1. In de schaduw van Eduard Nieuwenhuis

Vergelijkbare documenten
Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

De jeugd van je opa en oma

Deborah Gravenstijn In dit judopak zit een Surinaams meisje, dat trots is op haar afkomst

Levensalbum van. opm Levensalbum 20 mei.indd :47:30

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6

Alleen een plastic tasje

ACHTERUIT ZWEMMEN IN GLASSPLINTERS door Herman Brusselmans

D67, Hintelstraat 12

had, maar ook zij is achteraf alles kwijt geraakt door de oorlog.

Maria Gijsbertha Heijdra vertelt over de. Familie Heydra

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

TANTE BETSIE. Charles & Herman Horsthuis. (Elisabeth Helena Henriëtte Issels) (Arnhem 11 oktober 1885 Haarlem 29 oktober 1943)

JOHAN CRUIJFF MIJN VERHAAL. in makkelijke taal

HET BEGIN VAN DE DROEFENIS VAN DE MENS

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

De parel in de kroon

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Speech tijdens opening tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië , Bronbeek.

Mergelweg 129 Horst Wolfgang

Boekverslag Engels Stepmom door Maggie Rob

Mijn mond zat vol aarde

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

jij Nu hier niet meer bent Mijn herinneringsboek

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

LES 4 Ruziënde Broers

Leesboekje familie en vrienden

Op één voetje en één kleppertje

Tijd van de wereldoorlogen: De tweede wereldoorlog

Emma van Waldeck-Pyrmont: Arolsen, 2 augustus 1858 Den Haag, 20 maart 1934

mirjam prinsen Door de ogen van mijn moeder Oorlogsherinneringen van een Rotterdams meisje

Inhoud. Voorwoord 4. Tips en suggesties 46

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Maar de grootste held was oma die bij de huiszoeking zo rustig is gebleven.

OPGELEGDE TEKSTEN DERDE JAAR (EERSTE JAAR TWEEDE GRAAD) Drama

Sissi Elisabeth. Van Carolina Gijbels1Ac nr 7

Willem Buskermolen. Een Kudelkop vertelt. Opgetekend door Atie van Lieshoud

Zoektocht naar Maria Boebes ( )

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

narratieve zorg Elder empowering the elderly

jan Boskamp geen gezeik Wim De Bock

Een land in Oost-Afrika. Hoofdstad: Addis Abeba inwoners (2011) Taal: Amhaars. Munteenheid: birr (ETB)

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

1. Toespraak burgemeester Dodenherdenking 4 mei 2017

Er was eens een gezin met zeven dochters. De zeven meisjes woonden met hun ouders een heel eind buiten de stad.

Willem Fledderus, De Nieuwe Lijn

Tommie, Dik en Esmeralda

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

De steen die verhalen vertelt.

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

MARIETJE VAN DAM. De jeugdjaren in Haarlem

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

3 Jullie moeten jezelf niet beter vinden dan een ander, of opscheppen

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

De tijd die ik nooit meer

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

de vreemde eend in de bijt

Tegenwoordig ben ik alweer een tijdje gepensioneerd en op de leeftijd dat ik terugkijk op mijn leven. Herinneringen zijn rare

Lies en Piet van der Veer. een familiegeschiedenis

LAMBERTUS VAN SCHIJNDEL EN HELENA VAN OORSCHOT. BERTJE EN LEENTJE VAN SCHIJNDEL LAMBERTUS VAN SCHIJNDEL HELENA VAN OORSCHOT

Bijlage 18 Genogram lezen

Interview met de heer J.W. Wesselius

23 Spurgeons eerste gemeente Volmaakte mensen Hebben engelen zakken? Bidden en werken Een zacht antwoord Mevrouw

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

1 Maar er is iemand ziek geweest: Lazarus, uit Betanië, uit het dorp van Maria en haar zuster Marta.

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

WANNEER IS JE LAATSTE KAART GELEGD?

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015

HARTELIJK BEDANKT: SCHRIJVER: Racheal

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Ruth 1. Ruth en Noömi

Uitvaart voorbede Voorbeeld 1.

Auke van Westreenen werd geboren met een moedervlek op zijn hoofd. Een mooi, bruin plekje, zo groot als het topje van mijn pink, vertelt zijn moeder.

vier generaties BEUKMAN Amsterdam

Wat rest is een foto

Hoe ben ik, Henk van den Hengel, bij H-DC The Oldtimers terecht gekomen en welke leuke herinneringen heeft mij dat tot nu toe opgeleverd.

Turfgravers worden binnenschippers

Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans

Inhoud. Voorwoord De goddelijke Minnaar 9. Hoofdstuk 1 De vijf liefdestalen begrijpen 20. Hoofdstuk 2 God spreekt liefdestaal 1: positieve woorden 34

Het verhaal van Pater Piet Butzelaar ( )

Geschreven door Simon Vierstra Met illustraties van Patricia Heijmen

Daar mogen jullie niet naar kijken!

Hendrick Avercamp, de winterschilder

De verloren zoon. Scholendienst in de Hoflaankerk met de Nieuwe Park Rozenburgschool 17 februari 2013

Je hoort de verhalen in de huidige tijd steeds vaker: mensen die vanuit een relatief

Dankbetuigingen. Janna Brandsma - Hendriksen. Janna Brandsma - Hendriksen. Jan Brandsma. Jan Brandsma. Jan Brandsma. Jan Brandsma DANKBETUIGING

Transcriptie:

1. In de schaduw van Eduard Nieuwenhuis Vaak wist mijn grootvader op woensdag niet hoe hij op zaterdag de lonen voor het personeel moest uitbetalen. Het lag voor de hand dat mijn carrière er een in de bloembollen zou worden. Daar heeft mijn familie generaties lang de kost mee verdiend. Dirk Nieuwenhuis, mijn overgrootvader, begon ermee. Hij had zeven zonen, dus het aantal bedrijven breidde gestaag uit. Vooral in de jaren twintig van de vorige eeuw werd er goed verdiend in de bloembollenteelt. Mijn grootvader, een van de jongere zoons in het gezin, was de grondlegger van Eduard Nieuwenhuis BV. Die naam werd in Lisse een begrip. Het bedrijf aan de rand van het dorp groeide uit tot een van de grotere bloembollenkwekers en -exporteurs in de regio. Tot 2004 bleef de onderneming de naam van mijn opa dragen. Ik heb hem niet bewust gekend. Net als zijn vrouw is hij in 1950 overleden; ik was toen vier jaar. Een gemakkelijk leven hebben ze niet gehad. Drie van hun tien kinderen moesten ze naar het graf brengen. Dirk was nog maar zes toen hij overleed. Het jongetje dat drie jaar later werd geboren, kreeg dezelfde naam, maar dat nam het verdriet over het verlies van de eerste Dirk niet weg. In 1915 stierf Alida Adriana, ook op zesjarige leeftijd. Een jaar later werd een meisje geboren dat de naam van het gestorven zusje kreeg. In 1936 kwam een einde aan het leven van Eduard junior, op 31-jarige leeftijd. Ook maatschappelijk hebben mijn grootouders moeilijke tijden gekend. Mijn grootmoeder heeft veel in het ziekenhuis gelegen, met al de daaraan verbonden kosten. Vooral de crisisjaren 8

Directeuren en personeel van Eduard Nieuwenhuis BV. Vanaf links: de 1e Ruup, de 5e Dirk (naar Amerika geëmigreerd), de 7e Cor (naar Engeland geëmigreerd), de 8e Hans, de 10e (uiterst rechts) Gerrit. waren zwaar. Vanaf 1930 draaide het bedrijf met verlies. De omgeving zag de buitenkant van de mooie directiewoning aan de Heereweg, maar binnen werd stille armoede geleden. Vaak wist mijn grootvader op woensdag niet hoe hij op zaterdag de lonen voor het personeel moest uitbetalen. Pas na de oorlog werd de situatie weer beter. Mijn grootvader werd opgevolgd door drie zoons, die elk hun eigen taak in het bedrijf hadden. Oom Gerrit, de oudste van het trio en de man naar wie ik ben vernoemd, was de eerste onder zijn gelijken. Hij betrok na de dood van zijn ouders het fraaie witte huis bij de zaak, presenteerde zich als algemeen directeur en nam nogal eens beslissingen zonder zijn broers daarbij te betrekken. Mijn vader, Johannes, kwam in leeftijd onder hem en was verantwoordelijk voor het werk in de schuur. Rudolf Lambertus, de jongste van het drietal, richtte zich op het werk 9

in de kwekerij. Door het personeel werden ze aangesproken als baas Gerrit, baas Hans en baas Ruup. De verhouding tussen heer en knecht werd in die tijd nog zeer bewust beleefd. Omdat Eduard Nieuwenhuis niet groot genoeg was voor nog meer directeuren, is Dirk na de Tweede Wereldoorlog naar Amerika geëmigreerd, om in New Jersey een eigen bedrijf op te bouwen. Cor heeft de oorlogsjaren in Engeland doorgebracht. Daar is hij in 1944 getrouwd met een Engelse vrouw. Als lid van de Prinses Irene Brigade leverde hij een bescheiden bijdrage aan de bevrijding van Nederland. Na de oorlog stichtte hij in Engeland een bollenbedrijf dat bijzonder ging floreren. Met een zekere regelmaat kwamen de beide ooms naar Nederland. Vanaf de jaren 60 brachten mijn ouders zo nu en dan een bezoek aan Amerika. De eerste keer maakten ze de reis met de boot, later deden ze dat met het vliegtuig. Ik was de jongste van de vijf kinderen. Fysiek kon ik niet tegen mijn broers en zussen op, dus ik moest het hebben van mijn verbale vaardigheid. Het ontlokte mijn moeder soms de verzuchting: Jij houdt zelfs voor de koningin je mond niet. We woonden in Tulipa, een bescheiden twee-onder-eenkapwoning aan de Veldhorststraat in Lisse, veel kleiner dan de woning van oom Gerrit. De slaapkamer deelde ik met mijn twee oudere broers: Ed en Hans. Ook de twee zussen, Cock en Tineke, moesten het met één slaapkamer doen. Het logeerkamertje was bestemd voor oma Van der Stoep. Die kon niet meer op zichzelf wonen en bivakkeerde afwisselend bij een van haar dochters. Slecht hadden we het niet, maar in mijn jonge jaren was het leven bij ons thuis redelijk sober. Wat er werd verdiend, ging grotendeels in de zaak. Er moest na al die magere jaren weer 10

vet op de botten komen. Zeker bij mijn vader leefde dat sterk. In de voorkamer van ons huis was geen verwarming, dus we zaten meestal in de achterkamer. Daar stond een kolenkachel en werden we ook gewassen, want een badkamer hadden we niet. Eens in de week gingen we in de zinken teil. Daarin onderscheidde de situatie bij ons zich niet van die in arbeidersgezinnen. Wel hadden we een hulp in de huishouding en kregen we al vroeg een auto. Die kon mijn vader goed gebruiken voor zijn werk. Zijn eerste Opel was voor de jeugd van de Veldhorststraat een bezienswaardigheid. Mijn vader heeft zijn hele leven ontzettend hard gewerkt. Hij was ijzersterk en ging meer dan eens een nacht door. Een deel van het jaar was hij op reis, vaak naar België, om bloembollen te verkopen. Zijn ervaring in de handel had hem een grote dosis mensenkennis opgeleverd. Als ik hoog opgaf over bepaalde personen, zei hij: Heb je er al eens een erfenis mee gedeeld? Begin januari vertrok hij voor een week of vier naar Schotland. Dat deed hij al toen hij nog maar twintig was. Als zeventienjarige jongen had hij een periode in Engeland doorgebracht om de taal te leren. De eerste jaren reisde hij met het openbaar vervoer van klant naar klant. Zo moest hij in een vreemd land zijn bollen aan de man zien te brengen. Door die harde leerschool had hij weinig met een sentimentele opvoedingsstijl. Vaak nam hij voor ons uit Engeland speelgoed mee dat je in Nederland nog niet zag, maar in het uitdelen van complimenten was hij schaars. Mijn moeder, dochter van een kleine vlasboer in de Hoeksche Waard, was een sociale, humoristische vrouw, die zich helemaal gaf voor het gezin. Op twintigjarige leeftijd kwam ze vanuit haar geboortedorp Piershil naar Rotterdam, omdat ze ver- 11

pleegster wilde worden. De tijd waarin ze als wijkverpleegster werkte, is een van de mooiste perioden in haar leven geweest, al was ze in haar huwelijk zeker niet ongelukkig. Net als mijn vader wist ze van aanpakken. Een groot deel van de maandag was ze druk met de was. Een wasmachine hadden we niet; ze moest het doen met een wasbord en een wringer. De witte was werd op de bleek gedroogd. In de winter stond buiten een pot met zoute bonen die ze had ingemaakt. Door de schaarste in de oorlog en de herinneringen aan de hongerwinter van 1944 was eten voor haar een belangrijk onderwerp. Er werd nooit voedsel weggegooid. Oude boterhammen en kliekjes van de warme maaltijd at ze zelf op, daar deed ze niet moeilijk over. Kleinzerigheid was haar vreemd. Zo voedde ze ook ons op. Als ik was gevallen en met een bloedend been thuiskwam, plakte ze een pleister over de wond en zei: Niet aan denken, jongen, dan gaat de pijn het snelst over. Van die mentaliteit word je niet slechter. Ik heb er nog steeds gemak van. 12