De logeerbuik: draagmoederschap in Nederland. Machteld Vonk

Vergelijkbare documenten
Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 december 2011 Onderwerp Draagmoederschap

Internationale afstamming en draagmoederschap

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie:

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, /01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

Commercieel draagmoederschap en illegale opneming van kinderen. Katharina Boele-Woelki Ian Curry-Sumner Wendy Schrama Machteld Vonk

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Fiom visie & stellingname Draagmoederschap in het buitenland met anonieme donoren

Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk?

6,3. Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Commercieel draagmoederschap. Een onderzoek naar de noodzakelijkheid van het wijzigen van het Nederlandse beleid inzake commercieel draagmoederschap.

Datum 12 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over draagmoederschapszaak uit Cambodja

Inleiding: Onderzoeksonderwerp 3 Onderzoeksvraag 4 Opbouw van het onderzoek 4

Draagmoederschap. Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind?

SAMENVATTING VAN HET ONDERZOEK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Draagmoederschap in de wet geregeld?

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

239. Duomoederschap anno 2014

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, /FA RK ; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

Grensoverschrijdend commercieel draagmoederschap

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Draagmoederschap Een groot grijs gebied

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

DRAAGMOEDERSCHAP EN ILLEGALE OPNEMING VAN KINDEREN

Met zijn drieën zwanger.

» Samenvatting. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, /FA RK ; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DRAAGMOEDERSCHAP. in nationaal & internationaal perspectief. Tilburg, 2014 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Overzicht van roze ouderschapsvormen

1. Aanleiding en opdracht Staatscommissie Herijking Ouderschap

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

Internationaal draagmoederschap, het baart zorgen!

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geboren met twee moeders

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de Commissie Justitie en Veiligheid Postbus EA Den Haag. s-hertogenbosch, 9 mei 2018

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

Draagmoederschap: naar een civielrechtelijke regeling?

Inhoudsopgave. Woord vooraf XIII. Verantwoording XVII. Lijst van gebruikte definities XXV. Lijst van gebruikte afkortingen XXVII.

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

No.W /I 's-gravenhage, 8 augustus 2005

DRAAGMOEDERSCHAP IN INTERNATIONAAL JURIDISCH PERSPECTIEF

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

De keuze van de achternaam

» Samenvatting. JPF 2012/13 Rechtbank 's-gravenhage 24 oktober 2011, FA RK ; LJN BU3627. ( mr. Don mr. Zonneveld mr.

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

AANHANGIGE ZAKEN DRAAGMOEDERSCHAP TUSSEN STRAFRECHTELIJK VERBOD EN WETTELIJKE REGELING

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

ECLI:NL:RBZWO:2003:AI0668

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland?

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Handelden Wim en Nathalie met open vizier?

Ethische en juridische problematiek rondom. Draagmoederschap. Biedt een civielrechtelijke regeling een oplossing?

Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht.

Een huis voor alle kinderen

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Vraag: Staat u nog steeds achter de door u voorgestelde plannen of wilt u op basis van de uitkomsten van de Staatscommissie nieuw beleid ontwikkelen?

12 september Onderzoek: Draagmoederbank in Nederland?

Hoogtechnologisch draagmoederschap

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd.

Draagmoederschap en het Nederlandse afstammingsrecht

Adoptie van een kind in Nederland

IVF-centrum. Locatie VUmc. Hoogtechnologisch draagmoederschap

De keuze van de achternaam

Standpunt: draag- en leenmoederschap

Draagmoederschap. Ethische aspecten rond het ongeboren kind 7 december Universitair Ziekenhuis Gent 1

Cleveringalezing, Vancouver 27 november Kinderrechten in het kader van het familierecht

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

Wensouders met een kinderwens, verruiming mogelijkheden draagmoederschap in Nederland gewenst?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Minderjarigheid in het recht

Inhoud Inleiding Aantal voornemens tot afstand in 2016 en de gemaakte keuzes Leeftijd... 5

ECLI:NL:RBSGR:2012:25290

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

Masterscriptie Jeugdrecht

Hoogtechnologisch draagmoederschap

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

Bijsluiter psychische hinder

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

Afstand ter adoptie. Informatie over een voornemen tot afstand ter adoptie. Stichting Ambulante Fiom

Transcriptie:

De logeerbuik: draagmoederschap in Nederland Machteld Vonk Inleiding Ik wil draagmoeder zijn. Zo begint op 21 september 2010 de blog Logeerbuik die bij een zoektocht op internet naar informatie over draagmoederschap opduikt. Ik ben A, Nederlandse, 33 jaar en moeder van 3 kinderen. Ik wil een kindje gaan dragen voor een Nederlands homostel. In dit blog kun je dat avontuur volgen. A definieert de term logeerbuik: Een logeerbuik is een buik, waarin het kindje groeit van andere ouders. Er zijn meer van dit soort blogs op internet te vinden, maar wat dit blog interessant maakt is de beschrijving die A geeft van het proces dat zij samen met haar gezin en de mannen voor wie zij een kind wil dragen doormaakt. A wil geen geld voor haar diensten, ze wil simpelweg een ander stel gelukkig maken met een kind. Ze is via een forum voor kinderloze ouders in contact gekomen met een homostel en wil graag voor hun draagmoeder zijn. In haar blog komen allerlei aspecten van het zijn van draagmoeder aan de orde, de afspraken die gemaakt worden, de redenen om draagmoeder te willen zijn, vragen over afstand doen en het al dan niet legaal zijn van draagmoederschap. A en de twee mannen pluizen de juridische gevolgen uit en laten zich voorlichten door een advocate. Ze praten met elkaar over de rol van de draagmoeder en haar kinderen in het leven van het toekomstige kindje. A praat ook heel openlijk met haar kinderen over dit voornemen en legt aan ze uit wat dit voor hen betekent. Bovendien wil ze alleen echt doorgaan als haar kinderen daar mee instemmen. Het jongste kind (5 jaar) vindt het in eerste instantie geen goed idee. Hij zei meteen resoluut en zelfs lichtelijk angstig nee. Ik kan me voorstellen dat het voor een klein kind angstaanjagend is dat je moeder een kindje weggeeft: Wie zegt dat ze jou niet ook weg kan geven? A en de wensvaders zien allebei een rol als een soort van tante voor A weggelegd. Ondanks of misschien wel dankzij goed overleg van te voren, loopt het plan stuk. De houding van A en de wensvaders met betrekking tot een eventuele abortus verschilt dusdanig dat ze geen overeenstemming kunnen bereiken. A kan er niet mee instemmen dat de vrucht zou moeten worden weggehaald als zou blijken dat het kindje afwijkingen heeft. Dit is maar een van de vele verhalen die in de media te vinden zijn over draagmoederschap. Om nog een paar voorbeelden te noemen: de zaak rond baby D, 1 recente zaken met betrekking tot in het buitenland geboren baby s (bijvoorbeeld India en Oekraïne) waar de wensouders problemen hebben met het verkrijgen van een reisdocument voor hun kind, 2 en een in Frankrijk uit een Nederlandse vrouw geboren kind dat een geboorteakte kreeg zonder moeder erop vermeld. 3 Dit soort zaken doen zich Universitair docent familierecht en rechtsvergelijking, UCERF, Molengraaff Instituut voor Privaatrecht, Universiteit Utrecht. 1 Zie voor een overzicht van deze zaak bijvoorbeeld de noot bij Rb. Utrecht 24 oktober 2007, JIN 2007, 361. 2 Voorzieningenrechter Rb. s-hertogenbosch 9 november 2010, LJN BP3764 en Rb. (vzr.) Haarlem, 10 januari 2011 LJN BP0426. 3 Rb. s-gravenhage 14 september 2009, LJN BK1197.

niet alleen voor in Nederland maar ook in de landen om ons heen. De meest tot de verbeelding sprekende zaken doen zich misschien wel in Amerika voor, waar draagmoederschap een favoriete manier van voortplanting van celebraties lijkt te zijn geworden. Ook Elton John en zijn partner zijn afgelopen Kerstmis vader geworden van een kind met hulp van een draagmoeder. 4 In sommige landen is draagmoederschap toegestaan en in andere landen niet. Nederland behoort tot de groep landen waar commercieel draagmoederschap niet is toegestaan en er grote onduidelijkheid bestaat over de gevolgen van altruïstisch draagmoederschap. Recent is naar aanleiding van Kamervragen 5 in opdracht van het Ministerie van Justitie door het aan het Molengraaf Instituut verbonden UCERF 6 onderzoek verricht naar draagmoederschap en illegale opneming van kinderen in Nederland. 7 In dit rapport is ook onderzoek gedaan naar de status van draagmoederschap in een twaalftal andere jurisdicties. Discussie nodig over draagmoederschap? Een zoektocht op internet naar informatie over draagmoederschap leidt ook naar een artikel in Trouw met de pakkende titel: Discussie nodig over draagmoederschap. Vrijwel iedereen, zowel de voor- als tegenstanders van draagmoederschap zal beamen dat discussie inderdaad noodzakelijk is. Op het gebied van draagmoederschap gebeurt er van alles in Nederland en voor Nederlandse stellen in het buitenland, maar de consequenties daarvan zijn over het algemeen ondoorzichtig. Bovendien is het niet duidelijk of er over dit onderwerp ook maar enige consensus bestaat in de maatschappij. Wat naast de inhoud interessant is aan het artikel in Trouw is het feit dat het op 23 maart 1995 is verschenen. Het is geschreven naar aanleiding van een aantal draagmoederschapszaken dat voor de Nederlandse rechter is gekomen in de jaren 1989-1994 en waarbij ontheffing van het gezag werd gevraagd voor de draagmoeder. 8 In het artikel zegt mevrouw Quik (op dat moment rechter bij de rechtbank Utrecht) dat naar haar weten de meeste van deze verzoeken zijn gehonoreerd maar dat het problematisch is dat rechters moeten beslissen over verschijnselen waarover de maatschappelijke discussie in feite nog moet beginnen. In antwoord op kamervragen die op 14 maart 1995 door de heer Dittrich kamervragen zijn gesteld naar aanleiding van de ontheffingsverzoeken, stelt de minister dat er geen aanleiding is de wet te heroverwegen. Daarbij komt met name naar voren dat een wettelijke regeling van draagmoederschap of een vereenvoudiging van de ontheffingsprocedure, onbedoeld een regeling van de zogenoemde afstand van ouderrechten weer in beeld [zou] brengen. De angst bestaat dat kinderen door een dergelijke regeling letterlijk door ouders aan de kant kunnen worden gezet. Waarom is het bovenstaande interessant? Omdat het de vraag oproept of we in de afgelopen 16 jaar iets zijn opgeschoten. Er is wel iets veranderd in Nederland. Zo is het 4 http://www.bbc.co.uk/news/entertainment-arts-12084650. 5 Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XVI, nr. 154; Kamerstukken II 2008/09, Aanhangsel, 1225, 1226, 1227; Kamerstukken II 2009/10, 32 123 XVI, nr. 30. 6 Utrecht Centre for European Research into Family Law. 7 K. Boele-Woelki, I. Curry-Sumner, W. Schrama en M. Vonk, Draagmoederschap en illegale opneming van kinderen, WODC 2011. 8 Een dergelijke ontheffing kan niet door de draagmoeder of de wensouders worden gevraagd, maar alleen door de Raad voor de Kinderbescherming. Bovendien mag een ouder slechts worden ontheven indien hij of zij onmachtig of ongeschikt is het kind op te voeden (art 1:266 BW).

bijvoorbeeld mogelijk om, als men aan de gestelde eisen voldoet, in aanmerking te komen voor het hoogtechnologisch draagmoederschapstraject dat door het VUmc wordt aangeboden. 9 Maar juridisch is er niets veranderd. Ook de paren die via het met allerlei waarborgen omgeven traject van het VUmc een kind krijgen, moeten van de bestaande juridische mogelijkheden gebruik maken om de juridisch ouders te worden van het kind. Is het dan nu echt tijd voor een discussie over draagmoederschap? Het lijkt er wel op. Er blijven vanuit de praktijk en in de Tweede Kamer vragen komen naar allerlei aspecten van het fenomeen draagmoederschap die binnen de Nederlandse context een antwoord behoeven. Bovendien dwingt het feit dat Nederland geen eiland is, maar deel uitmaakt van een wereld waarin soms anders over draagmoederschap wordt gedacht, ertoe om een helder en goed onderbouwd standpunt in te nemen ten opzichte van draagmoederschap. Want inmiddels is de praktijk ook veranderd, de Kamervragen die op 25 januari 2011 door mevrouw Arib zijn gesteld, gaan niet over puur Nederlands draagmoederschap maar over de gevolgen van draagmoederschap in het buitenland. Bovendien is er een nieuwe groep wensouders bijgekomen, namelijk de groep vaders die samen een kind willen op voeden. Een nieuwe dimensie dus. Aangezien het Nederlandse materiële recht op een restrictieve houding is gebaseerd, stuit men ook bij de erkenning van in het buitenland tot stand gekomen ouderschap na draagmoederschap op een restrictief beleid. Ook nu moet de rechter die een dergelijke zaak onder ogen krijgt een oordeel vellen over verschijnselen waarover de maatschappelijke discussie in feite nog moet beginnen. Op deze materie is in het eerder genoemde rapport ook uitgebreid ingegaan. In dit artikel zal echter voornamelijk worden ingegaan op het Nederlandse materiële recht, 10 waarbij ter inspiratie een uitstap wordt gemaakt naar het Engelse recht. Draagmoederschap in Nederland anno 2011 Op dit moment is altruïstisch draagmoederschap in Nederland niet verboden, maar de gevolgen van deze vorm van draagmoederschap zijn niet helder geregeld. Volgens het Nederlandse afstammingrecht is de vrouw uit wie het kind wordt geboren, de juridische moeder van het kind ongeacht of zij ook daadwerkelijk het genetische materiaal (de eicel) voor het kind heeft geleverd. Er bestaat geen specifieke juridische procedure waarmee de draagmoeder het kind kan overdragen aan de wensouders. Hoe kunnen de wensouders dan onder het huidige Nederlands recht de juridische ouders worden van het kind? Voor een antwoord op die vraag, is het handig terug te gaan naar het geval van mevrouw A en het mannelijke wensouderpaar. Als mevrouw A is gehuwd, kunnen beide wensvaders in beginsel alleen via adoptie juridisch vader van het kind worden. 11 Voordat 9 http://www.vumc.nl/afdelingen/patientenfolders-brochures/zoekenalfabet/d/hoog_technologisch_draagmoe1.pdf 10 Voor vragen met betrekking tot het Nederlandse IPR en de erkenning van buitenlandse draagmoederschapsconstructies zie Deel IV van het bovengenoemde WODC-rapport. Deze materie komt bijvoorbeeld ook aan de orde in K.J. Saarloos, European Private International Law on Parentage (diss. Maastricht) 2010. 11 Adoptie door beide ouders wanneer de draagmoeder gehuwd is, is de meest voor de hand liggende route. In een recente zaak, is met succes door middel van een bijzondere curator het huwelijksvaderschap van de draagvader ontkend, waarna in dezelfde procedure het vaderschap van de wensvader juridisch is vastgesteld. Het begrip family life speelt in deze zaak een grote rol, vooral omdat de wensvader noch als verwekker noch als instemmende levensgezel kan worden beschouwd. De rechtbank stelt hem echter gelijk

een adoptieverzoek kan worden ingediend, eist het Nederlandse recht dat mevrouw en meneer A niet langer het gezag hebben over het kind. 12 Zij moeten dus in dit geval van het gezag worden ontheven. 13 Hebben de vaders het kind vervolgens een jaar samen verzorgd en wonen zij op dat moment drie jaar samen, dan kunnen ze een adoptieverzoek indienen. Indien aan alle criteria uit de artikelen 1:227 en 1:228 BW is voldaan, kan de rechter de adoptie uitspreken. Een van de voorwaarden is dat mevrouw en meneer A geen bezwaar hebben tegen toewijzing van het verzoek. De rechter kan slechts op zeer beperkte gronden aan hun bezwaren voorbij gaan. Een relevante grond zou kunnen zijn dat mevrouw en meneer A het kind nooit of nauwelijks hebben verzorgd. 14 Mevrouw A uit de blog was echter niet langer gehuwd. Dit betekent dat een van de wensvaders het kind met haar toestemming zou kunnen erkennen, tenzij de wensvader zou zijn gehuwd. 15 In dat geval zou hij het kind alleen kunnen erkennen als zou vaststaan dat er tussen hem en het kind family life bestaat. Als het kind eenmaal door een van de wensvaders is erkend, kan de betreffende wensvader om wijziging van het eenhoofdig gezag verzoeken. 16 Dit is een andere procedure dan de ontheffing. De maatstaf is hierbij niet dat blijkt dat de draagmoeder ongeschikt of onmachtig is om voor het kind te zorgen, maar de maatstaf is het belang van het kind. Als dat verzoek wordt toegewezen is deze wensvader juridische vader met gezag en is de mevrouw A nog wel juridisch moeder, maar heeft zij geen gezag meer. Dit betekent dat de juridische wensvader de sterkste juridische band heeft met het kind en bijvoorbeeld vanaf dat moment kan bepalen waar het kind woont, ook als mevrouw A het daar niet mee eens is. Als het kind een jaar door de beide wensvaders is verzorgd kan de partner van de juridische (wens)vader een verzoek tot adoptie indienen. 17 Wordt dat verzoek toegewezen, dan zijn beide vaders juridisch ouder van het kind en zijn de familierechtelijke betrekkingen met mevrouw A en haar gezin verbroken. 18 Tijdens het hele draagmoederschapstraject, vanaf het moment dat een paar op zoek gaat naar een draagmoeder en de voltooiing van de juridische opname van het kind in het wensoudergezin, zijn er ook bepalingen uit het kinderbeschermingsrecht en het strafrecht waar rekening mee gehouden moet worden. Zo moet de opname van een kind jonger dan zes maanden in een ander gezin bij de Raad voor de Kinderbescherming gemeld worden. 19 De bovenstaande mogelijkheden die het Nederlandse recht biedt om het ouderschap van de draagmoeder naar de wensouders over te dragen, zijn niet toegesneden op aan een verwekker omdat hij een biologische vader met family life is. Rb. s-gravenhage 21 juni 2010, LJN BN1309. 12 Art. 1:228 lid 1 onder g BW. 13 Art. 1:266 BW. 14 Art 1:228 lid 2 onder a BW. 15 Art. 1:204 BW. 16 Art. 1:253c lid 1 BW. 17 Voor een zaak waarbij in een procedure het eenhoofdig gezag van de draagmoeder naar de juridische wensvader overgaat en de adoptie door de partner van de juridische wensvader wordt uitgesproken, zie Hof s-gravenhage 1 december 2010, LJN BO7387. 18 Art. 1:229 lid 1 en 2 BW. 19 Art. 1:241 lid 3 BW.

draagmoederschap. 20 Dit kan ertoe leiden dat, ondanks het feit dat partijen de bedoeling hebben om het ouderschap bij de wensouders neer te leggen, dit doel uiteindelijk niet bereikt wordt. Enerzijds, omdat niet van te voren met zekerheid kan worden gesteld dat de instanties die bij een dergelijke overdracht van ouderschap betrokken moeten worden en de rechter die er uiteindelijk over moet beslissen, ook van mening zijn dat het ouderschap kan of moet worden overgedragen. En anderzijds, omdat een conflict tussen draagmoeder en wensouders vrijwel zeker een rode streep zal zetten door alle mogelijkheden die het huidige recht biedt tot overdracht van ouderschap. Uit het bovenstaande blijkt dat waar er voortdurende overeenstemming is tussen de partijen, het draagmoederschap binnen de wettelijke kaders in Nederland plaats vindt en er geen gronden zijn om te twijfelen aan het ouderschap van de wensouders, het in beginsel mogelijk is om het ouderschap van de draagmoeder naar de wensouders over te dragen. Dit komt ook naar voren uit onderzoek dat naar hoogtechnologisch draagmoederschap is gedaan zoals beschreven in het proefschrift De eerste logeerpartij. 21 Het duurt echter minimaal een jaar voordat het ouderschap volledig is overgedragen. Zodra conflicten ontstaan of er andere aanwijzingen zijn dat het kind zich niet goed zou kunnen ontwikkelen bij de wensouders, is er geen enkele garantie dat het kind ook daadwerkelijk door de wensouders zal kunnen worden opgevoed. Met de wetenschap in het achterhoofd dat bepaalde vormen van draagmoederschap in Nederland acceptabel worden gevonden, is het wellicht zinvol om te kijken of er dan niet ook een passende wettelijke regeling kan komen die de overdracht van ouderschap sneller laat verlopen. Voordeel hiervan is dat helder is wie daarvoor in aanmerking komt en aan welke criteria moet worden voldaan voor de overdracht van ouderschap. Een dergelijke regeling zal waarschijnlijk ook duidelijkheid kunnen scheppen over de gevolgen van draagmoederschap in het buitenland. Om een beter idee te krijgen van de mogelijkheden, is het nuttig een blik op Engeland te werpen. Naar onze mening misschien niet een van de meest progressieve landen om ons heen, maar daar is ruim 20 jaar geleden wel een regeling in het leven geroepen die de overdracht van ouderschap na draagmoederschap mogelijk maakt. Een blik in de keuken van onze westerburen: de parental order In het Verenigd Koninkrijk is draagmoederschap al jaren een onderwerp van discussie. Het is in de context van verschillende commissierapporten meer of minder uitvoerig besproken. De eerste commissie die zich zijdelings met dit onderwerp heeft beziggehouden is de Warnock Committee 22 die in 1984 verslag deed van haar onderzoek naar kunstmatige voortplanting. De meerderheid van deze commissie was tegen de regulering van draagmoederschap omdat dit draagmoederschap zou bevorderen. 23 Daarbij was de commissie bang dat draagmoederschap zou leiden tot de uitbuiting van vrouwen. 20 In deel II van het door UCERF geschreven WODC-rapport komen alle juridische aspecten van draagmoederschap in Nederland uitgebreid aan de orde. 21 S.M. Dermout, De eerste logeerpartij: Hoogtechnologisch draagmoederschap in Nederland (diss. Groningen) Groningen: Groningen University 2001. 22 M. Warnock, Report of the Committee of Inquiry into Human Fertilisation and Embryology, London: Her Majesty s Stationery Office 1984. 23 Komt wel overeen met het Nederlandse standpunt.

Vlak nadat deze commissie over haar bevindingen rapport had uitgebracht, is de Surrogacy Arrangements Act 1985 aangenomen waarin commercieel draagmoederschap strafbaar is gesteld. In 1990 is echter in de wet die de gevolgen en voorwaarden regelt waaronder kunstmatige voortplanting kan plaatsvinden (de Human Fertilisation and Embryology Act 1990) een bepaling voor de overdracht van ouderschapsrechten van de draagmoeder naar de wensouders opgenomen, de zogeheten parental order. 24 In eerste instantie kwamen alleen gehuwde ouders van verschillend geslacht in aanmerking voor deze overdracht van ouderschap, maar sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde Human Fertilisation and Embryology Act 2008, 25 komen ook ongehuwde paren en paren van hetzelfde geslacht in aanmerking voor een parental order. 26 Een parental order kan na de geboorte van het kind aan de rechter worden verzocht en verandert in die zin niets aan het uitgangspunt dat de geboortemoeder van een kind door het recht als de moeder van het kind wordt beschouwd. Willen wensouders in aanmerking komen voor een parental order dan moet er moet sprake zijn van een zwangerschap bij de draagmoeder die tot stand is gekomen door kunstmatige inseminatie of IVF, waarbij het genetisch materiaal van een van beide wensouders is gebruikt. De kunstmatige inseminatie kan ook thuis plaatsvinden. Het is essentieel dat de zwangerschap tot stand is gekomen met het oogmerk het kind aan de wensouders af te staan. De wensouders moeten het kind na de geboorte in hun gezin opnemen en moeten vervolgens binnen zes maanden na de geboorte een parental order aanvragen. Een van de wensouders moet zijn domicile in het Verenigd Koninkrijk hebben. De draagmoeder moet haar volledige en onvoorwaardelijke instemming geven en dat kan pas op zijn vroegst zes weken na de geboorte, bovendien moet de rechter ervan overtuigd zijn dat de draagmoeder en haar eventuele partner geen bezwaar hebben tegen het verlenen van de parental order en dat er geen sprake is van commercieel draagmoederschap. De onkosten van de draagmoeder mogen worden vergoed, maar er mag niet meer dan nodig worden betaald. Sinds de invoering van de Human Fertilisation and Embryology Act 2008 is de welfare checklist uit het adoptierecht van toepassing. 27 Dit betekent dat bij de beslissing met betrekking tot het al dan niet toewijzen van een parental order het belang van het kind de belangrijkste overweging moet zijn. Het is nog niet duidelijk wat het effect van het toepassen van de welfare checklist op het al dan niet verlenen van een parental order zal zijn. De parental order is niet onomstreden. De overdracht van het ouderschap neemt tijd in beslag waardoor de wensouders pas maanden na de geboorte de juridische ouders zijn 24 Art. 30 Human Fertilisation and Embryology Act 1990. 25 Voor meer informatie over de HFEA 2008 en de wettekst zie http://www.dh.gov.uk/en/publicationsandstatistics/legislation/actsandbills/dh_080211. Voor de explanatory memorandum bij de parental order regulation 2010 zie http://www.legislation.gov.uk/ukdsi/2010/9780111491355/pdfs/ukdsiem_9780111491355_en.pdf 26 De parental order is in de gewijzigde wet geregeld in art. 54 Human Fertilisation and Embryology Act. Dit artikel is in april 2010 in werking getreden. 27 Art. 1 Adoption and Children Act 2002. Voor de wettekst zie http://www.legislation.gov.uk/ukpga/2002/38.

van het kind. Totdat het ouderschap is overgedragen, is de draagmoeder de juridische ouder. Bovendien biedt de regeling geen oplossing bij conflicten. De parental order is een op consensus gebaseerde manier van het overdragen van ouderschap en zal alleen worden uitgesproken door een rechter wanneer alle partijen het met dit verzoek eens zijn. Wanneer de draagmoeder het kind niet wenst af te staan, zal het kind hoogstwaarschijnlijk bij haar op mogen groeien, zoals ook uit een dergelijke zaak bleek die recentelijk in de publiciteit kwam. 28 Volgens recente gegevens van de Human Fertilisation and Embryology Authority zijn er in het Verenigd Koninkrijk 21 klinieken die zowel full als partial surrogacy aanbieden, 15 klinieken die alleen full surrogacy aanbieden en 5 klinieken die alleen partial surrogacy aanbieden. 29 Van de 126 klinieken in het Verenigd Koninkrijk die vruchtbaarheidsbehandelingen aanbieden, bestaat in 41 klinieken de mogelijkheid tot een of ander vorm van draagmoederschap. Ook buitenlandse paren kunnen gebruik maken van de mogelijkheden voor draagmoederschap die het Verenigd Koninkrijk biedt, maar zij komen niet in aanmerking voor een parental order. Zoals uit Nederlandse jurisprudentie blijkt, hebben ook in Nederland woonachtige paren gebruik gemaakt van deze mogelijkheden, maar zij kwamen inderdaad niet in aanmerking voor een parental order. 30 Om in aanmerking te komen voor een parental order moeten de wensouders hun domicile in het Verenigd Koninkrijk hebben. In het Verenigd Koninkrijk woonachtige paren die in het buitenland van een draagmoederschapsconstructie gebruik maken, kunnen in beginsel wel een parental order aanvragen. 31 Zij moet er dan echter wel voor zorgen dat het kind het Verenigd Koninkrijk ook daadwerkelijk binnenkomt. Kort samengevat, in het Verenigd Koninkrijk is commercieel draagmoederschap net als in Nederland verboden, in geval van altruïstisch draagmoederschap kan het ouderschap via een parental order worden overgedragen, mits wens- en draagouders het daar mee eens zijn, het genetisch materiaal van een van beide wensouders is gebruikt en het kind niet op natuurlijke wijze is verwekt. Zowel gehuwde/geregistreerde als samenwonende wensouders van verschillend of gelijk geslacht kunnen een verzoek tot het toekennen van een parental order indienen bij de rechter. Biedt de parental order een oplossing voor de twee problemen die eerder met betrekking tot Nederland zijn gesignaleerd: het feit dat er geen specifieke regeling is leidt tot onduidelijk en rechtsonzekerheid en ingeval van conflict biedt het bestaande recht geen oplossing waarin de bedoelingen van partijen kunnen worden meegenomen. Het antwoord op het eerst punt is ja. In het Verenigd Koninkrijk bestaat een specifieke regeling voor de overdracht van ouderschap van draagmoeder naar wensouders die duidelijkheid schept voor de betrokkenen. Het antwoord op het tweede punt is nee. Ook het Engelse recht biedt geen oplossing waarin de bedoelingen van de partijen kunnen worden meegenomen. De regeling die er is gaat uit van overeenstemming. 28 Surrogate mother who changed her mind can keep the baby, The Guardian, 21 January 2011. 29 http://www.hfea.gov.uk/docs/ataglance.pdf. 30 Rb. s-gravenhage 1 december 2007, LJN BB9844 en Rb. s-gravenhage 10 december 2007 LJN BC5651. 31 Zie bijvoorbeeld de zaak Re X and Y (Parental Order, Foreign Surrogacy) [2009] Fam. 71, 80.

Hoe nu verder? Er zijn de afgelopen jaren door verschillende auteurs voorstellen gedaan om de overdracht van ouderschap te vergemakkelijken, variërend van een versnelde adoptieprocedure tot rechterlijke goedkeuring vooraf. 32 Tot nu toe is hier door de wetgever niet proactief op gereageerd. Het moment lijkt echter wel gekomen om een keuze te maken tussen toestaan en reguleren aan de ene kant en verbieden aan de andere kant. Voor welke optie ook wordt gekozen, het is belangrijk om van te voren in te schatten wat de consequenties van de betreffende benadering zal zijn. Wat zijn bijvoorbeeld de consequenties van een verbod? Zal draagmoederschap dan inderdaad niet meer voorkomen of zal er zich meer buiten het blikveld van de autoriteiten gaan afspelen? Moeten alle vormen van draagmoederschap worden verboden of moet er onderscheid worden gemaakt op grond van de vraag of er al dan niet genetisch materiaal is gebruikt van de wensouders? Het zijn maar een paar vragen die daarbij aan de orde kunnen komen. Is de insteek echter het (verder) toestaan van draagmoederschap en het ontwerpen van een passend juridisch kader, dan rijzen zeker ook een heel aantal vragen. Ten eerste de vraag of een dergelijke regeling voor alle vormen van draagmoederschap zou moeten gelden ongeacht of er al dan niet genetisch materiaal van een of beide wensouders is gebruikt. Een andere belangrijke vraag betreft de manier waarop toegang tot afstammingskennis voor het kind wordt gewaarborgd. Op grond van welke beginselen wordt in geval van conflict bij een draagmoederschapsconstructie naar een oplossing gezocht? Geeft de genetische of de biologische verwantschap de doorslag? Of meer concreet: kan het zo zijn dat een kind dat genetisch verwant is met beide wensouders door de draagmoeder moet worden afgestaan, ook als zij dat niet wil of moet ook in zo n geval het dragen en baren van het kind als doorslaggevende factor worden beschouwd? Wat is hierbij het belang van het kind en waarop is dat belang gebaseerd? Kan het overeenkomstenrecht hierbij een rol spelen of moet de oplossing gevonden worden binnen het familierechtelijk kader? Dit zijn stuk voor stuk relevante en ingewikkelde juridisch vragen die ook een ethische en psychologische component hebben. Dat is echter geen reden om niet aan het beantwoorden van deze vragen te beginnen. Ten slotte is niets doen ook een keuze met gevolgen voor de betrokken partijen. Ook die keuze roept vragen op die een antwoord behoeven. 32 Zie bijvoorbeeld: S.M. Dermout, De eerste logeerpartij: Hoogtechnologisch draagmoederschap in Nederland, (diss. Groningen) Groningen: Groningen University 2001; M. van den Berg (e.a.), Hoogtechnologisch draagmoederschap, NJB 2004, p. 724-728; J.B.M. Vranken, Contractualisering en draagmoederschap, TvPr 1997, p. 1751-1761; J. Klijnsma, De verzakelijking van het menselijk lichaam, AA 2008, p. 11-19 en P. Vlaardingerbroek, Mens en maatschappij: Draagmoederschap: een gecompliceerde constructie, AA 2003, p. 171-178.