20 Gelderse Vallei : zand - zeer droog tot vochtig

Vergelijkbare documenten
Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Bodembeheer: duurzaam in de breedte

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Kaart 1 - Landgebruik

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

Natte Natuurparel Nemerlaer

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Welkom! Info-avond: Resultaten onderzoek Stortplaats Padbroek. Cuijk, Padbroek 15 december 2011

Gebiedsgericht Grondwater Beheer: het kan nu! Arne Alphenaar Regiobijeenkomst Kansrijke gebieden Zwolle 17 mei 2011

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwerp Natuurbeheerplan 2017

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

stedenbouwkundige / landschappelijke ontwikkeling met een gesaneerde vuilstort VERKEER PLANKAART WENSBEELD structuurschets d.d.

percelen cultuurgrond

Perspectief. Antoon Minten Specialist Milieutechniek Ingenieursbureau Utrecht (IBU)

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

SAMENVATTING. en funderingen

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN-5725:2009 voor de locatie gelegen in het LANDGOED DE UTRECHT TE ESBEEK

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening

Ordening ondergrond. Het is druk in de ondergrond GPKL en ondergrond

Gelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verbreed bodembeleid

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Oproep voor bijdrage

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015

CHECKLIST ONDERGRONDKANSEN: AANTREKKELIJK WONEN EN WERKEN IN APELDOORN

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

M.e.r.-beoordelingsbesluit. Ontgronding URK00418 Aanleg ECO-zone Staartweg Urk

Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel Natuur

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Notitie. 1. Inleiding

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland - Openstellingsbesluit Subsidiestelsel natuur en landschapsbeheer Zeeland 2017

PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Bla(j

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Utrecht

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer /26 Nummer

1 Inleiding. Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot HL Houten. Geachte heer De Jong,

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Grondstromenbeleid en bodemkwaliteitskaart

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

PROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief

5.18. Grondwateronttrekkingen. Kader

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN KOM NOORD, PARTIËLE HERZIENING LEEMKUUL 8

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Transcriptie:

20 Gelderse Vallei : zand - zeer droog tot vochtig Basisprincipe Het uitgangspunt voor deze factsheets wordt gevormd door de mogelijkheden, kansen en belemmeringen die het natuurlijk bodem- en watersysteem biedt. Doel van de factsheets is het faciliteren 1 van de ambitie dat het bodem- en watersysteem een mede-afwegende factor is bij de volgende keuzes: het toekennen van een gebruiksfunctie aan een gebied; het bepalen van de nadere inrichting van een gebied. Echter, de situatie kan zich voordoen dat het bodem- en watersysteem mogelijkheden biedt die beleidsmatig niet toegestaan of niet gewenst zijn. In zo n geval gaat het vigerende beleid altijd boven de mogelijkheden die het bodem- en watersysteem biedt. De omgekeerde situatie kan zich ook voordoen: dat het bodem- en watersysteem weinig geschikt is voor bepaalde ingrepen of ontwikkelingen, maar dat alles afwegende de ondergrond toch geschikt gemaakt moet worden, met alle nadelen van dien. Let op: ingrepen in een gebied kunnen invloed hebben op het bodem- en watersysteem in een ruime omgeving en dus een negatieve invloed op gebruiksfuncties op enige afstand van de ingreep. Gebruik van deze factsheet De opgenomen tekst heeft alleen betrekking op het betreffende homogene gebied; De factsheet beschrijft het gebied op hoofdlijnen. Bij voorgenomen activiteiten of ingrepen is bij nadere uitwerking van de plannen altijd een gedetailleerde inventarisatie van bodemkenmerken noodzakelijk; Uitgangspunt vormen de (on)mogelijkheden die het natuurlijke bodem- en watersysteem biedt voor de drie hoofdfuncties die aan een gebied kunnen worden toegekend: landbouw; natuur; stedelijk gebied en infrastructuur; Tevens wordt ingegaan op de kenmerken van het landschap, de aanwezigheid van archeologische en aardkundige waarden, drinkwaterwinningen, strategische grondwatervoorraden, ondiepe bodemenergie en de eventuele belemmeringen die op of in de bodem aanwezig zijn. 1 Het is mogelijk dat extra onderzoek nodig is voor een goede inschatting van de aard en/of omvang van de gevolgen van de kritische ingreep.

Algemene kenmerken bodem- en watersysteem voor deelgebied 20 De bovengrond bestaat voornamelijk uit zand. Het zijn de zogenaamde dekzandgronden, met op de hogere delen de profielen met een in de jaren gevormde dikke humeuze bovenlaag. Ten noorden van Veenendaal betreft het voornamelijk relatief natte fijnzandige gronden, met enkele kleine hoger gelegen eenheden met een dikke humeuze deklaag. Zand is een uit gesteente geërodeerde grondsoort, bestaande uit korrels met een doorsnede van 0,05 2 mm. De grondwaterstand in het gebied is laag tot middelhoog en varieert van 0 tot 120 cm. beneden maaiveld (grondwatertrap II en III), maar is plaatselijk ook soms dieper (grondwatertrap VI en VII). De betekenis van de grondwatertrappen die in Nederland worden onderscheiden is weergegeven in de volgende tabel: De betekenis van de grondwatertrappen die In Nederland worden onderscheiden is Deze zandgronden hebben een redelijke tot goede draagkracht. De nattere profielen zijn echter minder draagkrachtig. Dit betekent dat er eerst gedetailleerd onderzoek (sonderen) naar de draagkracht op een locatie dient te worden uitgevoerd, voordat kan worden vastgesteld of maatregelen dienen te worden getroffen bij bouwactiviteiten of het aanleggen van wegen. In dit homogene gebied is geen holocene deklaag aanwezig, met uitzondering van een klein deel van Veenendaal. In met name het noordelijke deel van dit homogene gebied bedraagt de dikte van het eerste watervoerende pakket 10 a 15 m en plaatselijk slechts 5 a 10m. In combinatie met de aanwezige hydraulische gradiënt in delen van dit gebied heeft dit tot gevolg dat bij ondergrondse bouwwerken stroomopwaarts risico s op wateroverlast kunnen ontstaan en stroomafwaarts op een tekort aan schoon water (zie kaart: doorlaatvermogen). Pagina 2 van de 10

De zandgronden hebben een goede waterdoorlatendheid. Dit heeft tot gevolg dat de invloedsfeer van lokale grondwateronttrekkingen (bv bronnering) relatief groot is. Zandgronden binden chemische verontreinigingen in geringe mate. Dit in combinatie met de goede waterdoorlatendheid zorgt ervoor dat verontreinigingen in het grondwater zich relatief makkelijk verspreiden. Pagina 3 van de 10

landbouw natuur Stedelijk gebied en infrastructuur landschap archeologie aardkundige waarden drinkwater bodemenergie Factsheet 20. Gelderse Vallei : zand zeer droog tot vochtig 12 februari 2015 Kritische ingrepen Ingrepen in de bodem kunnen gevolgen hebben voor het bodem- en watersysteem en de daarmee verbonden functies. In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de ingrepen die in beginsel effecten kunnen hebben op het bodem- en watersysteem. Door middel van kruisjes is aangegeven welke ingrepen belangrijke effecten hebben voor het onderhavige homogene gebied en daarom als kritisch worden beschouwd. Verderop in deze factsheet wordt bij het betreffende thema nader ingegaan op de effecten ervan. Dit wil dus niet zeggen dat als er geen kruisje staat er geen enkel effect te verwachten is. De tabel is opgesteld vanuit de kritische ingreep, de keuze voor een functie/thema is dus in eerste instantie al gedaan. Voorbeeld: als je gaat voorbelasten is de afweging of het toekomstige gebouw wat betreft landschap past al gebeurt. functie / thema Kritische ingrepen Activiteiten in de bovengrond (tot 0,5 a 1,0 m mv) x x Doorgraven / verwijderen deklaag Verandering freatische grondwaterstand Onttrekken grote hoeveelheden grondwater uit diepere pakketten 2 Infiltreren water Doorbreken scheidende laag Aanbrengen grond (ophogen, opspuiten, voorbelasten) x x Belasting van de bodem ten gevolge van bouwen op x x maaiveld Ondergronds bouwen x x x Afdekken van de bodem met gebouwen of verharding Beïnvloeden kwaliteit grondwater (* x x Winning zand, klei of grind(** x x K x x x x (*bijv. door wijzigen mestregime of mestgebruik (** Winning van zand, klei of grind kan zowel een kritische ingreep (x) als een kans (K) zijn. De kritische ingreep, zeker bij primaire ontgrondingen, is dusdanig dat deze bij alle functies/thema s een rol speelt. In de factsheet wordt verder geen aandacht geschonken aan deze kritische ingreep. x 2 Met uit diepere pakketten wordt al het grondwater bedoelt dat GEEN freatisch grondwater betreft. Pagina 4 van de 10

Landbouw Zuidelijk deel tot Veenendaal De oosthellingen van de Utrechtse Heuvelrug worden gedomineerd door een variatie aan zandgronden. Op de hogere delen liggen enkele met potstalmest verbeterde bouwlandpercelen. Het merendeel van de gronden bestaat echter uit nattere zandgronden (leemarm tot lemig fijn zand). Niet al deze gronden zijn in cultuur gebracht en daardoor vooral geschikt voor bosbouw. De gronden met hoge grondwaterstanden zijn vanwege een beperkt draagvermogen en verhoogde kans op wateroverlast met name te gebruiken als grasland. De beter ontwaterde percelen met een bouwvoor van circa 0,25 m dikte bieden ook goede mogelijkheden voor akkerbouw. Aan de zuidkant van Veenendaal komen rond de Grift ook diverse veengronden voor. Het zijn natte en weinig draagkrachtige gronden, die daardoor feitelijk alleen als grasland te gebruiken zijn. Deze veengebieden zijn overwegend als kwetsbaar voor oxidatie (aangewezen in artikel 2.1 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening) getypeerd. Binnen deze gebieden zijn geen bodembewerkingen toegestaan die tot gevolg hebben dat veen aan de oppervlakte wordt gebracht. Deze bodembewerkingen zijn onaanvaardbaar vanwege de versnelde bodemdaling die hiervan het gevolg is. Bodembewerkingen die worden uitgevoerd ten behoeve van graslandverbeteringen zijn wel toegestaan, vanwege het beperktere effect op de bodemdaling (in vergelijking met bijvoorbeeld maïsteelt), het minder frequent voorkomen en het grote belang dat dit kan hebben voor de bedrijfsvoering op een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals veel voorkomt in de veengebieden. Ingrepen die plaatsvinden vanuit de landbouw, zoals het wijzigen van het mestregime of het wijzigen van het gebruik van bestrijdings- en gewasbeschermingsmiddelen, kunnen een nadelige invloed hebben op natuur en drinkwater in de (directe) omgeving. Noordelijk deel vanaf Veenendaal Ten noorden en oosten van Veenendaal ligt een nat zandgebied dat deel uitmaakt van het uitgestrekte gebied met de lemige fijne zandgronden (beekeerdgronden) in het oostelijke deel van de provincie (Gelderse Vallei). Het zijn vrij natte zandgronden (grondwatertrap II en III) met een in dikte variërende humeuze bovengrond. Deze gronden bieden, ondanks dat de voorjaarsontwikkeling door de relatief hoge grondwaterstanden wat traag op gang komt, goede mogelijkheden voor gebruik als grasland en zijn te nat voor gebruik als akkerland. Deze fijnzandige gronden zijn enigszins gevoelig voor bodemverdichting. Pagina 5 van de 10

Binnen dit uitgestrekte zandgebied liggen ook diverse kleine door eeuwenlange bemesting opgehoogde percelen. Vanwege de bodemvruchtbaarheid en de goede ontwateringsituatie (grondwatertrap VI) zijn deze gronden zeer geschikt als akkerland. Het betreft echter relatief kleine oppervlakken. Ondergrondse bouwwerken kunnen door verandering van het doorlaatvermogen van de bodem voor extra wateroverlast zorgen ter plaatse van of stroomopwaarts van het bouwwerk. Ingrepen die plaatsvinden vanuit de landbouw, zoals het wijzigen van het mestregime of het wijzigen van het gebruik van bestrijdings- en gewasbeschermingsmiddelen, kunnen een nadelige invloed hebben op natuur en drinkwater in de (directe) omgeving. Geschiktheid natuur Vanwege de uiteenlopende grondwaterstanden is dit gebied geschikt voor een breed scala aan natuurbeheertypen. Het betreft de natuurbeheertypen: kruiden- en faunarijk grasland, droog schraalland, kruiden- en faunarijke akker, ruigteveld, haagbeuken- en essenbos, dennen- eiken- en beukenbos, droog bos met productie, vochtig bos met productie, vochtig hakhout en middenbos, droog hakhout, park- en stinzenbos. Droog schraalland, droog bos met productie en droog hakhout zijn gebonden aan de droogste gronden. Voor (voormalige) landbouwgronden geldt dat ze in dit gebied zonder aanvullende beheermaatregelen of inrichtingsmaatregelen te voedselrijk zijn voor de ontwikkeling van vooral kruiden- en faunarijk grasland, droog schraalland en kruiden- en faunarijke akker. Ondergrondse bouwwerken kunnen door verandering van het doorlaatvermogen van de bodem voor extra wateroverlast zorgen ter plaatse van of stroomopwaarts van het bouwwerk. Pagina 6 van de 10

Indien peilverlaging verder wordt doorgevoerd (bijv. ten behoeve van de landbouw) kunnen natuurgebieden verdrogen die in hetzelfde peilvak zijn gelegen. De beoogde natuurbeheertypen zullen zich niet (optimaal) kunnen ontwikkelen. Stedelijk gebied en infrastructuur Voor het onderhavige homogene gebied geldt dat er rekening mee moet worden gehouden dat de draagkracht van de bodem redelijk tot hoog is, dat de bodem meer of minder gevoelig is voor bodemdaling en dat de grondwaterstand laag tot middelhoog is. Op de draagkrachtkaart is de zettinggevoeligheid weergegeven. Voor bebouwing en de aanleg van wegen is de bodem niet overal uit zichzelf geschikt. Er dienen op de meeste plaatsen ingrepen gedaan te worden (zoals heien, bodemverbetering eventueel in combinatie met funderingspalen, aanbrengen dijklichaam), waardoor de locatie geschikt wordt gemaakt voor de beoogde functie. Om te bepalen welke maatregelen nodig zijn dient een gedetailleerd funderingsonderzoek te worden uitgevoerd. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat er grenzen zijn aan de mogelijkheid tot aanpassen: soms zijn benodigde aanpassingen zo kostbaar dat het niet meer rendabel is of natuurlijke veranderingen (klimaatverandering, bodemdaling) gaan zo snel dat het beter is om mee te veren met het natuurlijk systeem, dan om te proberen een technische oplossing toe te passen. In een groot deel van dit homogene gebied is de dikte van het eerste watervoerende pakket beperkt tot 10 a 15 m en plaatselijk 5 a 10 m. Dit heeft tot gevolg dat bij de aanleg van een bouwwerk tot een diepte meer dan 10 a 15 m beneden maaiveld het hele eerste watervoerende pakket wordt afgesloten, waardoor de kwelstroom wordt beïnvloed en de grondwaterstand zal stijgen. Er is dan kans op wateroverlast in de omgeving van het bouwwerk (m.n. stroomopwaarts). Stroomafwaarts kan de toevoer van schoon en voldoende water verminderen wat nadelig kan zijn voor bijvoorbeeld natuur. Bij bouwwerken waarbij het eerste watervoerende pakket deels wordt afgesloten treden deze effecten in mindere mate op (zie kaart doorlaatvermogen). De volgende kritische ingrepen die in het stedelijke gebied of ten behoeve van infrastructurele werken noodzakelijk zijn, kunnen invloed uit oefenen op functies in de (directe) omgeving: langdurige, grote grondwateronttrekking, onderbreken grondwaterstroming en doorgraven van de deklaag. Pagina 7 van de 10

In het gebied komen in de ondergrond goede bouwgrondstoffen voor. Bij grote ontgravingen kan dit een kans opleveren. Landschap Dit gebied betreft het overgrote deel van de Gelderse Vallei en dan met name het gedeelte waar het wisselende landgebruik tot uitdrukking komt in ofwel een mozaïekverkaveling, ofwel een strokenverkaveling, met onder andere dorpen, erven, houtwallen, bospercelen, graslanden en beken. De kernkwaliteiten van het landschapstype Gelderse Vallei bestaan uit de rijk gevarieerde kleinschaligheid, het stelsel van beken, griften en kanalen, de Grebbelinie en de overgang van Vallei naar stuwwal. Uitgebreide informatie over het ontstaan van het landschap van de Gelderse Vallei, haar kernkwaliteiten en de ambities van de provincie Utrecht, is te vinden in de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen. In artikel 4.9 van de Provincie Ruimtelijke Verordening is het beschermingsregime opgenomen. Archeologie Voor grote delen van het onderhavige homogene gebied is de archeologische waarde hoog. Aanwezige archeologie kan worden aangetast als ten gevolge van grondwaterstandsdaling contact met zuurstof mogelijk is, als er bodembewerkingen dieper dan 0,3 m worden uitgevoerd en als er de bodem wordt opgehoogd. Het archeologisch beleid voor de provincie is beschreven in de digitale Cultuurhistorische Atlas (CHAT). In artikel 2.10 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening is het beschermingsregime opgenomen. Aardkundige waarden De Provincie Utrecht heeft verspreid over de provincie diverse aardkundig waardevolle gebieden en aardkundige monumenten aangewezen. Dit zijn specifieke onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze. Deze gebieden hebben een beschermde status (zie: artikel 4.10 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening). De betreffende gebieden zijn weergegeven op de Aardkundige Waardenkaart. Aardkundige waarden worden met name aangetast door directe mechanische verstoring (bijvoorbeeld vergraven, ophogen). Pagina 8 van de 10

Drinkwaterwinning In het onderhavige homogene gebied zijn drie drinkwaterwinningen aanwezig, bij Amersfoort, Woudenberg en Veenendaal. Deze winningen worden beschermd voor kritische ingrepen in de (directe) omgeving door de grondwaterbeschermingszone. De grondwaterbeschermingszones zijn vastgelegd in de Provinciale Milieu Verordening en de Provinciale Ruimtelijke Verordening (zie: artikel 2.2 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening). Om drinkwaterwinning in de toekomst veilig te stellen heeft de Provincie Utrecht zogenaamde strategische grondwatervoorraad gedefinieerd op plekken waar de kans op behoefte aan nieuwe winningen het grootst wordt geacht. Een groot deel van het onderhavige homogene gebied is als strategische grondwatervoorraad aangewezen. Ondiepe Bodemenergie Voor grote delen van het onderhavige homogene gebied is alleen de toepassing van open WKO toegestaan in het eerste watervoerende pakket, of gelden de regels van de PMV voor toepassing in alle watervoerende pakketten. Voor een klein deel van het homogene gebied is toepassing van alle vormen van ondiepe bodemenergie in alle watervoerende pakketten toegestaan (zie: Kadernota ondergrond - ondiepe bodemenergie). Onttrekkingen van grote hoeveelheden grondwater uit diepere pakketten kunnen de werking van een WKO negatief beïnvloeden. Reeds aanwezige WKO-systemen zijn geregistreerd op WKO-webkaart van de Provincie. Op dit moment zijn enkele WKOsystemen in dit homogeen gebied aanwezig. Belemmeringen in de bodem Verontreinigingen Ten gevolge van bewoning, landbouw, industriële activiteiten en calamiteiten kan de bodem plaatselijk verontreinigd zijn geraakt. De aanwezigheid van verontreiniging kan gevolgen hebben voor de mogelijkheden voor (her)gebruik van de bodem. In sommige situaties zal de locatie gesaneerd moeten worden om het actuele of toekomstige gebruik verantwoord te kunnen laten plaatsvinden. Veel verontreinigde locaties zijn inmiddels bekend en geregistreerd op het bodemloket van de provincie. In de Wet bodembescherming (Wbb) en het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) is vastgelegd hoe met verontreinigde bodem dient te worden omgegaan. Pagina 9 van de 10

Omdat zandgronden verontreiniging relatief slecht bindt en de waterdoorlatendheid goed is zullen aanwezige bodemverontreinigingen relatief mobiel zijn. Bij het oppompen van grondwater (bv bronnering) kan grondwaterverontreiniging makkelijk verplaatsen. Er dient dan ook altijd te worden nagegaan of zich een verontreiniging binnen de invloedssfeer van de onttrekking bevindt. De aanwezigheid van verontreiniging in het grondwater kan beperkingen of specifieke eisen stellen aan de lozingsmogelijkheden van het grondwater. Aanwezigheid kabels en leidingen en ondergrondse infrastructuur Ook in het landelijk gebied zijn kabels en leidingen (gas, drinkwater, riool) in de ondergrond aanwezig. Bij graafwerkzaamheden ten behoeve van een nieuwe ontwikkeling of activiteit nabij infrastructurele werken of bewoning dient de aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond altijd te worden nagegaan om er zo nodig tijdig op te kunnen anticiperen. ------------ Disclaimer De inhoud van de factsheets is niet gegarandeerd 100% dekkend voor alle mogelijke ingrepen, kansen en bedreigingen die er zijn. Het is mogelijk dat extra onderzoek nodig is voor een goede inschatting van de aard en/of omvang van de gevolgen van de (kritische) ingreep. De inhoud is puur informatief. Vastgesteld beleid gaat altijd voor de inhoud van dit document. Pagina 10 van de 10