MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAI.- EN LETTERKUNDE JAARGANG 1 1 4, 2004, AFLEVERING I

Vergelijkbare documenten
Recente ontwikkelingen in de historiografie van het Nederlands

CUIUS REGIO, EIUS LINGUA?

FRSLAGEN MEDEDELINGEN JAARGANG 112, 2002, AFLEVERING 3 VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE OOR NEDERLANDSE - EN LETTERKUNDE

Wij willen Willem weer. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als breekijzer voor een nieuwe L9de'eeuwse

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

TAALKEUZE IN VLAAMSE STADSKANSELARIJEN IN DE

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

Literatuurverwijzingen

Bron 3.1. N. de Keyser, De Slag der Gulden Sporen (doc. 9a, 9b, p. 43)

Verhaal van verandering

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Ik was er zelf bij toen hier, in het Vlaams Parlement, precies 5 jaar. geleden, de Vlaamse Gebarentaal (VGT) unaniem en met veel

TOESPRAAK JAN PEUMANS, VOORZITTER VAN HET VLAAMS PARLEMENT

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

HEURISTIEK TOERISME VLAANDEREN. cursus. module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.

Boekverslag Nederlands De foto in mijn hoofd door Yennik Meert

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Nederlandse Filologie


Zorgen voor onze taal en letteren. Memorandum voor de verkiezingen in 2019

betreffende een actieplan voor het behoud van de honingbij en van de wilde bij in Vlaanderen

Ge G sc s h c i h edeni n s s v an a n he h t Ned e er e l r a l n a d n s d Stand n a d ardi d satie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

Voorbereidende les bij:

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning


Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

15 jaar Taaltelefoon - 27 oktober 2014

Inleiding. De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde wil het

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg ter gelegenheid van in ontvangst nemen boek Klein en groot zijn daar gelijk, 23 november 2009

Het Gruuthuse-handschrift in woord en klank

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Toespraak Voorzitter bij het in ontvangst nemen van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2012 op 20 november 2012 in de Oude Zaal

LESMODEL TAALBESCHOUWING (TAALGEBRUIK EN TAALSYSTEEM)

Journal of Nobility Studies

De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer

Dames en Heren hoogwaardigheidsbekleders, Waarde Collega s, Beste studenten,

Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen

inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Belgian Ergonomics Society

ING International Survey. De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven

Studiedag Vrouwen innoveren en inspireren op het platteland. 18 oktober 2011

Bijzonder Masterprogramma Leraar Duits

In het thema 'de eerste leermeester' wil ik iets meer vertellen over mijn achtergrond, mijn weg in verkoop en verkoop management en de stelling dat u

4 Januari, '30. Beste Heer Lannoo,

Boekverslag Nederlands Kaas door Willem Elsschot

Onderwijs- en examenregeling

De voorbeeldige opleider. Exemplarisch werken als opleidingsdidactiek

Herinnert u zich nog mijn woorden, die ik sprak voor aanvang van het OLS in het Roermondse Maasniel?

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR PERIODIEKE ERFGOEDPUBLICATIES Erfgoedcel Denderland

Onderwijs- en examenregeling

Voorstel van decreet ( ) Nr maart 2017 ( ) ingediend op

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Examen HAVO. Nederlands

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Amsterdam 30 Nov. 91. Amice

Uit huis gaan van jongeren

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten

Enkele reis Europa Enkele reis Europa.indd 3 Enkele reis Europa.indd : :19

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

Tekststructuren. Oriënteren. Verkennen. Uitvoeren

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Inventaris van het archief van de Audiëntie van Maria van Hongarije en Emmanuel Philibert van Savoye,

Van Fröbel tot Freudenthal

JOBNAME: PAGE: 1 SESS: 2 OUTPUT: Mon Aug 5 10:49: /first/boek/uitgeverij/verkiezingsboek 2012/start

Statistiekensynthese internet & e-government in Vlaanderen

Inhoud. Voorwoord 7. Epiloog: Makkelijker dan je dacht 91

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Flexibiliteit en Duurzaamheid: Teksttechnologie en Museumdocumentatie

Naam: Silke Bouwman Klas: 3T2 Lerares: Mevr. Scholten

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Hier leer je verschillende academische teksten lezen, schrijven en voordragen. Deze cursus dient ook als een soort voorbereiding op je scriptie.

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen

Het is mij telkens een groot genoegen naar een plek te komen waar. mensen, instellingen of organisaties door samenwerking bewijzen dat

Wijziging : werkstuk inzenden vóór 1 april i.p.v. 1 mei! KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

MUSLINKED BRINGING TALENTS TOGETHER

SPOKER IN REINAERT DE VOS

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

Informatie verzamelen en verwerken deel 3: onderzoeksmethodologie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Onderwijs- en examenregeling

Wie vindt, die zoekt verder. Speuren naar het verleden van je vereniging

Transcriptie:

siverslagen MEDEDELINGEN JAARGANG 1 1 4, 2004, AFLEVERING I VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAI.- EN LETTERKUNDE

ISSN 0770-786X Te bestellen bij het Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Koningstraat 18 B-9000 GENT (België) http://vvww.kantl.be INHOUD 2004 Aflevering 1 W. Vandenbussche, Voorwoord 3 R. Willemyns, Terug naar de bron(nen) 5 M. Beyen, De Parlementaire Handelingen en andere bronnen voor de studie van de taal van de negentiende-eeuwse politicus 11 M. Van Ginderachter, Jean Prolo, waer bestu bleven? Speuren naar de bronnen van "gewone mensen" in de 19de-eeuwse achieven. 19 M. Mooijaart, Negentiende-eeuws Vlaams in het WNT.... 33 J. de Groof & Eline Vanhecke, 1830 als taalpolitiek keerpunt, de lure en de facto 55 J.M. van der Horst, Schreef J.B.C. Verlooy echt zo gebrekkig? Het 19de/20ste-eeuwse beeld van de 18de eeuw getoetst. 71 M. Kessels-van der Heijde, Onderzoek naar het taalgebruik in de Maastrichtse pers in de negentiende eeuw 83 W. Vandenbussche, Van de bronnen van de Nederlandse taalgeschiedenis naar een Europese historische sociolinguïstiek aanzetten voor verder onderzoek 107 Medewerkers aan dit nummer 115 Academiecolloquium: Terug naar de bron(nen). Taal en taalgebruik in 19de eeuw in Vlaanderen. Programma 117

Terug naar de bron(nen) Roland Willemyns, Vrije Universiteit Brussel & Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Dames en Heren, In naam van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde heet ik u van harte welkom en dank ik u voor uw belangstelling voor dit colloquium over taal en taalgebruik in het negentiende-eeuwse Vlaanderen. De Academie wil het onderzoek van de taaltoestand in Vlaanderen tijdens de negentiende eeuw als een van haar zwaartepunten van wetenschappelijk onderzoek gaan beschouwen en heeft haar belangstelling voor dit thema onder meer ook laten blijken door de publicatie, eerder dit jaar, van een themanummer van haar Verslagen en Mededelingen'. Het biedt een aardige synthese van een deel van de onderzoekingsresultaten van de laatste jaren. De Academie sluit op die manier aan bij een researchtopic dat zich vooral in het afgelopen decennium in een steeds toenemende belangstelling mocht verheugen, nadat het in het begin van de jaren negentig door de vakgroep Nederlandse taalkunde van de Vrije Universiteit Brussel werd geïnitieerd. Dit recente onderzoek behandelt de meeste en belangrijkste intern- en externlinguïstische aspecten van taalgebruik en taalvariatie in Vlaanderen tijdens de negentiende eeuw. Uit de resultaten totnogtoe blijkt en dat was voorspelbaar dat er veel is wat we over het negentiende eeuwse taalgebruik niet weten. Er bleek echter ook uit dat veel van wat we wel dachten te weten, verkeerd is of verkeerd geïnterpreteerd werd. De titel van het colloquium van vandaag Terug naar de bron(nen) is daarom niet toevallig gekozen. Er is namelijk voor een besch rijving van de variatie in de negentiende-eeuwse schrijftaal uitvoerig en rijk geschakeerd materiaal ter beschikking maar daar is, tot voor kort, v rij weinig gebruik van gemaakt. 1 R. WILLEMYNS (ed.). De taal in Vlaanderen in de 19de eeuw. Historisch-sociolinguïstische onderzoekingen. Verslagen en Mededelingen v an de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde nr. 112 (2002). VERSLAGEN & MEDEDELINGEN 15

Paradoxaal genoeg lijkt de overvloed aan bronnen verlammend te werken en de voornaamste reden waarom zo veel van wat we dachten te weten verkeerd is, is dat men zo vaak niet de moeite heeft genomen de vele primaire en secundaire bronnen die er zijn ook te consulteren en te analyseren. Dat is dus nu, gelukkig, in snel tempo aan het veranderen en dat zal ook blijken uit de uiteenzettingen die u zo meteen zult horen. Eén van de opmerkelijke resultaten uit de artikelen van de bovengenoemde academiebundel is dat de factor 'België' een grote invloed blijkt te hebben gehad op zowel de internlinguïstische ontwikkeling als de sociolinguïstische functies van het Nederlands in België. Internlinguïstisch zien we in de negentiende eeuw in vele opzichten een breuk ontstaan in de linguïstische relatie tussen het Noorden en het Zuiden. Dat besef sluit aan bij de vaak door negentiende-eeuwse taalkundigen verkondigde stelling dat het vanaf 1830 voor het Nederlands in België grondig verkeerd begon te lopen. Alle recente historisch-sociolinguïstische studies tonen aan dat het jaar van de Belgische "onafhankelijkheid" een onheilsjaar, een annus horribilis voor de situatie van het Nederlands in België is geweest 2. De situatie tijdens de Oostenrijkse tijd moet men niet fraaier voorstellen dan ze eigenlijk was, maar de historiografie van het Nederlands had totnogtoe zo weinig over de achttiende eeuw te vertellen, dat er een verkeerd beeld is ontstaan en dat de rol die het Nederlands toen speelde onbewust geminimaliseerd werd. Uit onderzoek van Jetje de Groof dat nog aan de gang is blijkt dat zelfs tijdens de Franse tijd meer aandacht aan het Nederlands op school werd besteed dan tijdens de eerste decennia van de Belgische onafhankelijkheid. Ook in de administratie en de rechtspraak bleef, zelfs onder Napoleon, een rol voor het Nederlands weggelegd, omdat in een aantal gevallen de wil tot "goed bestuur" belangrijker was dan de wil om te verfransen. De principes waar de taalpolitiek van de Fransen op steunden hadden wel tot een veel rampzaliger taalpolitiek kunnen leiden, maar werden lang niet altijd doorgevoerd. Al te vaak is van die principes en niet van de realiteit uitgegaan om de Franse taalpolitiek te beoordelen. Bovendien hebben wij te lang de neiging gehad de perversiteit van de pogingen van de eerste regeringen van België om het Nederlands als officiële landstaal volledig uit te schakelen, sterk te onderschatten. H. Meert, W. de Vreese en zelfs nog C. Peeters in 1930 hadden, dat wordt met de dag duidelijker, een veel beter oog voor de historische ontwikkeling dan latere generaties 2 Zie nu ook R. WILLEMYNS, Het verhaal van het Vlaams. De geschiedenis van het Nederlands in de Zuidelijke Nederlanden. Antwerpen: Standaard Uitgeverij; Utrecht: Spectrum, 2003. VERSLAGEN & MEDEDELINGEN / 6

neerlandici. Het ontbreken van bronnenstudies heeft ons parten gespeeld en al te lang de vrije loop gelaten aan allerlei ongecontroleerde vermoedens! Maar niet alleen voor wat met het Nederlands gebeurde heeft het ontstaan van België kwalijke gevolgen gehad. Zoals ik daa rnet zei: ook studies over de taalontwikkeling zelf tonen aan dat in tenminste twee belangrijke evoluties die gebeurtenis een nefaste rol heeft gespeeld, namelijk enerzijds het verbreden van de kloof tussen de noordelijke en de zuidelijke standaardtaal (een aantal van de bekende noord-zuid-tegenstellingen zijn pas in de negentiende eeuw ontstaan of uitgegroeid) en anderzijds wat velen de "verloedering" van de taal hebben genoemd, namelijk de snelle groei van het beruchte Vertaalnederlands, met de vele lexicale, stilistische en andere gallicismen die erbij horen 3. Ook op andere gebieden is de terugkeer naar de bronnen nu al lonend gebleken. Ik citeer bijvoorbeeld Wim Vandenbussches onderzoek van de taal van de arbeidersklasse in Brugge (1999) dat door deze Academie werd bekroond en de eerste (en totnogtoe enige) studie in dat genre in het Nederlandse taalgebied is. De analyse gebeurde op basis van de gearchiveerde notulen van negentiende-eeuwse onderstandsmaatschappijen van knechten en meesters. Ook de studie van de negentiende-eeuwse gemeentelijke kanselarijtaal in Vlaanderen gebeurt op basis van massa's archiefmateriaal dat nooit eerder voor linguïstisch onderzoek werd gebruikt. Sommige stadsadministraties in Vlaanderen werden in de "Belgische" tijd v rij vroeg, andere zeer laat vernederlandst. Uit het onderzoek is nu al gebleken dat de "voor de hand liggende" taalkeuzes tijdens de vier verschillende regimes beslist niet altijd werden gemaakt en dat geen enkele stadsadministratie altijd of nooit een bepaalde taal gebruikte4. Het hangt van allerlei interne en externe factoren af welke taal er werd gebruikt, maar het is intussen aangetoond dat sommige kanselarijen zelfs tijdens de tijd van de Franse annexatie het Franse verbod straal negeerden en verder Nederlands bleven gebruiken. De taalvoorschriften van Koning Willem ten gunste van het Nederlands werden daarentegen door sommige klerken al in de praktijk gebracht nog vooraleer dat wettelijk verplicht 3 R. WILLEMYNS, J. DE GROOF & W. VANDENBUSSCHE. Die Standardisierungsgeschichte des Niederindischen im 18. and 19. Jahrhundert. Einige Ergebnisse and Forschungsdesiderate. In J. Androutsopoulos & E. Ziegler (eds.), Standardfragen. Soziolinguistische Perspektiven auf Sprachgeschichte, Sprachkontakt and Sprachvariation. Frankfurt: Peter Lang 2003, 27-38. 4 R. WILLEMYNS & E. VANHECKE, Corpus planning in 19th century Flanders and its consequences on public language usage in the administration. In Interdisciplinary Journal for Germanic Linguistics and Semiotic Analysis 8 (2003), 83-96. VERSLAGEN & MEDEDELINGEN 1 7

werd. De archiefstukken die dat en nog veel meer bewijzen zijn uiteraard abundant aanwezig, maar worden pas nu onderzocht 5. Over de Vlaamse Beweging en de zogenaamde Taalkwestie is er natuurlijk al veel geschreven. Historici, economen, politici, politicologen en vele anderen hebben er zich vanuit hun eigen achtergrond en met hun eigen instrumentarium mee beziggehouden, maar slechts zeer weinige linguïsten hebben daar het hunne toe bijgedragen. Lopend linguïstisch onderzoek toont nu hoe het onderzoek van vele bronnen vanuit linguïstisch oogpunt heel nieuwe aspecten naar voren brengt. Een vaak besproken aandachtspunt is de standaardisering van het Zuidelijke Nederlands tijdens de negentiende eeuw, met onder meer de st rijd tussen de particularisten en de integrationisten. Bronnenstudie leerde dat het een algemeen verbreide misvatting is, dat die zgn. particularisten de doelstellingen van de Vlaamse Beweging mee wilden helpen te realiseren. In werkelijkheid wezen ze die zelfs expliciet af en Gezelle, De Bo en hun medestanders wezen iedere vorm van, ook exclusief Vlaamse, bovenregionale taal strikt af. Die opvattingen hebben ze zonder enige schroom consequent genotuleerd en gepubliceerd. Dat mythes daarover toch bleven voortleven is vooral daaraan te wijten, dat bijna niemand tot dusver de moeite heeft genomen om naar de eigen geschriften van die "tweede generatie particularisten" te gaan kijken. Ook onze kennis van de sociale geleding en de daaruit voortvloeiende variatie in het negentiende-eeuwse Nederlands bleef tot voor kort deerlijk ondermaats. Een van de meest spectaculaire resultaten van de nieuwe bronnenstudie is zonder twijfel dat de hoogste sociale klasse die zich in sociale contacten met haars gelijken en voor de meeste min of meer formele en bovenregionale contacten veelvuldig van het Frans bediende, toch vaker en meer Nederlands schreef dan totnogtoe werd aangenomen, bijvoorbeeld in het prestigieuze Brugse boogschuttersgilde St.-Sebastiaan. Ook hier zijn het de "Belgische" toestanden die het Nederlands daar later deden verdwijnen 6. Bovendien blijkt dat de kwaliteit van dat geschreven Nederlands vaak veel beter was dan we totnogtoe meestal dachten, omdat we er altijd van zijn 5 L. VAN MEERSCHE. Kanselarijtalen in de negentiende eeuw in Grembergen: een onderzoek naar taalgebruik en spelling. Vrije Universiteit Brussel: ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, 2003. 6 W. VANDENBUSSCHE, Nederlands als prestigetaal voor de Brugse upper class in de 19de eeuw? In Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 111 (2001), 323-340 VERSLAGEN & MEDEDELINGEN / 8

uitgegaan dat het onderwijs in het Nederlands onbestaande of zeer belabberd was. Maar ook daar moet veel genuanceerder over gedacht worden. En dat brengt me bij dat andere thema van dit colloquium. Het zal immers niet volstaan dat wij, linguïsten, onze eigen job naar behoren uitvoeren, d.w.z. bronnen opzoeken, analyseren en gebruiken. Er moet veel meer gebeuren. Ik lees in een FWO-aanvraag van dit jaar: "We bezitten geen enkel degelijk werk over de 19de-eeuwse Vlaamse roman in het algemeen, noch over de historische [...] in het bijzonder". De literatuurstudie heeft dus vergelijkbare problemen en ook daar ziet men kennelijk door de bomen het bos niet meer, want bronnen zijn er beslist ook daar genoeg, zeker p rimaire. Onze collega's uit de geschiedenis zijn, denk ik, diegenen die zich zowel kwalitatief als kwantitatief het uitgebreidst met de negentiende eeuw hebben bezig gehouden. Toch hoort men ook daar klachten die met de onze vergelijkbaar zijn en blijkt bovendien het werk van de linguïsten er onvoldoende bekend te zijn. Het aantal linguïsten dat de publicaties van de historici gebruikt is weliswaar aanzienlijker, maar toch nog veel te laag. In bijna alle studies die wij totnogtoe hebben uitgevoerd was het, zoals ik daarnet zei, absoluut nodig te weten wat er in het onderwijs in de negentiende eeuw precies gebeurde. Hoe de taal evolueert en wat ermee gebeurt hangt namelijk voor een groot deel daarvan af, of en hoe ze wordt aangeleerd. Alleen: we weten het niet en de histo rische pedagogen kunnen het ons meestal niet uitleggen omdat het probleem nauwelijks bestudeerd werd. Met historische pedagogen, historici, politicologen, literatuurwetenschappers en al wie verder nog iets kan bijdragen moet d ringend worden samengewerkt om ook op dat gebied eindelijk eens tot een paar bruikbare resultaten te komen en materiaal aan te leveren. Een even belangrijk desideratum als "terug naar de bronnen" is dus interdisciplinair onderzoek, samenwerking met collega's met een verschillende opleiding en achtergrond, die zich interesseren voor heel uiteenlopende aspecten van wat er in de negentiende eeuw is gebeurd. Het eerste stadium daarvan is dat we gaan kijken naar datgene waar onze collega's zich in andere disciplines mee bezighouden en daartoe wil dit colloquium alvast een bijdrage leveren. Een aantal contacten, dat zal vandaag ook blijken, zijn al bijzonder lonend geweest en we zijn vast van plan op die weg door te gaan. Immers, kennis nemen van wat in andere disciplines gebeurt is een eerste en zeer belangrijke stap op de weg naar interdisciplinariteit, maar het is nog geen interdisciplinariteit. Die begint pas wanneer verschillende disciplines VERSLAGEN & MEDEDELINGEN / 9

inderdaad gaan samenwerken en problemen gaan bestuderen met ook de vraagstelling en eventueel de methodologie van de andere disciplines in het achterhoofd. In ieder geval moeten we samen met hen terug naar de bronnen en de originele secundaire literatuur in plaats van tweede hands citaten en geclicheerde opinies telkens weer over te nemen. We kunnen tijd en energie sparen en nieuwe inzichten en ideeën vergaren door aan echte interdisciplinaire en interuniversitaire samenwerking te gaan doen. Dames en Heren, DIRK GEERAERTS (KUL) zal het zo meteen hebben over De 19de eeuw als breuklijn en bron. Hij zal het thema van dit colloquium vooral lexicologisch behandelen. MARNIX BEYEN (KUL) die het heeft over Parlementaire Handelingen en andere bronnen voor het onderzoek naar de taal van de 19de-eeuwse politicus en Maarten VAN GINDERACHTER (RUG) die speurt naar "gewone mensen" in 19de-eeuwse archieven zijn twee historici die hun licht zullen laten schijnen over punten die ons allen aanbelangen en het interdisciplinaire karakter van deze samenkomst onderstrepen. Na de lunch opent MARIJKE MOOIJAART de rij met een uiteenzetting over een van de allerbelangrijkste bronnen die we hebben, het WNT, en wat het citatencorpus daarvan ons kan leren over Negentiende-eeuws Nederlands uit Noord en Zuid. JETJE DE GROOF (VUB) en ELINE VANHECKE (VUB) behandelen de jure en de facto het jaar "1830" als taalpolitiek keerpunt, het brisante thema dat ik in het begin heb aangekondigd. Zij lichten vooral het taalplannings- en het taalgebruiksaspect daarvan toe. Dat de hogere burgerij in de negentiende eeuw anders met het Nederlands omging dan we meestal denken, heb ik al laten uitschijnen. WIM VANDEN- BUSSCHE (VUB) en JOOP VAN DER HORST (KUL) zullen dat, elk op hun manier, illustreren. VERSLAGEN & MEDEDELINGEN / 10