Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Biologie Deeltijd

Vergelijkbare documenten
1 Organisatorische gegevens

1 Organisatorische gegevens

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Spaans Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Geschiedenis Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Spaans Deeltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Nederlands Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Geschiedenis Deeltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Natuurkunde Deeltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Techniek Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Frans Deeltijd

1 Organisatorische gegevens

Titel Beroep 1. 1 Organisatorische gegevens. Opleidingsvariant. Deeltijd Collegejaar

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR BIOLOGIE /288. Hogeschool Utrecht, juli 2014

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

1 Organisatorische gegevens

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

1 Organisatorische gegevens

Orientatie op geschiedenis A

LANDSEXAMEN VWO

1 Organisatorische gegevens

1 Organisatorische gegevens

LERAAR GEZONDHEIDSZORG EN WELZIJN

1 Organisatorische gegevens

LANDSEXAMEN HAVO

Titel Anatomie en Fysiologie 1

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR NEDERLANDS /290. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Examenprogramma biologie vwo

Orientatie op geschiedenis A

Cultura y Civilización de España

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SPAANS /302. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

1 Organisatorische gegevens

Titel Anatomie en Fysiologie 1

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR FRANS /306. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Titel Anatomie en Fysiologie 1

Examenprogramma biologie havo

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR GESCHIEDENIS /306. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Examenprogramma biologie havo

Bijlage cursusomschrijvingen. Studiegids Bachelor (NL) - Wiskunde Deeltijd

Examenprogramma biologie vwo

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR ENGELS /294. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

1 Organisatorische gegevens

1 Organisatorische gegevens

Titel Didactiek 1. 1 Organisatorische gegevens. Opleidingsvariant. Voltijd Collegejaar

1 Organisatorische gegevens

Examenprogramma biologie havo

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Erratum studiegids Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR WISKUNDE /282. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Programma van toetsing

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR NATUURKUNDE /279. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Erratum Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Technische Bedrijfskunde

1 Organisatorische gegevens

Erratum Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Elektrotechniek

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Bijlage cursusomschrijvingen. Social Work Voltijd

Bijlage Cursusbeschrijvingen. Culturele en Maatschappelijke Vorming Inclusief afstudeerrichting Social Management.

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Made in Britain. 1 Organisatorische gegevens. Opleidingsvariant. Deeltijd Collegejaar

Bijlage cursusomschrijvingen. Management in Zorg deeltijd

1 Organisatorische gegevens

1 Organisatorische gegevens

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

Opbouw van de educatieve minor

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Fachdidaktik 1: Einführung in die Fachd

1 Organisatorische gegevens

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR KOPOPLEIDING /46. Hogeschool Utrecht, juli 2014

Programma van toetsing

Minor Toegepaste Psychologie

1 Organisatorische gegevens

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Leerplanschema Minor Psychologie

Competentievenster 2015

Aantekenformulier van het assessment PDG

Experimenteren met flexibiliseren

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Opbouw van de educatieve minor

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

1 Organisatorische gegevens

Erratum Studiegids. Bijlage Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (locatie Amersfoort) Deeltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. [Civiele Techniek] [Duaal/hoofdfase]

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

Titel Afstudeerberoepsproduct 1

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo), Biologische eenheid

Titel Praktijk 3: 2) t/m 5)

Bijlage Cursusbeschrijvingen. Masteropleiding Forensisch Sociale Professional. Deeltijd

Transcriptie:

Bijlage cursusomschrijvingen Studiegids Bachelor 2017-2018 (NL) - Biologie Deeltijd 2017-2018

Titel Collegejaar 2017-2018 Chemie van het leven Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Diverse werkvormen Practicum Diverse werkvormen Frequentie 1 maal per week 1 maal per week 7 maal per blok OABI-PCHEMIE-12 Chemie van het leven 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1 Aanwezigheid verplicht? Ja Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer schriftelijk tentamen Tentamen 180 5.5 verslag Verslag, rapport en essay 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/oabi-pchemie-12 Cursus inhoud In colleges, practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten de chemie die relevant is voor begrip van complexe biologische concepten. De practica zijn een combinatie van natte chemische experimenten ten behoeve van het aanleren van laboratoriumvaardigheden en het bestuderen van de biologie. De opzet en verslaglegging van de experimenten is gebaseerd op de natuurwetenschappelijke methode. Doelstellingen/competenties: De student kan: de bouw van atomen en moleculen, typen chemische bindingen en de bouw van in de biologie belangrijke organische moleculen beschrijven en reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken concentraties berekenen en omrekenen met de eenheden mol, Molair en massaen volumepercentages en daarvan afgeleide eenheden het begrip ph toelichten en de ph van een oplossing berekenen uitleggen dat in chemische verbindingen energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en dat deze kunnen worden overgedragen op andere verbindingen uitleggen op welke wijze energie en reducerend vermogen worden vastgelegd en overgedragen in processen als fotosynthese en respiratie, organische moleculen worden gesynthetiseerd, getransporteerd en afgebroken verbanden herkennen tussen de bovenbeschreven kennis van de basischemie en complexe biologische verschijnselen

chemische experimenten zorgvuldig en veilig uitvoeren en hiervan een verslag volgens de natuurwetenschappelijke methode schrijven veiligheidsregels voor werken met chemische stoffen en materialen benoemen en in een laboratorium en leslokaal hanteren Leerstof, werkvormen en activiteiten: Organismen en de omgeving waar zij leven zijn systemen waar concepten van de scheikunde en natuurkunde van toepassing zijn. Biologie is een multidisciplinaire wetenschap. Het bestuderen van complexe biologische concepten vraagt om die reden een zekere kennis en begrip van de andere natuurwetenschappen. Veel biologische processen en verschijnselen hebben een chemische oorsprong of worden door chemische factoren beïnvloed. Om deze materie te kunnen begrijpen en de biologische verschijnselen te kunnen verklaren is een goede basiskennis van de chemie onmisbaar. Daarnaast is het bij practica in de beroepspraktijk nodig om chemische factoren te kunnen meten en of zorgvuldig met chemicaliën om te gaan. Hiervoor is beheersing van scheikundige vaardigheden een vereiste. Afgestudeerden dienen met kennis van zaken te kunnen communiceren met een TOA en bij afwezigheid van een TOA zelf practica voor te kunnen bereiden. In deze cursus verkennen studenten de basis van de scheikunde en biologische processen die relevant zijn voor het doorgronden van complexe biologische concepten. Centraal daarbij staat de koppeling van chemische kennis en vaardigheden met de inhouden van modulen die verder in de studie aan de orde komen. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen. In het practicumverslag zijn beschrijvingen van de practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 en 4 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: Kennis van het schoolvak: cel transport metabolisme celdifferentiatie celcommunicatie celcyclus

Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde Basisbegrippen die in de scheikunde gebruikt worden (molecuul, atoom, verbinding, chemische reactie, chemische binding; ion; zout, zuur) De begrippen oplossen, concentratie en dichtheid; Verschillende eenheden voor gehalte zoals: massapercentage, volumepercentage, ppm, g L-1, mol L-1; Factoren die van invloed zijn op evenwichtsreacties; Bijzondere eigenschappen van water; Polariteit (polair/apolair) en eigenschappen (hydrofoob/hydrofiel) van stoffen; Het onderscheid tussen covalente binding en ionbinding en tussen polaire en apolaire bindingen, het begrip waterstofbrug; Peptidegroep, peptidebinding; Namen en formules van stoffen die in veel biologische processen een belangrijke rol spelen, zoals water, koolstofdioxide, methaan, stikstof, ammoniak, nitraat, nitriet, fosfaat; De begrippen koolwaterstoffen, alcoholen en carbonzuren; De begrippen: eiwitten, aminozuren, vetten, glycerol, verzadigde en onverzadigde vetzuren, ethanol, koolhydraten: mono-, di- en polysachariden; Zetmeel, glycogeen, cellulose, eiwitten en nucleïnezuren zijn condensatiepolymeren. Natuurkunde Energie Beroepskennis: Domein 1 Vakdidactische kennis Begripsontwikkeling Leren van vaardigheden Het practicumlokaal (inclusief ARBO) Praktische toetsen, vaardigheidstoetsen en toetsen in het veld Domein 2 Kennis over biologische kennis Toetsend empirisch onderzoek - Bij het uitvoeren van onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke methode is kennis van algemene biologische technieken nodig en vaardigheid in het toepassen ervan - Resultaten worden gepubliceerd volgens een algemeen model van verslaglegging Vaardigheden: Domein 1: Natuurwetenschappelijke vaardigheden punt 2 punt 4 Domein 2: Biologische vakvaardigheden punt 3 punt 5

Titel Collegejaar 2017-2018 Vakdidactiek: de biologieles Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Diverse werkvormen Diverse werkvormen Frequentie 1 maal per week 1 maal per week OABI-PDIDLES-12 Vakdidactiek: de biologieles 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 2: blok 2 Aanwezigheid verplicht? Toetsen: Toets dossier Toetsvorm Verslag, rapport en essay Toetsduur in minuten Minimum cijfer 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud De student maakt kennis met de vakdidactiek biologie en maakt zich basale vakspecifieke didactische vaardigheden eigen. Doelstellingen/competenties: De student - kan het belang van biologische kennis en vaardigheden binnen het beroeps- en algemeen vormend onderwijs beschrijven; - kan de verschillende practicumvormen beschrijven - kan een practicumles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan een biologieles ontwerpen, gebruikmakend van vakspecifieke didactische vaardigheden en de daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan verschillende lesmethodes biologie beschrijven en een verantwoorde keuze maken voor een bepaalde lesmethode; - kan het belang en de (on)mogelijkheden van veldwerk beschrijven - kan een veldwerkles ontwerpen en daarbij gemaakte didactische keuzes onderbouwen met argumenten; - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om leerlingen te begeleiden bij het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek - kan beschrijven wat de leraar biologie moet weten en kunnen om met leerlingen in de klas ethische dilemma s die gekoppeld zijn aan biologische kennis bespreekbaar te maken; - kan belangrijke vakdidactische ontwikkelingen (zoals Co-Co) beschrijven en de relatie leggen met de eigen professionele ontwikkeling.

Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het lezen van literatuur en door het gebruik maken van ervaringen in de onderwijspraktijk maken studenten kennis met de vakdidactiek biologie en in het bijzonder biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, practicum en veldwerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van een aantal opdrachten. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent en medestudenten op de opdrachten in het dossier. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein vakdidactische kennis: biologiemethodes, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden, practicum- en theorielokaal, veldwerk en culturele aspecten. Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 1 & 2.

Titel Collegejaar 2017-2018 Dieren: ordening, vorm en functie Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Practicum Diverse werkvormen Diverse werkvormen Frequentie 7 maal per blok 1 maal per week 1 maal per week OABI-PDIEREN-12 Dieren: ordening, vorm en functie 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 3: blok 3 Aanwezigheid verplicht? Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer schriftelijk tentamen Tentamen 180 5.5 dossier Verslag, rapport en essay 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 5 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 5 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud In de cursus Dieren: ordening, vorm en functie maakt de student kennis met de complexiteit en diversiteit van het dierenrijk aan de hand van zelfstudie van hoofdstukken uit het boek van Campbell et al (2015), (werk)colleges, (groeps)opdrachten en practica. Er is aandacht voor bouw en functie van organen en orgaanstelsels (anatomie en fysiologie). Kennis van deze onderwerpen (en de in de cursus Humane anatomie opgedane kennis van de weefselleer) wordt toegepast om tot inzicht in de indeling van het dierenrijk te komen. Deze indeling (taxonomie) van het dierenrijk en de hierin te onderscheiden ontwikkelingslijnen staan in de cursus centraal. Bovendien wordt er in deze cursus aandacht besteed aan de Protisten. Doelstellingen/competenties: De student: o kan kenmerken noemen die de Protisten en die de vertegenwoordigers van het Rijk van de dieren onderscheiden van vertegenwoordigers van andere rijken; o kan de morfologie, anatomie, fysiologie en levenscycli van een aantal vertegenwoordigers van binnen het schoolvak relevante fyla van het rijk van de dieren beschrijven; o kan de morfologie, anatomie en fysiologie van de amoebe en het pantoffeldiertje beschrijven; o kan op basis van morfologische, anatomische, en fysiologische verschillen dieren indelen in de verschillende voor het schoolvak relevante fyla;

o kan de ontwikkelingslijnen in het dierenrijk beschrijven en onderscheiden; o kan de relatie leggen tussen kenmerken van dieren op het gebied van gaswisseling, uitscheiding, transportstelsel, vertering en voortplanting en hun functioneren in verschillende milieuomstandigheden; o kan de relatie leggen tussen kenmerken van de amoebe en het pantoffeldiertje op het gebied van gaswisseling, uitscheiding, transportstelsel, vertering en voortplanting en hun functioneren in verschillende milieuomstandigheden; o kan de protisten en de dieren, die met het blote oog of met optische hulpmiddelen zijn bestudeerd, weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels en die is voorzien van correcte naamgeving; o kan een binoculair en een microscoop op de juiste manier hanteren; o kan met behulp van een practicumhandleiding een dier op correcte wijze ontleden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: - College: de theorie wordt door de docent uitgelegd en toegelicht - Werkcollege: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan theoretische vragen en opdrachten uit de studiehandleiding en het boek van Campbell et al (2015) - Practicum: er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan practicumopdrachten ter ondersteuning van de theorie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten wanneer de volgende twee afzonderlijke onderdelen met minimaal een voldoende zijn beoordeeld: Een schriftelijk tentamen (Toets 1) en een dossier met daarin de uitgewerkte practicumopdrachten (tekeningen en theoretische opdrachten zoals beschreven in de studiehandleiding) (Toets 2). De beoordeling van het dossier komt met behulp van een rubric tot stand. De exacte eisen aan de opdrachten, de rubric en de toetsstof zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij de cursus. Tijdens de cursus worden er practicumbijeenkomsten georganiseerd. Het uiteindelijke cijfer voor de cursus bestaat voor 70% uit het tentamencijfer, en voor 30% uit het cijfer voor het dossier. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Moment van inleveren van het dossier zal bij aanvang van de cursus door docent worden aangegeven. Het zal hoogstwaarschijnlijk op de toetsdag (of hertoetsdag) zijn. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Orgaan, orgaansysteem, gaswisseling, circulatie, spijsvertering, stevigheid en

beweging, zenuwstelsel, drie domeinensysteem, voortplanting, voeding, levenscyclus Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: het practicumlokaal Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: 1, 3, 4 en 5

Titel Collegejaar 2017-2018 Ecosystemen Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Practicum Diverse werkvormen Diverse werkvormen Frequentie 1 maal per week 7 maal per blok 2 maal per blok OABI-PECOSYS-12 Ecosystemen 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 Aanwezigheid verplicht? Ja Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer schriftelijk tentamen Tentamen 180 5.5 verslag Verslag, rapport en essay 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud Tijdens de colleges worden ecosystemen beschreven in termen van soortensamenstelling, ruimtelijke structuur, diversiteit, niches, relaties tussen organismen, energiestromen, kringlopen en veranderingen in de tijd. Bijzondere aandacht is er voor de Nederlandse bostypen en bodemvorming en de invloed van de mens op natuurlijke ecosystemen. In de veldwerkopdrachten beschrijven studenten de structuur van een bosecosysteem, het abiotisch milieu en fenologische verschijnselen die typisch zijn voor het voorjaar. Herkennen van planten en dieren is noodzakelijk voor het goed beschrijven van een ecosysteem. In herkennings- en inventarisatieopdrachten krijgt het herkennen van bomen, struiken en vogels bijzondere aandacht. Doelstellingen/competenties: De student kan: kenmerkende onderdelen van een ecosysteem benoemen en de relaties daartussen beschrijven algemeen voorkomende bomen, struiken en vogels in een bosecosysteem herkennen en op naam brengen. de niche van een organisme beschrijven. de groei van populaties beschrijven met kwantitatieve modellen

de relaties tussen organismen in een ecosysteem beschrijven de relatie tussen voortplantingsstrategieën, reproductief succes en overlevingskans beschrijven de belangrijkste bostypen in Nederland of landecosystemen in de eigen regio beschrijven, herkennen en relateren aan kringlopen en energiestromen de belangrijkste bodemtypen beschrijven en herkennen, hun ontstaan relateren aan geologische- en bodemvormende processen en de relatie leggen tussen bodem- en bostype met behulp van basis veldwerktechnieken een ecosysteem kwalitatief en kwantitatief beschrijven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen de studenten de structuur van terrestrische ecosystemen. De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Praktische vaardigheden nodig om een bosecosysteem in kaart te brengen, worden aangeleerd. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijke toets. In het verslag worden de uitgewerkte veldwerkopdrachten opgenomen. De toets bestaat uit een kennistoets en een herkenningstoets. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de cursushandleiding behorende bij deze cursus. De student ontvangt gedurende de cursus feedback van de docent. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: soort populatie ecosysteem energiestroom kringloop evenwicht dynamiek duurzame ontwikkeling voedselrelaties

invloed van abiotische factoren biodiversiteit. - Beroepskennis: veldwerkvaardigheden biologisch onderzoek doen beschrijvend onderzoek modeltheorie

Titel Collegejaar 2017-2018 Humane anatomie Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Practicum Diverse werkvormen Diverse werkvormen Frequentie 1 maal per week 1 maal per week 2 maal per blok OABI-PHANATOM-13 Humane anatomie 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 2: blok 2 Aanwezigheid verplicht? Ja Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer schriftelijk tentamen Tentamen 180 5.5 verslag Verslag, rapport en essay 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud De cursus humane anatomie is de eerste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de weefselleer en op de anatomie van de mens. De volgende orgaansystemen komen hierbij aan bod: het spijsverteringsstelsel, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel). Tijdens de practica wordt onder andere aandacht besteed aan de histologie van deze orgaansystemen. De studenten geven elkaar tussentijds feedback over de gemaakte tekeningen. De cursus zal gegeven worden in de context van het beroep tweedegraads leraar biologie (algemeen vormend onderwijs). De opgedane kennis zal een verdieping zijn van de onderwerpen die in de beroepspraktijk worden behandeld. Een biologie methode zal als rode draad door deze cursus lopen. Door de concepten in deze context aan te bieden, kunnen de geleerde concepten in de beroepspraktijk toegepast worden. Doelstellingen/competenties: De student: Kan relaties beschrijven tussen vorm en functie van cellen als onderdeel van de vier basisweefsels (dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel). Kan de bouw en de functie van het spijsverteringsstelsel, het respiratiesysteem, het beenderstelsel, het spierstelsel, de huid en het cardiovasculaire systeem (hart en bloedvaatstelsel) beschrijven.

Kan onderscheid maken tussen celniveau, celweefselniveau, orgaanniveau, orgaansysteem en organisme. Kan het verband beschrijven tussen celcyclus, groei en instandhouding van organen. Kan bouw, werking en functie van de gaswisselingsorganen, bloedvaten en bloedsomloop, spijsverteringsorganen, spier- en beenderstelsel beschrijven. Kan het belang van goede voeding beschrijven. Kan beargumenteren waaraan gezonde voeding moet voldoen Kan de bouw van het mannelijk en het vrouwelijk voortplantingsstelsel beschrijven De cursus heeft de volgende leerdoelen met betrekking tot vaardigheden: De student: Kan de cellen en weefsels van de vier basisweefsels herkennen in een microscopische afbeelding Kan cellen en weefsels van de vier basisweefsels weergeven in een tekening die voldoet aan de tekenregels Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de anatomie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets en een schriftelijk verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de practica worden vaardigheden getraind en beoordeeld. Daarom geldt bij de practica een aanwezigheidsplicht. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Details over de wijze en de uiterste datum van inleveren van het dossier worden aan het begin van de cursus door de docent verstrekt. Inleverdatum zal hoogstwaarschijnlijk op de toetsdag (of hertoetsdag) zijn. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 2, 3, 4, 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Cel Weefsel Orgaan

Orgaansysteem Instandhouding en groei Gaswisseling Circulatie Spijsvertering Stevigheid en beweging Voeding Voortplanting Aanpalende vakken: Scheikunde Gezondheidszorg & welzijn Beroepskennis: Begripsontwikkeling Biologie methodes Kritisch denken Centrale concepten Domein 3.1 Vaardigheden: 2.3, 2.4 & 2.8 Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden.

Titel Collegejaar 2017-2018 Planten - vorm en functie Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Diverse werkvormen Practicum Diverse werkvormen Frequentie 1 maal per week 1 maal per week 1 maal per week OABI-PPLANTEN-12 Planten - vorm en functie 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1 Aanwezigheid verplicht? Ja Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer schriftelijk tentamen Tentamen 180 5.5 Verslag, dossier rapport en essay Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud 0 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 In practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie, morfologie, levenscyclus en levensomstandigheden van planten in Nederland. In de practica wordt veel gewerkt met vers materiaal, microscopische preparaten, anatomische afbeeldingen en digitale informatiebronnen. De resultaten worden vastgelegd in tekeningen en verslagen. Doelstellingen/competenties: De student kan: de basisweefsels parenchym, collenchym, sklerenchym en de transportweefsels floeem en xyleem beschrijven en herkennen in anatomische preparaten morfologie van mossen, varens en naakt- en bedektzadigen beschrijven en uitleggen wat de relatie is tussen de vorm en het functioneren van deze groepen planten in specifieke milieuomstandigheden de bouw en functie van transportwegen in zaadplanten uitleggen de levenscyclus en levenswijze van algen, sporenplanten en zaadplanten beschrijven en de rol van mitose en meiose in deze cyclus uitleggen een microscoop instellen en met behulp van een microscoop een preparaat bestuderen en overzichts- en detailtekeningen van preparaten maken. eenvoudige fysiologische practica uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode

Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus verkennen studenten de morfologie, anatomie, watertransport, levenscyclus en levensomstandigheden van plantengroepen zoals die in Nederland voorkomen. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Biology en schoolmethoden. In een vakdidactische opdracht houden studenten zich bezig met practicum als belangrijke werkvorm in het biologieonderwijs. Studenten bestuderen met een groepje zelfstandig de levenscyclus van een plantengroep en presenteren die aan elkaar. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Tijdens de practica wordt regelmatig feedback gegeven op de gemaakte tekeningen en opdrachten. In het dossier zijn verslagen van de uitgewerkte werkcolleges en practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Voor de voltijd vinden er in lesweek 1 veldwerkactiviteiten plaats waarbij aanwezigheid verplicht is. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasis biologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: cel, weefsel, orgaan, drie domeinensysteem, transport, metabolisme, celdifferentiatie, gaswisseling, circulatie, fotosynthese (summier), levenscyclus, voortplanting. - Beroepskennis:practicumvaardigheden; beschrijvend onderzoek, practische toetsen, vaardigheidstoetsen

Titel Collegejaar 2017-2018 Beroep 3 leerprocessen Cursuscode Cursusnaam Aantal EC's Voertaal Werkvormen: Werkvorm Werkcollege Werkcollege Frequentie 1 maal per week 1 maal per week OAR-PBERLP-16 Beroep 3 leerprocessen 5 European Credits Nederlands de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4 Aanwezigheid verplicht? Toetsen: Toets Multiple choice toets Rapport Toetsvorm Multiple Choice Tentamen Verslag, rapport en essay Ingangseisen Voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 Toetsduur in minuten Minimum cijfer 120 5.5 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 5 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5 Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl/module/beroep-3a-leerprocessen-oar-pberlp-16 Cursus inhoud Leerdoelen 1. De student beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. 2. De student kent de kenmerken van de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsychologische leertheorie en herkent deze kenmerken in casuïstiek. 3. De student legt uit vanuit theorie en casuïstiek hoe een docent in het pedagogisch en didactisch handelen rekening kan houden met de wijze waarop het geheugen werkt en welke rol de ontwikkeling van executieve functies speelt in het leerproces van adolescenten. 4. De student beschrijft de invloed van leervaardigheden, leerstijlen en leeraanpak op het leerproces van leerlingen en reflecteert op de eigen leervaardigheid (metacognitie), leerstijl en leeraanpak.

5. De student kan verschillende motivatietheorieën beschrijven en gebruik maken van de kracht van motivatie in het lesgeven. 6. De student beschrijft in een specifieke praktijkcasus hoe een docent in zijn of haar handelen tegemoetkomt aan basisbehoeften van leerlingen: autonomie, competentie en relatie. 7. De student benoemt verschillen tussen autonomieondersteunend- en controlerend leraargedrag en laat autonomieondersteunend gedrag zien binnen een oefensituatie. 8. De student weet zijn eigen leerwerkplek adequaat te typeren in termen van controlerende, motiverende, veeleisende of permissieve leeromgeving met behulp van de bestudeerde literatuur. 9. De student reflecteert op zijn of haar studiemotivatie en motivatie voor het beroep leraar en heeft inzicht in de wijze waarop autonomie, competentie en verbondenheid hierbij een rol spelen. 10. De student voert op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar de motivatie van een klas leerlingen op de leerwerkplek. 11. De student schrijft een uiteenzettende, informatieve tekst met een goede en logische samenhang, een adequate woordkeuze, een goede afstemming op publiek en met slechts incidentele fouten op het vlak van taalverzorging (3F). 12. De student ontwerpt een leeractiviteit waarbij nadrukkelijk aandacht is voor de verschillende aspecten van motivatie. Korte omschrijving In beroep 3A staat de lerende leerling centraal. Hoe leren mensen en in het bijzonder pubers? Waar moet je als docent nou rekening mee houden als het gaat om wat we weten over de werking van het geheugen, het puberbrein, leerprocessen, leren en motiveren van pubers? Dit is een cursus waarin je veel theorie leert die later van belang is bij het lesgeven. Deze theorie proberen we in deze oriënterende fase van je studie concreet te maken door samen te kijken naar jouw visie op leren, jouw manieren van leren (metacognitie) en dat wat jou motiveert in een onderwijssituatie en voor het beroep van leraar. Daarnaast kijk je door middel van een klein onderzoekje op je eigen leerwerkplek hoe gemotiveerd leerlingen zijn en hoe motiverend hun leeromgeving op dit moment is. Je ontwerpt voor deze leerlingen vervolgens een motiverende leeractiviteit Hierin laat je zien de geleerde theorie toe te kunnen passen. Daarnaast oefen je in de bijeenkomsten op welke wijze je motivatie stimuleert in de communicatie met leerlingen. Leeractiviteiten per thema Thema motivatie In twee bijeenkomsten bekijken we verschillende motivatietheorieën die er in de literatuur te vinden zijn. We zoomen in op de Self Determination Theory en de betekenis van relatie, competentie en autonomie voor het motiveren van leerlingen in het VO. Tijdens de eerste bijeenkomst onderzoeken de studenten hun eigen motivatie voor de opleiding en het beroep van leraar. Tijdens de tweede bijeenkomst over motivatie (bijeenkomst 5) maken we de concepten competentie, autonomie en relatie heel concreet door te oefenen met het ondersteunen van deze basisbehoeften. We gaan in op wat een docent kan doen (gedrag) en kan

zeggen (taal) om autonomie- en competentiegevoelens te bevorderen bij leerlingen. We kijken ook naar de invloed van een motiverende leeromgeving en de wijze waarop een docent zo n leeromgeving kan vormgeven. Thema leren In het onderwijs staat leren centraal. Maar wat is leren eigenlijk? In de literatuur komen we verschillende definities en benaderingen van leren tegen. Wat is jouw eigen opvatting over leren? Mensen leren in formele leersituaties, zoals op school, maar ook informeel, zoals op de werkplek. Tevens wordt dat wat mensen leren, de leerinhoud, in de literatuur geclassificeerd. Er zijn verschillende soorten kennis, zoals feitenkennis en kennis van procedures. Die kennis kan op verschillende niveaus geleerd worden. In de bijeenkomst worden deze verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus verdiept. Thema leertheorieën Het doel van onderwijs is ervoor te zorgen dat leerlingen iets leren. Wat leren is en hoe leren tot stand komt, daarover wordt verschillend gedacht. Bovendien veranderen inzichten, ideologieën, theorieën en ideeën hierover nog wel eens. De wijze waarop wij tegenwoordig ons onderwijs vormgeven wordt voor een deel bepaald door onderzoek en theorieën over leren uit het verleden. Kennis van deze theorieën kan waardevol zijn om als docent bewuste en weloverwogen keuzes te maken. We bespreken de belangrijkste leertheorieën en hun invloed op het hedendaagse onderwijs en verdiepen deze kennis door middel van de coöperatieve werkvorm experts. Thema het brein Het geheugen speelt een belangrijke rol bij het leren. We verdiepen ons in de werking van het geheugen (korte- en langetermijngeheugen) en de wijze waarop je als docent daarmee rekening houdt. Hoe kun je als docent ervoor zorgen dat je leerlingen de lesinhoud onthouden? De ontwikkeling van de hersenen is tijdens de adolescentie nog niet voltooid. Met name de ontwikkeling van de prefrontale cortex gaat door tot in de late adolescentie. Juist dit gedeelte van de hersenen is belangrijk bij plannen, taakinitiatie, taakmonitoring en het functioneren van het werkgeheugen. De meeste leerlingen hebben behoefte aan ondersteuning van deze functies. We gaan in op hoe je als docent executieve functies kunt stimuleren. Thema leerstijlen Als docent is het goed om je ervan bewust te zijn dat niet al jouw leerlingen op dezelfde wijze leren. Er is veel geschreven over de zin en onzin van leerstijlen. Hoewel het wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van leerstijlen en de bruikbaarheid ervan voor het onderwijs ontbreekt, komen we ze in de praktijk toch vaak tegen. Het is daarom belangrijk dat je op de hoogte bent van de verschillende leerstijlbenaderingen en deze kritisch kunt beschouwen. Voor het zelfstandig leren van leerlingen is een bepaalde mate van zelfregulatie nodig. Bij zelfregulatie van leerlingen spelen metacognitieve vaardigheden een voorname rol. Die metacognitieve vaardigheden maken een leeraanpak mogelijk en bepalen hoe succesvol een leertaak kan worden uitgevoerd. Als leerlingen zich bewust zijn van hun taakaanpak kunnen ze die ook beïnvloeden. De leraar kan hierbij helpen. Toetsing De cursus wordt afgesloten met een tentamen en een dossier.

Het dossier bestaat uit twee deelopdrachten: Deelopdracht 1: Onderzoeksrapport van een onderzoek naar motivatie van leerlingen op de leerwerkplek. Deelopdracht 2: Verslag van eigen motivatie van student en ontwerp van een motiverende lesactiviteit met verantwoording. De deelopdrachten worden beoordeeld op basis van een rubric (zie Hubl) en moeten ingeleverd worden via DPF. Beide deelopdrachten moeten voldoende zijn, dus ten minste worden afgesloten met een 5,5. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis 1.1 Het concept leren 1.2 Visies op leren 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.3 Vormgeving van leerprocessen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 6.2 Praktijkonderzoek Ingangseisen geen

Titel Beroep 1 Collegejaar 2017-2018 Cursuscode OAR-PBEROEP1-15 Cursusnaam Beroep 1 Aantal EC's 5 European Credits Voertaal Nederlands Werkvormen: Werkvorm Frequentie de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen 1 maal per week bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 Hoorcollege 1 maal per week bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 Diverse werkvormen 1 maal per week bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 Aanwezigheid verplicht? Toetsen: Toets Dossier Toetsvorm Verslag, rapport en essay Toetsduur in minuten Minimum cijfer 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl/module/beroep-1-lesgeven-het-vo-bo-2017-2018 Cursus inhoud Korte omschrijving: De belangrijkste taak van een docent is lesgeven in een schoolorganisatie. Om een les/onderwijsactiviteit goed te laten verlopen is het van belang dat deze goed voorbereid en uitgevoerd wordt. Ter afsluiting van de les is het van belang dat er geëvalueerd wordt welke leerresultaten er zijn behaald. In deze cursus maakt de student kennis met de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een les. Ook wordt er ingegaan op de rollen van de docent en begeleiden van het leerproces bij de leerlingen. Er wordt kennisgemaakt met de (mogelijk) toekomstige werkvelden; het voortgezet onderwijs en het beroepsgericht onderwijs. De student krijgt training in vaardigheden die nodig zijn om een les goed te laten verlopen. Daarnaast wordt in deze module gestart met de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen van studenten. De student verwerft basale informatievaardigheden en leert observeren met een bestaand observatieinstrument. Aan het einde van de cursus zal formatief getoetst worden of de student het taalniveau 3F beheerst. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van de blended leeromgeving: dit wordt vormgegeven door middel van werkcolleges, samenwerken binnen leerteams en de HUbl site. Informatie over de inhoud van de cursus, de materialen en de werkwijze is te

vinden op de HUbl site. Doelen: 1. De studenten komen in overleg tot een gezamenlijk visie op het begeleiden van het leerproces van hun toekomstige leerlingen. 2. De student, kan in samenwerking met peers, aan de hand van zelf gevonden literatuur de pedagogische/didactische taken van een docent binnen zowel het VO als het Beroepsonderwijs beschrijven en vergelijken. 3. De student, kan in samenwerking met peers, verschillende onderdelen van het model didactische analyse verwerken in een lesplan waarbij de gemaakte keuzes vanuit de literatuur worden verantwoord. 4. De student kan een les(onderdeel) uitvoeren waarbij hij de uitgangspunten van effectief klassenmanagement de vijf rollen van de leraar en directe instructie toepast. 5. Op de gevraagde methodische en kritische wijze een eenvoudig observatieonderzoek uitvoeren. 6. De student kan in een sterk gestructureerde context Nederlandstalige vakliteratuur zoeken en vinden waarmee een gegeven onderzoeksvraag beantwoord kan worden en verwerkt dit in de vorm van een eigen geschreven rapportage. 7. De student is op de hoogte van de kenmerken van het onderzoeksverslag en kan zelf met behulp van een format het onderzoeksverslag schrijven. Het laatste doel wordt formatief getoetst, wat wil zeggen dat door middel van feedback de student zicht krijgt op het eigen niveau van schrijven. Hierop wordt verder gereflecteerd binnen Studie en Werk 1A. Indien de schrijfvaardigheid minder is dan het 3F niveau waarmee een havo-leerling instroomt, wordt van de student verwacht een plan te maken om de schrijfvaardigheid dusdanig te verbeteren dat aan het einde van de propedeuse het 3F niveau wel bereikt is. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door een combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt werkcolleges waarin het halen van onderstaande doelen ondersteund wordt. Deze bijeenkomsten bereidt de student voor door het bekijken van instructiefilmpjes, lezen van literatuur en het maken van opdrachten. In de bijeenkomsten wordt de theorie actief verwerkt, opdrachten gemaakt en groepswerk gedaan. Ook is er speciale aandacht voor het trainen en oefenen van docentvaardigheden zoals in dit geval het presenteren voor een groep met een goede houding, mimiek en gebruik van de stem. Thema: Leren Als docent ben je verantwoordelijk voor het leerproces bij je leerlingen. Wat is leren en hoe kun je je leerlingen daarbij begeleiden? Binnen dit thema ontwikkelt de student zijn visie over leren en zijn visie over zijn toekomstige pedagogische en didactische rol als docent.

Thema: Lesvoorbereiding Binnen dit thema staat het belang en het nut van een lesvoorbereiding centraal. De student ontwikkelt de vaardigheden ten aanzien van een goede lesvoorbereiding. Dit resulteert in het beschrijven van een lesplan waarin de beginsituatie, leerdoelen, werkvormen en directe instructie zijn weergegeven. Thema: Het uitvoeren van een les (onderdeel) Het geven van een les vereist het toepassen van kennis en verschillende vaardigheden door de docent. De bijeenkomsten van deze cursus zijn gericht op het ontwikkelen van vaardigheden ten behoeve van het lesgeven. De volgende items komen tijdens de trainingen aan bod: houding, leerklimaat, rollen van de leraar, lesorganisatie, klassenmanagement, directe instructie, werkvormen, activeren, begeleiden en motiveren van leerlingen, controleren en evalueren van leerdoelen. Thema: Het Nederlandse onderwijssysteem: VO/ Beroepsonderwijs De student doet kennis op over de (toekomstige) werkplek: het Nederlandse onderwijssysteem. Het betreft de hele breedte van het tweedegraadsgebied: algemeen voortgezet onderwijs (AVO) en het beroepsonderwijs (VMBO/MBO). Thema: Schrijfvaardigheid In de propedeuse heb je de tijd en gelegenheid gekregen om eventuele deficiënties op het vlak van taalvaardigheid weg te werken. Je moet laten zien dat je een informatieve en uiteenzettende tekst op het niveau van 3F kunt schrijven. Dit betekent dat je taalverzorging goed is (je maakt af en toe een foutje en de tekst is prettig leesbaar), je logisch en samenhangend kunt schrijven, voldoende woordenschat hebt en kunt afstemmen op het publiek waarvoor je schrijft. In beroep 1 word je formatief getoetst (met het product dat je levert) op het niveau van 3F. Je krijgt feedback en gebruikt deze feedback om binnen S&W 1A een beeld te geven van je schrijfvaardigheid en dat wat nodig is om uiteindelijke 3F te bereiken. Thema: Onderzoekend vermogen Binnen de leerlijnen Beroep en Beroepsproducten ontwikkel je als student je onderzoekende vermogen. Dat wil zeggen dat je onderzoek leert gebruiken ter ondersteuning van je beroep als docent. Onderzoek staat daarmee altijd in dienst van jouw professionele handelen en het verbeteren daarvan. In beroep 1 maak je kennis met het fenomeen onderzoekend vermogen en leer je wat we beogen met het leren doen van onderzoek in praktijksituaties. Je start in deze module met het uitvoeren van een voorgestructureerd observatieonderzoek. Dit observatieonderzoek is gericht op het lesgeven door (toekomstige) leraren. De observaties vinden plaats tijdens de bijeenkomsten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de eerste basale kennis wat betreft informatievaardigheden. De student leert in een gestructureerde context om Nederlandstalige literatuur te zoeken met behulp van zoekmachines om daarmee een gegeven onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Deze literatuur wordt verwerkt in een inleiding rondom het Nederlandse onderwijssysteem. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten door middel van een dossier. Het dossier bestaat uit: a) Een inleiding waarin de student vanuit zijn rol als toekomstig docent, zijn visie op het

begeleiden van het leerproces van zijn toekomstige leerlingen beschrijft en zijn (mogelijk) toekomstige werkveld onderzoekt. b) Een lesplan, aangevuld met toelichting en onderbouwing van de gemaakte keuzes. c) Een terugblik op de gegeven les en de leerwinst, inclusief feedback aan de hand van het observatieonderzoek en verantwoord vanuit de literatuur. Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie Hubl) en moet ingeleverd worden binnen WinVision, Digitaal Portfolio. Het dossier dient ten minste te worden afgesloten met een 5,5. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de hertentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1,2,3,4 en 7 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visies op leren 1.4 Leerling kenmerken 2.1 Didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 3.1 Communicatiemodellen 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 6.1 Werken aan eigen professionele ontwikkeling 7.1 Nederlandse Onderwijssysteem

Titel Beroep 2 Collegejaar 2017-2018 Cursuscode OAR-PBEROEP2-15 Cursusnaam Beroep 2 Aantal EC's 5 European Credits Voertaal Nederlands Werkvormen: Werkvorm Frequentie de werkvorm aangeboden? Werkcollege 1 maal per week bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 Werkcollege 1 maal per week bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 Aanwezigheid verplicht? Toetsen: Toets Toetsvorm Toetsduur in minuten Minimum cijfer opdracht Opdracht 5.5 verslag Ingangseisen Geen ingangseisen geregistreerd Opmerkingen Geen opmerking geregistreerd URL cursussite https://hubl.hu.nl Cursus inhoud De student is in staat om Verslag, rapport en essay 5.5 de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 5 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 5 1. vanuit diverse actuele bronnen (film, literatuur, onderzoeksgegevens, etc.) een beeld te geven van de diversiteit in gedrag van adolescenten in de vorm van een adolescentenportret. 2. verschillen in gedrag van adolescenten te verklaren middels ecologische systemen, zoals benoemd in de theorie van Bronfenbrenner. 3. gedrag van adolescenten te analyseren aan de hand van de belangrijkste kennis en theorieën rondom de cognitieve, morele, seksuele, biologische en persoonlijkheids- dan wel identiteitsontwikkeling. 4. te omschrijven hoe docenten in hun handelen rekening kunnen houden met of aan kunnen sluiten bij verschillende aspecten van de ontwikkeling van de adolescent. 5. gedrag van adolescenten in de klas te verklaren aan de hand van theorieën over groepsontwikkeling, 6. onderbouwde aanbevelingen te geven hoe als docent te anticiperen op

gedrag van adolescenten in en als groep, 7. in een individueel gesprek met een adolescent zorg te dragen voor openheid en veiligheid door passende vaardigheden adequaat in te zetten. 8. op methodische wijze een eenvoudig onderzoek met behulp van interviews uit te voeren naar de belevingswereld van jongeren in het onderwijs. 9. de student schrijft een uiteenzettende, informatieve tekst met een goede en logische samenhang, een adequate woordkeuze, een goede afstemming op publiek en met slechts incidentele fouten op het vlak van taalverzorging. Het laatste doel wordt in deze cursus formatief getoetst. De student oefent met de schrijfvaardigheid en krijgt feedback op de aangegeven voorbeelden. Aan het einde van studiejaar 1 wordt dit leerdoel summatief getoetst bij beroep 3a. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door een combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt werkcolleges waarin het halen van onderstaande doelen ondersteund wordt. Deze bijeenkomsten bereidt de student voor door het bekijken van instructiefilmpjes, lezen van literatuur en het maken van opdrachten. In de bijeenkomsten wordt de theorie actief verwerkt, opdrachten gemaakt en groepswerk gedaan. Ook is er speciale aandacht voor het trainen en oefenen van docentvaardigheden zoals in dit geval het voeren van gesprekken met leerlingen. De volgende thema s komen aan bod: Thema: Identiteitsontwikkeling Je leert wat identiteit is en welke ontwikkeling een adolescent doormaakt op biologisch, cognitief en psycho-sociaal gebied. Je leert dat de puberteit onderdeel is van een veel groter geheel en over het algemeen veel minder heftig en moeilijk (Sturm und Drang) is dan dat er algemeen gedacht wordt. Daarnaast bekijken we de adolescentieontwikkeling in de bredere context van de omgeving waarin een adolescent opgroeit. Deze omgeving heeft een sociaal (gezin en leeftijdsgenoten), een historisch, cultureel en maatschappelijk aspect. De belangrijkste theorieën komen hierbij aan bod en je leert deze herkennen in casuïstiek. Ook bekijk je in hoeverre je je eigen ontwikkeling herkent in de theorie die aangeboden wordt. Thema: Verschillen Als we kijken naar theorieën rondom adolescentieontwikkeling is het belangrijk je te blijven realiseren dat de groep leerlingen die je lesgeeft een som der delen is. Ondanks dat er allerlei ideeën zijn over hoe adolescenten zich in het algemeen ontwikkelen zijn er veel verschillen op individueel niveau. De ene jongere is de andere niet. Je leert welke verschillen er zijn in de ontwikkeling van jongens en meisjes en welke culturele verschillen er zijn tussen verschillende etnische en sociaaleconomische groepen. Thema: Groepsontwikkeling Leerlingen bevinden zich voor jou altijd in een groep. Je leert daarom in deze module hoe een groep zich ontwikkelt en welke rollen leerlingen kunnen spelen in een groep. Hoe kun je daarmee als docent omgaan? We maken dat in deze module concreet door