend

Wespro Plaagdierpreventie C.C.W.P. Schuurmans Veldstraat AW GEFFEN. Datum 13 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Jasja Dekker Dierecologie J. Dekker Enkhuizenstraat WZ ARNHEM. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Brandweer Nunspeet C. Barneveld Elburgerweg TA NUNSPEET. Datum 14 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 2 mei 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Otter ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

SOVON Vogelonderzoek Nederland R.L. Vogel Toernooiveld ED NIJMEGEN

Stichting Ravon R.W. Westrienen Toernooiveld ED NIJMEGEN. Datum 17 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Overbetuwe G..W.E.M. Burgers Postbus AA ELST. Datum 2 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 18 november 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Staatsbosbeheer Divisie Ontwikkeling en Beheer S. Thijsen Smallepad MG AMERSFOORT

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 31 mei 2015 tot en met 30 mei 2020.

Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus GA NIJMEGEN

Natuurmuseum Fryslan G. Koopmans Schoenmakersperk EM LEEUWARDEN. Datum 18 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet. Geachte heer Zeilmaker,

Op 14 september 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Na het MEC ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 17 februari 2016 tot en met 31 december Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Netwerk Groene Bureaus J.P.M. Burger Zeisterweg NL ODIJK. Datum 24 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

NatuurInclusief J. Beijk Alexandrinalaan NN BORCULO. Datum 13 februari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Veldbiologische Werken J.C. Knotters Kastanjeberg KA ROOSENDAAL. Datum 16 december 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Biodivers B.V. P.J.L. de Groot Hoenkoopse Buurtweg GB OUDEWATER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting Waterproef R.W.G.M. Melis Postbus ZGEDAM. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Overbetuwe I.A.N.M. van Riel Postbus AA ELST. Datum 1 oktober 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 20 september 2016 tot en met 15 oktober 2017.

Ottenschot Faunabeheersing M.J.P. Ottenschot Beldsweg PH AMBT DELDEN

Universiteit van Amsterdam C. Cavallo Turfdraagsterpad XT AMSTERDAM

Gemeente Texel J. Vennik Postbus AE DEN BURG. Datum 24 november 2015 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet

Seamarco B.V. R.A. Kastelein Julianalaan CC HARDERWIJK. Datum 12 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Waterschap Rivierenland M. Wannée Postbus AN TIEL. Datum 23 december 2014 Betreft Besluit verlenging ontheffing. Geachte heer Wannée,

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 12 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

M. Paarlberg - Spaanderman Stroet GM STROET. Datum 14 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Tier3 solutions GmbH C. Wolf Kolberger Str LEVERKUSEN Duitsland

Stichting Zeemuseum Miramar M.J. van Geel Vledderweg AB VLEDDER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Provincie Limburg M. Wouters-Ackermans Postbus MA MAASTRICHT. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan CL UTRECHT

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 17 maart 2017 tot en met 16 maart 2022.

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht B.L. Reuvers Postbus GJ AMSTERDAM

Stichting opvang Bronsbergen H.W. Enzerink Bronsbergen AA ZUTPHEN

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BDL/Bestra H. Smeets-Schiessl Nieuwstraat GS STEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

Jacht,Beheer en Schadebestrijding Europoort A. Stolk Korteweg KH TINTE

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

Brabants Landschap E.J. van Haaften Kasteellaan RE HAAREN. Datum 20 mei 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Overbetuwe T.J. Willems Postbus AA ELST. Datum 6 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Roflight R.J. Musters Lemselobrink GD ENSCHEDE. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 FFW/Wet natuurbescherming

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Gemeente Leiden F. van der Sluis Postbus 9100 2300 PC LEIDEN Rijksdienst voor Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Datum 31 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet Bijlagen 2 Geachte heer Van der Sluis, Op 3 december 2013 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor uw project Beheer Meeuwenoverlast ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. Beslissing Ik heb besloten uw aanvraag goed te keuren. Hierbij verleen ik u de ontheffing die u heeft aangevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in: artikel 10 van de Flora- en faunawet voor het opzettelijk verontrusten van de kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en de zilvermeeuw (Larus argentatus); artikel 11 van de Flora- en faunawet voor het uithalen en verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw; artikel 12 van de Flora- en faunawet voor het uit het nest nemen, beschadigen of vernielen van eieren van deze soorten; Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 31 januari 2014 tot en met 30 januari 2017. Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. Aanvraag U vraagt, namens de gemeenten Leiden, Alkmaar en Haarlem, ontheffing aan voor het uitvoeren van onderzoek naar beheersmethoden van de overlast die wordt veroorzaakt door de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw. De kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw komen in grote getale in het stedelijk gebied voor en kunnen daar overlast veroorzaken in de vorm van, onder andere, krijsen, poepen, aanvallen en het openrijten van afvalzakken. Er is op dit moment te weinig informatie beschikbaar om tot een bevredigende oplossing voor de meeuwenoverlast te komen. De gemeenten Leiden, Alkmaar en Haarlem hebben daarom de handen ineen geslagen om onderzoek te doen naar oplossingen zodat met de resultaten van het onderzoek de meeuwenoverlast op termijn gestructureerd aangepakt kan worden. Pagina 1 van 5

Rijksdienst voor Het onderzoek zal zich gedurende drie jaar vooral richten op uniforme registratie en observatie van klachten en overlastlocaties en het meten van de effecten van maatregelen als nestbeheer, wering en verjagen. Omdat er tussen de gemeenten zowel overeenkomsten als verschillen zijn is er voor elke gemeente een individueel plan opgesteld. De wijzen van registreren, acteren en conclusies trekken zijn wel zoveel mogelijk op elkaar afgestemd om tot een duidelijk overzicht van de problematiek te komen. Datum 31 januari 2014 Het onderzoek heeft als doel het in beeld krijgen van: locaties waar alleen preventieve maatregelen kunnen worden genomen zonder dat ontheffing van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet noodzakelijk is; locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en sprake is van belangrijke overlast. Dit om het mogelijk te maken dat na afloop van de ontheffing voor onderzoek voor die locaties ontheffing kan worden aangevraagd van de verbodsbepaling in artikel 10 van de Flora- en faunawet in het belang van belangrijke overlast; locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en de belangrijke overlast van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw de vorm heeft aangenomen van gevaar voor de volksgezondheid. Dit om het mogelijk te maken dat na afloop van het onderzoek voor die locaties een ontheffing kan worden aangevraagd van de verbodsbepalingen in artikelen 11 en 12 van de Flora- en faunawet in het belang van de volksgezondheid; locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en de belangrijke overlast van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw de vorm heeft aangenomen van gevaar voor de openbare veiligheid. Dit om het mogelijk te maken dat na afloop van het onderzoek voor die locaties een ontheffing kan worden aangevraagd van de verbodsbepalingen in artikelen 11 en 12 van de Flora- en faunawet in het belang van de openbare veiligheid. Toelichting Relevante wet- en regelgeving In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen. Ontheffing Uit de relevante wet- en regelgeving blijkt dat de aangevraagde ontheffing alleen kan worden verleend als: De gunstige staat van instandhouding van de soorten niet in het geding is; Er geen andere bevredigende oplossing bestaat; De ontheffing aangevraagd wordt ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie. De gunstige staat van instandhouding van de kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw is niet in het geding. De methodes die worden gehanteerd bestaan voornamelijk uit weren en verjagen. Enkel bij het nestbeheer wordt in de populaties ingegrepen. Beide meeuwensoorten komen veel voor in het kustgebied en hebben de status Least Concern op de IUCN rode lijst. Pagina 2 van 5

De ontheffing in het belang van onderzoek dient ter voorbereiding van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van beheer en schadebestrijding door de drie gemeenten. Met het onderzoek wordt gezocht naar de beste oplossing voor de meeuwenproblematiek in deze gemeenten. Vooralsnog is er geen andere bevredigende oplossing voorhanden. Conclusie Gelet op het bovenstaande verleen ik u ontheffing voor het uitvoeren van onderzoek naar beheersmethoden voor de kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw. Rijksdienst voor Datum 31 januari 2014 Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij het indienen van een digitaal bezwaarschrift vragen wij u naar een aantal gegevens uit deze brief. Maakt u schriftelijk bezwaar, vermeld in uw bezwaarschrift dan in ieder geval onze referentie en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt dit nummer in de rechter kantlijn in deze brief. Op mijn.rvo.nl vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift. Meer informatie? Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 3 van 5

Relevante wet- en regelgeving Flora- en faunawet Artikel 2 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Rijksdienst voor Datum 31 januari 2014 Artikel 4 1. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: b. alle van nature op het Europese grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten; Artikel 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Artikel 75 3. Onze Minister kan, voorzover niet overeenkomstig artikel 68 van deze wet door gedeputeerde staten ontheffing is of kan worden verleend, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 8 tot en met 15a, 15b, tweede lid in samenhang met het eerste lid, 16, 17, 18, 50, 51, 52, 53, 58, 59, tweede lid, 64, tweede lid, en 72, vijfde lid. 5. Vrijstellingen en ontheffingen worden tenzij uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties noodzaakt tot het verlenen van vrijstelling of ontheffing om andere redenen, slechts verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Pagina 4 van 5

6. Onverminderd het vijfde lid, worden voor soorten genoemd in bijlage IV van richtlijn 92/43/EEG, voor soorten vogels als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, en voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen beschermde inheemse dier- of plantensoorten vrijstelling of ontheffing slechts verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat: a. ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie, alsmede voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; Rijksdienst voor Datum 31 januari 2014 Besluit beheer en schadebestrijding Artikel 2 3. Als andere belangen als bedoeld in artikel 75, vijfde lid, onderdeel c, van de wet zijn aangewezen: d. de volksgezondheid of openbare veiligheid; g. belangrijke overlast veroorzaakt door dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort; Artikel 2d 1. Met betrekking tot de vogelsoorten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, kan: a. van de artikelen 9 tot en met 12 van de wet slechts vrijstelling of ontheffing worden verleend ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen a, b, c, of d; 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, kan met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde soorten tevens vrijstelling of ontheffing worden verleend van artikel 10 van de wet ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen e, f, g, h, i en j, voorzover de handeling, genoemd in artikel 10 van de wet, geen wezenlijke invloed heeft. Pagina 5 van 5

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer F. van der Sluis op 3 december 2013, namens de gemeentes Leiden, Alkmaar en Haarlem. gelet op artikel 75, lid 3, 5 en 6, onderdeel a van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Gemeente Leiden Gemeente Alkmaar Gemeente Haarlem Adres: Stationplein 107 Mallegatsplein 10 Zijlvest 39, Postcode en woonplaats: 2300 PC LEIDEN 1815 AG ALKMAAR 2011 VB HAARLEM Ontheffing voor het tijdvak van: 31 januari 2014 tot en met 30 januari 2017 Van de verbodsbepalingen genoemd in: artikel 10 van de Flora- en faunawet voor het opzettelijk verontrusten van de kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en de zilvermeeuw (Larus argentatus); artikel 11 van de Flora- en faunawet voor het uithalen en verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw; artikel 12 van de Flora- en faunawet voor het uit het nest nemen, beschadigen of vernielen van eieren van deze soorten, in het belang van onderzoek. De ontheffing geldt voor het grondgebied van de gemeentes Leiden, Alkmaar en Haarlem. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Het bestuur van de afzonderlijke ontheffinghouders dient op ieders grondgebied toe te zien op de strikte naleving van deze ontheffing met de daarin vermelde voorwaarden. 2. De ontheffinghouders dienen alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op te volgen. 3. Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft de artikelen 10, 11 en 12 van de Flora- en faunawet, mogen vaste medewerkers van de ontheffinghouders middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing. Indien de ontheffinghouders een ander dan een vaste medewerker machtigen, dan dient een kopie van de verleende machtiging aan Rijksdienst voor, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag te worden gezonden. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van degene aan wie de machtiging is verleend; b) soort(en) en eventuele aantallen waarvoor de machtiging geldt; c) kwalificaties met betrekking tot deskundigheid op het gebied van beschermde soorten; d) de handelingen die mogen worden verricht; e) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; f) periode waarvoor de machtiging geldt; g) naam en handtekening ontheffinghouder; h) het nummer van de ontheffing die aan de ontheffinghouder is verleend. 1 van 3

4. Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing. Gemachtigden dienen de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar. 5. De aangegeven handelingen mogen uitsluitend worden verricht voor onderzoek volgens het bij de aanvraag gevoegde onderzoeksvoorstel Beheer Meeuwenoverlast Plan van Aanpak. 6. De handelingen dienen te worden uitgevoerd onder leiding van een deskundige 1 op het gebied van vogels. 7. De ontheffinghouders inventariseren alle locaties waar mogelijk preventieve maatregelen kunnen worden genomen, zonder dat ontheffing noodzakelijk is van verbodsbepalingen van de Flora en faunawet. De ontheffinghouder geeft deze preventieve beheersmaatregelen in de tussenrapportage aan. 8. De ontheffinghouders inventariseren locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en sprake is van belangrijke overlast. Daarbij onderzoekt de ontheffinghouder tijdens het onderzoek welke methode van opzettelijk verontrusten het meest effectief is. 9. De ontheffinghouders inventariseren locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en de belangrijke overlast van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw de vorm heeft aangenomen van gevaar voor de volksgezondheid. De ontheffinghouder onderzoekt de effectiviteit van de genomen en te nemen maatregelen. 10. De ontheffinghouders inventariseren locaties waar preventieve maatregelen niet afdoende zijn en de belangrijke overlast van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw de vorm heeft aangenomen van gevaar voor de openbare veiligheid. De ontheffinghouder onderzoekt de effectiviteit van de genomen en te nemen maatregelen. 11. De ontheffinghouders dienen vanaf 2015 de tussentijdse resultaten van het onderzoek jaarlijks vóór 1 februari te zenden aan de Rijksdienst voor, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. 12. De ontheffinghouders dienen vóór 1 maart 2017 de eindrapportage te zenden aan de Rijksdienst voor, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. 1 Met een deskundige wordt bedoeld een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3

13. Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. Den Haag, 31 januari 2014 De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen 3 van 3