BELEGGEN VOOR BEGINNERS. PRAKTISCHE GIDS Nationale Beleggerscompetitie 2006



Vergelijkbare documenten
BELEGGINGSPROFIEL. Naam cliënt: Cliëntnummer: Rekening nummer: Datum: Referentie:

Beleggersprofiel - Vragenlijst voor de klant(en) :

Samen uw risicoprofiel bepalen - Natuurlijke personen

Beleggingsverzekeringen

SPAREN OF BELEGGEN BIJ P&V Verzeker u van een aantrekkelijk rendement

Uw spaarrekening: een lage opbrengst in ruil voor veiligheid?

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

SPAREN OF BELEGGEN BIJ P&V Verzeker u van een aantrekkelijk rendement

Samen uw risico profiel bepalen

Leedsestraat 22, 9770 Kruishoutem Moretusstraat 6, 9120 Beveren-Waas. tel: 0478/ ,

Bepaal uw beleggersprofiel FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

Bepaal uw beleggersprofiel FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

De looptijd van een obligatie is bekend van bij de aanvang (met uitzondering van eeuwigdurende obligaties).

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten

Klantprofiel vermogensopbouw (Dit klantprofiel vormt een eenheid met de klantinventarisatie)

Klantprofiel vermogensopbouw (Dit klantprofiel vormt een eenheid met de klantinventarisatie)

Persoonlijk Pensioen Plan

Bepaal uw beleggersprofiel. Sparen en beleggen

PLUK DE VRUCHTEN VAN 3 STERAANDELEN

Beleggingsmodel Fondsen

Beleggen op uw eigen tempo.

Profielwijzer. Profielwijzer - LCE-031 1

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

Zelf Beleggen en Sparen

Praktische opdracht Economie Beleggen

Bepaal uw beleggersprofiel. FINTRO. Gaat ver, blijft dichbij.

Bemiddelingsfiche: Kennis en ervaring, financiële situatie, horizon en doelstelling

Klant- en risicoprofiel Vragenlijst beleggingsprofiel. Naam, voorletters: m/v.

Vragenlijst. - in te vullen door financieel adviseur -

Bemiddelingsfiche, Kennis en ervaring, financiële situatie, horizon en doelstelling

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

AARD EN RISICO VAN DE FINANCIELE INSTRUMENTEN

Op de bank, of op de beurs? Sparen of beleggen: wat kies jij?

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Risicoprofiel bepalen

Geniet nog langer van de hoge rente

Wij zijn VDZ. Onze boodschap is helder: niemand regelt je geldzaken. beter dan wij. Dat is niet arrogant bedoeld, maar het uitgangspunt

Evenwichtig beleggen? Ontdek de juiste balans tussen rendement en risico, zonder dat u ervan wakker hoeft te liggen.

Easy Fund Plan 1. Type levensverzekering. Individuele levensverzekering waarvan het rendement gekoppeld is aan beleggingsfondsen (tak 23).

db Inflation Protect Coupon Geen bokaal meer nodig om uw geld te beschermen

Easy Fund Plan 1. Type levensverzekering. Individuele levensverzekering waarvan het rendement gekoppeld is aan beleggingsfondsen (tak 23).

Eindexamen m&o vwo I

Rabo Groen Obligaties. Rabobank. Een bank met ideeën.

Hervorming gereglementeerde spaarrekeningen Veelgestelde vragen

Gestructureerde obligatie

Financiële infofiche Levensverzekering voor Tak 23. AG Fund+ 1. Type levensverzekering

1e Plaats. Als u bewust kiest voor beleggen, helpt onderstaande vragenlijst u om uw beleggingsprofiel vast te stellen.

PENSIOENSPAREN ZO DOE JE HET

Kruis in onderstaande tabel aan hoeveel uw netto vermogen, uw liquide netto vermogen en uw totale vermogen bedraagt.


Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:

VERMOGENS ADVIES HYPOTHEEK VOORTDUREND BETROKKEN BIJ UW VERMOGENSOPBOUW

FAQ Gereglementeerde spaarrekeningen

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

UW BELEGGERSPROFIEL : vragenlijst

Nood aan kalmte? Zet koers naar de Variable Secured Notes

Multiple 6% Notes III

Beleggen. voor uw pensioen

financiële dienstverlening

Aantrekkelijke gewaarborgde rentevoet gedurende 8 jaar! AG Safe+ Laat uw belegging veilig groeien!

Spaarrekening. sparen en beleggen

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

INFORMATIE- EN RISICOPROFIELFORMULIER

Direct Ingaand Pensioen

Financiële infofiche Levensverzekering voor Tak 23. AG Fund+ 1. Type levensverzekering

Groenbeleggen met de Rabobank

Kenmerken en risico s OHRA Pensioenrekening

Doordacht beleggen begint bij Belfius Bank. Ontdek onze beleggingsaanpak

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

Deel A: Beleggingsdoelstelling, risicohouding en financiële situatie

Gestructureerde ProductenWijzer

Laat uw geld optimaal renderen

De financiële en bancaire aspecten van bewind

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 3,51 % gemiddeld over de laatste 8 jaar 1

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

CAPI Type levensverzekering. Waarborgen

Rabo Cultuur Obligaties. Rabobank. Een bank met ideeën.

Gestructureerde obligatie

paraaf 1 paraaf 2 Cliëntprofiel

F I N A N C I Ë L E I N F O F I C H E

Fund Life Opportunity Index

Renteswap. omruilen voor vaste swaprente. Hoe werkt een variabele Euribor-rente? Wat is een renteswap? Zo werkt de renteruil

1e Plaats. Als u bewust kiest voor beleggen, helpt onderstaande vragenlijst u om uw beleggingsprofiel vast te stellen.

NAAM: UW KLANTPROFIEL. Assurantie Administratie Belastingzaken Financieringen Hypotheken

Essentiële beleggersinformatie

Tarieven van de voorn aa mste. verrichtingen. Deutsche Bank. Tarieven geldig vanaf 24/02/2015

Samenvatting M&O hoofdstuk

Wat u moet weten over beleggen

Rabobank (leden)certificaten

FLEXFUND HYPOTHEEK DE VRIJHEID VAN INDIVIDUELE VERMOGENSOPBOUW

ik zorg voor mijn klanten stars for life zorgt voor mijn pensioen

Beleggingrisico s. Rendement en risico

3,21 % gemiddeld over de laatste 8 jaar1. Top Rendement Invest. Pluk de vruchten van uw belegging!

Hypotheekrecht en - vormen

CLIËNT RISICOPROFIEL

Klantprofiel. Waaruit blijkt dat?

Transcriptie:

BELEGGEN VOOR BEGINNERS PRAKTISCHE GIDS Nationale Beleggerscompetitie 2006 De Nationale Beleggerscompetitie 2006 is een initiatief van Cash, Inside Beleggen en Kanaal Z in samenwerking met Fortis Bank Met dank aan Deelnemende bedrijven aan de Dag van het Aandeel ARTWORK SYSTEMS CMB COFINIMMO COLRUYT CUMERIO DELHAIZE GROEP DEVGEN ELIA EURONAV FORTIS GALAPAGOS IBt ICOS VISION SYSTEMS KBC KINEPOLIS MELEXIS OPTION ROULARTA MEDIA GROUP SOLVAY TELENET TER BEKE UCB

Inhoudsopgave Voorwoord 3 Hoofdstuk 1: Rendement Risico Risicoprofiel Risicotolerantietest 4 Hoofdstuk 2: De depositorekening 19 Hoofdstuk 3: Het spaarboekje, het depositoboekje, de spaarrekening 21 Hoofdstuk 4: Kasbon en staatsbon 24 Hoofdstuk 5: Obligaties 27 Hoofdstuk 6: Aandelen 36 Hoofdstuk 7: Evaluatie van aandelen 37 Hoofdstuk 8: Instellingen voor collectieve belegging (ICB s) 50 Hoofdstuk 9: Tak 21 en Tak 23 63 Hoofdstuk 10: Onrechtstreeks beleggen in vastgoed 66 Hoofdstuk 11: De Beurs 73 Hoofdstuk 12: Afgeleide Producten: Opties, Warrants en Futures 82 Hoofdstuk 13: @dresboekje 98 www.beleggerscompetitie.be 2006 2

Voorwoord Dagelijks rapporteren pers, radio en televisie (vooral Kanaal Z) over het reilen en zeilen van de financiële wereld. Niet toevallig, als u beseft hoe diepgaand de impact van financiën op onze samenleving is. Ook de gevolgen voor uw privé-leven, zeker voor uw persoonlijke financiële toestand, moet u niet onderschatten. Een goed doorzicht in de financiële wereld is dus van groot belang en daarbij helpen we u met dit boek. Op een bevattelijke manier leiden we u rond en tonen de weg. In het eerste deel geven wij u inzicht in belangrijke begrippen als rendement (daar is het ons toch om te doen!) en risico en reiken wij u met een risicotolerantietest een hulpmiddel aan om uw persoonlijk risicoprofiel te onderkennen. Vervolgens beschrijven we de financiële instrumenten met hun specifieke eigenschappen, risico s en mogelijkheden. Volgens de structuur van een beleggingspiramide bestrijken we nagenoeg het hele gamma: van het spaarboekje, over obligaties, aandelen, beleggingsfondsen, tot mini s en ETF s, warrants, futures en opties. We willen u leren hoe u op een vlotte manier de financiële toestand van een bedrijf kan doorlichten. In een tweede deel zullen we, gewapend met onze basiskennis over de financiële producten, meer te weten komen over de beurs. We zullen ter plaatse gaan kijken hoe men daar te werk gaat. We leren ook wat over indexen, mini s, opties, futures en warrants. Voor de doorsnee burger lijkt de financiële wereld een zeer selecte club, met specifieke gebaren en een al even specifiek jargon. De marktenzalen zijn miniversies van Wall Street, waar stress en lawaai hoogtij vieren. Mogelijk is de karikatuur gewaagd, toch is het zo dat de financiële markten op het gebied van taalgebruik bulken van termen waarvan velen misschien intuïtief de betekenis vatten, maar waarvan de exacte betekenis hen ontgaat. Dit boek helpt u alvast een heel eind vooruit om een en ander te doorgronden. Ons rest niets meer dan u een aangename lectuur toe te wensen en veel succes als u daadwerkelijk belegt. U zal het merken: goede informatie rendeert. Wij hopen alvast dat u, na lezing, de nodige basiskennis verworven heeft zodat de wereld van beurs en beleggen voor u geen geheimen meer zal hebben. En, wie weet, ontmoeten we u als één van de laureaten van de Beleggerscompetitie. www.beleggerscompetitie.be 2006 3

Hoofdstuk 1 Rendement Risico Risicoprofiel Risicotolerantietest Wat is beleggen? Geld dat belegd wordt, is geld dat niet direct nodig is voor consumptie. Met andere woorden, er wordt voor gekozen om een gedeelte van de consumptie uit te stellen, in de hoop dat het belegde bedrag in waarde zal toenemen en er dus financieel voordeel mee kan worden behaald. U kunt beleggen in alles wat waarde heeft en wat in waarde fluctueert. De bestanddelen van het rendement Bij beleggen spelen twee factoren een grote rol, namelijk risico en rendement. De samenstelling van het rendement van een belegging is uiteraard afhankelijk van het beleggingsobject. Zo zal het rendement van aandelen bestaan uit dividend, koerswinst of -verlies en indien in de munten buiten euroland wordt belegd ook valutawinst of -verlies. Bij een belegging in obligaties kan het rendement bestaan uit couponopbrengsten, koerswinst of verlies en indien buiten euroland wordt belegd ook valutawinst of -verlies. Een kritische beschouwing van de componenten van het rendement op aandelen en obligaties leert ons dat die zowel positief als negatief kunnen zijn. Een logisch gevolg daarvan is dat het rendement per saldo ook negatief kan uitkomen. Daarmee komen we automatisch op het begrip risico uit. We zullen hierna eerst de verschillende risico s behandelen waarmee een belegger te maken kan krijgen. Daarna zullen we ingaan op het verband tussen rendement en risico en het belang daarvan voor de belegger. Risico Het is belangrijk dat u zich realiseert dat beleggen altijd met risico gepaard gaat. De soort en de graad van risico kunnen verschillen en zijn afhankelijk van de voorwaarden op basis waarvan de belegger zijn geld ter beschikking stelt. We onderscheiden twee hoofdsoorten in de voorwaarden waarop gelden ter beschikking worden gesteld: - tijdelijk - permanent Risico s bij tijdelijk ter beschikking stellen Het geld wordt voor langere tijd uit handen gegeven, maar er wordt wel een tijdstip afgesproken waarop het moet worden terugbetaald. In de tussentijd wordt een vaste vergoeding betaald, de rente. De voornaamste beleggingsvormen die daaruit www.beleggerscompetitie.be 2006 4

voortvloeien zijn kasbons, termijnrekeningen (nvdr: spaarrekeningen hebben geen vaste vervaldag) en obligaties. Vooral op de laatste komen wij nog uitgebreid terug. Voorlopig is het voldoende te weten dat een obligatie een verhandelbaar deel is van een grotere lening. Op het eerste gezicht lijkt deze beleggingsvorm niet veel risico met zich mee te brengen. Men spreekt dan ook dikwijls van risicoarme beleggingen. Geheel vrij van risico zijn obligaties echter niet. De voornaamste soorten risico s die de obligatiebelegger loopt zijn: - debiteurenrisico; - politiek risico; - renterisico; - koopkrachtrisico; - valutarisico. Debiteurenrisico en politiek risico Dit is het risico dat degene aan wie u het geld hebt uitgeleend de debiteur niet in staat zal zijn om de gemaakte afspraken na te komen. Dat wil zeggen dat hij de afgesproken rente niet kan betalen of zelfs niet in staat is om de hoofdsom terug te betalen. Het is voor de belegger zaak om tevoren in te schatten hoe groot die kans is, bijvoorbeeld door de financiële situatie van de aanstaande debiteur te onderzoeken. Geheel te vermijden is dit soort risico niet. Het politieke risico heeft betrekking op de invloed van het politieke klimaat. Een obligatiebelegger zal een land met een politiek stabiele reputatie verkiezen boven landen met grote politieke onrust of een grote kans daarop. Renterisico Dit is risico om kansen te missen. U verliest niet direct geld, maar u mist de kans om extra geld te verdienen. Immers, u hebt gedurende een lange periode een vaste rentevergoeding bedongen; stijgt de rente in die periode op de kapitaalmarkt, dan profiteert u daar niet van. Daar staat tegenover dat u in die periode ook geen nadeel ondervindt van een daling van de rente. Renterisico bestaat dus gedeeltelijk uit een herbeleggingsrisico. Renterisico heeft echter ook nog een andere component in zich: het koersrisico. Koersrisico bestaat uit fluctuaties in de prijs van obligaties op de effectenbeurs die ontstaan ten gevolge van veranderingen in de rentestand. Bij stijgende rente dalen de koersen en bij dalende rente stijgen de koersen van de obligaties. Bij verkoop hebt u dan een nadeel, respectievelijk een voordeel. Dat wordt ook wel apart benoemd als beursrisico. Koopkrachtrisico De jaren van inflatie liggen ons nog vers in het geheugen. Inflatie tast ongemerkt het rendement aan. Immers, u krijgt wel de afgesproken bedragen op de overeengekomen tijdstippen uitbetaald, zodat het lijkt dat u geen verlies lijdt. Echter, www.beleggerscompetitie.be 2006 5

doordat de prijzen zijn gestegen, is de consumptieve waarde van het bedrag, de koopkracht, gedaald. Valutarisico Dit risico doet zich alleen voor wanneer u belegt in een andere munt dan de euro. De rente en de aflossingen ontvangt u dan in die andere munt zodat het uiteindelijke rendement afhangt van de prijs waartegen u die munt kunt omwisselen in euro. Met de huidige schommelingen in valutakoersen EUR/USD kan dat een behoorlijk verschil uitmaken, zowel positief als negatief. Dit kan bewust in het beleggingsbeleid opgenomen worden. Door de invoering van de euro is het mogelijk geworden om de portefeuille geografisch veel ruimer te spreiden dan voorheen, zonder wisselrisico. Risico s bij permanent ter beschikking stellen In dit geval verstrekt u geen lening maar neemt u deel in het bedrijf; u wordt medeeigenaar. Er is geen sprake van terugbetaling op een vast tijdstip. Het bedrijf heeft permanent de beschikking over het geld. Wilt u het geld weer vrijmaken, dan kan dat alleen door uw deelneming de aandelen via de effectenbeurs te verkopen. Ook ontvangt u geen vaste vergoeding voor het ter beschikking stellen van het geld. Als mede-eigenaar hebt u recht op een deel van de winst. Als het bedrijf veel winst maakt, kan het een hoge vergoeding (het zogeheten dividend) uitkeren. Als het weinig winst maakt, ontvangt u een lage vergoeding of niets. Die relatie hoeft er overigens niet altijd te zijn. Er zijn bedrijven die ernaar streven om elk jaar een nagenoeg gelijk dividend uit te keren. Als er een hoge winst wordt gemaakt, kan dat betekenen dat een deel van de winst in het bedrijf blijft. Als er daarentegen weinig winst is gemaakt, zal men wellicht (een deel van) de reserves moeten aanspreken. Andere ondernemingen hebben als strategie om weinig dividend uit te keren. De resterende winst wordt dan benut om de groei van de onderneming te financieren. Aandelen van dergelijke ondernemingen noemt men groeiaandelen. De koersontwikkeling van een aandeel wordt niet zozeer beïnvloed door de grootte van de winst en de mate waarin die aan de aandeelhouders ter beschikking wordt gesteld maar vooral door het groeiritme en de vooruitzichten voor de groei. Die invloed vertaalt zich in een kans op (extra) financieel voordeel door koerswinsten, maar tevens op financieel nadeel door koersverliezen. Alle risico s die voor obligaties gelden, zijn ook bij aandelen aanwezig, met dien verstande dat het beursrisico veel groter is en dat het debiteurenrisico een iets ander karakter heeft, zodat we het beter ondernemingsrisico kunnen noemen. www.beleggerscompetitie.be 2006 6

Beursrisico Dit risico is bij aandelen groter dan bij obligaties omdat verkoop de enige manier is om het bezit weer in geld om te wisselen. De mogelijkheid om de eindvervaldag af te wachten zoals bij een obligatie of kasbon is er niet. Het beursrisico hangt nauw samen met het beursklimaat (ook wel het beurssentiment genoemd). Als dat positief of negatief is, zullen de meeste aandelenkoersen zich in dezelfde richting bewegen. Individuele aandelen kunnen dan een positieve of negatieve koersontwikkeling vertonen die niet rechtstreeks uit de bedrijfsresultaten valt af te leiden. Het beursklimaat wordt beïnvloed door tal van factoren. Denk bijvoorbeeld aan de boekhoudschandalen in de VS, de verwachtingen met betrekking tot de rentestand (wat gaat Ben Bernanke, voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, beslissen?), de evolutie van de euro tegenover de dollar, de verwachte evolutie van de olieprijs en de impact daarvan op de industrie, de internationale politieke ontwikkelingen (krijgt het vredesproces in het Midden-Oosten een nieuwe kans?...), etc. Ondernemingsrisico Dit risico lijkt op het debiteurenrisico, maar het is uitgebreider. Niet alleen de grootte van de vergoeding is afhankelijk van de gang van zaken bij het bedrijf waarin u hebt belegd, maar ook de waarde van uw deelneming in dat bedrijf. Gaat het minder goed bij het bedrijf, dan loopt niet alleen uw inkomen terug maar ook de waarde van uw vermogen. Daar staat tegenover dat bij een goede gang van zaken uw inkomen en vermogen stijgen, zodat u een compensatie krijgt voor het koopkrachtrisico. Duidelijk is dat de bedrijven waarin u op deze manier belegt zorgvuldig dienen te worden uitgekozen. Op de technieken die hiervoor gebruikt worden, komen we later terug. In het dagelijkse leven roept het woord risico vaak uitsluitend negatieve associaties op. Bij beleggen moeten wij echter zowel aan kansen als bedreigingen denken. In het algemeen kan gesteld worden: hoe hoger het gewenste rendement, hoe hoger het risico dat de belegger moet accepteren. De mate van het risico dat een belegger wil lopen, is afhankelijk van zijn of haar houding ten aanzien van risico. Op die manier kan een onderscheid worden gemaakt tussen beleggers die meer of minder zekerheid willen ten aanzien van het rendement van hun belegging. Beleggen doen we met geld dat we niet onmiddellijk nodig hebben en we beogen er financieel voordeel mee te behalen. Bij beleggen in welke vorm ook horen risico s en iedere belegger dient zich te realiseren dat hij die risico s niet kan ontlopen, maar dat hij juist bewust moet kiezen welke risico s hij kan en wil aanvaarden. In de praktijk is het verstandig om niet voor een enkele beleggingsvorm te kiezen, maar voor een combinatie, zodat een samenspel van risico s en kansen ontstaat. Men kan in een beleggingsportefeuille namelijk optimaal gebruikmaken van de eigenschap dat de waarden van financiële activa soms tegengesteld fluctueren. Met andere woorden, het verlies van het ene wordt dan gecompenseerd met de winst van het andere. Zo vermindert men het risico van een portefeuille. Let wel, er zal www.beleggerscompetitie.be 2006 7

altijd risico blijven bestaan. Het is voor een belegger van groot belang dat hij zich daarvan bewust is. Risicoprofiel Bij elk type belegger hoort een risicoprofiel, dit is een maatstaf voor zijn risicodraagkracht en risicobereidheid. Of nog: een graadmeter voor de mate waarin hij een bepaald risico kan of wil lopen. Aan de basis van dit risicoprofiel liggen zowel financiële als mentale achtergronden. Een belegger die het risico van een bepaalde belegging financieel aankan maar er vervolgens slapeloze nachten van krijgt, heeft geen goede keuze gemaakt. Maar ook het omgekeerde is waar: als een belegger een bepaalde belegging mentaal aankan, wil dat nog niet zeggen dat die belegging voor hem een goede keuze is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat hij een uiterst risicovolle belegging aandurft, maar dat hij zijn basisvoorzieningen niet heeft veiliggesteld. Als het in die belegging geïnvesteerde vermogen dan verloren gaat, komen ook de elementaire levensbehoeften in gevaar. Tussen de uitersten van een vrijwel risicoloze belegging en een belegging met een zeer hoog risico komen verscheidene gradaties voor. Zoals gezegd hangt het af van het risiconiveau dat de belegger wil accepteren. De precieze samenstelling van een beleggingsportefeuille mag dan voor eenieder verschillend zijn, in de globale opbouw zit wel een vaste structuur. Beleggingspiramide We kennen allemaal de vorm van een piramide. De bedragen die in de verschillende beleggingsvormen gestoken worden, kunnen in volgorde van opklimmende risicograad in deze piramide worden geplaatst. De basis van de piramide is een tussenvorm tussen consumeren en beleggen: de belegging in de spaarsfeer. Daar zijn twee goede redenen voor: - een spaarrekening bij een grote bank levert een minimum aan debiteurenrisico op; - er kan een korte looptijd worden gekozen zodat, indien nodig, het geld toch voor consumptie beschikbaar is. Als vuistregel wordt gesteld dat, om te kunnen voorzien in onverwachte uitgaven of plotse derving van beroepsinkomsten, best een equivalent aan 6 maanden beroepsinkomen in dergelijke beleggingsformule geparkeerd blijft als matras van het persoonlijke vermogen. Tegenover de voordelen van veiligheid en liquiditeit staan ook nadelen. De voornaamste zijn: - een relatief lage vergoeding; - geen bescherming tegen koopkrachtrisico. www.beleggerscompetitie.be 2006 8

Om die nadelen te compenseren, voegen we nog twee lagen aan de piramide toe. De tweede laag bestaat dan uit een vastrentende, risicoarme belegging in kwaliteitsobligaties. Het geld wordt lang vastgezet en is dus niet meer voor consumptie beschikbaar. Daartegenover staat dat de rentevergoeding hoger is dan op de spaarrekening. De vergoeding is hoger omdat de risico s zijn toegenomen. Uiteraard is er in verhouding tot de kwaliteit van de debiteur meer debiteurenrisico. Maar ook het koopkrachtrisico en het renterisico zijn groter geworden omdat het geld voor een langere termijn vaststaat. Dit hogere risico kan geaccepteerd worden omdat aan de basis van de piramide de consumptie gewaarborgd is. Een onverhoopt slechte afloop tast niet het levenspeil van de belegger aan. Overigens is een belegger natuurlijk nooit verplicht om hogere risico s te nemen. Wie zich het prettigst voelt met zijn geld op een spaarrekening en verdere risico s niet aandurft, kan gerust sparen als enige beleggingsvorm kiezen. Ook al is dit financieeltechnisch niet de meest renderende "oplossing". De derde laag bestaat uit een belegging in aandelen. Het geld wordt permanent uit handen gegeven. De vergoeding is onzeker, want die is afhankelijk van de gang van zaken bij het betrokken bedrijf. Als die goed is, ontstaat een waardestijging van het bezit die compensatie geeft voor het koopkrachtrisico. Het risico is opnieuw hoger dan in de voorgaande laag. De belegger kan zich dat veroorloven omdat hij een buffer heeft door zijn belegging in de twee voorgaande lagen. Bovendien zijn op lange termijn de rendementen hoger dan in de onderste laag van de piramide. Ook hier geldt weer dat de belegger geen aandelen hoeft op te nemen als hij zich daar niet veilig bij voelt. Het kopen van aandelen zonder dat er een buffer in spaargelden en obligaties is, betekent dat bij een tegenslag de belegger wellicht zijn levenspeil moet verlagen. Een doordacht beleggingsbeleid is er altijd op gericht om dat te voorkomen. Op dat punt kan ook het meest zinvolle onderscheid tussen beleggen en speculeren gemaakt worden. Iemand die een riskante transactie aangaat, hoeft geen speculant te zijn. Als hij zijn beleggingen volgens de piramide opgebouwd heeft, is een speculatieve investering toch gewoon beleggen. Doet iemand dat echter zonder over de buffers te beschikken, dan spreken we van speculatie. www.beleggerscompetitie.be 2006 9

De twee bovenste lagen kunnen ook weer onderverdeeld worden naar risicograad. U kunt in het obligatiedeel een stukje inruimen voor een hoger debiteurenrisico of voor een valutarisico als daar een hogere beloning tegenover staat. Ook bij de aandelen kan een scala van solide tot riskante bedrijven opgenomen worden. Ten slotte plaatsen we de top op de piramide: de beleggingsvorm met de hoogste risicograad,waar dus het kleinste deel van het vermogen ingestoken wordt. Dat zijn opties, futures en warrants. Zoals gezegd zijn de risico s hier groot, maar bij een goede afloop zijn ook de winsten navenant. Dergelijke instrumenten zijn enkel weggelegd voor particulieren die minimaal dagelijks hun financiële portefeuille opvolgen. Later zullen we deze instrumenten meer in detail behandelen. De samenstelling van de portefeuille Ook hier is er een vuistregel. In functie van de leeftijd zou men zijn beleggingspiramide kunnen samenstellen: iemand van 30 jaar zou 70% mogen beleggen in aandelen en 30% in obligaties (men gaat er vanuit dat bij leven en welzijn de betrokkene nog voldoende jaren voor zich heeft om een eventuele crash te recupereren...). Anderzijds zou iemand van 60 jaar nog 40% mogen beleggen in aandelen en 60% in obligaties: een eventuele beurscrash moet dan niet onmiddellijk voor een hartinfarct zorgen of naar het OCMW verwijzen... Een vuistregel is wat hij is - zeker geen wetmatigheid -, maar hij maakt wel duidelijk dat iemand die geen beroepsinkomsten meer heeft, meer op safe dient te beleggen. U moet ook rekening houden met enkele individuele vragen: heb ik een onroerend patrimonium, een levensverzekering of een extra pensioenverzekering? In welke mate ben ik afhankelijk van de evolutie van mijn effectenportefeuille om mijn levensstandaard, mijn train de vie, niet te verstoren? Als u een beleggingsportefeuille gaat samenstellen, staat u voor het probleem van de vermogensallocatie, het verdelen van de voor belegging beschikbare middelen over de verschillende beleggingsvormen. U bepaalt vooraf welk risico u wilt aanvaarden. Als u bijvoorbeeld geen enkel risico wilt aanvaarden, dan hoeft u geen belegging in obligaties, aandelen of onroerend goed te overwegen. Stel, u hebt voor uzelf vastgesteld dat een laag risico voor u acceptabel is, mede omdat u een hoger rendement wenst dan op een spaarrekening. Op grond daarvan kiest u voor obligaties. U hebt echter niet bij uw overwegingen betrokken dat u volgend jaar weer over de middelen wilt beschikken. Als u de obligaties dan op de beurs moet verkopen, loopt u het risico van koersverlies. Tevens worden verkoopkosten in mindering gebracht. Het uiteindelijke rendement kan dan (fors) lager uitpakken dan u vooraf had verwacht. Het is ook logisch dat - naarmate de termijn van belegging korter is - het beleggingsresultaat sterker wordt beïnvloed door toevalligheden. Een optiebelegger kan bijvoorbeeld, als hij het goed heeft gezien, in korte tijd een flinke som verdienen. Het is echter ook mogelijk dat hij zijn totale inzet verliest. www.beleggerscompetitie.be 2006 10

In de voorgaande paragraaf behandelden we aan de hand van de beleggingspiramide de verschillende risiconiveaus. De belegger die zijn beleggingsportefeuille volgens die systematiek samenstelt, heeft al een uitgedachte beleggingsstrategie voor ogen. De basis van die strategie is dat beleggingen met verschillende risicograden worden gecombineerd. Het verdelen van beleggingen over verschillende risicograden noemt men spreiding. Een tegenvallend resultaat op bijvoorbeeld aandelen kan dan gecompenseerd worden door een positief resultaat op bijvoorbeeld obligaties of onroerend goed. Op die wijze wordt een reductie van het risico bereikt. Het risico kan nog verder gereduceerd worden door binnen elke beleggingscategorie een spreiding aan te brengen. Bij aandelen bijvoorbeeld kan men dit bereiken door in de beleggingsportefeuille aandelen op te nemen uit de sector banken en verzekeringen, de farma, de biotechnologie, de chemische sector, de voedingssector, de energie, alternatieve energie, de bouwsector, de transportsector, de grafische sector, telecom, enz. Een tegenvallende gang van zaken in de ene sector kan dan gecompenseerd worden door een positieve ontwikkeling in een andere sector. Het aanbrengen van voldoende spreiding in een beleggingsportefeuille is van groot belang. Indien het te beleggen vermogen van onvoldoende omvang is, zal een spreiding over sectoren of beleggingsvormen een onrendabele versnippering in de portefeuille tot gevolg hebben. In een dergelijk geval is het verstandig om te beleggen in een beleggingsfonds (zie verder). Door de grote omvang van het te beleggen vermogen is zo n beleggingsfonds wel in staat om voldoende spreiding in de beleggingen aan te brengen. Uiteindelijk zal een strategische afweging van alle voorgaande aspecten leiden tot een keuze, die het best bij uw persoonlijke situatie past. Een hulpmiddel dat wij u willen aanreiken, is de persoonlijke risicotolerantietest die wij met dank ontlenen aan Fortis Bank. Doet u mee? De test bestaat uit 2 delen. Deel 1 van de vragenlijst peilt naar het risico dat u redelijkerwijs kunt nemen in het licht van uw persoonlijke situatie. Deel 2 peilt naar de risicograad die u ook effectief wilt nemen. De combinatie van beide delen geeft u een aanwijzing van de beleggingsstrategie die het beste aansluit bij uw persoonlijke situatie, uw doelstellingen en uw risicoprofiel. In elk geval is deze test slechts een hulpmiddel om uw keuze te maken. Hij garandeert geenszins het succes van de strategie die u zult kiezen. De test is een momentopname. In de loop der tijd zal uw situatie evolueren. Daarom raden wij u aan de test te bewaren en regelmatig opnieuw te doen op basis van uw nieuwe gegevens. www.beleggerscompetitie.be 2006 11

Deel 1: Vragenlijst met betrekking tot uw beleggingscontext en uw ervaring met financiële producten Vraag 1 Over hoeveel tijd denkt u het geld nodig te hebben dat u nu belegt of belegd hebt? Minder dan 2 jaar A 2 tot 3 jaar B 4 tot 6 jaar C 7 jaar of langer D Vraag 2 De laatste jaren merkt u aan het einde van het jaar dat uw spaartegoed, zonder rekening te houden met de opbrengsten: Ononderbroken gestegen is A Constant blijft B Nul of bijna nul is C Lichtjes daalt D Uitgesproken daalt E Sterk wisselt van jaar tot jaar F Vraag 3 Hoe ziet u uw inkomsten (beroeps- en andere) evolueren de komende 5 tot 7 jaar? Die zullen sterk stijgen. A Die zullen licht stijgen. B Die zullen onveranderd blijven. C Die zullen licht dalen. D Die zullen uitgesproken dalen. E Vraag 4 Hebt u ervaring met beleggen? Neen A Ja, en wel met volgende formules (meerdere antwoorden zijn mogelijk) B Een spaarrekening C Staatslening en kasbons of obligaties in EUR D Obligaties in vreemde munten E Aandelen F Verzekeringsbons G Fondsen (sicavs of beveks) H Andere Vraag 5 Hoe kijkt u terug op uw eerdere ervaringen met beleggen? Overwegend positief A Overwegend negatief B Geen duidelijke voorkeur C www.beleggerscompetitie.be 2006 12

Vraag 6 Welk deel van het maandelijks gezinsinkomen dient momenteel besteed aan kredietverplichtingen (aflossing hypothecaire lening(en) + leningen op afbetaling (autolening, )? Minder dan 20% A Van 20% tot 25% B Van 26% tot 35% C Meer dan 35% D Vraag 7 In welke uitspraak kunt u zich het beste herkennen als het gaat over de manier waarop u momenteel belegt? A. Ik hou me niet zo graag bezig met het beheer van mijn tegoeden en bovendien heb ik er onvoldoende tijd voor. B. Ik ben graag op de hoogte van de evolutie van mijn tegoeden maar eigenlijk kan ik er maar weinig tijd aan besteden. C. Ik wil de evolutie van mijn portefeuille van kortbij opvolgen en bekijk regelmatig de resultaten. D. Ik informeer mij terdege en ben vrij actief bezig met het beheer van mijn tegoeden. Vraag 8 Kies bij elke mogelijkheid de belegging die naar uw inschatting het kleinste risico heeft: Obligatiebelegging in EUR A Obligatiebelegging in Canadese dollar B Franse aandelenbelegging C Japanse aandelenbelegging D Termijnrekening in USD E Termijnrekening in EUR F Vraag 9 Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld per week aan het lezen van de beleggingsrubriek in uw krant of tijdschrift? Minstens een uur per week A Van een halfuur tot een uur per week B Van 10 minuten tot een half uur per week C Minder dan 10 minuten per week D Vraag 10 Welke uitspraak vindt u het beste van toepassing op uw huidige ervaring met beleggen (uitgesloten zijn beleggingen in een pensioenfonds)? Dit zijn echt wel mijn eerste stappen in de wereld van beleggen. A Sinds enkele jaren beheer ik een portefeuille van minder dan 50.000 EUR. B Ik beheer al geruime jaren een portefeuille die zich situeert tussen 50.000 EUR tot 125.000 EUR. C Ik beheer al geruime jaren een portefeuille van meer dan 125.000 EUR met of zonder de hulp van een adviseur van mijn bank. D www.beleggerscompetitie.be 2006 13

Totaalscore voor deel 1 Vraag A B C D E F G H Score 1 0 5 25 40 2 15 10 5 1 0 5 3 15 12 7 4 1 4 * ** 0 0 1 1 4 6 2 4 5 10 0 5 6 15 10 73 7 0 5 15 20 8 * ** 4 0 4 0 0 4 9 15 10 5 0 10 5 10 15 20 TOTAAL *** Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Schrijf onder Score het totaal op van uw antwoorden. Interpretatie van de resultaten U totaliseerde meer dan 135 punten Uw ervaring met en kennis van de beleggingsformules geven in combinatie met uw persoonlijke situatie aan dat u een dynamische beleggingsstrategie kunt hanteren. U totaliseerde tussen 105 en 135 punten Uw antwoorden geven aan dat een hoger risico niet overeenstemt met uw persoonlijke situatie. U bent het beste gediend bent met een neutrale beleggingsstrategie. U totaliseerde minder dan 105 punten U scoorde eerder laag op een aantal parameters die toch wel belangrijk zijn als u enig risico wilt kunnen nemen. Wij adviseren een eerder defensieve beleggingsstrategie. Belangrijk: deze eerste evaluatie dient genuanceerd in het licht van de resultaten van deel 2. www.beleggerscompetitie.be 2006 14

Deel 2: Vragenlijst met betrekking tot het beleggersprofiel Vraag 1 Tot welke leeftijdsgroep behoort u? Minder dan 45 jaar Van 46 tot 60 jaar Van 61 jaar tot 75 jaar Meer dan 75 jaar Vraag 2 Hoelang belegt u reeds actief? Minder dan 5 jaar Langer dan 5 jaar A B C D A B Vraag 3 Hoe zou u uw kennis van beleggingen omschrijven? Erg goed Gemiddeld Eerder bescheiden Uw doelstellingen Vraag 4 Welke ambities wilt u met het geheel van uw beleggingen realiseren in de komende 5 jaar? Het kapitaal en de opbrengsten blijven beleggen. A Het kapitaal belegd laten maar de opbrengsten geheel of gedeeltelijk gebruiken. B De opbrengsten en het kapitaal (of alvast een deel ervan) gebruiken. C Vraag 5 Voor welk doel zou u in de komende 5 jaar uw beleggingsportefeuille geheel of gedeeltelijk te gelde moeten maken? Ziet u in onderstaand lijstje verschillende mogelijkheden, kies dan de belangrijkste: Pensioen A Studies van de kinderen B Aankoop of verbouwing van een huis C Andere belangrijke aankoop D Handelsinvestering E Reis/Vakantie F Andere G Geen H En als ik het voor het kiezen had De hiernavolgende vragen geven theoretische beleggingsmogelijkheden weer. Zij staan dus niet noodzakelijk voor beleggingsproducten die momenteel op de markt zijn. Hou uw huidige doelstellingen voor ogen als u op de vragen antwoordt. Of anders gezegd, denk aan het bedrag, het doel en de duur die u voor uw volgende A B C www.beleggerscompetitie.be 2006 15

belegging of herbelegging in gedachten hebt. In de vragen 6 tot en met 9 moet u telkens kiezen tussen 2 theoretische beleggingsmogelijkheden A en B: mogelijkheid A garandeert een jaarlijks rendement van 4% het gamma jaarlijkse rendementen (variabel) van mogelijkheid B vindt u in de hiernavolgende tabellen. Zo heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid B in vraag 6 een verwacht rendement van 7% per jaar. Uiteraard is dit rendement niet gegarandeerd en kan in werkelijkheid variëren van 1% tot 13% per jaar. Vraag 6 Product Rendement Variabiliteit A Gegarandeerd 4% Geen B Verwacht 7% van 1% tot 13% Kiest u voor product A ga dan door naar vraag 7 Kiest u voor product B ga dan meteen door naar vraag 10 Vraag 7 Product Rendement Variabiliteit A Gegarandeerd 4% Geen B Verwacht 6% van 3% tot 9% Kiest u voor product A ga dan door naar vraag 8 Kiest u voor product B ga dan meteen door naar vraag 9 Vraag 8 Product Rendement Variabiliteit A Gegarandeerd 4% Geen B Verwacht 7% van 3% tot 9% Kiest u voor product A ga dan door naar vraag 10 Kiest u voor product B ga dan meteen door naar vraag 10 Vraag 9 Product Rendement Variabiliteit A Gegarandeerd 4% Geen B Verwacht 6% van 2% tot 10% Ik kies voor product A ga dan door naar vraag 10 Ik kies voor product B ga dan meteen door naar vraag 10 Herkomst van het kapitaal Vraag 10 Wat is de belangrijkste bron van het kapitaal dat u momenteel belegt? (slechts een enkele keuze aanduiden) www.beleggerscompetitie.be 2006 16

Erfenis A Inkomsten uit arbeid (salaris of loon) B Inkomsten uit commerciële activiteiten (zakelijk) C Kapitaal afkomstig uit pensioen of levensverzekering D Opbrengsten uit beleggingen E Herbelegging of heroriëntatie van andere beleggingen (roerende of andere) F Houding tegenover beleggingen Vraag 11 Omschrijf uw houding tegenover de volgende stelling: Ik streef er in de eerste plaats naar dat mijn kapitaal beveiligd is. Tegen het nemen van risico s sta ik terughoudend. Helemaal mee akkoord Min of meer akkoord Eigenlijk eerder niet akkoord Helemaal niet mee akkoord A B C D Totaalscore Vul in de onderstaande tabel het resultaat in van uw antwoorden op de vragen 1 tot en met 11 van deel 2. Als u bijvoorbeeld A hebt geantwoord op vraag 1, dan is uw score 45. Het eindresultaat of de eindscore laat u toe in deel 3 uw risicoprofiel te bepalen. Vragen A B C D E F G H Score 1 45 41 34 0 2 0 8 3 14 1 0 4 30 12 0 5 25 22 1 10 37 25 0 8 6 0 34 7 0 16 8 0 10 9 0 12 10 9 41 35 0 61 24 11 0 9 23 24 TOTAAL Uw risicoklasse voor beleggingen Hoe hoger uw totaalscore, hoe meer risico u geneigd bent te nemen. De onderstaande tabel geeft een indicatie van de risicoklasse van de beleggingen die voor u het meest geëigend zijn. TOTAALSCORE Van tot Uw risicoklasse 0 150 A 151 180 B 181 en meer C www.beleggerscompetitie.be 2006 17

Risicoklasse A: U houdt er niet van financiële risico s te nemen. Risicoklasse B: U staat niet terughoudend tegenover risico s op voorwaarde dat die binnen redelijke grenzen blijven. Risicoklasse C: U hebt geen angst om financiële risico s te nemen. Synthese Vergelijk uw score van deel 1 en deel 2 van de test en lees in de hiernavolgende tabel welke beleggingsstrategie het beste bij u past. Tweede deel van de test Eerste deel van de test Klasse A (0-150 punten) Klasse B (van 151 tot 180 punten) Klasse C (meer dan 180 punten +135 punten Defensief Neutraal Dynamisch Van 105 tot 135 Defensief Neutraal Dynamisch punten Minder dan 105 punten Defensief Defensief Defensief Toch nog een suggestie: indien u gehuwd bent en u belegt gelden uit het gezinspatrimonium, dan is het raadzaam om deze risicotolerantietest ook door uw partner te laten invullen. Hopelijk kan u na beider test een consensus over de beleggingsstrategie bereiken en zal de beursevolutie in het echte leven geen negatieve impact hebben op uw relatie... Voor uw persoonlijke punctuele beleggingen gaat u nu het risico afwegen tegen het door u beoogde rendement na belastingen. Daarnaast hebt u de in het verleden getoonde rendementen van de verschillende beleggingsvormen in overweging genomen. Uiteraard hebt u ook een visie op de toekomstige ontwikkelingen. Daarmee hebt u voor uzelf ook een referentiepunt gecreëerd. Na beëindiging van een belegging of na afloop van het jaar kunt u berekenen in hoeverre het behaalde rendement aansluit bij uw persoonlijke doelstelling. Het gerealiseerde rendement van een enkele belegging of in een bepaald jaar is daarvoor geen goede graadmeter. Het resultaat van een belegging moet over een termijn van ten minste vijf jaar beoordeeld worden. Wel kunt u de kortetermijnresultaten gebruiken om uw beleggingsbeleid aan te passen. Het is uiteraard ook denkbaar dat uw persoonlijke omstandigheden inmiddels zijn veranderd, waardoor de eerder gekozen beleggingen niet meer aansluiten bij uw persoonlijke situatie. Het is daarom verstandig om de beleggingsportefeuille enkele malen per jaar door te nemen, eventueel met de beleggingsadviseur van uw bank. www.beleggerscompetitie.be 2006 18

Hoofdstuk 2 De depositorekening De depositorekening of bankrekening is een verzamelterm van alle gebruikelijke bankrekeningen, met inbegrip van de zichtrekening en de termijnrekening. 1. De zichtrekening Een dadelijk terugbetaalbaar tegoed, in euro of een andere munt, beheerd door een financieel tussenpersoon voor rekening van de klant. De zichtrekening wordt gebruikt om betalingen te verrichten, via overschrijvingen, cheques, wisselbrieven of betaalkaarten. Via een betaalautomaat kunt u geld voor dagelijkse uitgaven van de zichtrekening afhalen. Regelmatige kostenposten (telefoon, elektriciteit) worden makkelijk via de domiciliëring afgehandeld. Karakteristiek voor de zichtrekening: het beschikbare geld is op elk moment opvraagbaar. 2. De termijnrekening Een tegoed dat terugbetaalbaar is op een vooraf afgesproken datum. Net als bij de zichtrekening kan het tegoed eender welke munteenheid betreffen. In euro wordt vaak een minimumbedrag (bv. 1.500 euro) vooropgesteld. In andere munten betonen de meeste instellingen pas interesse vanaf een tegenwaarde van circa 10.000 euro. Dergelijke rekeningen slaan courant op 1, 3, 6 of 12 maanden, maar men kan ook totaal andere termijnen overeenkomen. Aan de opening en het beheer van een termijnrekening zijn doorgaans geen extra kosten verbonden. Op de termijnrekening kan men gelden tijdelijk parkeren, in afwachting van een latere, definitieve belegging. Het rendement is afhankelijk van de constant schommelende interbankenrente. Wie tijdelijk een aanzienlijk bedrag kwijt wil op een termijnrekening, loopt best vooraf even bij enkele financiële instellingen langs. Het rendement van de ene bank ligt vaak fors hoger dan de bonus van een andere bank. Vrijwel alle financiële instellingen beloven een hogere rente op de termijnrekening, naarmate het bedrag in kwestie oploopt. Bovendien varieert het rentepeil met de precieze termijn: hoe langer het geld geblokkeerd wordt, hoe hoger de interest. Gaat het om grote bedragen (meestal vanaf 250.000 euro), dan kunt u over de rente onderhandelen. Tegoeden op de zichtrekening zijn dadelijk opvraagbaar. Financiële instellingen houden echter uit veiligheidsoverwegingen een beperkte hoeveelheid contant geld in voorraad. Wie grote bedragen wil opvragen, waarschuwt de instelling bij voorkeur enkele dagen op voorhand. De houder van een termijnrekening kan pas na het verstrijken van de afgesproken termijn over het tegoed beschikken. Absoluut is deze regel niet, vooral indien u www.beleggerscompetitie.be 2006 19

gegronde redenen aanvoert om de tegoeden voortijdig op te vragen. Gegrond is meestal overlijden of echtscheiding, definitief vertrek naar het buitenland, aankoop van een nieuwe wagen, ziekte,... Het spreekt vanzelf dat in deze veel, zoniet alles, afhangt van een degelijke relatie met de bankier. In de praktijk moet men 2 à 3 dagen voor het verstrijken van de overeengekomen termijn melden wat met het gedeponeerde geld zal gebeuren. Wordt geen contact opgenomen met de bank, dan verlengt die de termijn automatisch met een periode, gelijk aan de voorgaande. In dat geval wordt de vergaarde rente bij het basisbedrag gevoegd, en wordt de rente over de nieuwe termijn berekend op het globale bedrag. De geldende rentevoet over deze nieuwe termijn wijkt mogelijk af van de vorige rente. Ze hangt immers af van de marktrente. www.beleggerscompetitie.be 2006 20