Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017
1 Inleiding Op 1 mei 2015 kreeg Vocvo de opdracht van de Vlaamse overheid om het onderwijs in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen te coördineren. Voorheen werd deze opdracht uitgevoerd door de consortia volwassenenonderwijs (lokale netoverschrijdende samenwerkingsstructuren). De financiering van de consortia volwassenenonderwijs werd in 2015 stopgezet en de opdracht met betrekking tot de onderwijscoördinatie werd overgedragen aan Vocvo. Aangezien het aanbod in de gevangenissen een nauwe samenwerking vereist tussen verschillende partners binnen en buiten onderwijs, werd onder leiding van Vocvo een stuurgroep onderwijs aan gedetineerden opgericht. Deze stuurgroep geeft richting aan het beleid van Vocvo met betrekking tot onderwijs aan gedetineerden en volgt knelpunten en ontwikkelingen op. De volgende partners zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep: Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, Regionale Directie Noord Departement Welzijn, Afdeling Welzijn en Samenleving Departement Onderwijs en Vorming, Afdeling Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Vocvo Federatie Centra voor Basiseducatie GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Katholiek Onderwijs Vlaanderen Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap In aanloop naar de eerste vijf jaar onderwijscoördinatie in de gevangenissen, stelde de stuurgroep een beleidsplan op. Dit Beleidsplan Onderwijs aan Gedetineerden 2016-2020 werd ingediend bij de Vlaamse overheid en geeft richting aan het beleid en de operationele aansturing van de onderwijscoördinatie in de gevangenissen. Het voorliggende syntheserapport kadert in de doelstellingen van dit beleidsplan. De eerste doelstelling van het beleidsplan betreft de uitbouw van het onderwijsaanbod in de gevangenissen. Om deze uitbouw op gefundeerde wijze uit te voeren, voorziet het beleidsplan in een evaluatie van het aanbod in 2016. Deze evaluatie werd uitgevoerd en gebeurde op basis van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen. De Vlaamse leidraad werd opgesteld in 2014 en beschrijft een streven naar een onderwijsaanbod dat gebaseerd is op vier pijlers: 1. Een basisaanbod in elke gevangenis; a. geletterdheidsaanbod; b. open leren; c. individuele leertrajectbegeleiding; 2. Beroepsopleidingen in welbepaalde gevangenissen; 3. Spreiding en afstemming van het aanbod over de muren heen ; a. Regionale afstemming; 2
b. Spreiding van de beroepsopleidingen; c. Spreiding van diplomagerichte opleidingen; d. Complementair aanbod in het kader van volledige opleidingen; 4. Lokale autonomie en verantwoordelijkheid. Als we kijken naar het globale onderwijsaanbod in de gevangenissen kunnen we vaststellen dat dit sterk uitgebouwd is. De voorbije jaren vond een duidelijke toename van het aanbod in 1 de gevangenissen plaats. Dit wordt ook bevestigd door onderzoek. Het aanbod wordt door partners en betrokkenen meestal als ruim en relatief goed functionerend ervaren. Kijken we naar de invulling van het aanbod, dan moeten we echter vaststellen dat die niet altijd overeenstemt met de vooropgestelde doelen in de Vlaamse leidraad. Hoewel er dus een betrekkelijk goed lopend onderwijsaanbod is, voldoen de inhoudelijke klemtonen van dat aanbod niet steeds aan de verwachtingen. Deze evaluatie richt zich specifiek op deze inhoudelijke invulling van het aanbod op basis van de Vlaamse leidraad. 2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden De stuurgroep onderwijs aan gedetineerden maakte reeds eind 2015 een inhoudelijke evaluatie van het onderwijsaanbod. Naast de Vlaamse leidraad werd hiervoor cijfermateriaal gebruikt dat recent aangeleverd werd in de masterproef Een kwantitatief onderzoek naar de evolutie van en deelname aan het kwalificerend aanbod van centra voor basiseducatie en en volwassenenonderwijs voor gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen sinds 2009 tot en met 2014. Op basis hiervan trok de stuurgroep de volgende conclusies: 1. Er is een stijgende lijn in het totale aanbod. 2. Het aanbod van de centra voor basiseducatie (geletterdheidsaanbod) is onvoldoende uitgebouwd. 3. Het aanbod in de verschillende gevangenissen is zeer divers en ook vaak wisselend. Er zit onvoldoende continuïteit in het aanbod en het is onderling te weinig afgestemd. 4. Samenhangend met de tweede conclusie weegt de lokale autonomie mogelijk te veel door op het aanbod. 5. Het aanbod NT2 is onvoldoende uitgebouwd, voornamelijk in de strafhuizen. Over het niet-kwalificerend aanbod van de centra sprak de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden zich niet uit. Deze cijfers waren immers niet in het onderzoek vervat. In het volgende hoofdstuk gaan we hier wel verder op in. Passen we deze conclusies toe op de pijlers van de Vlaamse leidraad, dan krijgen we de volgende evaluatieresultaten: 1 Neefs Ines, Een kwantitatief onderzoek naar de evolutie van en deelname aan het kwalificerend aanbod van centra voor basiseducatie en en volwassenenonderwijs voor gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen sinds 2009 tot en met 2014, 2015. 3
Pijler Vlaamse leidraad 1. Een basisaanbod in elke gevangenis a. geletterdheidsaanbod b. open leren c. individuele leertrajectbegeleiding 2. Beroepsopleidingen in welbepaalde gevangenissen 3. Spreiding en afstemming van het aanbod over de muren heen a. Regionale afstemming; b. Spreiding van de beroepsopleidingen; c. Spreiding van diplomagerichte opleidingen; d. Complementair aanbod in het kader van volledige opleidingen 4. Lokale autonomie en verantwoordelijkheid Beoordeling Het geletterdheidsaanbod is onvoldoende uitgebouwd. Het aanbod van de CBE is te klein in vergelijking met het aanbod van de CVO. Op de aanwezigheid van open leren en individuele trajectbegeleiding is er geen zicht wegens ontbrekend cijfermateriaal. Het gehele aanbod is tussen 2009 en 2014 sterk uitgebouwd. Ook de beroepsopleidingen zijn beter uitgebouwd. Hier is veel vooruitgang te zien. Er is onvoldoende samenhang tussen het aanbod vanuit bovenlokaal perspectief. De lokale autonomie is mogelijk te groot, waardoor het aanbod zeer sterk fluctueert en de uitbouw van beleidslijnen in het aanbod onmogelijk wordt (cfr. pijler 3). 3 Evaluatie door Vocvo De resultaten van de evaluatie van de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden werden op intern overleg bij Vocvo verder besproken. Vanuit de praktijk maakte Vocvo een gelijkaardige evaluatie in het voorjaar van 2016 en op basis van bijkomend cijfermateriaal over het onderwijsaanbod in schooljaar 2015-2016 gebeurde dit opnieuw in het voorjaar van 2017. Hierbij werd telkens vertrokken van het lokale aanbod in elke gevangenis en werd dit aan het kader van de Vlaamse leidraad getoetst. Dit leidde tot de volgende conclusies: 1. In sommige gevangenissen is er wel voldoende aanbod geletterdheid (bv. Gent, Mechelen), in andere gevangenissen is er een groot tekort (bv. Brugge). We zien dat in 2015-2016 slechts 1 op 4 van het totaal aantal cursisten een aanbod CBE volgde. Het is niet duidelijk of dit in overeenstemming is met het profiel van de populatie. Wel stellen we vast dat dit duidt op een onvoldoende uitgebouwd geletterdheidsaanbod. 4
De oorzaak hiervan wordt door de medewerkers vooral gelegd bij een gebrek aan middelen voor deze doelgroep bij de aanbodverstrekkers. 2. Over het algemeen wordt er een tekort vastgesteld aan diplomagericht onderwijs, in de eerste plaats door het ontbreken van Algemene Vorming. Dit wordt slechts in enkele gevangenissen aangeboden, en dan nog gaat het vaak slechts om enkele modules. 3. In de meeste gevangenissen zijn er voldoende beroepsopleidingen, in enkele gevangenissen moet dit verder uitgebouwd worden (Brugge en Hasselt). Zowel in Brugge als Hasselt wordt er momenteel met de lokale partners gewerkt aan de uitbouw van het aanbod beroepsopleidingen. Er is wellicht op korte termijn verbetering. 4. Het aanbod NT2 wordt ervaren als onvoldoende. De oorzaak is niet eenduidig het gebrek aan aanbod. Uit de cijfers voor 2015-2016 blijkt dat NT2 het tweede grootste opleidingsgebied is bij de CBE en het derde grootste bij de CVO uit het aanbod in de gevangenissen. Vaak is er ook een gebrek aan geïnteresseerde kandidaten (bv. anderstaligen die na hun vrijlating worden uitgewezen hebben vaak geen motivatie om Nederlands te leren). De behoefte aan een aanbod NT2 in de gevangenissen moet verder onderzocht worden. 5. Het open leren is onvoldoende uitgebouwd. In slechts 7 van de 18 gevangenissen werd er in 2015-2016 een open leercentrum ingericht. Vaak worden dergelijke open leercentra toegespitst op een specifieke geletterdheidsnood. Bv in Vorst neemt het de vorm aan van een atelier Nederlands, in Mechelen biedt het onder andere ondersteuning rond leren leren en taal voor gedetineerden die individueel een cursus op afstand bij de VDAB volgen. Deze verschillende vormen van open leren zijn zeer waardevol, kunnen zeer sterk op maat ingericht worden en beantwoorden aan individuele leernoden. Maar het is duidelijk dat op dit vlak het basisaanbod niet gerealiseerd wordt, aangezien in minder dan de helft van de gevangenissen dergelijke vorm van open leren wordt ingericht. 6. Er is ruim onvoldoende individuele leertrajectbegeleiding in de gevangenissen. Dit blijkt uit een tevredenheidsonderzoek over individuele leertrajectbegeleiding in de gevangenissen dat uitgevoerd werd in 2016 ( Nulmeting van de tevredenheid over individuele leertrajectbegeleiding van gedetineerden ). 7. De conclusie van de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden dat er te weinig richting in het aanbod zit en mogelijk de lokale autonomie te groot is, wordt erkend en bevestigd. Het is nodig om meer visie uit te werken over het globale aanbod in de gevangenissen. 8. Er is een tekort aan aanbod op alle vlakken voor de vrouwen. 9. De educatieve transfer moet verder uitgebouwd worden. Momenteel wordt de transfer enkel systematisch toegepast in de gevangenis van Oudenaarde. De procedure heeft echter een veel groter potentieel. 10. Er worden onvoldoende volledige opleidingen ingericht. Er worden modules aangeboden uit 55 verschillende opleidingen, maar slechts 8 opleidingen worden volledig aangeboden, en dit in totaal slechts in 5 gevangenissen. 11. De regionale spreiding van het aanbod wordt verzekerd door onderlinge communicatie tussen de onderwijscoördinatoren bij het kiezen van nieuw aanbod en het structureel agenderen van intenties voor nieuwe opleidingen op teamoverleg. Bij 5
het historisch gegroeide aanbod is de spreiding niet overal optimaal. Vaak is het echter niet zinvol om dit om deze reden grondig aan te passen. 4 Algemene conclusie Op basis van het voorgaande maken we hieronder een algemene conclusie voor de evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen. We structureren deze conclusie door middel van de pijlers van de Vlaamse leidraad. De beoordeling geeft telkens aan of de pijlers verwezenlijkt zijn in het aanbod in de gevangenissen, soms wordt de relevantie van de pijler zelf in vraag gesteld. Pijler Vlaamse leidraad 1. Een basisaanbod in elke gevangenis a. geletterdheidsaanbod b. open leren c. individuele leertrajectbegeleiding 2. Beroepsopleidingen in welbepaalde gevangenissen 3. Spreiding en afstemming van het aanbod over de muren heen a. Regionale afstemming; b. Spreiding van de beroepsopleidingen; c. Spreiding van diplomagerichte opleidingen; d. Complementair aanbod in het kader van volledige opleidingen Beoordeling Het basisaanbod is over de gehele lijn onvoldoende uitgebouwd. Er is te weinig geletterdheidsaanbod, het open leren ontbreekt in de meeste gevangenissen en de individuele leertrajectbegeleiding is ruim onvoldoende. Beschouwen we de gevangenissen apart, dan wordt het basisaanbod soms wel voldoende ingevuld. De gevangenissen waar dit het geval is, zijn echter eerder uitzondering dan regel. De beroepsopleidingen zijn voldoende uitgebouwd. In alle gevangenissen waar een beroepsopleiding verwacht wordt, is deze ook gerealiseerd. Voor de uitzonderingen Brugge en Hasselt wordt op korte termijn beterschap verwacht. Over de regionale afstemming en de spreiding van de beroepsopleidingen zijn weinig bedenkingen geformuleerd. Er zijn structuren aangebracht in de teamwerking van Vocvo die regionale afstemming verzekeren. Verder kan de educatieve transfer tegemoet komen aan vraagstukken rond regionale spreiding en afstemming. Deze procedure is echter onvoldoende in gebruik en moet verder uitgebouwd worden. 6
De uitbouw van het diplomagerichte onderwijs is onvoldoende. Hoewel ontoereikend, is de spreiding van dit aanbod wel goed. Er worden onvoldoende volledige opleidingen ingericht. 4. Lokale autonomie en verantwoordelijkheid De lokale autonomie wordt toegepast in overeenstemming met de Vlaamse leidraad. Hier wordt de pijler van de leidraad zelf echter in vraag gesteld. Verschillende partners verwijzen naar te grote lokale autonomie als oorzaak voor onvoldoende onderlinge afstemming van het aanbod, versnippering van het aanbod en gebrek aan duidelijke beleidskeuzes in het aanbod. Deze vierde pijler lijkt een goede realisatie van de derde pijler in de weg te staan. Bij de evaluatie van de Vlaamse leidraad zal onderzocht moeten worden welk gewicht gegeven moet worden aan lokale autonomie ten opzichte van centrale beleidskeuzes. 5 Verdere stappen Het beleidsplan onderwijs aan gedetineerden bepaalt dat er volgend op deze evaluatie een stappenplan moet uitgewerkt worden om de knelpunten weg te werken. Tegen eind 2019 moet het stappenplan uitgevoerd zijn en wordt er ook een evaluatie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod voorzien. De opmaak van het stappenplan zal gebeuren in overleg met de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden. Voor de uitvoering zullen zowel de onderwijscoördinatoren van Vocvo (voor het operationele luik en voor visievorming) als de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden (voor visievorming en het beleidsmatige luik) betrokken worden. 7