Postgraduaat in de Cliëntgerichte Psychotherapie optie Emotion-Focused Therapy optie Existentiële Psychotherapie 1
Cliëntgerichte Psychotherapie De mens centraal, zo zou je de basisgedachte van de Cliëntgerichte Psychotherapie beknopt kunnen samenvatten. Geïnspireerd door de nauwe betrokkenheid op onze cliënten én gedreven door wetenschappelijke verdieping biedt het Postgraduaat Cliëntgerichte Psychotherapie een geïnnoveerde opleiding aan. Deze opleiding is bedoeld als een grondige praktische en theoretische vorming in de Cliëntgerichte Psychotherapie. Het beoogt deskundigen te vormen die in staat zijn psychische moeilijkheden, conflicten of stoornissen en de daarmee samenhangende klachten in verschillende settings te verminderen of op te heffen. In de eerste twee fases (jaar 1 en 2) kiest de opleiding voor een gedegen onderbouw waar de cliëntgerichte, experiëntiële, interactionele en fenomenologische grondhouding centraal staat. In de derde en vierde fase (jaar 3 en 4) kiest de opleiding voor een vernieuwde bovenbouw waarbij de opleideling zich specialiseert in één van de hedendaagse, evidence-based subrichtingen van het cliëntgerichte spectrum: de Emotion-Focused Therapy en de Existentiële Psychotherapie. De innoverende kracht van deze opleiding wordt gevoed door de synergie tussen KU Leuven en Focus on Emotion vzw. Fase 1 & 2: Cliëntgerichte therapie In de eerste twee fases van de opleiding krijgt de opleideling de kans om zich de authentieke, accepterende en empathische grondhouding eigen te maken en op die manier vorm te leren geven aan de therapeutische relatie en het fenomenologisch exploratieproces. De cruciale rol van de kwaliteit van de therapeutische relatie, de egalitaire opstelling en de hoge graad van de persoonlijke aanwezigheid in de therapeutische ontmoeting worden onderstreept. De hier-en-nu relatie wordt als hefboom gebruikt om veranderingen te realiseren op intrapsychisch en relationeel vlak. Verder maakt de opleideling kennis met de experiëntiële benadering. Hij of zij leert het eigen gewaarzijn als therapeut te vergroten en zich via focussen af te stemmen op het eigen belevingsspoor en dat van de cliënt. Op deze manier maakt de opleideling zich de kernidenteit van het cliëntgericht paradigma eigen: het zien en horen van de persoon in zijn totaliteit (versus symptoomgerichtheid) en diens positieve groeimogelijkheden de subjectieve belevingswereld van de cliënt als centrale invalshoek de cruciale rol van de kwaliteit van de therapeutische relatie in het therapeutisch veranderingsproces empathie als continu op de voorgrond staande fenomenologische methode een hoge graad van persoonlijke aanwezigheid in de therapeutische ontmoeting een werkalliantie met sterk egalitaire kleur een mensbeeld waarin plaats is voor een marge van vrijheid en voor zelfactualisatie en waarin het verlangen naar contact en verbondenheid als een wezenlijke behoefte wordt gezien. De eerste twee fases omvatten ook een inleiding in de Emotion- Focused Therapy en in de Existentiële Psychotherapie. Na het afronden van deze fases krijgt de opleideling de keuze om zich te bekwamen in één van deze sub-stromingen van de Cliëntgerichte benadering. De derde en vierde fase (jaar 3 en 4) vervolmaken de postgraduaatopleiding Cliëntgerichte Psychotherapie. 2
Fase 3 & 4: Optie Emotion-Focused Therapy Emotion-Focused Therapy (EFT) is een nieuwe evidence-based benadering die specifieke methodieken aanwendt om het gestolde cliëntproces te bewerken. Voorbeelden hiervan zijn focusing, lege stoel-methodiek, twee-stoelen dialoog, evocatief ontvouwen en gestaltexperimenten. Therapie-onderzoek binnen EFT zorgt voor een gediversifieerd aanbod naar specifieke problematieken (depressie, complex trauma, sociale en gegeneraliseerde angst, eetstoornissen, psychose...), cliëntsystemen (Emotion-Focused Couples Therapy en Emotion-Focused Family Therapy) en therapieprocessen. De opleideling leert typische processignalen herkennen. Daarnaast leert hij of zij hoe hier therapeutisch mee om te gaan via het gedifferentieerd toepassen van relationele en interpersoonlijke taken, belevingstaken, verwerkingstaken en enactment-taken. Er wordt enerzijds geoefend met deze specifieke methodieken. Anderzijds is er de blijvende aandacht voor de waarde van het therapeutisch contact en de groei naar gevorderde empathie en dit gekoppeld aan de nieuwste inzichten vanuit de emotietheorieën. Bovendien gaat er in supervisie veel aandacht naar het leren vertalen van de cliënt-problematiek in EFT-termen en het samen met de cliënt opstellen van een therapieplan (EFT Case Formulation). De opleiding put hierbij uit het werk van de grondleggers van de Emotion-Focused Therapy (Greenberg, Elliot en Watson) alsook de jongere generatie EFT-therapeuten die het werk verder vertaalden naar specifieke cliëntproblematieken (Paivio, Pascual-Leone, Goldman en Timulak). De opleiding is erkend door de International Society for Emotion-Focused Therapy (iseft). Fase 3 & 4: Optie Existentiële Psychotherapie Existentiële psychotherapie helpt cliënten bewust te worden van wat wezenlijk voor hen is. Een diepere verbinding met zichzelf en anderen, met evenwicht tussen autonomie en verbondenheid, helpt cliënten om hun bestaan geëngageerd aan te gaan. De specifieke verhouding van de cliënt met zijn of haar existentie is niet enkel leesbaar in het unieke levensverhaal of in de klacht, maar eveneens in het hier-en-nu contact tijdens de therapie. Twee invalshoeken, het interactionele en het experiëntiële, helpen de cliënt om zich bewust te worden van zijn of haar verhouding met het bestaan. Beide invalshoeken brengen geblokkeerde verhoudingen terug in beweging en geven de cliënt de kans om op een nieuwe en authentieke manier het leven betekenis te geven. Naast het focussen als experiëntieel exploratieproces naar de innerlijke verhouding wordt de interpersoonlijke opstelling van de cliënt onderzocht en uitgedaagd. De student leert zijn of haar eigen existentieel proces en dat van de cliënt in termen van de existential givens en dimensies te lezen: de eindigheid en beperkingen van het bestaan, vrijheid, keuze, verantwoordelijkheid en schuld, existentiële eenzaamheid en verbinding, zinloosheid, zingeving en spiritualiteit. Er is specifieke aandacht voor het aanwenden van meaningmaking en procesgericht gedifferentieerd werken op basis van fenomenologische procesdiagnostiek. De student leert tevens hoe psycho-educatie, interpersoonlijke en experiëntiële opdrachten ingezet kunnen worden bij existentiële problemen. Daarnaast ontwikkelt de student de openheid om ervaringen van hopeloosheid en niet-weten te containen. De opleiding put zowel uit het werk van gevestigde waarden zoals Irvin Yalom (interactionele invalshoek), Eugene Gendlin (experiëntiële invalshoek), Viktor Frankl (zingeving), maar ook zoemt ook in op actuele existentiële kaders zoals de evidence-based Meaning-Centered Therapy (Breitbart en Vos), Existential-Integrative Therapy (Schneider) en Existentieel Welzijn (Leijssen). 3
Programmastructuur De postgraduaatopleiding wordt aangeboden als een traject van vier deeltijdse studiejaren. Fase 1 en 2 vormen de cliëntgerichte basisopleiding. Het gaat om een intensieve opleiding van twee jaar van telkens 25 studiepunten. Er worden wekelijks tot tweewekelijks seminaries, werkgroepen en praktijksupervisies georganiseerd. In fase 3 en 4 kiest de opleideling een optie: hetzij Emotion-Focused Therapy, hetzij Existentiële Psychotherapie. Het aantal contacturen wordt gereduceerd (respectievelijk 15 en 10 studiepunten), teneinde de combinatie met voltijds werk te vergemakkelijken. De studenten kunnen jaarlijks instromen in het eerste studiejaar. Tijdens de vier studiejaren van de opleiding komen de volgende onderdelen aan bod: praktijk en supervisie cliëntgerichte therapie, theorie en technieken van de cliëntgerichte therapie, leertherapie en casusonderzoek. Deze onderdelen worden gespreid over de vier opleidingsjaren. Ongeveer 70 % van de opleidingsactiviteiten worden begeleid door de vaste stafleden. Voor de andere 30 % wordt een beroep gedaan op externe experten. De hoeveelheid en verdeling van contacturen per programmaonderdeel is conform de erkenningscriteria van de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-Experiëntiële Psychotherapie en Counseling en de richtlijnen van de European Association for Psychotherapy. De optie Emotion-Focused Therapy geeft toegang tot de iseft (International Society of Emotion-Focused Therapy). De optie Existentiële Psychotherapie geeft toegang tot de Federation for Existential Therapy in Europe (FETE). Opleidingsonderdelen Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Totaal Praktijk en supervisie 225 225 125 125 700 Theoretische vorming 250 250 150 100 750 Leergroep 75 75 38 37 225 Casusonderzoek 25 25 100 50 200 Totaal uren studiebelasting 575 575 413 312 1875 Totaal aantal studiepunten 25 25 15 10 75 4
Nadere omschrijving van de opleidingsonderdelen 1. Praktijk en supervisie De psychotherapiepraktijk vormt de voedingsbodem voor de supervisies. De therapeuten-in-opleiding dienen wekelijks 10 uur therapie te doen. Dit kan gebeuren in de eigen werksituatie als zelfstandige of als werknemer in een ander centrum. Belangrijk hierbij is dat de therapeut-in-opleiding wordt ingeschakeld in het team van het centrum waar hij/zij werkt (intake- en therapiebesprekingen). Tevens dient hij/zij in de mogelijkheid gesteld te worden een groot gedeelte van zijn/haar therapeutische sessies te registreren op audio of video. Ook het uitvoeren van een casusonderzoek dient realiseerbaar te zijn. Van elke therapie wordt een dossier bijgehouden, met een zo concreet mogelijke verslaggeving (postsessiecommentaren). De supervisies worden gegeven onder de vorm van groepssupervisie; per sessie van anderhalf uur komt één supervisant aan bod. In een kleine groep van 6 à 8 opleidelingen en met een supervisor, brengen de supervisanten om beurt een moeilijkheid uit hun praktijk ter bespreking. De supervisant dient zijn vraagstelling zo nauwkeurig mogelijk te illustreren aan de hand van een fragment uit een op audio of video opgenomen gesprek; van dit fragment (of een gedeelte ervan) wordt vooraf een transcript gemaakt en gekopieerd voor supervisor en medesupervisanten. Bij het exploreren van de aangebrachte moeilijkheden richt de supervisiegroep zijn aandacht zowel op het proces van de cliënt als op aspecten van de persoon van de supervisant die meespeelden in de manier van ingaan op de beleving van de cliënt. Achteraf maakt de supervisant een schriftelijk verslag van de supervisie, aan de hand van een daartoe geëigend formulier. Dit verslag wordt binnen de 14 dagen op Toledo (digitale valven) geplaatst. 2. Theoretisch-technische vorming Dit opleidingsonderdeel omvat twee luiken: De theoretische seminaries zijn bedoeld als een grondige bezinning op het cliëntgerichte gedachtengoed. In het eerste jaar ligt de focus op de centrale thema s uit de cliëntgerichte psychotherapie: het mensbeeld, de grondhoudingen, het experiëntieel en interactioneel werken, veranderingsprocessen in de cliënt, attitudes en interventies van de therapeut. In het tweede jaar wordt een grondige kennis ontwikkeld omtrent procesdiagnostiek: men verwerft inzicht in een breed spectrum van psychische moeilijkheden, conflicten of stoornissen en men maakt kennis met diverse, individueel verschillende verschijningsvormen. Ook leert men systematisch inzicht verwerven in de specifieke manier waarop deze problemen zich in het therapeutisch proces kunnen manifesteren en leert men het veranderingsproces op een actieve en procesdifferentiële manier faciliteren. In het tweede jaar maken de opleidelingen ook kennis met de opties Emotion- Focused Therapy en de Existentiële Psychotherapie. In het derde en vierde jaar worden bepaalde van deze thema s herhaald, verdiept of toegespitst op specifieke problematieken en processtoringen. Men maakt kennis met specifieke technieken, interventies en werkmethodes van de gekozen optie en men leert omgaan met de eigenheid van specifieke klinische settings. Voor de seminaries wordt gerekend op de actieve medewerking van de therapeut-in-opleiding: grondige bestudering van de opgegeven literatuur (minstens 5uur per seminarie) en persoonlijke deelname aan de bespreking. 5
Nadere omschrijving van de opleidingsonderdelen Meestal wordt het tekstenpakket bij het begin van het academiejaar aangekondigd, zodat het voorbereidend lees- en studiewerk ten dele kan gebeuren tijdens periodes die buiten de collegeweken vallen. Na elk seminarie wordt eveneens een verslag gemaakt (aan de hand van een daartoe geëigend formulier) en binnen de 14 dagen op Toledo geplaatst. aangaan of vermijden, op de patronen die zich hierin ontwikkelen, op de verschillende rollen die de groepsleden opnemen op hetgeen ontbreekt in de omgang tussen de groepsleden. In het derde en vierde jaar vindt de leergroep minder frequent plaats: er worden telkens 2 blokken van 2 dagen georganiseerd. In de werkgroepen (technische vorming) worden diverse thema s praktijkgericht uitgediept en op een ervaringsgerichte manier geëxploreerd in het kader van werkgroepen. Het gaat hier om het inoefenen van basisvaardigheden (vb. empathietraining), specifieke werkmethodes (vb. methodieken uit de Emotion-Focused Therapy of uit de Existentiële psychotherapie) en praktijkgerichte illustraties van bepaalde thema s en problematieken. 3. Leergroep De therapeuten-in-opleiding nemen deel aan een leergroep die gespreid over de vier opleidingsjaren ingericht wordt. Tijdens de eerste twee opleidingsjaren vinden telkens 4 blokken van 2 dagen plaats. In het eerste jaar leren de opleidelingen de beginnende groep kennen. In deze groep staat de vorming van een goed therapeutisch milieu centraal. In zo n groep is er de nodige veiligheid om zichzelf als werkinstrument (met sterktes, zwaktes, blinde vlekken ) in vraag te stellen. De groepsleden stimuleren elkaar om nieuw gedrag uit te proberen en oude patronen los te laten. De leergroep heeft tevens een didactische functie: men leert er het groeps-therapeutisch proces van-binnen-uit kennen. In het tweede jaar maken de opleidelingen kennis met de gevorderde groep. In deze groep bestaat er meer wederkerigheid en validatie tussen de groepsleden. De onderlinge interacties in de groep krijgen meer aandacht en het interpersoonlijk leren zal met toenemende kracht en effectiviteit in werking treden: er wordt gereflecteerd op de manieren waarop de groepsleden contact De leergroep vindt plaats in een residentiële setting met als bedoeling de groepsvorming te faciliteren. De sessies worden alternerend begeleid door twee groepstherapeuten. Het volgen van een individuele therapie kan in specifieke situaties aanbevolen worden. 4. Casusonderzoek In het eerste jaar worden de opleidelingen vertrouwd gemaakt met de principes van het individueel casusonderzoek. Vertrekkende van het scientist-practitioner model wordt getoond op welke manier men dit soort onderzoek kan implementeren in de lopende therapiepraktijk. Men krijgt een onderzoekskader aangereikt waarin geëxpliciteerd staat welke instrumenten in welke fasen van het therapeutisch proces zullen worden afgenomen. Het instrumentarium beslaat 3 domeinen: algemene therapieoutcome (kwantitatieve verbetering qua algemene stress, klachten, symtomen en retrospectieve kwalitatieve visie op verandering); therapieproces (werkalliantie en helpende/hinderende processen tijdens de sessies); achtergrondgegevens van cliënt en therapeut. In het tweede jaar staat de individuele testing geprogrammeerd. Meer concreet komen aan bod: systematische dataverzameling, de analyse van kwalitatieve en kwantitatieve proces- en outcomedata en de interpretatie van de data. De begeleiding gebeurt hoofdzakelijk in de vorm van onderzoekssupervisies die 6
Nadere omschrijving van de opleidingsonderdelen een uitgesproken interactief karakter hebben: ze worden begeleid door iemand van de vaste staf, maar de medeopleidelingen worden in sterke mate betrokken bij het overleg en de discussie. Daarnaast wordt aan de opleidelingen gevraagd om onderzoeksduo s te vormen die elkaar buiten de opleidingsuren ondersteunen en begeleiden bij het uitvoeren van het casusonderzoek. In het derde jaar schrijven de opleidelingen een rapport van hun casusonderzoek in de vorm van een specialisatieverslag. Dit verslag is bedoeld als een reflectie op de eigen praktijk, waarbij de verzamelde onderzoeksgegevens als leidraad dienen. Naast een levendige beschrijving van de casus in zijn verloop (ondersteund door het onderzoeksmateriaal en geïllustreerd met stukjes transcript van cruciale episodes), dient de casus theoretisch te worden omkaderd, via verwijzing naar en bespreking van de relevante literatuur i.v.m. de specifieke cliënt- en therapeutprocessen die in de casus aan bod komen. Dit kan gebeuren in de inleiding en in de slotcommentaar, maar uiteraard ook bij het analyseren van bepaalde procesmomenten. Het specialisatieverslag beslaat 20 à 25 pagina s (eventuele bijlagen niet inbegrepen) en dient ingebonden te worden (formaat Din A4) en op de ad valvas meegedeelde datum in 5 exemplaren ingediend (2 voor de Faculteit Psychologie en 3 voor de stafleden). Presentatie van het casusonderzoek gebeurt in het vierde jaar in de vorm van een zelf te geven seminarie voor de tweedejaars opleidelingen en de vaste stafleden. De opleidelingen worden aangemoedigd om gebruik te maken van overheadprojectie of powerpoint-presentatie. Praktijkillustraties geven het seminarie een levendig en concreet karakter. 7
Evaluatie Tijdens de vierjarige opleiding worden er diverse evaluatiemomenten gepland. Hierin wordt beoordeeld of de opleideling in kwestie over de noodzakelijke capaciteiten beschikt om de opleiding verder te zetten of met succes te voltooien. Indien nodig worden er voorstellen tot remediëring gedaan. Eén keer per jaar wordt een tussentijdse reflectie gepland. De bedoeling hiervan is even halt te houden bij hoe de opleiding loopt: zowel verdere planning van activiteiten als het bespreken van onderlinge relaties en problemen die een weerslag hebben op de opleiding, kunnen hier een plaats krijgen. De individuele evaluatie gebeurt continu en op een eerder informele manier via de verslaggeving van de praktijksupervisies en werkgroepen. Daarnaast wordt op het einde van elk opleidingsjaar een expliciet evaluatiemoment gepland. Hiervoor maakt elk een schriftelijke zelfevaluatie waarin de persoonlijke evolutie als therapeut met hoogtepunten en knelpunten wordt beschreven. Ook een korte samenvatting van de eigen praktijksupervisies wordt toegevoegd. Tevens wordt het opleidingsprogramma inhoudelijk en programmatorisch becommentarieerd. Deze zelfevaluaties worden aan alle groeps- en stafleden meegegeven en vormen de aanloop voor een verdere bezinning waarbij men feedback krijgt uit de groep. 8
Basisliteratuur Toelatingsvoorwaarden Toelating Cain, D. & tot Seeman, de opleiding J. (Eds.) wordt (2001). beperkt Humanistic tot: psychotherapies: A handbook of research and practice. Washington, DC: APA. Colijn, S., Snijders, H., Thunissen, M., Bögels, S. & Trijsburg, W. (2009). Leerboek psychotherapie. Utrecht: De Tijdstroom. Cooper, Houders M. van (2003). het Existential diploma van therapies. Master in London: de klinische Sages psychologie Publications. of de orthopedagogie, die ten minste 6 maanden klinische stage Duncan, hebben B.L., gevolgd Miller, S.D., Wampold, B.E., & Hubble, M.A.(2009). The heart and soul of change (2nd ed.). Washington, DC: American Psychological Houders van Association. het diploma van Arts/Master in de Geneeskunde, die tevens psychiater of psychiater in opleiding zijn (vanaf het tweede Elliott, jaar van R., Watson, deze opleiding). J., Goldman, R. & Greenberg, L. (2004). Learning emotion-focused psychotherapy. American Psychological Association. Omdat Gendlin, telkens E.T. (1996). slechts Focusing-oriented een beperkt aantal psychotherapy: kandidaten (maximum A manual of the Kandidaten experiential worden method. verzocht New een York: schriftelijke Guilford. aanvraag met 16) Gundrum, de opleiding M. & kan Stinckens, starten, heeft N. (Eds.)(2010). er een voorafgaandelijke De schatkist van de therapeut. gedetailleerd Leuven: curriculum Acco. vitae te sturen naar selectie Leijssen, plaats. M. (2005). Dit selectiegesprek Gids voor beroepsethiek: vindt plaats in waarden, loop van rechten en plichten siebrecht.vanhooren@kuleuven.be in psychotherapie en hulpverlening. vóór het Leuven: einde van Acco. mei. de Leijssen, maanden M. & mei-juni Stinckens, met één N. (2004). of twee Wijsheid stafleden. in gesprekstherapie. In dit Leuven: Begin Universitaire juli wordt aan Pers. de kandidaten meegedeeld of zij al dan wordt Lietaer, dieper G., Vanaerschot, ingegaan op G., de Snijders, motivatie J.A. van & de Takens, kandidaat, R.J. klinische (2008). Handboek niet toegelaten gesprekstherapie: worden De tot persoonsgerichte de opleiding, en welke experiëntiële lacunes zij benadering. therapeutische Utrecht: ervaring, De Tijdstroom. geschiktheid voor dit soort werk en eventueel dienen weg te werken via een bijkomende stage en een praktijkmogelijkheden. Muran, J.C. & Barber, J.P. De (Eds.) kandidaten (2010). worden The therapeutic geacht kritisch alliance. An evidence-based toelatingsexamen. guide to practice. New York: Guilford Press. te Norcross, kunnen reflecteren J. (Ed.) (2002). op de Psychotherapy eigen persoon relationships en het handelen that als work. New York: Oxford University Press. hulpverlener. Omdat een belangrijk deel van de opleiding in Rogers, N. (2003). Carl Rogers: A daughter s tribute (CD-rom). Marina del Rey: Mindgarden Media. kleinere groepen plaatsvindt, moet er een bereidheid bestaan Safran & Muran (2000). Negotiating the therapeutic alliance. New York: Guilford Press. om actief en constructief deel te nemen aan het groepsproces. Stinckens, N., Smits, D., Rober, P., & Claes, L. (Eds.)(2012). Vinger aan de pols in psychotherapie. Monitoring als therapeutische De kandidaten moeten de Engelse taal ook voldoende machtig methodiek. Leuven: Acco. zijn. Specialistische seminaries of werkgroepen kunnen in het Swildens, H. (1997). Procesgerichte gesprekstherapie. Leusden: De Tijdstroom. Engels worden gedoceerd wanneer de docent anderstalig is; de Yalom, I. (1980). Existential Psychotherapy. New York: Basic Books. voorbereidende literatuur bestaat ook ten dele uit Engelstalige publicaties. 9
Praktische aspecten 1. Periode en/of data en plaats van uitvoering Tijdens de eerste twee opleidingsjaren worden er wekelijks tot tweewekelijks seminaries, werkgroepen en praktijksupervisies georganiseerd. Deze opleidingsdagen vinden meestal plaats op donderdag van 13u tot 19u of op vrijdag en/of zaterdag van 9:30 u tot 16:30 u (4 blokken van 1.5u) van begin oktober tot eind mei, in PraxisP, het Praktijkcentrum van de Faculteit Psychologie, L. Vanderkelenstraat 32, 3000 Leuven. Afhankelijk van organisatorische redenen kan de opleiding ook elders in Leuven doorgaan. Daarnaast vinden in totaal 8 blokken groepstherapie plaats (van vrijdagmorgen tot zaterdagnamiddag). Deze gaan door in een residentiële setting in de omgeving van Gent. Het derde en vierde opleidingsjaar worden anders gestructureerd: het aantal contacturen wordt gereduceerd, teneinde de combinatie met voltijds werk te vergemakkelijken. De praktijksupervisies vinden ook grotendeels plaats buiten de opleiding (in kleine supervisie- en intervisiegroepjes). Ook de groepstherapie wordt in de twee laatste opleidingsjaren gereduceerd: er vinden jaarlijks twee blokken plaats. 2. Onderwijstaal De onderwijstaal is het Nederlands. Specialistische seminaries of werkgroepen kunnen in het Engels worden gedoceerd wanneer de docent anderstalig is. 3. Inschrijvingsbedrag Het inschrijvingsgeld bedraagt 2200 Euro per jaar. Hierin zijn de verplichte handboeken, accomodatiekosten leertherapie en het lidmaatschap van de VVCEPC (Vereniging voor Cliëntgericht- Experiëntiële Psychotherapie en Counseling) niet inbegrepen. De opleiding is erkend voor het gebruik van de KMO-portefeuille alsook Educatief verlof. 4. Getuigschrift De opleidelingen ontvangen een getuigschrift van Postgraduaat in de Cliëntgerichte Psychotherapie, optie Emotion-Focused Therapy en/of Existentiële Psychotherapie. 10
Praktische De opleidingsstaf aspecten Prof. Dr. Siebrecht Vanhooren Academisch verantwoordelijke Docent cliëntgerichte psychotherapie, Onderzoeksgroep Klinische Psychologie KU Leuven Coördinator team cliëntgerichte psychotherapie, PraxisP, KU Leuven Kurt Renders Dagelijks coördinator Coördinator groepspraktijk Conciente Coördinator Emotion-Focused Therapy van Focus on Emotion vzw Wendy Druyts Eigen psychotherapiepraktijk Palliatief Support Team, AZ Turnhout Medewerker Emotion-Focused Therapy van Focus on Emotion, vzw Inis Gallant Psychotherapeut CGGZ Gent en eigen praktijk Medewerker Existentiële Psychotherapie van Focus on Emotion, vzw Monica Gundrum Praktijkdocent, Onderzoeksgroep Klinische Psychologie KU Leuven Eigen psychotherapiepraktijk Arne Heylen Psychotherapeut bij groepspraktijk Naiade, Palliatief Support Team, UZ Leuven Medewerker Emotion-Focused Therapy van Focus on Emotion, vzw Claude Missiaen Eigen Psychotherapiepraktijk Staflid opleiding Counseling in Existentieel Welzijn, KU Leuven Zaakvoerder QIT bvba Luk Peeters Eigen Psychotherapiepraktijk Medewerker Via Experientia Medewerker Emotion-Focused Therapy van Focus on Emotion, vzw Dr. Nele Stinckens Coördinator groepspraktijk Naiade Oprichtster en zaakvoerster QIT bvba Sofie Talboom Psychotherapeut bij praktijk Marissink Medewerker Emotion-Focused Therapy van Focus on Emotion, vzw Externe medewerkers: Prof. Dr. Em. Lesley Greenberg (CA), Prof. Dr. Robert Elliott (USA), Prof. Dr. Jeanne Watson (CA), Prof. Dr. Antonio Pascual- Leone (CA), Prof. Dr. Em. Germain Lietaer, Prof. Dr. Greet Vanaerschot, Maaike Afschrift, Arpí Süle & Anton Hafkenscheid. 11
Contactadres: Siebrecht Vanhooren Psychologisch Instituut Tiensestraat 102, 3000 Leuven siebrecht.vanhooren@kuleuven.be https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/cq_50527717.htm#activetab=diploma_omschrijving