Bevindingen AMI omtrent Koelinstallaties Saartje Swinnen Afdeling Milieu-Inspectie
Overzicht 1. Milieu-impact koelinstallatie 2. Geldende wetgeving 3. Werking AMI 4. Bevindingen AMI 5. Verloop van een inspectie 6. Bedenkingen/vragen 7. Besluit
1. Milieu-impact koelinstallatie
Broeikasgassen en hun Global Warming Potential (GWP) CO 2 1 CH 4 21 N 2 O 310 HFK s, PFK s en SF 6 675-22.800 H 2 O, O 3, aërosolen, CO, VOS, NO x
Ozonlaag afbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen) in koeltoepassingen Ozonlaag afbrekend Broeikaseffect Gebruik CFK s (R-11, R-12) HCFK s (R-22) HFK s (R-134a, R-404A, R-507c, R-410A, ) verboden Bijvullen verboden vanaf 01/01/2015 Deels toegelaten HFE s (HFK- 1234ze), CO2, NH3, HC s
Mercedes M-klasse 2143 cc; 150 kw; 154 g/km; SUV; verbruik 5,8 l/100 km Het rijden van 9285,7 km met deze Mercedes komt, qua broeikasgassen, overeen met de uitstoot van 1 kg R134a Het rijden van 25 000 km met deze Mercedes komt, qua broeikasgassen, overeen met de uitstoot van 1 kg R507
2. Wetgeving
Geldende wetgeving EU-verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Vlarem II artikel 5.16.3.3. betreffende exploitatie voorwaarden koelinstallaties Vlarel betreffende certificering koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici recent aangepast in Vlaremtrein 2015
2.1 EU-verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen
EU-verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen CFK s: productie, op de markt brengen en gebruik: verboden HCFK s: Vanaf 1/1/2015 is gebruik van gerecycleerde/geregenereerde HCFK s verboden gebruik = bijvulling (en dus niet: de aanwezigheid van het koelmiddel in de installatie)
EU-verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen verplichte terugwinning van ozonafbrekende stoffen (art. 22) Verplichte regelmatige lekdichtheidscontrole voor koelinstallaties met 3 kg of meer aan koelmiddel (art 23) Koelmiddelinhoud Frequentie lekcontrole 3 kg tot 30 kg Iedere 12 maanden 30 kg tot 300 kg Iedere 6 maanden 300 kg en meer Iedere 3 maanden Indien lek vastgesteld: binnen 14 dagen herstel Binnen maand na lekkage: nieuwe controle op lekdichtheid EU-lidstaten bepalen minimumopleidingseisen voor personeel betrokken bij de in deze dia vermelde activiteiten
2.2 EU-verordening 517/2014 betreffende F- gassen
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Ter vervanging van verordening 842/2006 Ton CO2-eq = aantal kg koelmiddel * aardopwarmingspotentieel van koelmiddel (GWPwaarde) GWP-waarde: in bijlage I van EU-verordening 517/2014 Enkele voorbeelden:
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Logboekverplichting Lekdichtheidscontrole om de 12 maand Lekdichtheidscontrole om de 6 maand Vanaf 5 ton CO2-equivalenten Vanaf 5 t CO2-eq Vanaf 50 t CO2-eq Lekdichtheidscontrole om de 3 maand Vanaf 500 t CO2-eq lekkagedetectiesysteem Vanaf 500 t CO2-eq Uitzondering van deze voorwaarden voor hermetisch afgesloten systemen met minder dan 10 t CO2-eq Tot 31/12/2016 vrijstelling van deze voorwaarden voor systemen met minder dan 3 kg koelmiddel of hermetisch afgesloten systemen met minder dan 6 kg koelmiddel
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Opzettelijk uitstoten van F-gassen is verboden indien technisch niet noodzakelijk (=> bij koeling is dit technisch niet noodzakelijk) Lekkage van gassen voorkomen en zo snel mogelijk herstellen Installatie, onderhoud, service, herstel en buitendienststelling waarbij er een risico is op emissie van F-gassen gebeurt door gecertificeerde ondernemingen en personeel hiermee belast is ook gecertificeerd Lekdichtheidscontroles moeten gebeuren door gecertificeerd personeel en conform minimumeisen vastgelegd in Commissieverordening 1516/2007 Lekdetectiesysteem verplicht bij koelinstallaties met TCE > 500: Detectie ALLE lekken frequentie lekdichtheidscontrole gehalveerd 12-maandelijkse controle op goede werking van het lekdetectiesysteem Register (logboek) noteren van Hoeveelheid en type F-gas in de installatie toegevoegde/verwijderde hoeveelheden koelmiddel, uitgevoerde werkzaamheden, Resultaten lekdichtheidscontroles + datum Identiteit onderneming van uitgevoerde werkzaamheden
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Terugwinning Exploitanten zorgen voor regelingen voor juiste terugwinning van koelmiddelen door gecertificeerd personeel Certificering betrokken technici: Uitbreiding naar sector koeltransport (in de loop van 2016) Verplichtingen voor leveranciers van F-gassen: Verkoop van F-gassen enkel aan ondernemingen die houder zijn van (relevant) certificaat of die personeel in dienst hebben die over het juiste certificaat beschikken (voor certificeringsplichtige sectoren) Registreren van certificaatnummer van de kopers registreren van aangekochte hoeveelheden Bewaren van registraties: minstens 5 jaar Informatie ter beschikking stellen van bevoegde overheid of Eur. Commissie indien hierom verzocht
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Phasedown voor HFK s: Vanaf 2015: Quota-systeem voor invoerders/producenten sterke afbouw tov gemiddelde van periode 2009-2012! (in CO2-eq) Jaren 2015 100% 2016-2017 93% 2018-2020 63% 2021-2023 45% 2024-2026 31% 2027-2029 24% 2030 21% Percentage van de maximumhoeveelheid HFK s die op de markt mogen worden gebracht (quota)
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Nieuwe EU-verordening (annex III): Sterke uitbreiding verbodsbepalingen voor op de markt brengen van welbepaalde apparatuur met F-gassen, bvb.
EU-verordening 517/2014 betreffende F-gassen Bestaande koelsystemen met koelmiddelvulling vanaf 40 ton CO2-eq: Verbod op gebruik F-gassen met GWP > 2500 van nieuw geproduceerde F-gassen vanaf 2020 geregenereerde/gerecyclede F-gassen vanaf 2030 40 ton CO2-eq = +/- 10 kg R404a of R507) Uitzondering voor diepkoeling (-50 C) zie art 13.3. van EU-verordening 517/2014
2.3 Vlarem II artikel 5.16.3.3. betreffende exploitatie voorwaarden koelinstallaties
Vlarem II Art. 5.16.3.3. Koelinstallaties Bepalingen geldend voor alle koelinstallaties: Onderhoud: werkzaamheden met kans op lekkage koelmiddel moeten door een bevoegd koeltechnicus worden uitgevoerd onderhouden volgens code van goede praktijk, regelmatig onderzocht door een bevoegd koeltechnicus. Bij vaststellen van lekkage: onmiddellijk lekkage verhelpen en nieuwe controle op lekdichtheid uitvoeren. Resultaten van onderzoek in een register Terugwinning van koelmiddelen: Bij definitieve buitenbedrijfstelling: koelmiddel binnen de maand verwijderen. Bij buitenbedrijfstelling of bij herstellingen waarbij het koelmiddel moet worden afgetapt, moet het koelmiddel met doelmatige apparatuur door bevoegde koeltechnici worden opgevangen in speciaal daarvoor bestemde en gemarkeerde recipiënten. Dit koelmiddel mag, nadat het goed bevonden is, terug worden gebruikt.
Vlarem II Art. 5.16.3.3. Koelinstallaties Bepalingen voor koelinstallaties met koelmiddelinhoud van 3 kg of meer die ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen bevatten (en niet hermetisch gesloten zijn): Relatief lekverlies: (Opgelet! Nieuwe aanpak sinds eind sept 2014!) L = (B/N) x 100%, waarbij: 1 L: relatief lekverlies 2 B: som van alle bijvullingen gedurende een kalenderjaar (kg); 3 N: nominale koelmiddelinhoud v/d koelinstallatie (kg)
Vlarem II Art. 5.16.3.3. Koelinstallaties relatief lekverlies: Maximaal 5% koelmiddelinhoud op jaarbasis indien lekkage meer dan 5% : zo spoedig mogelijk herstellen (uiterlijk binnen de 14 dagen) Nieuw koelmiddel mag pas worden toegevoegd wanneer lekkage is verholpen en een controle op lekdichtheid is uitgevoerd Na iedere bijvulling relatief lekverlies berekenen en noteren 1 maand na herstel: controle op lekdichtheid (niet op dag van herstel)
Vlarem II Art. 5.16.3.3. Koelinstallaties Indien 2 opeenvolgende kalenderjaren lekverlies > dan 10% dan moet installatie binnen de 12 maanden na vaststelling buiten bedrijf worden gesteld + melding 14 dagen na vaststelling aan afdeling bevoegd voor milieuhandhaving Gemotiveerde aanvraag tot afwijking kan worden goedgekeurd indien: De aanvraag reden van lekkage verklaart (niet te wijten aan ouderdom of slijtage) Maatregelen worden beschreven om lekkage op te sporen en te verhelpen Indien lekkage in een kalenderjaar meer dan 100% bedraagt voor installaties met meer dan 30 kg koelmiddel, dan moet dit worden gemeld aan afdeling bevoegd voor milieuhandhaving
Vlarem II Art. 5.16.3.3. Koelinstallaties Periodieke lekdichtheidscontrole: afhankelijk van koelmiddelinhoud (zie eerder): voor F-gassen en mengsels vanaf op basis van ton CO2-eq voor HCFK s (R-22) op basis van kg koelmiddel indien vermoeden van lekkage: controle met lekdetectieapparatuur met gevoeligheid 5 g/jaar Documentatie: Instructiekaart Logboek: - Type koelmiddel/nominale koelmiddelinhoud van koelinstallatie - aard van uitgevoerde werkzaamheden - hoeveelheden koelmiddel toegevoegd + relatief lekverlies, afgetapt, afgevoerd - beschrijving + resultaten van de lekdichtheidscontroles - persoon die werkzaamheden heeft uitgevoerd
2.2 Vlarel betreffende certificering koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici
Traject VLAREM-trein 2015/Zomertrein 18 maart 2016: Vlaamse Regering hecht haar definitieve goedkeuring aan het ontwerpbesluit "VLAREM-trein 2015/Zomertrein" (besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu). 26 augustus 2016: publicatie in het Belgisch Staatsblad. 5 september 2016: inwerkingtreding bevat belangrijke aanpassingen aan het VLAREL het VLAREL en Vlarem (alsook de Europese verordeningen) zijn te raadplegen via de milieunavigator (https://navigator.emis.vito.be) 30
Aanpassingen VLAREL
Aanpassingen VLAREL VLAREL = besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het VLAams Reglement inzake Erkenningen met betrekking tot het Leefmilieu Bevatte reeds erkenningsregeling voor 27 milieuerkenningen (o.a. laboratoria, MER-deskundigen, technici en opleidingscentra) MAAR: 14 erkenningen m.b.t. F-gassen en ozonlaagafbrekende stoffen nog geregeld in 5 afzonderlijke BVR s van 4 september 2009 voor 5 sectoren VLAREM-trein 2015: integratie 13 erkenningen in VLAREL erkenning vervoerder van afgedankte apparatuur en recipiënten met F-gassen afkomstig van brandbeveiligingssystemen
Aanpassingen VLAREL VLAREM-trein 2015: integratie 13 erkenningen in VLAREL rekening houdend met: verordening (EU) nr. 517/2014 2 recent herziene dochterverordeningen (EU) nr. 2015/2066 (elektrische schakelinrichtingen met F- gassen) en 2015/2067 (stationaire koelinstallaties, warmtepompen en airco s met F-gassen) evaluatie erkenningsregeling (bijsturing aangewezen?) Nieuw vanaf 1/07/2017: certificeringsverplichting voor technici voor koeleenheden van koelwagens en koelaanhangwagens met F-gassen => nog niet meegenomen met VLAREM-trein 2015
Erkenning Technicus Bedrijf Opleidingscentrum Keuringsinstelling Stationaire koelinstallaties, warmtepompen en airco s met F- gassen of oas installatie onderhoud terugwinning lekkagecontrole reparatie buitendienststelling installatie onderhoud reparatie buitendienststelling keuren koeltechnische bedrijven Stationaire brandbeveiligingsapparatuur met F- gassen of oas installatie onderhoud terugwinning lekkagecontrole reparatie buitendienststelling installatie onderhoud reparatie buitendienststelling Elektrische schakelinrichtingen met F-gassen terugwinning installatie onderhoud reparatie buitendienststelling Oplosmiddelen o.b.v. F-gassen terugwinning Airco s in bepaalde motorvoertuigen met F-gassen terugwinning
Aanpassingen VLAREL Voor stationaire koelinstallaties, warmtepompen en airco s: werkzaamheden onder erkenning voor koeltechnici en koeltechnische bedrijven uitgebreid: koeltechnici: installatie, onderhoud, terugwinning, lekkagecontrole, reparatie en buitendienststelling koeltechnische bedrijven: installatie, onderhoud, reparatie en buitendienststelling 35
Aanpassingen VLAREL nieuwe definities (1): 53 gefluoreerde broeikasgassen: fluorkoolwaterstoffen, perfluorkoolstoffen, zwavelhexafluoride en andere broeikasgassen die fluor bevatten als vermeld in bijlage I van verordening nr. 517/2014, afzonderlijk of in een mengsel; 54 ozonlaagafbrekende stoffen: de stoffen die zijn opgenomen in bijlage I van verordening nr. 1005/2009, met inbegrip van de isomeren ervan, afzonderlijk of in een mengsel, ongeacht of het nieuw geproduceerde, teruggewonnen, gerecycleerde of geregenereerde stoffen betreft; 55 koelinstallatie: het geheel van de onderdelen en apparaten die nodig zijn voor de werking van een koelsysteem. Het gaat hier ook om luchtconditioneringsinstallaties en warmtepompen die een koelsysteem bevatten; 56 ton CO 2 -equivalent: een hoeveelheid broeikasgassen, uitgedrukt als het product van het gewicht van de broeikasgassen in metrische ton en het aardopwarmingsvermogen ervan; 57 aardopwarmingsvermogen: het klimaatopwarmingsvermogen van een broeikasgas in verhouding tot dat van CO 2, berekend in termen van het opwarmingsvermogen in een periode van honderd jaar van één kilogram van een broeikasgas in verhouding tot één kilogram CO 2, als opgenomen in bijlage I, II en IV van verordening nr. 517/2014 of, voor mengsels, berekend volgens de methode, vermeld in bijlage IV van verordening nr. 517/2014; 36
Aanpassingen VLAREL nieuwe definities (2): 62 installatie: het samenvoegen van twee of meer delen van apparatuur of circuits die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevatten of daartoe ontworpen zijn, om een systeem te monteren op de plaats waar het zal worden geëxploiteerd, dat met zich meebrengt dat gastransporterende geleiders van een systeem worden samengevoegd om een circuit te voltooien, ongeacht of het systeem na montage moet worden gevuld of niet; 63 onderhoud: alle activiteiten, met uitsluiting van terugwinning en controles op lekken als vermeld in artikel 4 van verordening nr. 517/2014 en artikel 23 van verordening nr. 1005/2009 die met zich brengen dat de circuits die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevatten of daartoe ontworpen zijn, worden geopend, namelijk het toevoegen aan het systeem van gefluoreerde broeikasgassen, het verwijderen van een of meer onderdelen van het circuit of de apparatuur, het opnieuw monteren van twee of meer onderdelen van het circuit of de apparatuur, alsook het repareren van lekkages; 64 reparatie: het herstel van beschadigde of lekkende producten of apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevatten of nodig hebben voor de werking ervan, en waarvan een onderdeel zulke gassen bevat dan wel daartoe ontworpen is; 37
Aanpassingen VLAREL nieuwe definities (3): 65 buitendienststelling: het definitieve stilleggen en buiten werking of gebruik stellen van een product of deel van de apparatuur dat gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat; 66 terugwinning: het verzamelen en opslaan van gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen uit producten, waaronder houders, en apparatuur gedurende het onderhoud, dan wel voorafgaand aan de verwijdering van de producten of de apparatuur. 38
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (1): algemene én bijzondere erkenningsvoorwaarden
Aanpassingen VLAREL algemene erkenningsvw (art. 8): geen strafrechtelijke veroordeling voor overtredingen van de milieuwetgeving die verband houden met het gebruik van de erkenning (< 3 jaar) geen erkenning van de aanvrager met hetzelfde onderwerp opgeheven wegens schending van de algemene en bijzondere gebruikseisen (< 2 jaar) 40
Aanpassingen VLAREL bijzondere erkenningsvw koeltechnicus (art. 17/1 ): 1 een natuurlijke persoon zijn; 2 in het bezit zijn van een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek van categorie I, II, III of IV dat uitgereikt is door een erkend opleidingscentrum; 3 een geldig bewijs van betaling van de retributie hebben voorgelegd aan AMV of aan een erkend opleidingscentrum. 41
Aanpassingen VLAREL bijzondere erkenningsvw koeltechnische bedrijven (art. 25/4): 1 minstens één erkende koeltechnicus in dienst hebben; 2 voldoende erkende koeltechnici in dienst hebben om het verwachte activiteitenvolume te halen; 3 het bewijs leveren dat de nodige instrumenten en procedures beschikbaar zijn voor de erkende koeltechnicus; 4 met goed gevolg gekeurd zijn door een erkende keuringsinstelling. 42
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (1): algemene én bijzondere erkenningsvoorwaarden erkenningen van onbepaalde duur geldige certificeringen (bepaalde duur) op 5/09/2016 worden van onbepaalde duur
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (1): algemene én bijzondere erkenningsvoorwaarden erkenningen van onbepaalde duur algemene én bijzondere gebruikseisen
Aanpassingen VLAREL algemene gebruikseisen: Gebruik van de erkenning verloopt op een kwalitatief goede wijze. De erkende persoon neemt daarbij een objectieve en onafhankelijke houding aan. Past normen en codes goede praktijk toe Beschikt over verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid, incl. beroepsaansprakelijkheid. Documenten zijn volledig, duidelijk en ondertekend Wijziging gegevens meedelen aan Afdeling Milieuvergunningen (AMV) Inlichtingen en documenten ter beschikking van AMV Richten naar instructies van AMV Vertrouwelijke gegevens bekend maken verboden Meewerken aan periodieke evaluaties door AMV Vijfjaarlijks bewijs betaling retributie voorleggen 45
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnicus (art. 40/1)(1): 1 die in het bezit is van een certificaat van categorie I, II, III of IV mag de werkzaamheden uitvoeren aan stationaire koelinstallaties met zowel gefluoreerde broeikasgassen als ozonlaagafbrekende stoffen; 46
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnicus (art. 40/1)(2): 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert ze, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: a) bij de initiële installatie of een aanpassing van de koelinstallatie waardoor de nominale koelmiddelinhoud of het type koelmiddel wijzigt: 1) de nominale koelmiddelinhoud, uitgedrukt in metrische eenheid, en, in geval van gefluoreerde broeikasgassen, eveneens in ton CO 2 -equivalent; 2) het type koelmiddel; 3) indien bij de installatie gerecycleerde of geregenereerde gefluoreerde broeikasgassen gebruikt worden: de vermelding hiervan en de naam en het adres van het recyclage- of regeneratiebedrijf; 4) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de initiële installatie of de aanpassing van de koelinstallatie uitgevoerd heeft; 5) de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 47
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnicus (art. 40/1)(3): 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert ze, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: b) als gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen werden bijgevuld of afgetapt: 1) het type koelmiddel; 2) de hoeveelheid, uitgedrukt in metrische eenheid; 3) de datum van bijvulling of aftapping; 4) de reden van bijvulling of aftapping; 5) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de bijvulling of aftapping uitgevoerd heeft; 6) als dat van toepassing is: de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 7) na elke bijvulling voor een koelinstallatie met een nominale koelmiddelinhoud van 3 kg of meer die gebruik maken van ozonlaagafbrekende stoffen en op koelinstallaties die gefluoreerde broeikasgassen bevatten met een nominale koelmiddelinhoud van 5 ton CO 2 -equivalent of meer: het relatief lekverlies; 48
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnicus (art. 40/1)(4): 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert ze, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: c) als lekkagecontroles als vermeld in artikel 4 van verordening nr. 517/2014 of artikel 23 van verordening nr. 1005/2009 uitgevoerd worden: 1) de datum van de lekkagecontrole; 2) een beschrijving en de resultaten van de uitgevoerde controles; 3) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de lekkagecontrole uitgevoerd heeft; d) de nominale koelmiddelinhoud van de koelinstallatie, uitgedrukt in metrische eenheid, en, in geval van gefluoreerde broeikasgassen, eveneens in ton CO 2 -equivalent, als die niet gekend is; e) bij een buitendienststelling: 1) de datum van de buitendienststelling; 2) de maatregelen die genomen zijn om de gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen terug te winnen en te verwijderen; 3) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de installatie buiten dienst gesteld heeft; 4) de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 49
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnicus (art. 40/1) (5): 3 toont op verzoek het materiaal dat hij gebruikt bij de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de erkenning; 4 slaagt vijfjaarlijks voor het actualisatie-examen in een erkend opleidingscentrum, of voor een gelijkwaardig examen dat aanvaard is door AMV. Als het certificaat van bekwaamheid, ouder is dan vijf jaar na de afgiftedatum, vermeld op het certificaat, slaagt hij voor het actualisatie-examen of voor een gelijkwaardig examen vóór hij de erkenning kan gebruiken. De examens die gelijkwaardig worden bevonden, worden gepubliceerd op de website van de afdeling, bevoegd voor erkenningen. De datum van het slagen voor het actualisatie-examen of een gelijkwaardig examen mag niet ouder zijn dan vijf jaar, voorafgaand aan de datum van de betaling van de retributie; 5 doet al het mogelijke om lekkage van gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen te voorkomen of tot een minimum te beperken; 6 doet al het nodige voor de recycling, regeneratie of vernietiging van gefluoreerde broeikasgassen als een cilinder met dat broeikasgas verwijderd moet worden; 7 beschikt over een vertaling van zijn certificaat van categorie I, II, III of IV naar het Nederlands, Frans, Duits of Engels als het certificaat in een andere taal dan in een van die talen werd afgegeven. 50
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (1) 1 zorgt ervoor dat erkenningsplichtige werkzaamheden uitgevoerd worden door erkende koeltechnici; 51
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (2) 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert dit, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: a) bij de initiële installatie of een aanpassing van de koelinstallatie waardoor de nominale koelmiddelinhoud of het type koelmiddel wijzigt: 1) de nominale koelmiddelinhoud, uitgedrukt in metrische eenheid, en, in geval van gefluoreerde broeikasgassen, eveneens in ton CO 2 -equivalent; 2) het type koelmiddel; 3) indien bij de installatie gerecycleerde of geregenereerde gefluoreerde broeikasgassen gebruikt worden: de vermelding hiervan en de naam en het adres van het recyclage- of regeneratiebedrijf; 4) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de initiële installatie of de aanpassing van de koelinstallatie uitgevoerd heeft; 5) de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 52
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (3) 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert dit, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: b) als gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen werden bijgevuld of afgetapt: 1) het type koelmiddel; 2) de hoeveelheid, uitgedrukt in metrische eenheid; 3) de datum van bijvulling of aftapping; 4) de reden van bijvulling of aftapping; 5) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de bijvulling of aftapping uitgevoerd heeft; 6) als dat van toepassing is: de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 7) na elke bijvulling voor een koelinstallatie als vermeld in artikel 5.16.3.3, 5, van titel II van het VLAREM: het relatief lekverlies; 53
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (4) 2 bezorgt een afschrift van de volgende registraties aan de eigenaar of beheerder van de stationaire koelinstallatie die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat en noteert dit, als dat van toepassing is, in het installatiegebonden logboek: c) als lekkagecontroles als vermeld in artikel 4 van verordening nr. 517/2014 of artikel 23 van verordening nr. 1005/2009 uitgevoerd worden: 1) de datum van de lekkagecontrole; 2) een beschrijving en de resultaten van de uitgevoerde controles; 3) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de lekkagecontrole uitgevoerd heeft; d) de nominale koelmiddelinhoud van de koelinstallatie, uitgedrukt in metrische eenheid, en, in geval van gefluoreerde broeikasgassen, eveneens in ton CO 2 -equivalent, als die niet gekend is; e) bij een buitendienststelling: 1) de datum van de buitendienststelling; 2) de maatregelen die genomen zijn om de gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen terug te winnen en te verwijderen; 3) de voor- en achternaam en het erkenningsnummer van de koeltechnicus die de koelinstallatie buiten dienst gesteld heeft; 4) de naam en het erkenningsnummer van het koeltechnisch bedrijf waar de technicus werkt; 54
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (5) 3 houdt de volgende zaken ten minste vijf jaar bij: a) per exploitant en per koelinstallatie: de registraties, vermeld in punt 2 ; b) de hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen die werden aangekocht met vermelding van de datum van aankoop en de naam van de leverancier; c) de hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen die werden afgevoerd met vermelding van de datum van afvoer, de naam van de vervoerder en de bestemming van die koelmiddelen; 4 gaat na iedere bijvulling na of het maximaal relatief lekverlies, vermeld in artikel 5.16.3.3, 6, artikel 5bis.15.5.4.5.5, artikel 5bis.19.8.4.8.5 en artikel 6.8.1.2 van titel II van het VLAREM, niet overschreden werd. Als blijkt dat het maximaal relatief lekverlies overschreden is en maatregelen moeten worden getroffen, brengt het koeltechnisch bedrijf ten minste de eigenaar of beheerder schriftelijk op de hoogte van de vastgestelde lekkage en formuleert het een voorstel van te nemen maatregelen; 5 toont op verzoek het materiaal dat gebruikt wordt bij de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de erkenning; 55
Aanpassingen VLAREL bijzondere gebruikseisen koeltechnisch bedrijf (art. 53/7) (6) 6 zorgt ervoor dat de koeltechnicus gedurende de erkenningsplichtige werkzaamheden aan stationaire koelinstallaties over de nodige apparatuur, instrumenten en materialen beschikt. Die apparatuur bevat gekalibreerde meetapparatuur en ten minste het materiaal, vermeld in bijlage 21, die bij dit besluit is gevoegd; 7 doet al het mogelijke om lekkage van gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen te voorkomen of tot een minimum te beperken; 8 doet al het nodige voor de recycling, regeneratie of vernietiging van gefluoreerde broeikasgassen als een cilinder met dat broeikasgas verwijderd moet worden; 9 licht het betrokken personeel in over nieuwe technologieën en nieuwe relevante milieuwetgeving met betrekking tot koelinstallaties; 10 beschikt over een vertaling van zijn certificaat naar het Nederlands, Frans, Duits of Engels als het certificaat in een andere taal dan in een van die talen werd afgegeven. 56
Aanpassingen VLAREL Voor stationaire koelinstallaties, warmtepompen en airco s: correct invullen van het installatiegebonden logboek: verantwoordelijkheid exploitant, koeltechnisch bedrijf én koeltechnicus 57
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (1): algemene én bijzondere erkenningsvoorwaarden erkenningen van onbepaalde duur algemene én bijzondere gebruikseisen vijfjaarlijkse toezichtsretributie te betalen door erkende technici (vanaf 1/09/2016) en bedrijven
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (2): principe van wederzijdse erkenning: technici en bedrijven die buiten het Vlaamse Gewest een Europees certificaat behaald hebben, worden van rechtswege erkend erkenning gaat in na: melden gebruik erkenning in Vlaanderen aan AMV identificatiegegevens bezorgen aan AMV legt certificaat voor (Nederlands, Frans, Duits of Engels) aan AMV bewijs van betaling van de toezichtsretributie bezorgen aan AMV koeltechnici met een Europees certificaat die werken in Vlaanderen: naleven VLAREL slagen voor vijfjaarlijks actualisatie-examen
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (3): examen/opleiding: uitbreiden met het gebruik van alternatieve middelen en het veilig omgaan ermee
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (3): examen/opleiding: uitbreiden met het gebruik van alternatieve middelen en het veilig omgaan ermee certificaat van bekwaamheid en bewijs van erkenning
Aanpassingen VLAREL belangrijkste aanpassingen (4): periodieke evaluatie van erkende technici en koeltechnische bedrijven (art. 58/1, 4) AMV kan een koelinstallatie die door een erkende koeltechnicus of een erkend koeltechnisch bedrijf geïnstalleerd, onderhouden, gerepareerd of buiten dienst gesteld werd, die door een erkende koeltechnicus gecontroleerd werd op lekkage of waaruit gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen werden teruggewonnen door een erkende koeltechnicus, op ieder moment onderwerpen aan een controle door een keuringsinstelling die aangewezen is door AMV. Bovendien kan AMV het gebruik van de erkenning als koeltechnicus of als koeltechnisch bedrijf onderwerpen aan een controle door een keuringsinstelling die aangewezen is door AMV. 62
Aanpassingen VLAREM II
Aanpassingen VLAREM II de verplichting om over een erkenning als technicus of bedrijf te beschikken voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden aan installaties met F-gassen (of ozonlaagafbrekende stoffen): stationaire koelinstallaties, warmtepompen en airco s stationaire brandbeveiligingsapparatuur elektrische schakelinrichtingen oplosmiddelen o.b.v. F-gassen airco s in bepaalde motorvoertuigen zowel voor ingedeelde als niet-ingedeelde inrichtingen nabije toekomst: voor technici voor koeleenheden van koelwagens en koelaanhangwagens (verplichting vanaf 1/07/2017)
Aanpassingen VLAREM II voor ingedeelde en niet-ingedeelde koelinstallaties: inhoud installatiegebonden logboek afgestemd met verordening (EU) nr. 517/2014 frequentie van lekdichtheidscontrole: niet alleen meer afhankelijk van hoeveelheid aan F-gas in een systeem maar ook van het aardopwarmingsvermogen (GWP-waarde) van een F-gas
Vragen omtrent Vlarem en Vlarel uitbatingsvoorwaarden installaties met F-gassen: milieuvergunningen@lne.vlaanderen.be erkenningen: erkenningen@lne.vlaanderen.be tel: 02 553 79 97
3. Werking AMI
De afdeling Milieu-inspectie De afdeling Milieu-inspectie situeert zich binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (dept LNE)
Het milieuhandhavingsdecreet (MHD) regelt sinds 1 mei 2009 het toezicht op en de handhaving van zowat alle milieuhygiëne- en milieubeheerwetgeving is titel XVI van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid geeft verschillende categorieën van toezichthouders de opdracht toe te zien op de naleving van de milieuregelgeving wijst via het milieuhandhavingsbesluit (MHB) toezichtopdrachten toe aan elke categorie van toezichthouders
Bevoegdheden Milieu-Inspectie 1 titel III, titel IV en titel XV van het decreet; 2 de wet Luchtverontreiniging; 3 de wet Oppervlaktewateren; 4 de wet Geluidshinder; 4 /1 de wet betreffende de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen; 5 het Materialendecreet; 6 het Grondwaterdecreet; 7 het Milieuvergunningendecreet; 8 de uitvoeringsbesluiten van de wetten en decreten, vermeld in punt 1 tot en met 7 ; 9 Verordening (EG) nr. 1005/2009 betreffende de ozonlaagafbrekende stoffen; 10 Verordening (EG) nr. 1069/2009 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten; 11 verordening (EG) nr. 850/2004 betreffende de persistente organische verontreinigde stoffen; 12 verordening (EG) nr. 166/2005 inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende; 13 verordening (EU) nr. 517/2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen; 14 verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen; 15 verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH; 16 verordening (EG) nr. 1418/2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde afvalstoffen, vermeld in bijlage III of III A bij verordening (EG) nr. 1013/2006, naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is; 17 het Mestdecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. 18 het Oppervlaktedelfstoffendecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. 19 het decreet Diepe Ondergrond en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Bevoegdheden Milieu-Inspectie 20 Verordening (EU) nr. 333/2011 tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer bepaalde soorten metaalschroot niet langer als afval worden aangemerkt; 21 het Pesticidendecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, als het van toepassing is op hinderlijke inrichtingen vermeld in artikel 3 van het Milieuvergunningendecreet. 22 verordening EG nr. 1102/2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik; 23 verordening (EU) nr. 1179/2012 tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer kringloopglas niet langer als afval wordt aangemerkt; 24 verordening (EU) nr. 715/2013 tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer koperschroot niet langer als afval wordt aangemerkt; 25 verordening (EG) nr. 1497/2007 inzake controle op lekkage van stationaire brandbeveiligingssystemen die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten; 26 verordening (EG) nr. 1516/2007 van basisvoorschriften inzake controle op lekkage van stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat; 27 verordening (EU) nr. 142/2011 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten; 28 verordening (EU) nr. 601/2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen; 29 verordening (EU) nr. 1257/2013 inzake scheepsrecycling. Samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken
Visie en missie Milieu- Inspectie De afdeling Milieu-inspectie draagt bij tot de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de Vlaamse Regering ter bescherming van mens en milieu. In uitvoering daarvan staat de afdeling Milieu-inspectie in voor een onafhankelijk, geloofwaardig, kwaliteitsvol, doelmatig toezicht op en handhaving van de milieuhygiënewetgeving.
Organisatie Afdelingshoofd Toezicht zwarerisicobedrijven Hoofdbestuur Stafmedewerkers Buitendienst Antwerpen Buitendienst Limburg Buitendienst Oost-Vlaanderen Buitendienst Vlaams-Brabant Buitendienst West-Vlaanderen Werkgroepen Afval Ketenteam Dierlijke bijproducten Bodem en Grondwater Geluid-, trillinghinder en windmolens Genetisch gemodificeerde organismen Lucht geleide emissies Lucht diffuse emissies Lucht fugitieve emissies Ozonafbrekende stoffen + gefluoreerde broeikasgassen Water Energie Milieuzorgsystemen IMJV GPBV GPBV industrie GPBV landbouw Logistiek en financiën Personeel Secretariaat ICT
Handhaving in de praktijk waarneming voorschrift vaststelling dreigende schending voorschrift aanmaning raadgeving schending voorschrift bestuurlijke maatregel aanzienlijk risico voor mens of milieu veiligheidsmaatregel milieumisdrijf milieu-inbreuk PV VvV
AMI en koelinstallaties AMI heeft momenteel 3 acties omtrent koelinstallaties A614 Controles ozonafbrekende stoffen en broeikasgassen A772 Lekverliezen koelinstallaties terugdringen bij supermarkten IT024 (GPBV) Koelinstallaties
4. Bevindingen AMI
Handhaving in cijfers (%) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% PV aanmaning RG VVV 30% 20% 10% 0% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Belangrijkste tekortkomingen 1. Logboek niet in orde 2. Onvoldoende periodieke lektesten 3. Te hoge relatieve lekverliezen
4.1. Logboeken
4.1. Logboeken Logboeken 100 80 60 12 29 6 5 6 7 15 16 25 19 27 14 11 8 13 30 7 28 1 11 45 % aantal logboeken niet aanwezig 41 26 %aantal logboeken slecht in orde %aantal logboeken redelijk in orde 40 %aantal logboeken in orde 20 55 62 62 51 32 51 39 44 0 4 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
4.2. Periodieke lekdichtheidscontroles
4.2. Periodieke lekdichtheidscontroles 80% 70% 60% 50% 40% % ok % nok 30% 20% 10% 0% 2013 2014 2015
4.3. Relatief Lekverlies
4.3. Relatief lekverlies 35% aantal installaties met relatief lekverlies > 10% 30% 30% 25% 20% 19% Stilleggen volgens VLAREM II!! 2015 > 10% 2014 > 10% 15% 2014 en 2015 > 10% 2013 en 2014 > 10% 10% 10% 6% 5% 0% Inspectiejaar 2015
installaties 4.3. Relatief lekverlies aantal installaties met relatief lekverlies > 10% 35% 30% 25% 20% 15% 10% inspectiejaar > 10% Voorgaande inspectiejaar > 10% Inspectiejaar en voorgaand inspectiejaar > 10% Voorgaand inspectiejaar en jaar ervoor > 10% 5% 0% 2013 2014 2015 Inspectiejaar
4.3. Relatief lekverlies Uit de inspecties 2015 halen we volgende gegevens voor het jaar 2014: 153 installaties Gemiddelde RL = 28% (0% - 395%) Samen een nominale koelmiddelinhoud van 27.791 kg Dit geeft een verlies van 7.781 kg. 50 installaties RL > 5% Gemiddeld RL = 84% Samen nominale koelmiddelinhoud van 9.184 kg Dit geeft een verlies van 7.714 kg
Bijkomende vaststellingen Resultaten lektesten Gebruikt koelmiddel Bouwjaar koelinstallatie
100% Installaties getest op lekken 90% 80% 70% 60% 50% 40% % installaties lekdicht % installatie niet lekdicht 30% 20% 10% 0% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Koelmiddel 60% Gebruikte koelmiddelen 50% 40% 30% 20% 10% % R22 % R404a % R134a % R507 % R407 0% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Gemiddeld relatief lekverlies en koelmiddel 70 60 50 GWP R134a 1430 R404a 3922 R22 (ook ODP) 1700 R407c 1774 r410 2088 R422d 2729 R507 3985 40 30 GWP > 3900 2013 2014 2015 gemiddelde 20 10 0 R22 R404a R134a R507 R407c
40 35 Gemiddeld Relatief lekverlies en bouwjaar koelinstallatie 30 25 20 15 10 2013 2014 2015 Gemiddelde 5 0 < 1980 1981-1990 1991-2000 2001-2010 > 2010
5. VERLOOP VAN EEN INSPECTIE
Verloop van inspectie Visuele controle Administratieve controle
Visuele controle Instructiekaart aanwezig en volledig? Lekdichtheidscontrole van installatie
Instructiekaart Is instructiekaart volledig? Onderhoudsdienst met telefoonnummer Type koelmiddel Maximale werkdrukken instructies over de wijze waarop een koelsysteem in of buiten bedrijf kan worden gesteld; instructies over de wijze waarop het koelsysteem in geval van nood buiten werking kan worden gesteld
Administratieve controle Koeltechnisch bedrijf Logboek Lektesten na herstel Periodieke lektesten Permanent lekdetectiesysteem Relatief lekverlies Constructie-attest
Logboek Informatie over de installaties: Naam installatie Bouwjaar Koelmiddelinhoud type koelmiddel TCE ALLE werken aan installatie VOLLEDIG beschrijven: Beschrijving lekdichtheidscontroles (type en gevoeligheid, lekdetector, resultaat, welke delen, locatie lekken, ) ALLE storingen + alarmering mogelijks aanleiding tot koelmiddelverlies Hoeveelheid koelmiddel toegevoegd + relatief lekverlies! Hoeveelheid koelmiddel afgetapt en/of afgevoerd Bij afvoering vervoerder, datum en bestemming
Logboek Installatiegebonden! Mag elektronisch indien toegankelijk ter plaatse Steeds nauwkeuring invullen! Verantwoordelijkheid exploitant, koeltechnieker en koeltechnisch bedrijf! Niet aanwezig of onvolledig logboek boetes 100-3000 euro
Lekdichtheidscontrole na herstel Lek moet hersteld worden binnen de 14 dagen Binnen de maand lekdichtheidscontrole
Periodieke lekdichtheidscontroles Frequentie afhankelijk van type koelmiddel en nominale koelmiddelinhoud HCFK: R22: 3-30 kg: om de 12 maanden 30-300 kg: om de 6 maanden >300 kg: om de 3 maanden HFK: 5-50 TCE: om de 12 maanden 50-500 TCE: om 6 maanden > 500 TCE: om de 3 maanden
Permanent lekdetectiesysteem Verplicht bij koelinstallaties met HFK en TCE >500 Moeten exploitant waarschuwen bij ELKE lekkage Frequentie periodieke lektesten halveren
Permanent lekdetectiesysteem Detecteren niet ALLE lekken!!!
Relatief lekverlies L = (B/N) x 100%, waarbij: L: relatief lekverlies; B: som van alle bijvullingen gedurende een kalenderjaar (kg); N: nominale koelmiddelinhoud van de koelinstallatie (kg).
Relatief lekverlies maximaal 5% per kalenderjaar. na elke bijvulling berekend en genoteerd in het installatiegebonden logboek. Indien gedurende twee opeenvolgende kalenderjaren telkens meer dan 10% de installatie binnen twaalf maanden na de vaststelling buiten bedrijf stellen + binnen de veertien dagen gemeld aan de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving. Koelinstallaties >30kg: het relatief lekverlies > 100% binnen de veertien dagen na de vaststelling gemeld aan de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving. Als blijkt dat het maximaal relatief lekverlies overschreden is en maatregelen moeten worden getroffen, brengt het koeltechnisch bedrijf ten minste de eigenaar of beheerder schriftelijk op de hoogte van de vastgestelde lekkage en formuleert het een voorstel van te nemen maatregelen!
Meldingen aan Milieu- Inspectie Via email aan buitendienst van je provincie: West-Vlaanderen: milieuinspectie.wvl@lne.vlaanderen.be Oost-Vlaanderen: milieuinspectie.ovl@lne.vlaanderen.be Antwerpen: milieuinspectie.ant@lne.vlaanderen.be Vlaams-Brabant: milieuinspectie.vbr@lne.vlaanderen.be Limburg: milieuinspectie.lim@lne.vlaanderen.be Volgende gegevens: Naam installatie Nominale koelmiddelinhoud Type koelmiddel Naam koeltechnisch bedrijf Hoeveelheden bijgevuld Reden van bijvullingen
6. Bedenkingen/vragen
Keuze koelmiddel Belangrijk om milieu-impact te bepalen Alternatieve koelmiddelen (CO 2, NH 3, propaan, ) Publieke perceptie: Onbekend is onbemind Wetgeving/standards Opleiding/kennis Bijscholing voor installateurs/technici Marketing/marktprijs Vraag/aanbod Psychologie Vooroordelen mbt. veiligheid, kostprijs, betrouwbaarheid, energieverbruik Belangrijke rol koeltechniekers en koeltechnische bedrijven!
Keuze koelmiddel Belangrijk om milieu-impact te bepalen Indien alternatieve koelmiddelen niet mogelijk zijn koelmiddel met lage GWP Koelinstallatie met secundair circuit Belangrijke rol koeltechniekers en koeltechnische bedrijven!
Constructie koelinstallatie Belangrijk om lekkages te voorkomen AMI stelt vast dat nieuwe installaties vaak ook niet lekdicht zijn Steeds volgens code van goede praktijk en geldende normen Belangrijke rol koeltechniekers en koeltechnische bedrijven!
Preventie lekkages Kunnen lekken voorkomen worden door tijdig onderdelen te vervangen? Welke onderdelen vertonen meer kans op lekkages en vereisen meer aandacht? Belangrijke rol koeltechniekers en koeltechnische bedrijven!
Energie en koelinstallaties Vaak weinig aandacht aan het energetisch aspect van de koelinstallatie. Denk hier bij aan: Energieverbruik bij nieuwe koelinstallaties Energieverbruik bij goed onderhouden installatie versus slecht onderhouden koelinstallaties Mogelijkheden tot warmterecuperatie of andere energierecuperatie Belangrijke rol koeltechniekers en koeltechnische bedrijven!
7. Besluit
Besluit Koelinstallaties hebben een enorme impact op milieu Geldende milieuwetgeving wordt onvoldoende gevolgd. Belangrijkste tekortkomingen zijn: Onvolledig logboek Onvoldoende lekdichtheidscontroles Hoge relatief lekverliezen Het is moeilijk koelinstallatie (oud of nieuw) lekdicht te houden belangrijke rol voor koeltechnieker en bedrijf: Bij ombouw of nieuwe koelinstallatie alternatieve koelmiddelen Correcte constructie koelinstallatie volgens code van goede praktijk en normen Preventieve maatregelen nemen om lekken te voorkomen
Zijn er nog vragen? Saartje Swinnen Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-inspectie - Hoofdbestuur T 02 553 81 89, GSM 0473 26 83 83, F 02 553 80 85 saartje.swinnen@lne.vlaanderen.be Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel www.lne.be