Belastingoverzicht 2017

Vergelijkbare documenten
Belastingoverzicht 2015

Belastingoverzicht 2018

Belastingoverzicht 2019

Belastingoverzicht 2013

3.6. Lastendruk waterschappen

zu!, vr-p7n~1nc,~ z l: Limburgse gemeenten Cluster FIN Behandeld.

Belastingoverzicht 2016

Hierbij bieden wij u ter kennisname aan het Belastingoverzicht 2014 met belastinggegevens van de Limburgse gemeenten en waterschappen.

VERZONDEN 2 6 HAM 2015

Bijlage 2 WOZ-waarde woningen

Eenheid Limburg. Reactietijden politie spoedmeldingen

Neimed Krimpbericht. Ontgroening in Limburg. Maart 2014

Rapportage Vergelijking Lokale Lasten Limburgse Gemeenten

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015

De invloed van de WOZ in de corporatiemarkt.

Bevolkingsontwikkeling in 2014: krimp en groei in Limburg

De opkomst van structurele bevolkingsdaling

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, december 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, april 2015

Overgedragen bevoegdheden. bevoegdheden van het

Agenda. Wie is BsGW. Klantcontacten en bezoek KCC. Toekomst / ontwikkelingen. Actuele aandachtspunten. Woningwaarderingsstelsel.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, oktober 2018

Geme. Samenvatting In deze brief wordt uw raad geïnformeerd over de bevindingen uit het door de provincie Limburg opgestelde Belastingoverzicht 2016.

Social media gebruik en potentie voor gemeenten in Limburg

Vragen en antwoorden over de Wensbus. Gemeenten Limburg per Mook en Middelaar. Gennep. Bergen. Venray. Horst a/d Maas. Venlo.

Ik heb op 30 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens 33 gemeenten, te weten

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, maart 2019

, Gemeente Roerdalen Stuknummer: Ontvangstdatum: 18 april 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, februari 2019

Register van Gemeenschappelijke regelingen. als bedoeld in artikel 27 van de Wet. Gemeenschappelijke regelingen. Gemeente Schinnen

WOZ-monitor Limburg 2009

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. BsGW uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 9 juli 2014

Belastinguitgave 2013

In het register zijn de geldende gemeenschappelijke regelingen opgenomen waaraan de gemeente Brunssum deelneemt.

BsGW. en MijnOverheid

Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Nederland

NA STABILISATIE DAALT DE BEVOLKING WEER IN LIMBURG

Zitten in Limburg. Een exploratief onderzoek naar zitgedrag in 31 Limburgse gemeenten.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

Datum: 26 februari 2013 Kenmerk: REC/TM / Onderwerp Spreidingsplan ex artikel 76a WEC / Aanvraag nevenvestiging

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. BsGW uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 mei Gemeente/ Datum rapport: 24 juni 2015

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Beleidsinformatie Veilig Thuis 2016.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, mei 2016

Gegevens van het Register

1. SO Werkelijke/Beoogde Doelgroep, Restgroep

Zitten in Limburg. Een exploratief onderzoek naar zitgedrag in 31 Limburgse gemeenten

Het deelnemen door een gemeenschappelijke regeling (Veiligheidsregio) aan een gemeenschappelijke regeling (ICT).

Raadsvoorstel inzake de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen

Samenvattende notitie Lokale lasten gemeente Sittard-Geleen. Op basis van de rapportage Vergelijking Lokale Lasten Limburgse Gemeenten

Betreft Raadsvoorstel inzake vaststelling belastingverordeningen voor 2015

Notitie Ontwikkeling van de lokale woonlasten

Samenvattende notitie Lokale lasten gemeente Stein

Zorg Overzicht GEMEENTEN LIMBURG

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 8 november 2016

Begrotingswijziging 2017

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

Publieke raadpleging onder Limburgers over de agenda van de Limburgers

COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN MAASTRICHT Secretariaat: Postbus MA Maastricht

BAROMETER KRIMP 14 augustus 2015 Actuele bevolkingsontwikkeling in regio s met (structurele) bevolkingsdaling

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Zuid-Limburg

3 december n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

Gegevens van het Register

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) Tel: Brabant Noordoost

B&W-Aanbiedingsformulier

gemeente roerdalen 2 Verordening rioolheffing 2016.

Arbeidsmarktinformatie. Limburg, augustus 2013

O O * Ontwikkeling OZB

De voorzitter. W. van den Beucken

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 31 oktober 2013 Toetreding tot de gemeenschappelijke regeling BsGW per

Ontwikkeling van de lokale woonlasten 2018

Capcode Korps Beschrijving Beek Blusgroep Beek Blusgroep Beek HV Beek Meetploeg / WVD

BsGW. Aan de gemeenteraad Gemeente Roerdalen Postbus ZH ODILIËNBERG. HRM/BOJ.l B

Commissie Middelen Roerdalen 23 januari 2012

Duiding Dashboard Limburgse woningmarkt 2018

1. Inleiding (inclusief samenvatting) Overzicht taakbehartiging door Limburgse gemeenten 5

Ontwikkeling van de lokale woonlasten 2017

CABA + CMFB Agendapunt: CABA 8 AAN DE COMMISSIES ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN EN MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID

Retailaanpak Parkstad Limburg

Dit is een verkorte versie van het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten.

Heel Limburg binnen handbereik

4.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Nederland

Lokale belastingen 2011

Wat is eigenlijk het probleem? Speerpuntenanalyse wie is over het algemeen de klos. Strategie. Raadscommissie

Rechtbank gezocht. Waar moet ik zijn als ik in Limburg naar de rechter ga?

13igr /06/2013 GRIF

Factsheet. Limburg. Mook en Middelaar. Gennep. Bergen (L.) Venray. Horst aan de Maas. Venlo. Peel en Maas. Nederweert. Beesel. Leudal. Weert.

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

Verslag van de Algemene Ledenvergadering van de vereniging Afvalsamenwerking Limburg

\ Raadsvoorstel Zaak 24560

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, april 2017

COMMISSIE AWACS LIMBURG Secretariaat: Postbus MA Maastricht

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

Naar een toekomstbestendige winkelstructuur in Zuid-Limburg. Peter Bertholet

Limburg aan het werk 2010

Transcriptie:

Belastingoverzicht 2017 Tarieven en lastendruk van OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing van de Limburgse gemeenten en de waterschapsheffingen in Limburg Provincie Limburg, maart 2017 Samensteller Provincie Limburg Cluster Financiën

Belastingoverzicht 2017 2

Inhoudsopgave 1.... Inleiding... 5 2.... Conclusies... 5 3.... Gemeentelijke belastingen... 7 3.1.... Onroerende zaakbelasting (OZB)... 7 3.2.... Rioolheffing... 14 3.3.... Afvalstoffenheffing... 17 3.4.... Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen... 20 3.5.... Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen... 23 3.6.... Lastendruk waterschappen... 26 3.7.... Lastendruk gemeente en waterschap... 28 4.... Lastenontwikkeling bedrijven... 29 5.... Verantwoording onderzoek... 31 Bijlagen 1 Inwoners en woningen/objecten 35 2 Inwoners per regio 36 3 WOZ-waarde woningen 37 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen 38 5 Rioolheffing 39 6 Afvalstoffenheffing 40 7 Totale gemeentelijke heffingen 41 8 Waterschapsheffingen 42 9 Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen huurder 43 10 Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen 44 eigenaar/gebruiker 11 OZB-tarieven niet-woningen 45 12 Totale prognose opbrengst OZB eigenaren en gebruikers niet-woningen 13 Totale WOZ-waarde en totale prognose OZB-opbrengst niet-woningen 46 47 Belastingoverzicht 2017 3

Belastingoverzicht 2017 4

1. Inleiding Dit belastingoverzicht bevat informatie over de drie belangrijkste gemeentelijke belastingen, zoals de Limburgse gemeenten die in 2017 bij de gebruikers en eigenaren van woonruimten in hun gemeente heffen. Aan de orde komen de OZB woningen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Als een gemeente voor riool en afval gedifferentieerde tarieven heeft, hanteren we het tarief dat bij een gemiddeld waterverbruik hoort respectievelijk dat past bij het gemiddelde aanbod van afval of de meest gebruikte containers en dergelijke voor een huishouden van drie à vier personen. Behalve een overzicht van de lastendruk bij de woningen is ook een overzicht samengesteld van de tarieven van de OZB van de niet-woningen. Daaraan wordt aan het slot van deze rapportage kort aandacht besteed. De uitkomsten 2017 vergelijken we met de cijfers 2016. Daarbij doen zich een aantal bijzonderheden voor. Een aantal cijfers 2016 is door gemeenten gewijzigd. Sinds 2016 doen wij een beroep op de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). BsGW is een samenwerkingsverband voor uitvoering van belastingheffing en - inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en uitvoering van de wet Waardering onroerende zaken. Op drie gemeenten na zijn alle Limburgse gemeenten hierbij aangesloten. Vanwege de uniformiteit en de vergelijkbaarheid maken we gebruik van de (gemiddelde) WOZ-waarden van de BsGW voor 2016 en 2017. De cijfers van 2016 zijn ook dit jaar geactualiseerd waardoor verschillen zijn ontstaan met de cijfers 2016 die in het belastingoverzicht 2016 zijn gepresenteerd. In hoofdstuk 3 staan we hier nadrukkelijk bij stil. Het belastingoverzicht 2017 bevat de belastinggegevens van alle 33 Limburgse gemeenten. Van deze 33 gemeenten zijn ook de gegevens 2016 tot nieuwe gewogen gemiddelden berekend. 2. Conclusies Uit de verzamelde belastinggegevens 2017 blijkt het volgende. - De gemiddelde OZB-aanslag stijgt in 2017 met 2,29% naar 286,53. Dit is het resultaat van een stijging van het gemiddelde OZB-tarief in 2017 met 0,70% en een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde met 1,58%. - De rioolheffing stijgt in 2017 met 0,75% tot gemiddeld 214,87. - De afvalstoffenheffing daalt in 2017 met 3,28%. In 2017 komt de gemiddelde afvalstoffenheffing uit op 214,40 voor een meerpersoonshuishouden. - Een huurder ziet de gemeentelijke belastingen met gemiddeld 2,19% dalen en betaalt in 2017 gemiddeld 311,15 ten opzichte van 318,12 in 2016. - Een eigenaar/gebruiker gaat in 2017 gemiddeld 0,10% meer aan gemeentelijke belastingen betalen. Gemiddeld betaalt hij 715,80 tegenover 715,05 in 2016. - De heffingen van de waterschappen stijgen voor huurders in 2017 met gemiddeld 4,32% en voor eigenaar/gebruikers met gemiddeld 1,97%. - De heffingen van gemeenten en waterschap samen stijgen voor huurders gemiddeld met 0,18% tot Belastingoverzicht 2017 5

500,95 tegenover 500,06 in 2016. Voor een eigenaar/gebruiker bedraagt de stijging gemiddeld 0,56% waardoor de heffingen van gemeenten en waterschap toenemen van 942,94 tot 948,19. In de volgende paragrafen presenteren we de uitkomsten voor de drie gemeentelijke belastingsoorten en de heffing van het Waterschap Limburg. Belastingoverzicht 2017 6

3. Gemeentelijke belastingen 3.1. Onroerende zaakbelasting (OZB) Bij de berekening van de OZB-lastendruk hebben wij een aantal uitgangspunten moeten toepassen om enige uniformiteit in en daarmee vergelijkbaarheid tussen de cijfers te krijgen. Deze uitgangspunten lichten we hierna toe. Onze benadering betekent wel dat de uitkomst veelal niet (exact) met de berekening van de gemeenten zelf zal overeenkomen. Uitgangspunten: - Tarieven OZB en de (gemiddelde) WOZ-waarden. Hiervoor maken we gebruik van gegevens van de BsGW. De gemiddelde WOZ-waarde woningen 2016 en 2017 bepaalt de BsGW door alle waarden van de objecten met een zogenaamde DUWOZ-code in de range van 1000 tot en met 1699 op te tellen en te delen door het aantal objecten in deze range. Deze benadering wijkt af van onze benadering die tot en met 2016 is gehanteerd. Met de gemiddelde waarde van de BsGW sluiten we beter dan in het verleden aan, bij de gemiddelde WOZ-waarde van de individuele gemeenten. De WOZ-waarde van de niet-woningen (lees bedrijven) 2016 en 2017 zijn gepresenteerd voor gebruikers en voor eigenaren. Deze bedragen zijn niet gelijk aan elkaar omdat bij gebruikers (zo ver als mogelijk) rekening wordt gehouden met leegstand, vrijstellingen en het Pater van der Meer-deel. Ook bij niet-woningen wordt met ranges gewerkt. Bij de niet-woningen is rekening gehouden met de zogenaamde 30/70 regel die inhoudt dat een gemengd object, waarbij de niet-woning onderdelen meer dan 30% van de totale waarde zijn, in de categorie niet-woning valt. De cijfers zijn in februari 2017 ontvangen nadat deze door de BsGW als definitieve prognose (eind januari) naar de gemeenten zijn afgegeven. Aan de drie gemeenten die niet aan de BsGW deelnemen hebben we, met gebruikmaking van de door de BsGW gehanteerde definities, gevraagd deze gegevens voor hun gemeente te leveren. Hiermee trachten we zo veel als mogelijk de waarden van alle 33 gemeenten vergelijkbaar te presenteren. - Voor de indeling in inwonerklasse is uitgegaan van het aantal inwoners bij de algemene uitkering 2016 volgens de septembercirculaire 2016. - Met inachtneming van de vorige uitgangspunten is het overzicht samengesteld op basis van de gegevens zoals die door de gemeenten zijn aangeleverd. - Op basis van de gemiddelde WOZ-waarde hebben wij voor elke gemeente voor beide jaren op basis van het OZB-tarief 2016 en het OZB-tarief 2017 de OZB-aanslag voor 2016 en 2017 bepaald en de procentuele verandering daarin. Uitgaande van deze rekenmethode en de tarieven kunnen de volgende conclusies worden getrokken. 1. De gemiddelde OZB-aanslag stijgt met 2,29% tot 286,53. De gemiddelde OZB-aanslag gaat in 2017 omhoog van 280,11 naar 286,53, een stijging van 2,29%. Deze stijging ligt boven het verwachte inflatiepercentage voor 2017. Belastingoverzicht 2017 7

De stijging in Limburg ligt ook ruim boven de voor 2017 landelijk geldende macronorm van 1,97%. Op dit moment is nog niet bekend of op landelijk niveau de macronorm overschreden gaat worden. Of en zo ja welke gevolgen dit zal hebben is nog onbekend. In het verleden is een overschrijding van de macronorm in het volgende jaar in mindering gebracht op de voor dat jaar geldende macronorm. Tussen de Limburgse gemeenten zitten grote verschillen. Bij vijf gemeenten valt de gemiddelde OZB-aanslag 2017 lager uit dan vorig jaar. De gemeente Voerendaal springt eruit met -8,49%. Bij de overige achtentwintig Limburgse gemeenten stijgt de gemiddelde OZB-aanslag. De hoogste stijging treedt op bij Beesel met 20,59% en bij Horst aan de Maas met 7,64%. Bij de overige zesentwintig gemeenten varieert de stijging in 2017 tussen de +0,4% en +4,99%. We maken nu geen vergelijking met de stijging die we vorig jaar ten opzichte van 2015 hebben berekend. Vanaf 2016 maken we gebruik van cijfers die ontleend zijn aan de BsGW-administratie. Dat betekent dat de gemiddelde WOZ-waarde woningen op basis van andere uitgangpunten is berekend, dit geldt ook voor de woningen/objecten. Voor 2017 is voor een andere benadering gekozen die resulteert in voor de individuele gemeente beter herkenbare cijfers. De gemiddelde WOZ-waarde woningen sluit aan bij de beleving in de praktijk. Hiermee beogen we een reëler beeld te presenteren. Aanvullend merken we op dat de cijfers van 2016 in dit rapport zijn herberekend op basis van de nieuwe uitgangspunten. Hierdoor laten deze cijfers een ander/niet vergelijkbaar beeld zien met het rapport 2016. De gemiddeld laagste aanslag is in 2017 te vinden in Vaals en bedraagt 212,69 gevolgd door Maasgouw 217,50. De gemiddeld hoogste aanslag heeft Meerssen en deze steekt met 436,55 met kop en schouders boven de andere gemeenten uit. Horst aan de Maas volgt met 402,20, Venlo met 360,32, Eijsden-Margraten met 355,35 en voor Mook en Middelaar is de aanslag berekend op 352,59. De hoge aanslag in Meerssen is het gevolg van een zeer forse verhoging van het OZB-tarief 2016 en ook nu voor 2017 is het tarief verhoogd met 4,5%. De OZB-aanslag op regioniveau ligt tussen 259 in Midden-Limburg en 325 in Noord-Limburg. De grootste stijging met 10 heeft zich in Noord-Limburg voorgedaan, terwijl de kleinste toename met 3 in Parkstad is opgetreden. Bij de indeling van de gemeenten in inwonerklassen heeft de groottegroep 10.001-20.000 inwoners met 314 de hoogste OZB-aanslag. De andere groottegroepen zitten op gemiddeld ongeveer 281. 2. Het OZB-tarief stijgt gemiddeld met 0,70%. Het gemiddelde OZB-tarief stijgt van 0,1570% naar 0,1581%. De toename voor 2017 bedraagt 0,70% tegenover 1,62% vorig jaar. De stijging van het OZB-tarief hangt samen met de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de peildata 1 januari 2015 en 1 januari 2016. Bij het volgende onderdeel: Gemiddelde WOZ-waarde gaan we daar verder op in. Bij tweeëntwintig gemeenten stijgt het OZB-tarief. Beesel heeft de sterkste stijging en wel met 20,44%. Daarna volgen Horst aan de Maas met 5,76% en Valkenburg aan de Geul met 5,33%. Bij de overige negentien gemeenten neemt het tarief toe tussen 0,27% en 4,52%. Er zijn elf gemeenten waar het tarief een daling laat zien tussen -0,40% en -8,68%. De hoogste afname doet zich voor in Voerendaal. Belastingoverzicht 2017 8

Het hoogste tarief heeft Simpelveld (0,2038%) gevolgd door Venlo (0,2013%). Peel en Maas heeft sinds 2013 het laagste tarief. Voor 2017 bedraagt het OZB-tarief van Peel en Maas 0,1045%. Het OZB-tarief 2017 is al jaren het laagste in de groottegroep van 20.001-50.000 inwoners met 0,1472% en het hoogst in de groottegroep boven 50.001 inwoners met 0,1705%. Alleen in de groep van 0-10.001 inwoners is sprake van een geringe daling van het tarief met -0,14%. Kijkend naar de regio s heeft Parkstad evenals het vorig jaar met 0,1868% het hoogste tarief en Midden-Limburg met 0,1304% het laagste. Alleen in Parkstad neemt het gemiddelde OZB-tarief af en in alle andere regio s stijgt dit. De sterkste stijging doet zich in Noord-Limburg voor met +2,28%. In de regio Midden-Limburg neemt het tarief marginaal toe met +0,13%. 3. De gemiddelde WOZ-waarde is in 2017 in Limburg toegenomen met 1,58% tot ruim 181.000. De WOZ-waarde 2017 heeft als peildatum 1 januari 2016. Vorig jaar werd als peildatum 1 januari 2015 gebruikt. Wij constateren voor 2017 een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de twee peildata. Voor de vergelijkbaarheid van de gemeenten, maken we voor de WOZ-waarden en het aantal woningen/objecten gebruik van de BsGW-administratie. De drie Limburgse gemeenten die niet bij de BsGW zijn aangesloten hebben de informatie, op basis van dezelfde definities als de BsGW hanteert, zelf verstrekt. Met deze werkwijze beogen we een betere onderlinge vergelijkbaarheid te bereiken. De vorig jaar vermelde gemiddelde WOZ-waarde voor peildatum 1 januari 2015 is bij de opgave van dit jaar fors naar boven bijgesteld. Vorig jaar was de gemiddelde WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2015 173.550. Nu is dit bedrag bijgesteld naar 178.412, waarbij andere uitgangspunten zijn gehanteerd. De gemiddelde WOZ-waarde is nu voor de individuele gemeente goed herkenbaar. Voor 2017 is de gemiddelde WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2016 berekend op 181.231. Dit is een stijging met 1,58% ten opzichte van vorig jaar. De hoogste gemiddelde WOZ-waarde is nog steeds in Mook en Middelaar te vinden: 261.369. Heerlen heeft de laagste gemiddelde WOZ-waarde: 124.974. Bij zesentwintig gemeenten is de gemiddelde WOZ-waarde in 2017 gestegen ten opzichte van de nieuwe cijfers van het jaar ervoor. De sterkste stijging is met 6,17% in Kerkrade. Bij de zeven gemeenten is sprake van een daling. De sterkste daling is in Gennep met -3,11% gevolgd door Valkenburg aan de Geul met -2,96%. De verschillen in WOZ-waarden zijn relatief groot. In de regio Parkstad is de gemiddelde WOZ-waarde het laagste met voor 2017 141.982. In Noord-Limburg vinden we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde: 202.939. In alle vijf regio s is sprake van een stijging. De stijging is in Parkstad met 2,09% het hoogst. Bij de indeling naar grootte zien we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten tussen 10.001-20.000 inwoners met 200.185 en de laagste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten boven 50.001 inwoners met 165.597. In groep 10.001-20.000 inwoners neemt de gemiddelde WOZ-waarde af met -0,29%. Bij alle andere groottegroepen is een procentuele stijging opgetreden die ligt tussen de 1,29% en 2,05%. Belastingoverzicht 2017 9

Hieronder treft u in tabelvorm de gemiddelde WOZ-waarde 2017 aan, waarbij de gemeenten naar grootte zijn gegroepeerd. Inwonerklasse Gemiddelde WOZ-waarde woningen 2017 ( ) 1 10.000 184.703 10.001 20.000 200.185 20.001 50.000 190.614 50.001 > 165.597 Gemiddeld 181.231 In de twee volgende staafdiagrammen is de OZB-aanslag van 2016 en 2017 weergegeven, per groottegroep en per regio. Op de bladzijden daarna zijn de gemeenten gegroepeerd naar hoogte van het OZB-tarief en de OZB-aanslag. Belastingoverzicht 2017 10

OZB-last (x 1) OZB-last (X 1) OZB-aanslag eigenaar woningen per regio en gemiddeld 2016-2017 350 315 325 300 250 279 287 254 259 262 265 290 296 280 287 Jaar 2016 200 Jaar 2017 150 100 50 0 Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio OZB-aanslag eigenaar woningen per inwonerklasse en gemiddeld 2016-2017 320 314 310 306 300 290 280 278 281 274 281 277 282 280 287 Jaar 2016 Jaar 2017 270 260 250 0-10.000 10.001-20.000 20.001-50.000 50.001 - > Eindtotaal inwonerklasse Belastingoverzicht 2017 11

OZB-tarief eigenaar woning 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,0000% 0,0500% 0,1000% 0,1500% 0,2000% 0,2500% Peel en Maas Maasgouw Leudal Weert Gennep Roerdalen Bergen Maastricht Mook en Middelaar Beesel Nederweert Roermond Vaals Voerendaal Echt-Susteren Beek Eijsden-Margraten Venray Nuth Schinnen Valkenburg a/d Geul Stein Brunssum Gulpen-Wittem Horst aan de Maas Sittard-Geleen Landgraaf Onderbanken Meerssen Kerkrade Heerlen Venlo Simpelveld 0,1045% 0,1116% 0,1162% 0,1222% 0,1230% 0,1253% 0,1274% 0,1330% 0,1349% 0,1373% 0,1380% 0,1451% 0,1453% 0,1484% 0,1488% 0,1506% 0,1537% 0,1538% 0,1570% 0,1616% 0,1679% 0,1690% 0,1698% 0,1700% 0,1726% 0,1858% 0,1862% 0,1892% 0,1966% 0,1988% 0,1989% 0,2013% 0,2038% Belastingoverzicht 2017 12

OZB-aanslag eigenaar woning 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 Vaals Maasgouw Brunssum Peel en Maas Beesel Leudal Roerdalen Maastricht Heerlen Roermond Kerkrade Weert Bergen Gennep 213 217 231 236 242 247 248 248 249 257 257 260 261 262 Echt-Susteren Beek Landgraaf Sittard-Geleen Schinnen Voerendaal Stein Nuth Onderbanken Venray Valkenburg a/d Geul Nederweert Simpelveld Gulpen-Wittem Mook en Middelaar Eijsden-Margraten Venlo 280 281 287 295 305 308 309 313 314 317 319 325 330 345 353 355 360 Horst aan de Maas 402 Meerssen 437 Belastingoverzicht 2017 13

3.2. Rioolheffing Van de 33 gemeenten die in dit overzicht zijn opgenomen, heffen veertien rioolheffing van de eigenaar, tien van de gebruiker van een woning en er zijn negen gemeenten waar de eigenaar én de gebruiker elk een deel betalen. In 2017 stijgt de gemiddelde rioolheffing met 0,75% en bedraagt 214,87 per huishouden. In vijf gemeenten daalt de rioolheffing in 2017: Onderbanken (-27,70%), Vaals (-16,89%), Beesel (-9,50%) Horst een de Maas (-6,80%) en Sittard-Geleen (-1,97%). Bij tien gemeenten blijft de rioolheffing ongewijzigd op het niveau van 2016. Bij de overige achttien gemeenten is sprake van een stijging. Stijgingen boven de 5% doen zich in 2017 voor in Beek (5,43%), in Leudal (6,58%) en in Nuth (12,18%). De tarieven/lasten variëren nogal. Meerssen heeft al jarenlang het hoogste tarief met 340,93 per huishouden, en Beesel heeft nu het laagste tarief met 162,00. Sinds vorig jaar heeft Parkstad het hoogste tarief en voor 2017 bedraagt deze 226. Het tarief is nog steeds het laagste in de Westelijke Mijnstreek met 197. In deze regio neemt het gemiddeld tarief marginaal af met 1, als gevolg van de daling in Sittard-Geleen met 1,97%. Bij de overige drie van de vier gemeenten in deze regio wijzigt de rioolheffing niet of is sprake van een stijging van 0,74% of 5,43%. Het gemiddelde van Noord-Limburg blijft ook gelijk ten opzichte van vorig jaar. In regio s Maastricht en Heuvelland neemt de rioolheffing met 1 toe en in Midden-Limburg met 4. Als we kijken naar de rioolheffing per inwonerklasse dan is deze het laagste in de inwonerklasse boven de 50.001 inwoners ( 181) en het hoogste in de inwonerklasse van 10.001-20.000 inwoners ( 253). Jarenlang had de kleinste inwonerklasse (0-10.000) de hoogste rioolheffing. Dit beeld is nu gewijzigd. vanaf 2017 is de gemiddelde rioolheffing in de klasse 10.00-20.000 het hoogste. In de daarop volgende inwonerklassen neemt de rioolheffing steeds verder af. In de inwonerklasse 0-10.000 inwoners daalt de rioolheffing met - 15,90%. Bij de daaropvolgende inwonerklassen stijgt de rioolheffing met 2,16%, 0,97% en 1,16%. In de volgende twee staafdiagrammen, per groottegroep en per regio wordt de rioolheffing 2016 en 2017 vergeleken. Daarna zijn in een overzicht de gemeenten naar de hoogte van de rioolheffing op een rij gezet. Wij merken op dat de gemiddelde rioolheffing 2017 in Noord-Limburg niet is gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. De staafdiagrammen zijn een weergave van onafgeronde bedragen waardoor op de volgende pagina in de regio Noord een verschil waarneembaar is. In deze regio bedraagt de rioolheffing 203,51 in 2017 tegenover 204,32 in 2016. Belastingoverzicht 2017 14

rioolheffing (x 1) rioolheffing (x 1) Rioolheffing per regio en gemiddeld 2016-2017 230 225 220 215 219 218 218 222 223 226 213 215 210 205 204 204 Jaar 2016 Jaar 2017 200 195 198 197 190 185 180 regio Rioolheffing per inwonerklasse en gemiddeld 2016-2017 300 250 255 248 253 235 237 215 213 215 200 178 181 150 Jaar 2016 Jaar 2017 100 50 0 0-10.000 10.001-20.000 20.001-50.000 50.001 - > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht 2017 15

Rioolheffing eigenaar en gebruiker 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Beesel Roermond Venlo Sittard-Geleen Maastricht Horst aan de Maas Heerlen Vaals Stein Roerdalen Bergen Maasgouw Venray Kerkrade Nederweert Onderbanken Beek Mook en Middelaar Gennep Landgraaf Gulpen-Wittem Weert Voerendaal Echt-Susteren Valkenburg a/d Geul Brunssum Simpelveld Leudal Peel en Maas Schinnen 162 168 173 180 181 192 196 198 204 206 211 216 217 219 221 222 232 232 237 238 239 246 250 253 254 255 260 270 275 280 Eijsden-Margraten 300 Nuth 320 Meerssen 341 Belastingoverzicht 2017 16

3.3. Afvalstoffenheffing De ontwikkeling van de afvalstoffenheffing is een aantal jaren zeer gematigd, met soms een kleine stijging en soms een kleine daling. Vorig jaar was sprake van een lichte daling met 2, maar voor 2017 is een daling van afgerond 7 berekend. Twee gemeenten hebben hun afvalstoffenheffing over 2016 aangepast, waardoor de gemiddelde afvalstoffenheffing 2016 uitkomt op 221,66 per meerpersoonshuishouden. Voor 2017 is deze op 214,40 berekend. Daarmee is dit jaar sprake van een daling met 3,28%. In 2016 daalde de heffing bij negen gemeenten, nu in 2017 bij zeventien gemeenten. De daling is in 2017 het grootste in Landgraaf met -15,79%. Behalve in Landgraaf daalt ook de afvalstoffenheffing met meer dan 10% in Weert (-15,01%), in Beek (-14,99%), in Venray (-13,65%) en in Heerlen (-12,43%). Bij twaalf gemeenten stijgt de heffing. Deze stijging varieert van 0,91% in Onderbanken tot 11,47% in Mook en Middelaar. In vier gemeenten blijft de afvalstoffenheffing gelijk aan 2016. Het tarief is het hoogste in Maastricht met 285,80 en het laagst in Nederweert met 128,15. In Noord-Limburg is het tarief het laagste namelijk 176. In deze regio daalt ook het tarief, dat geldt ook voor Midden-Limburg, Parkstad en Westelijke Mijnstreek. In Parkstad is de daling het grootst met 18 tot 234. Alleen het gemiddelde van Maastricht en Heuvelland laat een stijging zien met 3. Deze regio heeft nu ook met 252 het hoogste gemiddelde tarief. Twee jaar achter elkaar was de procentuele stijging in de Westelijke Mijnstreek het sterkst, maar in 2017 daalt ook de afvalstoffenheffing in deze regio. Een daling geldt overigens voor alle regio s met uitzondering van het hiervoor genoemde Maastricht en Heuvelland. Ook bij de afzonderlijke inwonerklassen zien we de afvalstoffenheffing dalen met uitzondering van de klasse 0 tot 10.000. Bij deze klasse is het gemiddelde ongewijzigd ten opzichte van 2016. In deze inwonerklasse is de afvalstoffenheffing in 2017 gemiddeld het hoogste met 245. Deze klasse wordt op de voet gevolgd door de klasse boven de 50.001 inwoners met 244. Door de afname met 8 (3,12%) heeft deze inwonerklasse niet meer de hoogste heffing. In de klasse van 10.001-20.000 inwoners is de afvalstoffenheffing met 177 het laagste. De afname is hier beperkt namelijk 1,21% maar bedraagt toch 2. Met de volgende twee staafdiagrammen wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing in 2016 en 2017 vergeleken per groottegroep en per regio. Daarna zijn de gemeenten weer naar de hoogte van hun afvalstoffenheffing op een rij gezet. Verschillen van tarieven ten opzichte van de cijfers die vorig jaar zijn vermeld in ons Belastingoverzicht 2016 kunnen een gevolg zijn van bijstelling van tarieven maar worden ook veroorzaakt door de woningaantallen/objecten. Deze cijfers worden door de BsGW aangeleverd en worden gebruikt voor het berekenen van gewogen gemiddeldes per regio, per inwonerklasse en voor het provinciaal gemiddelde. Wij constateren dat de verschillen marginaal zijn. Belastingoverzicht 2017 17

tarief (x 1) tarief (x 1) Afvalstoffenheffing per regio en gemiddeld 2016-2017 300 250 200 249 252 197 193 183 176 252 234 235 228 222 214 Jaar 2016 Jaar 2017 150 100 50 0 regio Afvalstoffenheffing per inwonerklasse en gemiddeld 2016-2017 300 250 245 245 252 244 200 179 177 204 195 222 214 150 Jaar 2016 Jaar 2017 100 50 0 0-10.000 10.001-20.000 20.001-50.000 50.001 - > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht 2017 18

Afvalstoffenheffing 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0 50 100 150 200 250 300 350 Nederweert Beesel 128 131 Venray Valkenburg a/d Geul Leudal Roerdalen Horst aan de Maas Bergen Beek Maasgouw Meerssen Gennep Simpelveld Peel en Maas Venlo Nuth Landgraaf Schinnen Roermond Gulpen-Wittem Mook en Middelaar Onderbanken Stein Eijsden-Margraten Weert Brunssum Kerkrade Echt-Susteren Voerendaal Sittard-Geleen 145 148 153 155 161 166 170 176 183 188 190 190 191 191 194 199 206 213 214 216 217 217 221 224 227 233 234 244 Heerlen 268 Vaals Maastricht 283 286 Belastingoverzicht 2017 19

3.4. Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen De in 2.1 tot en met 2.3 besproken heffingen zijn altijd van toepassing op personen die een woonruimte in eigendom hebben en die woonruimte ook zelf bewonen, de zogenaamde eigenaar/gebruiker. De totale lastendruk van de drie gemeentelijke heffingen voor de eigenaar/gebruiker presenteren we in de volgende paragraaf. Voor personen die hun woonruimte niet in eigendom hebben, is de OZB niet van toepassing en is de rioolheffing, afhankelijk van de keuze van de gemeente, geheel, gedeeltelijk of geheel niet op hen van toepassing. Hierna duiden we deze groep aan als huurder. In deze paragraaf kijken we naar de lastenontwikkeling voor de huurder. De huurder betaalt dit jaar gemiddeld 311,15 per huishouden aan gemeentelijke heffingen, tegenover 318,12 in 2016, een afname van 2,19%. Twee jaar geleden bedroeg de stijging circa 2,5% en vorig jaar was de stijging beperkt namelijk 0,81%. Bij zeventien gemeenten zien we in 2017 een daling, in veertien gemeenten een stijging en bij twee gemeenten blijven de lasten voor de huurder gelijk. De grootste lastenverhoging is opgetreden in Mook en Middelaar waar de huurder dit jaar 11,47% meer gaat betalen. Daarna volgt Echt-Susteren met 8,81%. De grootste daling vindt plaats in Onderbanken waar de huurder dit jaar 15,95% minder gaat betalen. De hoogste lastendruk heeft Nuth met 511,40. In Nederweert is de lastendruk voor een huurder met 128,15 het laagste gevolgd door Beesel met 131,00. De laagste lastendruk bij de indeling van gemeenten naar groottegroepen is te vinden in de groep tussen 20.001 en 50.000 inwoners met 304 en de hoogste in de groep onder de 10.000 inwoners met 366. In de groottegroep 10.001 tot 20.000 inwoners is de lastendruk nagenoeg ongewijzigd (+ 1) bij alle overige groottegroepen daalt de lastendruk voor de huurder. De staafdiagrammen laten dit zien. In de Westelijke Mijnstreek is de lastendruk voor de huurder het laagst ( 251 per huishouden) en het hoogst in Parkstad ( 382). We presenteren deze informatie eerst in twee staafdiagrammen, waarna we een overzicht geven van de lastendruk voor huurders per gemeente. De gemeente met de laagste lasten staat bovenaan en de gemeente met de hoogste lasten onderaan. Bij al deze uitkomsten en vergelijkingen van de lastendruk huurder is het wel van belang ons te realiseren dat het beeld/de uitkomst sterk bepaald wordt door de keuze van gemeenten wie de rioolheffing betaalt. Bij de lastendruk voor de eigenaar die ook de gebruiker is, speelt dit aspect niet. Belastingoverzicht 2017 20

bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk huurder per regio en gemiddeld 2016-2017 450 400 398 382 350 300 250 325 328 278 274 302 293 258 251 318 311 Jaar 2016 Jaar 2017 200 150 100 50 0 Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio Lastendruk huurder per inwonerklasse en gemiddeld 2016-2017 450 400 397 366 350 300 312 313 313 304 321 314 318 311 250 200 Jaar 2016 Jaar 2017 150 100 50 0 0-10.000 10.001-20.000 20.001-50.000 50.001 - > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht 2017 21

Lastendruk huurder 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0 100 200 300 400 500 600 Nederweert Beesel 128 131 Leudal Horst aan de Maas Bergen Beek 153 161 166 170 Roermond Gulpen-Wittem Mook en Middelaar Stein Eijsden-Margraten Brunssum Echt-Susteren Sittard-Geleen Gennep Venray Maasgouw 206 213 214 217 217 224 233 244 252 269 289 Maastricht Landgraaf 333 334 Roerdalen Venlo Heerlen Meerssen Peel en Maas Valkenburg a/d Geul Vaals Onderbanken Kerkrade Simpelveld Weert Schinnen Voerendaal 361 364 372 394 397 402 419 437 446 450 467 479 484 Nuth 511 Belastingoverzicht 2017 22

3.5. Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Als we kijken naar de totale lastendruk per gemeente van de drie hier bekeken gemeentelijke heffingen en nagaan wat de eigenaar/gebruiker dit jaar gaat betalen dan zien we de volgende ontwikkeling. De gemiddelde lastendruk voor de eigenaar/gebruiker stijgt in 2017 met 0,10% tot 715,80. In 2016 was de lastendruk 715,05. Bijlage 7 laat zien dat voor dertien gemeenten een lagere lastendruk is berekend dan voor 2016. De lastendaling is het hoogst in Onderbanken met -9,79%. In twintig gemeenten stijgt de lastendruk 2017. De hoogste lastenstijging doet zich in Nuth voor, waar de eigenaar/gebruiker gemiddeld 5,28% meer gaat betalen. Meerssen heeft met 960,48 de hoogste lastendruk in 2017. In Beesel is de lastendruk met 535,40 het laagst. De lastendruk is het laagste in de klasse 50.001 en meer inwoners met 707. Dit bedrag is niet gewijzigd ten opzichte van 2016. De lastendruk is het hoogste in de inwonerklasse 10.001-20.000 inwoners met 744. Alleen in deze klasse is een stijging berekend van 1,55%. De inwonerklasse 0-10.000 laat een forse daling zien met 38 waarna de lastendruk 740 bedraag. Een afname zien we ook terug bij de gemeenten Onderbanken en Vaals. Onderstaande staafdiagrammen geeft de ontwikkeling weer. In Midden-Limburg is de lastendruk het laagst ( 674 per huishouden) en het hoogst in Maastricht en Heuvelland ( 759). Na de staafdiagrammen volgt weer een overzicht van alle gemeenten, gegroepeerd naar hoogte van de totale gemeentelijke lastendruk voor een eigenaar/gebruiker. In Parkstad daalt de lastendruk, in de Westelijke Mijnstreek is de afname marginaal en in de overige regio s stijgt de lastendruk. Belastingoverzicht 2017 23

bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk eigenaar-gebruiker per regio en gemiddeld 2016-2017 780 760 759 746 740 737 720 725 723 722 715 716 700 703 705 Jaar 2016 Jaar 2017 680 670 674 660 640 620 Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Gemiddeld regio Lastendruk eigenaar-gebruiker per inwonerklasse en gemiddeld 2016-2017 800 780 778 760 740 740 732 744 Jaar 2016 Jaar 2017 720 713 713 707 707 715 716 700 680 660 0-10.000 10.001-20.000 20.001-50.000 50.001 - > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht 2017 24

Lastendruk eigenaar/gebruiker 2017 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0 200 400 600 800 1000 1200 Beesel 535 Maasgouw Roerdalen Roermond Bergen Leudal Nederweert Venray Beek Gennep Vaals Peel en Maas Kerkrade Brunssum Heerlen Maastricht Sittard-Geleen Landgraaf Valkenburg a/d Geul Venlo Weert Stein Onderbanken Horst aan de Maas Echt-Susteren Simpelveld Schinnen Voerendaal Gulpen-Wittem Mook en Middelaar Nuth 609 609 631 638 670 674 678 683 687 694 702 703 710 712 716 718 718 721 724 727 730 752 756 766 779 784 792 797 799 825 Eijsden-Margraten 872 Meerssen 960 Belastingoverzicht 2017 25

3.6. Lastendruk waterschappen In dit belastingoverzicht zijn ook de heffingen van de waterschappen opgenomen. We hebben ons daarbij gericht op de heffingen voor de huishoudens, waarbij net als bij de gemeentelijke heffingen een onderscheid is aangebracht tussen de lasten voor een eigenaar/gebruiker en voor een huurder. En net als bij de gemeentelijke heffingen zijn we bij de waterschapsheffingen uitgegaan van de druk voor een meerpersoonshuishouden. Per 1 januari 2017 is het Waterschap Limburg ontstaan uit een fusie van de waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei. De eigenaar/gebruiker heeft bij de waterschapsheffingen met drie onderdelen te maken: Een heffing op basis van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van de woonruimte, aangeduid met Gebouwd. Een vaste heffing per woonruimte, aangeduid met Ingezetenen. Een zuiveringsheffing die voor een meerpersoonshuishouden op 3 x het bedrag per vervuilingseenheid uitkomt. De huurder krijgt een aanslag gebaseerd op de twee laatste onderdelen. Omdat we niet alleen het bedrag van de belastingaanslag 2017 van het waterschap willen geven, maar net als bij de gemeenten ook de procentuele ontwikkeling ten opzichte van 2016, hebben we ook de tarieven en aanslagen 2016 vermeld. De tarieven 2016 en 2017 zijn onderstaand voor de drie onderdelen vermeld. In 2016 nog voor de twee waterschappen en vanaf 2017 van het gefuseerde waterschap. Waterschap Gebouwd Mutatie Ingezetenen Mutatie Zuiveringsheffing meerpersoonshuishouden Mutatie 2016 2017 2016 2017 2016 2017 Peel en Maasvallei 0,0324% -2,75% 47,91 1,36% 139,77 1,05% Roer en Overmaas 0,0216% +8,80% 39,23 23,78% 139,77 1,05% Waterschap Limburg 0,0235% 48,56 141,24 We zien in dit overzicht dat de tarieven voor alle burgers in Limburg vanaf 2017 gelijk zijn. Dit betekent dat huishoudens die vorig jaar nog onder Roer en Overmaas vielen nu meer gaan betalen. De huishoudens die vorig jaar nog onder Peel en Maasvallei vielen gaan nu minder betalen. De mutaties zijn voor de individuele gemeenten heel divers. Omwille van de vergelijking met 2016 moeten we dit jaar nog een opmerking maken over de grens van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Deze grenzen vielen niet overal exact samen met de gemeentegrenzen. In Roermond viel het grondgebied van de voormalige gemeente Swalmen bij het waterschap Peel en Maasvallei, terwijl de rest van de gemeente onder het waterschap Roer en Overmaas viel. In Maasgouw viel het grondgebied van de voormalige gemeente Maasbracht bij het waterschap Roer en Overmaas, de rest van de gemeente bij het waterschap Peel en Maasvallei. Voor die twee gemeenten hebben we daarom twee gemiddelde waterschapslasten voor 2016 berekend voor eigenaar/gebruiker en huurder. Vanaf 2017 gelden voor alle Limburgse gemeenten dezelfde tarieven van het Waterschap Limburg. Belastingoverzicht 2017 26

Dit betekent voor huurders die in 2016 nog onder Roer en Overmaas vielen een stijging van de waterschapsheffingen met 6,03% tot 189,80 en bij Peel en Maasvallei met 1,13%. Voor Limburg hebben we een gewogen gemiddelde berekend dat stijgt met 4,32% van 181,94 naar 189,80. De gemiddelde waterschapsheffingen voor de eigenaar/gebruiker zijn het hoogst in Mook en Middelaar met 251,22. In Heerlen zijn deze met gemiddeld 219,17 het laagste. Bij dertien gemeenten zien we een daling. Deze daling varieert van -7,35% in Gennep tot -5,26% in Roermond, voor het gedeelte dat tot en met 2016 onder het waterschap Peel en Maasvallei viel. In tweeëntwintig gemeenten stijgen de gemiddelde waterschapsheffingen eigenaar/gebruiker, met 5,95% in Valkenburg aan de Geul tot 7,25% in Kerkrade. Doordat Maasgouw en Roermond twee keer meetellen komen we nu op 35 gemeenten. Het gewogen gemiddelde stijgt met 1,97%, waardoor de waterschapslasten toenemen van 227,89 naar 232,39 voor de eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht 2017 27

3.7. Lastendruk gemeente en waterschap In deze paragraaf kijken we naar de lasten voor de meerpersoonshuishoudens van de onderzochte gemeentelijke heffingen en de waterschapsheffingen. Voor de huurder liggen de lasten van de heffingen van de gemeente en het waterschap in 2017 het laagst in Nederweert gevolgd door Beesel. Gemiddeld zijn de lasten daar respectievelijk 317,95 en 320,80. Het hoogst zijn de lasten in Nuth met 701,20 gevolgd door Voerendaal 673,80. In twaalf gemeenten dalen in 2017 de gezamenlijke lasten van gemeente en waterschap voor de huurder. De daling is met -10,32% het sterkst in Onderbanken. In drieëntwintig gemeenten stijgen de gezamenlijke lasten. De grootste toename zien we in Echt-Susteren met 7,54% gevolgd door Nuth met 6,96%. Ook hier zitten er in de telling 35 gemeenten vanwege het feit dat de inwoners van Maasgouw en Roermond tot en met 2016 onder twee waterschappen vielen. Zowel in Maasgouw als in Roermond stijgen de lasten voor huurders (gemeente en waterschap) in beide delen van de gemeente. Gemiddeld komen de heffingen van gemeente en het waterschap voor een huurder in 2017 uit op 500,95, een stijging met 0,18% in vergelijking met 2016 ( 500,06). Voor de eigenaar/gebruiker is de aanslag 2017 van de drie gemeentelijke heffingen en van het waterschap het hoogst in Meerssen. De gemiddelde totale last komt daar uit op 1.202,46. Bij in totaal tien gemeenten is de totale last eigenaar/gebruiker meer dan 1.000. Naast Meerssen zijn dit Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Horst aan de Maas, Mook en Middelaar, Nuth, Schinnen, Simpelveld en Voerendaal. In Beesel is de gemiddelde last van gemeente en waterschap in 2017 met 766,69 het laagst. Gemiddeld is de last van de heffingen van gemeente en waterschap met 0,56% gestegen tot 948,19 in 2017. In vijftien gemeenten daalt de gemiddelde last. Hiertoe behoort ook de gemeente Roermond voor het deel dat in 2016 nog onder het waterschap Peel en Maasvallei viel. In twintig gemeenten stijgt de last. Waaronder Roermond maar dan voor het deel dat onder Roer en Overmaas viel. Bij Maasgouw geldt een stijging voor beide waterschappen. Daarbij hebben we ook in deze telling met 35 gemeenten te maken. De grootste stijging treedt op in Nuth: 5,57%. In Onderbanken is de daling met 6,50% het grootst. Belastingoverzicht 2017 28

4. Lastenontwikkeling bedrijven In dit laatste onderdeel schenken we kort aandacht aan een onderdeel van de gemeentelijke lasten voor bedrijven. De tarieven, de WOZ-waarden en de opbrengsten bedrijven 2016 en 2017 die we presenteren, ontvangen we van de BsGW. Voor de drie, niet aan de BsGW deelnemende gemeenten, van de gemeenten zelf. Voor de uniformiteit wordt hierbij de methodiek gevolgd van de BsGW. Bij de WOZ-waarde gebruikers is onder andere een correctie toegepast voor leegstand. De opbrengstraming is vanaf dit jaar nauwkeuriger weergegeven. Deze geprognosticeerde opbrengst is voor de eigenaren én de gebruikers separaat berekend, waarna totalisering heeft plaatsgevonden. We constateren dat de ontwikkeling van de WOZ-waarde niet-woningen afwijkt van die bij de woningen. De totale WOZ-waarde woningen is voor 2017 met 3,40% gestegen, terwijl de WOZ-waarde van niet-woningen met 7,12% is gedaald. We zien dat de totale WOZ-waarde niet-woningen in twee gemeenten stijgt. Dit is in Peel en Maas: 4,90% (afgerond 47,6 miljoen) en in Kerkrade: 0,21% (afgerond 1,7 miljoen). In eenendertig gemeenten is sprake is van een daling. In Onderbanken en Meerssen zijn de grootste dalingen van de WOZ-waarde niet-woningen. Voor Onderbanken bedraagt de daling 20,41% (afgerond 12,4 miljoen) en voor Meerssen is de daling 19,41% (afgerond 40,2 miljoen). De verandering van de WOZ-waarde bestaat uit een prijscomponent en een volumecomponent. Deze twee onderliggende componenten zijn niet bekend. Vervolgens kijken we naar de OZB-tarieven. De gemeente met de hoogste tarieven is Sittard-Geleen. De gemeente met het laagste tarief is Leudal. De tarieven eigenaar en gebruiker bedragen in totaal in Sittard-Geleen in 2017 0,8637% en in Leudal 0,2714%. Bij twee gemeenten daalt het tarief. In eenendertig gemeenten stijgen de tarieven. De stijging varieert tussen 0,70% in Maasgouw tot 21,25% in Schinnen. Behalve in Schinnen stijgt bij negen gemeenten het totale tarief met meer dan 10%. De combinatie van de ontwikkeling van de tarieven en van de WOZ-waarde kan iets duidelijk maken van de lastendrukontwikkeling. Maar omdat we geen kennis hebben van de volumecomponent bij de verandering van de WOZ-waarde kunnen wij daar geen uitspraak over doen. Op basis van de tarieven en de WOZ-waarden eigenaren en gebruikers voor de niet-woningen heeft de BsGW een prognose berekend van de opbrengsten. De door de BsGW berekende prognose voor de totale opbrengst van de OZB niet-woningen bedraagt voor 2017 121.394.583. Dit is een afname met afgerond 1,3 miljoen (1,09%) van 122,7 miljoen in 2016 naar 121,4 miljoen voor dit jaar. De verschillen voor de individuele gemeenten zijn echter heel divers, procentueel maar ook in absolute cijfers. Bij eenentwintig gemeenten (64%) zien we een afname van de totale opbrengst variërend van -0,43% in Venlo tot -19,75% in Onderbanken. Belastingoverzicht 2017 29

Voor twaalf gemeenten is een toename van de opbrengst berekend, met als hoogste stijging Peel en Maas met 10,62% ( 302.684). Van deze twaalf gemeenten zijn er naast Peel en Maas nog vier met een toename van 2% of meer. Dit zijn Beesel, waarvoor een hogere opbrengst is berekend van 8,92% ( 56.766) en voor Venray 6,41% ( 489.586). Voor Valkenburg aan de Geul laat de prognose een stijging zien bij de totale OZB opbrengst niet-woningen van 5,69% ( 91.397) en in Horst aan de Maas 2,05% met 60.096. Aanvullend merken we op dat bij de gemeente Weert belastingaanslagen zijn opgelegd waarbij woningeigenaren te hoog zijn aangeslagen en gebruikers van bedrijfspanden te laag. Abusievelijk is het tarief OZB niet-woning gebruikers ( 0,1222%) verwisseld met het tarief OZB woningen eigenaren ( 0,1303). Uit informatie is gebleken dat woningeigenaren met een te hoge aanslag een nieuwe aanslag zullen ontvangen. Gebruikers van bedrijfspanden zullen geen nieuwe aanslag krijgen en betalen een lagere belasting. Dit betekent dat de prognose van de opbrengst niet-woningen van Weert ook berekend is op het lagere tarief. De tarieven zijn echter weergegeven zoals die door de raad zijn vastgesteld. Belastingoverzicht 2017 30

5. Verantwoording onderzoek Onderstaand wordt uitgelegd hoe de berekeningen tot stand zijn gekomen. We hebben de berekeningen en analyses gebaseerd op gegevens, zoals de gemeenten die ons hebben aangeleverd. Voor het aantal inwoners zijn we uitgegaan van de septembercirculaire 2016. Vanaf 2016 doen we een beroep op de BsGW. Voor 2017 hebben we hierbij gebruik gemaakt van de OZB tarieven, actuele (gemiddelde) WOZ-waarden 2016 en 2017 en woningen/objecten. En bij de niet-woningen ook de opbrengstprognose voor eigenaren en voor gebruikers. Dertig gemeenten zijn bij de BsGW aangesloten, de overige drie gemeenten zijn door ons benaderd waarbij dezelfde insteek is gekozen als die welke de BsGW hanteert. Voor de berekening van het gemiddelde tarief OZB voor de woningen in onze provincie is uitgegaan van een gewogen gemiddelde volgens de formule: T*AW*W AW*W T = het tarief van elke individuele gemeente AW = het aantal woningen/objecten W = gemiddelde WOZ-waarde Bij de berekening van de rioolheffing heeft eveneens een weging plaatsgevonden, waarbij per gemeente een theoretische opbrengst is berekend door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal woningen/ objecten. Vervolgens is de som van deze uitkomst gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten in Limburg. Hierdoor wordt bereikt dat het tarief in een grote gemeente (bijvoorbeeld Maastricht) een grotere invloed heeft op het gemiddelde provinciale tarief dan een kleine gemeente (bijvoorbeeld Mook en Middelaar). In formulevorm: Ta*AW AW Ta = het tarief per gemeente AW = het aantal woningen/objecten Bij de berekening van het gemiddelde tarief afvalstoffenheffing zijn wij uitgegaan van een modaal tarief voor een huishouden van drie à vier personen. Voor de berekening van het provinciaal gemiddelde hebben we per gemeente een theoretische opbrengst berekend door het modaal tarief te vermenigvuldigen met het aantal woningen/objecten. Het totaal van deze theoretische opbrengst hebben we vervolgens gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten. 1 1 We gaan er vanuit dat in de woningen/objecten zogenaamde modale gezinnen wonen. In de praktijk is dat natuurlijk niet zo. Belastingoverzicht 2017 31

In formulevorm: Ta* AW AW Ta = het tarief van een huishouden van één of twee ouders met twee inwonende kinderen AW = het aantal woningen/objecten Belastingoverzicht 2017 32

Bijlagen Belastingoverzicht 2017 33

Bijlage 1 Inwoners en woningen/objecten BELASTINGOVERZICHT 2017 Gemeente Regio Inwoners Inwonersklasse Woningen/ objecten* 2016 2017 Beek Westelijke Mijnstreek 16.068 10.001-20.000 7.330 Beesel Noord-Limburg 13.388 10.001-20.000 6.303 Bergen Noord-Limburg 13.090 10.001-20.000 5.521 Brunssum Parkstad 28.448 20.001-50.000 14.292 Echt-Susteren Midden-Limburg 31.943 20.001-50.000 14.368 Eijsden-Margraten Maastricht & Heuvelland 25.123 20.001-50.000 10.673 Gennep Noord-Limburg 17.085 10.001-20.000 7.077 Gulpen-Wittem Maastricht & Heuvelland 14.508 10.001-20.000 6.620 Heerlen Parkstad 87.406 50.001 - > 44.926 Horst aan de Maas Noord-Limburg 41.675 20.001-50.000 17.311 Kerkrade Parkstad 46.023 20.001-50.000 23.514 Landgraaf Parkstad 37.465 20.001-50.000 17.674 Leudal Midden-Limburg 36.140 20.001-50.000 14.971 Maasgouw Midden-Limburg 23.757 20.001-50.000 10.804 Maastricht Maastricht & Heuvelland 122.533 50.001 - > 57.501 Meerssen Maastricht & Heuvelland 19.040 10.001-20.000 8.408 Mook en Middelaar Noord-Limburg 7.745 0-10.000 3.660 Nederweert Midden-Limburg 16.793 10.001-20.000 6.885 Nuth Parkstad 15.425 10.001-20.000 6.806 Onderbanken Parkstad 7.869 0-10.000 3.571 Peel en Maas Noord-Limburg 43.316 20.001-50.000 17.373 Roerdalen Midden-Limburg 20.686 20.001-50.000 9.317 Roermond Midden-Limburg 57.010 50.001 - > 26.658 Schinnen Westelijke Mijnstreek 12.960 10.001-20.000 5.736 Simpelveld Parkstad 10.741 10.001-20.000 5.102 Sittard-Geleen Westelijke Mijnstreek 93.555 50.001 - > 45.116 Stein Westelijke Mijnstreek 25.064 20.001-50.000 11.048 Vaals Maastricht & Heuvelland 9.632 0-10.000 5.589 Valkenburg a/d Geul Maastricht & Heuvelland 16.518 10.001-20.000 8.374 Venlo Noord-Limburg 100.371 50.001 - > 46.138 Venray Noord-Limburg 43.291 20.001-50.000 18.178 Voerendaal Parkstad 12.482 10.001-20.000 5.561 Weert Midden-Limburg 49.100 20.001-50.000 21.845 Totaal 1.116.250 514.250 *gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m 1699 Belastingoverzicht 2017 35

Bijlage 2 Inwoners per regio BELASTINGOVERZICHT 2017 Regio Gemeente Totaal aantal inwoners 2016 Maastricht & Heuvelland Eijsden-Margraten 25.123 Gulpen-Wittem 14.508 Maastricht 122.533 Meerssen 19.040 Vaals 9.632 Valkenburg aan de Geul 16.518 Totaal Maastricht & Heuvelland 182.231 Midden-Limburg Echt-Susteren 31.943 Leudal 36.140 Maasgouw 23.757 Nederweert 16.793 Roerdalen 20.686 Roermond 57.010 Weert 49.100 Totaal Midden-Limburg 235.429 Noord-Limburg Beesel 13.388 Bergen 13.090 Gennep 17.085 Horst aan de Maas 41.675 Mook en Middelaar 7.745 Peel en Maas 43.316 Venlo 100.371 Venray 43.291 Totaal Noord-Limburg 279.961 Parkstad Brunssum 28.448 Heerlen 87.406 Kerkrade 46.023 Landgraaf 37.465 Nuth 15.425 Onderbanken 7.869 Simpelveld 10.741 Voerendaal 12.482 Totaal Parkstad 245.859 Westelijke Mijnstreek Beek 16.068 Schinnen 12.960 Sittard-Geleen 93.555 Stein 25.064 Totaal Westelijke Mijnstreek 147.647 Totaal 1.116.250 Belastingoverzicht 2017 36

Bijlage 3 WOZ-waarde woningen BELASTINGOVERZICHT 2017 Gemeente cijfers x 1 Totale WOZ-waarde woningen* Gemiddelde WOZ-waarde woningen** 2016 2017 2016 2017 Beek 1.360.716.000 1.374.814.000 185.463 186.275 Beesel 1.136.773.000 1.115.195.000 176.326 176.550 Bergen 1.124.446.000 1.144.109.000 204.400 204.778 Brunssum 1.877.102.000 1.979.362.000 132.000 135.809 Echt-Susteren 2.726.509.000 2.782.974.000 189.650 188.456 Eijsden-Margraten 2.439.642.000 2.500.225.000 232.282 231.194 Gennep 1.564.731.000 1.564.700.000 219.715 212.888 Gulpen-Wittem 1.332.705.000 1.384.857.000 199.196 202.983 Heerlen 5.592.750.000 5.759.226.000 124.023 124.974 Horst aan de Maas 3.934.002.000 4.007.520.000 228.948 233.027 Kerkrade 2.887.095.000 3.109.152.000 121.724 129.232 Landgraaf 2.641.628.000 2.767.860.000 150.188 153.875 Leudal 3.155.932.000 3.313.502.000 208.417 212.863 Maasgouw 2.074.801.000 2.128.753.000 192.857 194.891 Maastricht 10.458.241.000 11.022.454.000 180.343 186.838 Meerssen 1.864.958.000 1.901.074.000 222.173 222.049 Mook en Middelaar 904.199.000 921.478.000 256.307 261.369 Nederweert 1.605.532.000 1.649.284.000 234.852 235.814 Nuth 1.361.596.000 1.391.835.000 199.476 199.594 Onderbanken 602.835.000 599.827.000 168.494 166.104 Peel en Maas 3.850.907.000 3.965.688.000 223.914 226.180 Roerdalen 1.826.744.000 1.895.365.000 195.193 198.099 Roermond 4.678.402.000 4.868.059.000 174.599 177.016 Schinnen 1.093.395.000 1.101.112.000 191.027 188.818 Simpelveld 803.521.000 838.145.000 157.779 161.685 Sittard-Geleen 7.065.818.000 7.257.998.000 156.657 158.526 Stein 2.008.955.000 2.099.151.000 177.897 183.128 Vaals 801.510.000 863.754.000 142.768 146.382 Valkenburg a/d Geul 1.622.127.000 1.620.321.000 195.733 189.930 Venlo 8.149.691.000 8.430.096.000 176.154 178.998 Venray 3.758.835.000 3.806.810.000 204.248 205.794 Voerendaal 1.158.423.000 1.163.936.000 206.862 207.294 Weert 4.453.375.000 4.715.957.000 203.814 212.559 *totale WOZ-waarde woningen van alle woningen/objecten **gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m 1699 91.917.896.000 95.044.593.000 178.412 181.231 Belastingoverzicht 2017 37

Bijlage 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen BELASTINGOVERZICHT 2017 Gemeente Tarief eigenaar %-Mutatie OZB-aanslag woningen tarief eigenaar 2016 2017 2016 2017 %-Mutatie OZB-aanslag cijfers x 1 Beek 0,1514% 0,1506% -0,53% 280,79 280,53-0,09% Beesel 0,1140% 0,1373% 20,44% 201,01 242,40 20,59% Bergen 0,1242% 0,1274% 2,58% 253,86 260,89 2,77% Brunssum 0,1748% 0,1698% -2,86% 230,74 230,60-0,06% Echt-Susteren 0,1442% 0,1488% 3,19% 273,48 280,42 2,54% Eijsden-Margraten 0,1492% 0,1537% 3,02% 346,56 355,35 2,53% Gennep 0,1187% 0,1230% 3,62% 260,80 261,85 0,40% Gulpen-Wittem 0,1650% 0,1700% 3,03% 328,67 345,07 4,99% Heerlen 0,1965% 0,1989% 1,22% 243,71 248,57 2,00% Horst aan de Maas 0,1632% 0,1726% 5,76% 373,64 402,20 7,64% Kerkrade 0,2068% 0,1988% -3,87% 251,73 256,91 2,06% Landgraaf 0,1882% 0,1862% -1,06% 282,65 286,52 1,37% Leudal 0,1180% 0,1162% -1,53% 245,93 247,35 0,58% Maasgouw 0,1113% 0,1116% 0,27% 214,65 217,50 1,33% Maastricht 0,1350% 0,1330% -1,48% 243,46 248,49 2,07% Meerssen 0,1881% 0,1966% 4,52% 417,91 436,55 4,46% Mook en Middelaar 0,1378% 0,1349% -2,10% 353,19 352,59-0,17% Nederweert 0,1333% 0,1380% 3,53% 313,06 325,42 3,95% Nuth 0,1538% 0,1570% 2,08% 306,79 313,36 2,14% Onderbanken 0,1857% 0,1892% 1,88% 312,89 314,27 0,44% Peel en Maas 0,1030% 0,1045% 1,46% 230,63 236,36 2,48% Roerdalen 0,1230% 0,1253% 1,87% 240,09 248,22 3,39% Roermond 0,1434% 0,1451% 1,19% 250,37 256,85 2,59% Schinnen 0,1609% 0,1616% 0,44% 307,36 305,13-0,73% Simpelveld 0,2011% 0,2038% 1,34% 317,29 329,51 3,85% Sittard-Geleen 0,1824% 0,1858% 1,86% 285,74 294,54 3,08% Stein 0,1709% 0,1690% -1,11% 304,03 309,49 1,80% Vaals 0,1442% 0,1453% 0,76% 205,87 212,69 3,31% Valkenburg a/d Geul 0,1594% 0,1679% 5,33% 312,00 318,89 2,21% Venlo 0,2021% 0,2013% -0,40% 356,01 360,32 1,21% Venray 0,1505% 0,1538% 2,19% 307,39 316,51 2,97% Voerendaal 0,1625% 0,1484% -8,68% 336,15 307,62-8,49% Weert 0,1270% 0,1222% -3,78% 258,84 259,75 0,35% Gemiddelde 0,1570% 0,1581% 0,70% 280,11 286,53 2,29% Belastingoverzicht 2017 38