LAAGGELETTERDHEID IN DE DOMMELDAL REGIO Minicongres Laaggeletterdheid in de Regio, Mierlo 22 maart 2017 Dommeldal 1
PROGRAMMA 16.30 17.00 Ontvangst: 17.00 Opening door dagvoorzitter Ton Van Happen 17.10 17.25 Luc Pruijn, directeur Bibliotheek Dommeldal, over Taalhuizen in de bibliotheek; 17.30-17.45 Kees Vortman, wethouder Son en Breugel, over de doelen van de gemeentes bij de aanpak van laaggeletterdheid en hoe het netwerk kan bijdragen aan het bereiken van die doelen; 17.50 18.05 Astrid Daelmans, St. Lezen en Schrijven, over de maatschappelijke en persoonlijke impact van laaggeletterdheid. 18.10-18.25u Ilse Lodewijks, Cubiss, over het aantal laaggeletterden in de Dommeldal regio. In welke wijken en kernen van onze gemeenten wonen laaggeletterden? Waaraan herkennen wij ze? 18.30 18.45 Stefanie Leijssen, LEVgroep, over praktische problemen van Laaggeletterdheid. En hoe kun je laaggeletterden ondersteunen? Met veel concrete voorbeelden uit de praktijk; 18.50 19.00 Ton Van Happen interviewt taalambassadeurs Ria van Ras en Piet van Horrik; 19.00 19.15 Pauze 19.15 20.00 Te gast in het World Café. M.m.v. : Cubiss, Lev Groep, CMD s van Geldrop-Mierlo, Nuenen en Son & Breugel, St.Lezen en Schrijven en Bibliotheek Dommeldal. 20.15 21.00 We sluiten af met een praatje en een drankje. 2
LAAGGELETTERDHEID SAMEN AANPAKKEN: START VAN EEN NETWERK Op 22 maart 2017 vond in de vestiging Mierlo van Bibliotheek Dommeldal een Minicongres plaats, met als onderwerp: Laaggeletterdheid in onze regio. Het doel was om alle mensen uit de regio Geldrop, Mierlo, Nuenen en Son & Breugel die, in hun werk of zorg, te maken hebben met autochtone laaggeletterden, samen te brengen, kennis uit te wisselen en verder samen te werken aan de aanpak van laaggeletterdheid in deze regio. Met het mini-congres wilden we aandacht geven aan de volwassen laaggeletterde inwoners, geboren in Nederland en wonend in het werkgebied. Aanleiding was de opdracht van de gemeenten Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a. en Son & Breugel aan de Bibliotheek Dommeldal om dit netwerk te initiëren en verder te ontwikkelen. Dit Minicongres vormde daarvan het begin. Er waren 50 bezoekers aanwezig, onder wie een aantal belangrijke spelers op het gebied van de aanpak van laaggeletterdheid. Wat is laaggeletterdheid? Hoe vaak komt het voor? En waar in onze regio komt het voor? Wat zijn de gevolgen van laaggeletterdheid en wat kun je er (binnen gemeenten) aan doen? Deze algemene vragen kwamen aan de orde in het eerste plenaire deel van het programma. In alle verhalen van de sprekers kwamen de praktische gevolgen van laaggeletterdheid naar voren, voor de mensen zelf en voor hun omgeving. Mensen die laaggeletterden zijn, zijn geen analfabeet. Ze kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze basisvaardigheden onvoldoende. 33
Ook hun digitale- en rekenvaardigheden zijn niet voldoende om goed mee te kunnen doen aan het leven in deze maatschappij. Daarvoor is meer nodig dan het leesniveau van eind basisschool. Mensen die laaggeletterd zijn, lezen en schrijven ook steeds minder, zodat ze deze vaardigheden steeds minder onderhouden. Use it or lose it. Het werd deze middag ook duidelijk dat laaggeletterdheid meestal niet op zichzelf staat. Vaak hebben laaggeletterden ook een tekort aan andere vaardigheden waardoor zij minder zelfredzaam, minder sociaal actief en minder gezond zijn dan geletterde mensen. En niet alleen voor de mensen zelf, maar ook voor de organisaties met wie zij te maken hebben (gezondheidszorg, bedrijven, overheden) heeft dit grote gevolgen. In bepaalde buurten en kernen vinden we een concentratie van dit geheel van problemen. Laaggeletterden vormen daar een groep van kwetsbare burgers. Het is dus zaak om het probleem aan te pakken. En dat is een uitdaging voor de betrokken gemeenten. Allereerst moet je weten wie de laaggeletterden zijn. Waar kun je ze vinden, hoe kun je het probleem signaleren en hoe maak je het bespreekbaar? Vervolgens gaat het erom de juiste hulp en ondersteuning te bieden, liefst op een manier dat mensen zichzelf beter kunnen redden. De sprekers bij dit Minicongres stelden verschillende manieren voor, waarmee hulp en ondersteuning kan worden georganiseerd. Verder bespraken zij welke instrumenten en werkwijzen daarbij kunnen werken en welke organisaties hierin actief kunnen zijn. Samenwerking tussen gemeenten, de bibliotheken, onderwijsinstellingen, welzijnsorganisaties en anderen is essentieel. Laaggeletterdheid is immers een probleem van de gemeenschap. De aanpak ervan kan dan ook alleen in een netwerk plaatsvinden. Een belangrijk deel van dit netwerk was bij dit congres, op 22 maart aanwezig. Hier werd een start gemaakt met het verkennen van de gemeenschappelijke opgave, de manier van samenwerken en het gebruik van instrumenten om de laaggeletterdheid in de regio Dommeldal terug te dringen. In het volgende hoofdstuk zijn de bijdragen van de sprekers kort samengevat. Daarna vindt u een aantal hoofdlijnen van de discussies die met alle aanwezigen hebben plaatsgevonden in het WorldCafé. Wij hopen dat dit verslag bijdraagt aan de volgende stappen bij een gezamenlijke aanpak van laaggeletterdheid in de Dommeldal regio. Dit verslag is input voor een op te richten netwerk. Wethouder Vortman (gemeente Son & Breugel) die namens de 3 gemeenten aanwezig was, gaf tijdens het congres te kennen dat hij initiatiefnemer wil zijn voor het opstarten van een Stuurgroep. Deze stuurgroep zou als eerste lokale convenanten kunnen laten ontwikkelen, die, nadat ze door iedereen ondertekend zijn, de start vormen van een gezamenlijke aanpak van het probleem laaggeletterdheid, in een netwerk. 4
1: PRESENTATIES TAALHUIZEN IN DE REGIO Luc Pruijn (directeur Bibliotheek Dommeldal) In zijn openingswoord benadrukte Pruijn de omvang en het belang van het probleem laaggeletterdheid in het Dommeldal. De bibliotheek heeft een belangrijke rol in de aanpak daarvan. We moeten de aanpak als keten organiseren met een netwerk van organisaties. Het landelijke programma Tel mee met taal is daarvoor een belangrijke stimulans en het Taalhuis is de vormgeving op lokaal niveau. De inleider liet zien dat het Taalhuis zowel een netwerk is, als een concrete huiskamer waar activiteiten rond het bevorderen van geletterdheid een plaats vinden. En daarbij biedt de bibliotheek en aantal instrumenten en werkvormen, materialen en activiteiten. Hij noemde onder meer Boekstart, Voorleesexpress, Klik en Tik en het Taalcafé. Dat laatste is in Geldrop in 2016 van start gegaan. Deze aanpak wordt binnen de arbeidsmarktregio Helmond verder uitgebouwd, terwijl binnen de arbeidsmarktregio Eindhoven de nadruk vooral gelegd is op samenwerking met bedrijven. Luc Pruijn ziet positieve kansen in een verdere uitbouw van de aanpak van laaggeletterdheid in de regio met een sleutelrol van Bibliotheek Dommeldal. AANPAK VAN LAAGGELETTERDHEID: SAMENWERKEN AAN EEN INCLUSIEVE SAMENLEVING Kees Vortman, wethouder Son en Breugel De wethouder van Son en Breugel stond hier namens het bestuur van de drie Dommeldalgemeenten. In zijn verhaal klonk betrokkenheid en nieuwsgierigheid door van een bestuurder die graag werkt aan een inclusieve samenleving en daarbij de samenwerking zoekt met instellingen en personen. Laaggeletterdheid is inderdaad een probleem, want zonder voldoende taalbeheersing kun je slecht meedoen. Het woord laaggeletterdheid is zelf misschien te moeilijk Je moet volgens de wethouder niet alle problemen voor de mensen oplossen, maar je moet zorgen dat ze deze zelf kunnen oplossen. Dus in hun ontwikkeling investeren. Als bestuurder heeft hij veel vragen over het wie hoe en wat van de aanpak van laaggeletterdheid. Maar hij weet wel dat je daar alleen door samenwerking tussen verschillende betrokkenen echt iets aan kunt doen. En daarmee moet je niet wachten. De mensen die op 22 maart aanwezig waren roept hij op om meteen aan de slag te gaan. Stel nu een stuurgroep in, was zijn advies. Dat vond veel weerklank bij de aanwezigen. 5
ZONDER GELETTERDHEID GEEN GELUKKIG LEVEN Astrid Daelmans, Stichting Lezen en Schrijven Door beter te lezen en schrijven vergroot je de kans op een gezond en gelukkig leven. Die visie van de stichting die zij vertegenwoordigde, stond centraal in haar bijdrage. Wie onvoldoende kan lezen en schrijven loopt kans om tegen veel problemen op te lopen. En dat heeft niet alleen gevolgen voor de persoon zelf, maar ook voor zijn werkgever, zijn zorgverlener en de samenleving. Een beetje taal is niet genoeg: om een tekst echt te kunnen begrijpen moet je al 90% van de woorden kunnen lezen. 60% Als u door ** extra * moet * die u niet van uw * kunt *, dan kunt u * een * *. Die * wordt * als * *. Deze is er * voor de meest * *. Soms zijn * een goede *. Zo * u voor * geld een * * voor uw *. En * u niet * met een * *, die u moet *. 6 75% 90% Als u door * * extra * moet maken die u niet van uw * kunt *, dan kunt u daarvoor een * aanvragen. Die * wordt verstrekt als * *. Deze is er alleen voor de meest * kosten. Soms zijn * een goede *. Zo heeft u voor * geld een goede * voor uw *. En blijft u niet * met een hoge *, die u moet *. Als u door * omstandigheden extra kosten moet maken die u niet van uw * kunt betalen, dan kunt u daarvoor een * aanvragen. Die vergoeding wordt verstrekt als bijzondere *. Deze is er alleen voor de meest * kosten. Soms zijn * een goede optie. Zo heeft u voor minder geld een goede oplossing voor uw situatie. En blijft u niet * met een hoge schuld, die u moet terugbetalen. 7 8 Als ouders een laag taalniveau hebben, hebben hun kinderen een veel grotere kans om op latere leeftijd laaggeletterd te worden. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van laaggeletterdheid. Het wordt een hardnekkig probleem, vaak in combinatie met andere problemen. Maar gelukkig kun je er veel aan doen. Op dit punt was Astrid Daelmans optimistisch. Er zijn instrumenten en methoden voorhanden die snel resultaat opleveren. We kunnen laaggeletterdheid herkennen en geschikte oplossingen aanbieden. Maar we moeten ook beter rekening houden met het bestaan van laaggeletterdheid. Stem daarop je communicatie beter af, aldus de spreker. En daarin werd zij vanuit het publiek ondersteund. 6
ZEG ME WAAR JE WOONT EN IK WEET HOE JE LEEST EN SCHRIJFT Ilse Lodewijks, Cubiss Geldrop-Mierlo Bovenstaande uitspraak was niet de titel van de presentatie van Ilse Lodewijks. Toch is deze uitspraak wel toepasselijk. Want er blijken systematische verschillen in gemiddelde mate van geletterdheid tussen kernen en wijken. Ilse Lodewijks heeft daar onderzoek naar gedaan en deelde de resultaten met de aanwezigen. Son & Breugel Totaal is in de Dommeldal regio, van de beroepsbevolking tussen 5% en 8% laaggeletterd. We zien een concentratie in bepaalde wijken, die ook verschillen in o.a. opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en het aantal inwoners met migratieachtergrond. Omdat het laaggeletterden vaak ook aan vaardigheden ontbreekt op het gebied van gezondheid en financiën, zijn het vaak kwetsbare burgers. Gemeenten en instellingen die zich met de aanpak van laaggeletterdheid bezig houden, moeten dan ook rekening houden met de systematische verschillen tussen kernen en wijken. Nuenen, Gerwen en Nederwetten IN EN UIT DE SCHULDEN: PROBLEMEN VAN LAAGGELETTERDEN Stefanie Leijsen, LEVgroep In de schuldhulpverlening kom je gevolgen van laaggeletterdheid tegen. Daarover vertelde Stefanie Leijsen vanuit haar werk binnen het CMD. Ze vertelde over de signalen die de mogelijkheid van laaggeletterdheid aanduiden, zoals de ingekomen post niet bekijken, het lastig vinden om goede vragen te stellen, of regelmatig te laat komen. Het is de kunst om deze signalen te herkennen en bespreekbaar te maken. Daarvan gaf de spreker een aantal voorbeelden uit de praktijk. In haar verhaal liet ze de spanning goed zien tussen direct oplossingen bieden aan de cliënt en het helpen om de cliënt zelf oplossingen te laten vinden. Bij dat laatste gaat het vaak ook om doorverwijzing: hoe verwijs je naar de juiste instelling om de cliënt taalvaardiger te maken? 7
KOM NAAST ME LOPEN EN NEEM ME MEE Twee taalambasadeurs aan het woord Er werd veel over laaggeletterden gepraat in dit Minicongres. Maar gelukkig kwamen ze zelf ook aan het woord. Twee mensen die met succes hun problemen met de taal hadden overwonnen, vertelden daarover. Het ging om Ria van Ras uit Aarle-Rixtel en Piet van Horrik uit Asten. In hun verhaal maakten deze taalambassadeurs de toehoorders deelgenoot van hun ervaringen met leven met weinig taalbeheersing. Zij hebben hun schaamte overwonnen en heel hard gewerkt om zover te komen als zij nu zijn. Twee trotse mensen lieten zien hoe belangrijk het overwinnen van laaggeletterdheid is. Hun advies aan de bezoekers van het congres was: loop niet voor me uit, en duw me ook niet, maar kom naast me lopen en neem me mee. 2. SAMENWERKEN AAN GELETTERDHEID: IN HET WORLDCAFÉ GING HET NETWERK VAN START In het WorldCafé zagen we een begin van het netwerk rondom laaggeletterheid in actie. Rond zes tafels vonden gesprekken plaats tussen vertegenwoordigers van organisaties en andere aanwezigen. Door van tafel te wisselen konden de deelnemers aan verschillende gesprekken deelnemen. 8
Er waren zes tafels: 1 Taalhuizen, met Nanette Schuller coördinator in Helmond thema: de plaats van het Taalhuis tussen andere organisaties 2 Cubiss, met Marjan Middelkoop thema: beter herkennen en doorverwijzen 3 Bibliotheek Dommeldal, met Hanneke Grootenboer thema: wat verwacht men rond laaggeletterdheid van de bibliotheek? 4 LEVgroep, met Susan van Schijndel thema: hoe kunnen vrijwilligers laaggeletterden helpen? 5 CMD s, met Roelien Leenhouts, Chris Hali en Janine Spoor thema: hoe laaggeletterden beter ondersteunen? 6 Stichting Lezen en Schrijven, met Astrid Daelmans thema: welke partijen bij elkaar brengen rond laaggeletterdheid? De bedoeling van het gesprek aan deze zes tafels was om zowel de problematiek in kaart te krijgen als de manier waarop verschillende betrokkenen daar samen aan kunnen werken. Per groep zijn notities op flip-overvellen gemaakt. Foto s daarvan zijn aan dit verslag toegevoegd. Wat is nu aan al die tafels besproken? Hier de hoofdlijnen. 2.1 Proces: van herkennen tot oplossen Aan verschillende tafels werd gesproken over het proces vanaf het signaleren van laaggeletterdheid tot het vinden van een werkbare oplossing. Aan de orde kwamen o.a. de volgende punten: Hoe herkennen we laaggeletterdheid? 9
Met welke instrumenten kunnen we laaaggeletterdheid opsporen? Hoe maken we geconstateerde laaggeletterdheid bespreekbaar? Wat is een juiste manier van doorverwijzen? En naar wie kunnen we doorverwijzen? Hoe nemen we drempels weg voor de laaggeletterden? Wat is een effectieve manier van helpen? Hoe gaan we om met de spanning tussen direct oplossingen bieden en de cliënt leren zich zelf te helpen? 2.2 Vereiste competenties, instrumenten en training Om de laaggeletterde de juiste ondersteuning te kunnen bieden, moeten de betreffende mensen (professionals en vrijwilligers) over de juiste kennis en vaardigheden beschikken (competenties). Ook moeten ze over bruikbare instrumenten beschikken. Dit kwam in verschillende discussies aan de orde: Welk aanbod aan middelen dienen bibliotheken te bieden? Hoe trainen we professionals (b.v. huisartsen) om met laaggeletterdheid om te gaan? Welke begeleiding hebben vrijwilligers nodig? 2.3 Samenwerking, netwerk en keten Dat we laaggeletterdheid alleen kunnen aanpakken door onderlinge samenwerking tussen een groot aantal organisaties, was een uitgangspunt van het Minicongres. Dat kwam bijvoorbeeld ook tot uitdrukking in de inleidingen door Luc Pruijn en Kees Vortman. In de discussies rond de zes tafels werd hier nader inhoud aan gegeven. Er werden veel organisaties genoemd die een rol kunnen spelen. Daarbij maakten sommigen (bijvoorbeeld aan de tafel van Stichting Lezen en Schrijven) een onderscheid tussen kernpartners en overige partners. Voorbeelden van kernpartners zouden kunnen zijn: Bibliotheek (met de Taalhuizen) Gemeenten Onderwijsinstellingen (waaronder ROC) Welzijnsinstellingen Stichting Lezen en Schrijven. Op iets meer afstand staat dan een veelheid van betrokkenen zoals: Huisartsen en praktijkondersteuners Zorgverzekeraars Ondernemers Kerken Uiteraard is de vraag wie tot de kern of op afstand behoort hier niet definitief beantwoord. De suggesties uit deze discussie vormen niet meer dan een mogelijkheid. Behalve de vraag naar het belang van de partners, kwam de noodzaak van de onderlinge samenwerking, in de gesprekken aan de orde. 10 * Hoe gaan we die vormgeven;
Hoe bakenen we verantwoordelijkheden af, bijvoorbeeld tussen Taalhuis en onderwijs; Hoe delen we informatie tussen instellingen; Hoe werkt verwijzen; Hoe kunnen we samenwerken op het gebied van kwaliteit en opleiding; Deze en andere vragen werden aan de tafels gesteld. 2.4 Professionals en vrijwilligers Vrijwilligers kunnen bij de aanpak van laaggeletterdheid een belangrijke rol spelen. In de gesprekken kwam wel de vraag naar voren, hoe je de bijdrage van vrijwilligers en van de professionals werk op elkaar kunt afstemmen. Training en begeleiding van vrijwilligers worden daarmee ook een punt van aandacht. 2.5 Opbrengst: betrokkenheid en vragen De levendige discussies aan de tafels lieten zien hoe verschillende deelnemers zich bij het onderwerp betrokken voelen en interesses delen, over de grenzen van organisaties heen. Duidelijk is ook dat de discussies veel nieuwe vragen opriepen over: De aard en omvang van de opgave; Het netwerk van organisaties: de rol van ieder en de onderlinge relaties; De manier van werken en de hulpmiddelen die tot resultaat moeten leiden; Emailadressen sprekers Luc Pruijn Bibliotheek Dommeldal l.pruijn@bibliotheekdommeldal.nl Kees Vortman Gemeente Son&Breugel k.vortman@sonenbreugel.nl Astrid Daelmans Stichting Lezen&Schrijven astrid@lezenenschrijven.nl Ilse Lodewijks Cubiss i.lodewijks@cubiss.nl Stefanie Leijsen Sociaal raadsliedenwerk, stefanie.leijssen@levgroep.nl Schuldhulpverlening 22 maart conferentie Laaggeletterdheid Laag ge letterd heid Lage letter d heid Laag gelet terd heid Laaggeletturthijt 11
Colofon Organisatie: Bibliotheek Dommeldal Voorzitter: Ton van Happen Verslag: Huibert de Man Redactie: Jose Sluis (Bibliotheek Dommeldal) 12 Foto s: o.a. van Cor Vitalis (LEV-groep) Dommeldal