Green Deal MEER EN BETERE RECYCLING VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Conceptversie 16 december 2014 Partijen: De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: Rijksoverheid; Vereniging Afvalbedrijven, te dezen vertegenwoordigd door Pieter Hofstra, voorzitter, hierna te noemen: VA; Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren, te dezen vertegenwoordigd door Ton van der Giessen, voorzitter, hierna te noemen: BRBS Recycling; Federatie Herwinning Grondstoffen, te dezen vertegenwoordigd door Ton Holtkamp, voorzitter, hierna te noemen: FHG; Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement, te dezen vertegenwoordigd door Han Noten, voorzitter, hierna te noemen: NVRD; Hierna tezamen te noemen: Partijen; Algemene overwegingen: Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat. Specifieke Overwegingen: Eén van de Groene Groei domeinen is Afval: Van Afval Naar Grondstof (hierna te noemen: VANG). Het programma VANG (IenM/BSK-2013/104405) omvat het afval- en grondstoffenbeleid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna te noemen: IenM) en is een uitwerking van het Europese beleid op het vlak van resource efficiency.
Het programma VANG beoogt de transitie naar een circulaire economie te stimuleren. Dit vergt duurzaam beheer van natuurlijke bronnen, efficiënt omgaan met primaire grondstoffen, slim ontwerpen van producten (ecodesign), langere levensduur en hergebruik van producten, meer en betere recycling en het optimaal benutten van reststromen. Daarom richt VANG zich op drie hoofdstrategieën: duurzaam produceren, duurzaam gebruik en meer en betere recycling. Doel van VANG is om in 10 jaar tijd, uitgaande van 2012 als startjaar, de hoeveelheid grondstof te halveren die in Nederland als afval de keten verlaat en wordt gestort en/of verbrand. Kortom: het zoveel mogelijk sluiten van grondstofketens, op zo n manier zodat er geen externe effecten optreden voor het milieu en lasten niet onnodig op de maatschappij worden afgewenteld. Dit kan bereikt worden doordat enerzijds minder afval ontstaat en anderzijds doordat afval meer en beter gerecycled wordt. Om dit doel te bereiken zijn interventies en samenwerking in de hele keten nodig, van grondstofwinning, productie en gebruik tot recycling en afvalverwijdering. Dit is de ketenaanpak die inzet vraagt van verschillende actoren in alle fases van de levenscyclus van een product of materiaal om te voorkomen dat waardevolle grondstoffen onnodig verloren gaan. Met name het afvalverwerkende bedrijfsleven heeft een cruciale rol in het sluiten van ketens vanwege hun kennis en expertise op het gebied van materialen, hergebruik en recycling. Veel acties worden bovendien gestart vanuit de achterkant van de keten. De afvalsector, vertegenwoordigd door de VA, BRBS Recycling, FHG en NVRD, onderschrijft de ambitie van VANG en wil de transitie naar een circulaire economie versnellen door hier samen aan te werken. Deze Green Deal vormt de grondslag voor de samenwerking tussen de afvalsector en de Rijksoverheid. Deze Green Deal zal bijdragen aan de halvering en optimale verwaarding van de hoeveelheid grondstof die in Nederland als afval de keten verlaat en wordt gestort en/of verbrand. Enerzijds door het stimuleren van méér recycling (in tonnen): zoveel mogelijk voorkomen dat waardevolle grondstofstromen, die tegen acceptabele kosten herwonnen kunnen worden, voortijdig uit de keten lekken. Anderzijds door het stimuleren van bétere, of hoogwaardigere recycling: grondstoffen zo toepassen dat het maatschappelijk rendement wordt verhoogd. Hierbij zullen de nodige afwegingen worden gemaakt tussen verschillende aspecten zoals milieudruk, kwaliteit en kosten. Om dit te bereiken is als onderdeel van deze Green Deal een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin alle VANG acties, die actieve betrokkenheid van de afvalsector vereisen, worden uiteengezet. Met ondertekening van deze Green Deal committeren de Partijen zich aan de doelen, aanpak en de door hun organisatie en/of achterban te leveren bijdrage zoals nader omschreven in het uitvoeringsprogramma. Parallel aan deze Green Deal loopt een traject rondom huishoudelijk afval. Afspraken hierover zijn vastgesteld met gemeenten in het publiek kader en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Beide trajecten zijn van elkaar afhankelijk. Vanwege de vele dwarsverbanden en voor een optimale aanpak zullen de Partijen erop toezien dat de maatregelen binnen beide uitvoeringsprogramma s op elkaar worden afgestemd. Naast de voordelen voor mens en milieu zijn er ook economische redenen om te investeren in een circulaire economie. Duurzaam grondstoffenbeheer gaat doorgaans gepaard met kostenbesparing voor bedrijven en het sluiten van kringlopen zou moeten leiden tot optimale waardecreatie in de hele keten. De positionering van Nederland als de grondstoffenrotonde van Europa versterkt bovendien de internationale concurrentiepositie van afvalverwerkende bedrijven in Nederland. Met dit toekomstbeeld voor ogen worden investeringen gedaan om kringlopen zo veel mogelijk te sluiten, in ieder geval in financiële zin. Dit kan door marktfalen aan te pakken en het principe van de vervuiler betaalt zodanig toe te passen dat prikkels op de juiste plek worden gelegd. Dit vereist op een integrale wijze kijken naar maatschappelijke kosten en baten verspreid door de hele keten. Daarnaast kan worden in gezet op technologische ontwikkeling, uitrol van innovaties en eventueel nieuwe businessmodellen.
Het sluiten van kringlopen kan in veel gevallen niet alleen op nationale schaal worden afgedwongen maar vereist ook interventie en een level playing field op internationaal niveau. Materiaalketens overstijgen namelijk het nationale niveau. Ondersteunend beleid op Europees niveau en internationale samenwerking zijn daarom essentieel. Komen het volgende overeen Artikel 1 Doelen Enerzijds bijdragen aan méér recycling, oftewel ervoor zorgen dat er minder recyclebaar afval wordt aangeboden bij afvalverbrandingsinstallaties en stortplaatsen door middel van: Bepalen van het potentieel voor meer gescheiden inzameling en recycling van afval van kantoor-, winkel-, diensten en openbare ruimte (ten opzichte van 2012) en het uitrollen van een strategie om dit potentieel maximaal te benutten; Het verhogen van de output van sorteerprocessen voor recycling en daarmee ook het verminderen van residuen uit het sorteerproces die worden gestort of verbrand; Anderzijds het stimuleren van bétere, of hoogwaardigere recycling door middel van: Gezamenlijk vaststellen van een heldere en breed gedragen definitie en methodiek voor het bepalen van hoogwaardige recycling; De uitkomsten hiervan integreren in het Landelijk Afvalbeheer Plan 3 en introductie van het concept in (inter)nationale regels rond grensoverschrijdend transport van afval; Identificeren en benutten van andere mogelijkheden om hoogwaardige recycling te stimuleren; Verdere ontwikkeling van een stimulerend beleidskader en het wegnemen van belemmeringen in weten regelgeving om (innovatieve) initiatieven voor meer en betere recycling te stimuleren door middel van: Inzet van beleidsinstrumenten, zoals het Landelijk Afvalbeheer Plan 3 en stimuleringsregelingen, om innovaties te stimuleren die aansluiten bij de circulaire economie; Bredere toepassing van de concepten einde-afval en bijproduct om het makkelijker te maken voor bedrijven om reststromen in te zetten als grondstof op een milieuverantwoorde wijze; Ontwikkeling van (nieuwe) ketenprojecten waarin ketenpartijen, afvalverwerkend bedrijfsleven en producenten, samenwerken om ketens te sluiten. Artikel 2 Inzet en Acties Algemeen De Partijen: i. Werken samen toe naar meer en betere recycling van afval in Nederland door gezamenlijk een jaarlijks uitvoeringsprogramma vast te stellen; ii. Stellen een stuurgroep en secretariaat in voor de overkoepelende coördinatie van de Green Deal en het uitvoeringsprogramma; iii. Leveren vanuit de organisatie en achterban de capaciteit, kennis en middelen die nodig zijn voor effectieve uitvoering en doorontwikkeling van het uitvoeringsprogramma; iv. Dragen zorg voor consistentie en coherentie tussen de afzonderlijke projecten binnen MeBR en met het publiek kader en uitvoeringsprogramma huishoudelijk afval; v. Spannen zich in om verbinding te leggen en samenwerking op te zoeken met producenten die aan het begin van materiaalketens werkzaam zijn;
vi. vii. viii. Trekken gezamenlijk op voor ondersteunend beleid op Europees niveau en internationale samenwerking ten behoeve van een level playing field; Stellen jaarlijks een rapportage vast over de uitvoering van Meer en Betere Recycling gedurende het voorgaande kalenderjaar; Dragen de samenwerking actief uit richting het publiek. Artikel 3 Inzet en acties Rijksoverheid i. Geeft opdracht en levert middelen voor het secretariaat en de jaarlijkse rapportage; ii. Verkent (juridische) mogelijkheden voor bredere toepassing van de concepten einde-afval en bijproduct ; iii. Biedt bedrijven ondersteuning bij de concepten einde-afval en bijproduct met behulp van de End-of-Waste e-tool en case-by-case beoordelingen; iv. Stelt een Ministeriele Regeling op voor einde-afval van puingranulaat en staat open voor initiatieven van marktpartijen om ook voor andere stromen tot nationale EoW-criteria te komen; v. Spant zich in om belemmeringen in wet- en regelgeving die recyclinginnovaties verhinderen weg te nemen, met name met betrekking tot stoffenregelgeving (REACH); vi. Zet bestaande (fiscale) stimuleringsregelingen in om meer en betere recycling(innovaties) te stimuleren, bijvoorbeeld via de MIA/VAMIL; vii. Coördineert activiteiten om een methodiek te ontwikkelen voor het definiëren van hoogwaardige recycling en vertaalt de uitkomsten in het Landelijk Afvalbeheer Plan 3 of naar andere instrumenten om het concept hoogwaardige recycling te introduceren; viii. Onderzoekt de mogelijkheden om bij grensoverschrijdend verkeer van afval onderscheid te maken tussen hoog- en laagwaardige recycling en tracht daar op te sturen via het Landelijk Afvalbeheer Plan 3; ix. Coördineert activiteiten rondom meer en betere recycling van afval van kantoren, winkels, diensten en (semi)openbare ruimte; x. Trekt het project om effectieve nascheidingsmethoden te analyseren en op te schalen. xi. Coördineert de Nederlandse inbreng in Brussel voor herziening van de BREF Waste Treatment en de BREF Waste Incineration; xii. Zorgt voor afstemming met de VANG projecten buiten MeBR met betrekking tot duurzaam produceren en consumeren. Artikel 4 Inzet en acties Vereniging Afvalbedrijven i. Coördineert het zoeken naar een methodiek om te bepalen wat innovaties zijn die passen binnen de transitie naar een Circulaire Economie en gaat na hoe deze innovaties meer zou kunnen worden gestimuleerd ii. Inventariseert belemmeringen en kansen om bij grensoverschrijdend verkeer van afvalstromen hoogwaardig hergebruik/recycling te stimuleren; iii. Brengt in kaart voor welke materiaalstromen nieuwe nationale criteria voor einde-afval en bijproducten wenselijk is; iv. Levert kennis en expertise voor de methodiekontwikkeling voor hoogwaardige recycling; v. Identificeert concrete belemmeringen door het stoffenbeleid die recycling in de weg staan; vi. Levert kennis en expertise voor herziening van de BREF Waste Treatment en de BREF Waste Incineration; vii. Levert kennis en expertise voor meer en betere recycling van afval van kantoren, winkels, diensten en (semi)openbare ruimte; viii. Levert kennis en expertise voor het verhogen van de effectiviteit van de nascheiding; ix. Is actief betrokken bij de uitvoering van relevante ketenprojecten, zoals het Ketenakkoord Kunststofkringloop. Artikel 5 Inzet en acties BRBS Recycling i. Coördineert een nieuw ketenproject omtrent dakafval;
ii. iii. iv. Levert kennis en expertise voor het verhogen van de effectiviteit van de nascheiding; Levert kennis en expertise voor End-of-Waste criteria voor recyclinggranulaat; Levert kennis en expertise voor meer en betere recycling van afval van kantoren, winkels, diensten en (semi)openbare ruimte. v. Levert kennis en expertise voor de methodiekontwikkeling voor hoogwaardige recycling; vi. Identificeert concrete belemmeringen door het stoffenbeleid die recycling in de weg staan; vii. Levert kennis en expertise voor herziening van de BREF Waste Treatment en Waste Incineration; viii. Is actief betrokken bij de uitvoering van relevante ketenprojecten, zoals het Ketenakkoord Kunststofkringloop; ix. Draagt actief bij aan het onderzoek naar belemmeringen en kansen voor grensoverschrijdend verkeer van afval ten behoeve van hoogwaardige recycling; x. Denkt constructief mee over effectieve toepassing van de concepten einde-afval en bijproducten voor specifieke stromen; xi. Is actief betrokken bij het project innovaties in beleid. Artikel 6 Inzet en acties Federatie Herwinning Grondstoffen i. Draagt actief bij aan het onderzoek naar belemmeringen en kansen voor grensoverschrijdend verkeer van afval ten behoeve van hoogwaardige recycling; ii. Levert kennis en expertise voor het verhogen van de effectiviteit van de nascheiding iii. Brengt in kaart voor welke materiaalstromen nieuwe nationale criteria voor einde-afval en bijproducten wenselijk is; iv. Levert kennis en expertise voor de methodiekontwikkeling voor hoogwaardige recycling; v. Denkt constructief mee over effectieve toepassing van de concepten einde-afval en bijproducten voor specifieke stromen; vi. Levert kennis en expertise voor meer en betere recycling van afval van kantoren, winkels, diensten en (semi)openbare ruimte. Artikel 7 Inzet en acties NVRD i. Levert kennis en expertise voor meer en betere recycling van afval van kantoren, winkels, diensten en (semi)openbare ruimte; ii. Identificeert concrete belemmeringen door stoffenbeleid die recycling in de weg staan; iii. Levert kennis en expertise voor het verhogen van de effectiviteit van de nascheiding. iv. Is actief betrokken bij de uitvoering van relevante ketenprojecten, zoals het Ketenakkoord Kunststofkringloop. Nadere toelichting op de bovenstaande projecten is te vinden in het uitvoeringsprogramma. Slotbepalingen Artikel 8 Uitvoeringsprogramma Met het vaststellen van het uitvoeringsprogramma committeren de Partijen zich niet alleen aan de doelen en aanpak maar ook aan de door hun organisatie en achterban te leveren medewerking. Het uitvoeringsprogramma bestaat uit de fiches van alle VANG projecten met betrekking tot recycling waarin de beoogde resultaten, aanpak en activiteiten, capaciteit, rolverdeling en planning kort staan beschreven. De fiches worden opgesteld door de projectteams die verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke uitwerking. Voor het opstellen van de fiches kan de stuurgroep de projectteams die verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke uitwerking gevraagd en ongevraagd van advies voorzien. Het eerste uitvoeringsprogramma voor 2015-2017 is als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd en wordt door ondertekening van de Green Deal vastgesteld.
Jaarlijks wordt een geactualiseerd uitvoeringsprogramma vastgesteld door de stuurgroep. Artikel 9 Governance Stuurgroep De leden van de stuurgroep dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om het uitvoeringsprogramma tot een succes te maken door hiervoor de (algemene) inzet en bijdrage vanuit de eigen organisatie en achterban te bepalen. Daarnaast bewaakt de stuurgroep de voortgang en stuurt zij de activiteiten bij waar nodig om de doelstellingen te halen. Eenmaal per half jaar komt de stuurgroep bijeen voor een voortgangsoverleg en strategische afstemming over de uitvoering van de Green Deal. Alle Partijen, aangevuld door een vertegenwoordiger vanuit Rijkswaterstaat Leefomgeving, zijn in de stuurgroep vertegenwoordigd op beslissingsbevoegd niveau. Rijksoverheid en de partijen nemen het voorzitterschap op zich van de stuurgroep dat elk halfjaar zal wisselen. Bij majeure besluiten bieden de leden van de stuurgroep elkaar de ruimte om besluitvorming hierover voor te leggen binnen de eigen organisatie. Secretariaat Binnen één maand na inwerkingtreding van deze Green Deal stellen Partijen een secretariaat in om de stuurgroep te ondersteunen bij het borgen van de voortgang van het uitvoeringsprogramma. Daarvoor is het secretariaat belast met de volgende taken: Bijhouden en actualiseren van het uitvoeringsprogramma: op de hoogte blijven van de stand van zaken van de afzonderlijke projecten binnen het uitvoeringsprogramma; De coherentie bewaken door afzonderlijke projecten waar nodig met elkaar te verbinden zodat activiteiten op elkaar zijn afgestemd; Het ondersteunen van de projectteams met kennis en expertise over recycling en tevens aanjagen om voortgang te borgen; Organiseren en voorbereiden van de bijeenkomsten van de stuurgroep; Algemeen aanspreekpunt voor de projectteams en derden als het gaat om het onderdeel recycling binnen VANG; Zorgen voor de nodige afstemming met het uitvoeringsprogramma huishoudelijk afval; Coördineren van de jaarlijkse rapportage. Artikel 10 Rapportage en Evaluatie De rapportage brengt de uitgevoerde activiteiten en voortgang in kaart om na te gaan of aan de afspraken is voldaan. De resultaten worden zo concreet mogelijk benoemd: de kwalitatieve bijdrage aan de transitie naar een circulaire economie en kwantitatieve toename van (netto) recycling. Op basis hiervan zal worden bezien welke aanvullende stappen en acties nodig zijn voor het realiseren van de doelen. De eerste rapportage zal worden gepubliceerd in 2016 en zal inhaken op de VANG monitoring in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Met het vaststellen van de rapportage committeren de Partijen zich aan de uitkomsten van de uitgevoerde projecten. Artikel 11 Wijzigingen - Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen. - (De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.)
- (Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.) Artikel 12 Toetreding van nieuwe partijen Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de stuurgroep, per adres van het Ministerie van IenM. Hierbij geeft deze partij tevens aan welke bijdrage zij aan welke projecten in het uitvoeringsprogramma wil leveren. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit deze Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht. Artikel 13 Opzegging - Elke Partij kan haar deelname aan de Green Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand schriftelijk opzeggen, indien de stuurgroep gezamenlijk heeft vastgesteld dat aan fundamentele bezwaren van de opzeggende partij niet tegemoet kan worden gekomen. - (Een overleg van de stuurgroep over een voornemen tot opzegging vindt plaats uiterlijk 6 weken nadat de betreffende partij hier expliciet om heeft verzocht.) Artikel 14 Nakoming - Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van het Recyclingakkoord niet in rechte afdwingbaar is. Artikel 15 Inwerkingtreding - De Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 31 december 2022. - Partijen nemen de uitvoering van alle in de Green Deal overeengekomen afspraken zo snel mogelijk ter hand. Artikel 17 Openbaarmaking Deze Green Deal zal openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de samenwerking. Aldus overeengekomen en in [pm]voud ondertekend te [plaats] op [datum] Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld [partij A ], vertegenwoordigd door [pm functie], [pm naam] [partij B ], vertegenwoordigd door [pm functie], [pm naam] Etc.