LES 8 BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Kelley lesson VIII: 20 Adjectives: Gender and Number, p. 43 21 Adjectives: Attributive Usage, p. 45 22 Adjectives: Predicative Usage, p. 46 Een bijvoeglijk naamwoord dient om een hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te omschrijven. In vergelijking met andere talen heeft het Hebreeuws er weinig. Geslacht en getal Bijvoeglijke naamwoorden hebben zelf geen geslacht (mannelijk of vrouwelijk) of getal (enkelvoud, tweevoud of meervoud) maar nemen het geslacht of getal over van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Onderstaand de meest voorkomende bijvoeglijke naamwoorden. Ze zijn weergegeven in hun eenvoudigste vorm en zo komen ze voor bij enkelvoudige mannelijke zelfstandige naamwoorden. ladg" (ook ldog"; groot) z[; (sterk)!qez" (oud; oud persoon) vadq' (ook vdoq'; heilig) vd'x' (nieuw)!joq' (klein) qz"x' (sterk) barq' (ook broq'; dichtbij) yx; (levend) hv,q' (hard, zwaar, moeilijk) ~k'x' (wijs) br; (veel, groot) baj (ook bjo; goed) qaxr' (ook qxor'; ver, afstand) hp,y" (mooi, eerlijk, knap) [r; (kwaad) rv'y" (recht, gelijk) ~ymit' (geheel, volkomen) rm; (bitter) Voor het beschrijven van een zelfstandig naamwoord in het mannelijk meervoud, wordt aan het bijvoeglijk naamwoord voor het mannelijk enkelvoud (dus aan de hiervoor genoemde) altijd het achtervoegsel (suffix) ~y i toegevoegd. Dus ook wanneer het zelfstandig naamwoord zelf onregelmatig is, dat wil zeggen: een ander achtervoegsel dan de standaard suffix ~y i heeft. baj ba' ~ybiaj taba' ~ysiws ~yqiz"x] (sterke paarden) (een goede vader) (goede vaders; taba' is een onregelmatig mannelijk meervoud) Is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord het suffix h '. vp,n<å hr"m' (bittere ziel) Voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud wordt altijd de suffix ta toegevoegd aan het bijvoeglijk naamwoord. Dus ook wanneer het zelfstandig naamwoord zelf een ander achtervoegsel dan de standaard suffix ta heeft. hb'aj hv'ai tabaj ~yvin" tasws taqz"x] (een goede vrouw) (goede vrouwen; ~yvin" is een onregelmatig vrouwelijk meervoud) (sterke merries) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 1 VAN 7
Voor een zelfstandig naamwoord dat in het tweevoud staat, krijgt het bijvoeglijk naamwoord dezelfde suffix als wanneer dat zelfstandig naamwoord in het meervoud zou staan. Dus voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het tweevoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord de suffix ~y i en voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het tweevoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord de suffix ta. tabaj ~yit;än"v. (twee goede jaren; het tweevoud van het vrouwelijke hn"v') 1 ) ~ybir; ~yim;äyo (twee lange dagen; het tweevoud van het mannelijke ~Ay) zelfstandig naamwoord getal geslacht suffix bijvoeglijke naamwoord enkelvoud mannelijk - enkelvoud vrouwelijk h ' tweevoud / meervoud tweevoud / meervoud mannelijk vrouwelijk ~y i ta Klinkerverandering Wanneer de bovengenoemde suffixen voor geslacht en getal worden toegevoegd aan het bijvoeglijk naamwoord, dan ondergaat dat bijvoeglijk naamwoord bepaalde veranderingen. Voor een deel zijn de veranderingen ervan afhankelijk of het bijvoeglijk naamwoord uit één of uit twee lettergrepen bestaat. De volgende regels voor die klinkerveranderingen zijn afgeleid uit de algemene regels voor klinkerveranderingen bij naamwoorden. Er is een groot aantal algemene regels die met elkaar nogal complex zijn en niet in een beginnerscursus horen. Voor de bijvoeglijke naamwoorden zijn de afgeleide regels te overzien. Regels voor het toevoegen van de suffix aan bijvoeglijke naamwoorden (voor mannelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden) van één lettergreep: 1. Woorden met een onveranderlijke lange klinker (y e y i W A) ondergaan geen klinkerverandering. baj (ms 2 ) ~ybiaj (mp) hb'aj (fs) tabaj (fp) 2. Woorden eindigend op een korte klinker en een niet-gutturaal, behouden de korte klinker maar de laatste consonant wordt verdubbeld door toevoeging van een dageesj forte. br; (ms) ~ybir; (mp) hb'r; (fs) tabr; (fp) 3. Woorden eindigend op een korte klinker en een gutturaal, krijgen een verlenging van de klinker naar een lange klinker (vanwege de weigering van gutturalen om te verdubbelen). rm; (ms) ~yrim' (mp) hr'm' (fs) tarm' (fp) 1 wanneer aan een vrouwelijk woord dat eindigt op h ' een suffix wordt toegevoegd, wordt eerst de uitgang h ' vervangen door een t (een oude vrouwelijke uitgang) en vervolgens wordt de suffix toegevoegd. Dus: hn"v' + ~yi ;ä tn:v' + ~yi ;ä ~yit;än"v. 2 m (male; mannelijk), f (female; vrouwelijk), s (singular; enkelvoud), p (plural; meervoud) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 2 VAN 7
Regels voor het toevoegen van de suffix aan (mannelijke enkelvoudige) bijvoeglijke naamwoorden met twee lettergrepen: 1. Deze woorden hebben allemaal een qámets in de eerste lettergreep. Door toevoeging van een suffix wordt deze qámets een (samengestelde) sj e wá omdat de lettergreep dan twee lettergrepen voor de beklemtoonde lettergreep komt te staan. Is de eerste consonant een niet-gutturaal, dan wordt de eerste klinker een sj e wá. ladg" (ms) ~yliadg. (mp) hl'adg. (fs) taladg. (fp) Is de eerste consonant een gutturaal, dan wordt de eerste klinker een samengestelde sj e wá. vd'x' (ms) ~yvid'x] (mp) hv'd'x] (fs) tavd'x] (fp) 2. Het tweelettergrepige woord!joq' (klein) is onregelmatig. De chólem wordt een páttach en er komt een dageesj forte in de noen (de noen verdubbelt):!joq' (ms) ~ynij;q. (mp) hn"j;q. (fs) tanj;q. (fp) 3. Woorden eindigend op h, verliezen deze uitgang bij toevoeging van de suffix. hp,y" (ms) ~ypiy" (mp) hp'y" (fs) tapy" (fp) Woordvolgorde bij gebruik van het bijvoeglijk naamwoord; twee soorten zijn mogelijk: Om een hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te beschrijven (normaal bijvoeglijk gebruik) wordt het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord gezet. Soms wordt de volgorde echter omgedraaid om meer nadruk te leggen op het bijvoeglijk naamwoord. Wanneer het zelfstandig naamwoord bepaald is (dus een lidwoord heeft), dan krijgt ook het bijvoeglijk naamwoord een lidwoord. hb'aj hv'ai (een goede vrouw) hb'ajh; hv'aih' (de goede vrouw) taladg> ~yri[' (grote steden) taladg>h; ~yri['h, (de grote steden) Als (deel van het) naamwoordelijk gezegde staat het bijvoeglijk naamwoord meestal voor het zelfstandig naamwoord. Het werkwoord zijn is weggelaten. Het bijvoeglijk naamwoord krijgt in deze functie nooit een lidwoord. rb'd"h; baj het woord (is) goed (1 Koningen 2:38) vdoq' ~AqM'h; yki want de plaats (is) heilig (Ezechiël 42:13) ~AYh; vadq'-yki want de dag (is) heilig (Nehemia 8:10) daom.-d[; hp'y" hr"[]n:h;w> en het meisje (was) zeer mooi (1 Koningen 1:4) daom. daom. #r<a'äh' hb'aj het land (was) uitermate goed (Numeri 14:7) ~yhil{a/ laer"f.yil. baj God (is) goed voor Israël (Psalm 73:1) daom.!qez" %l,m,äh;w> en de koning (was) zeer oud (1 Koningen 1:15) daom. Wnl'ä ~ybijo ~yvin"a]h'w> en de mannen (waren) zeer goed voor ons (1 Samuël 25:15) Soms worden twee bijvoeglijke naamwoorden gebruikt om een zelfstandig naamwoord te beschrijven. rv'y"w>-baj goed en recht (is) de HEERE (Psalm 25:8) dbek'w> vyaih'!qez"-yki want de man (was) oud en zwaar (1 Samuël 4:18) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 3 VAN 7
Opgaven bij les 8 1. Elk van de volgende gedeelten bevat een bijvoeglijk naamwoord. Geef aan of het (a) bijvoeglijk wordt gebruikt of als deel van het naamwoordelijk gezegde, (b) wat het geslacht is en (c) wat het getal is. hq'axr> #r<a,äme vanuit een ver land (Jozua 9:6) (a) bijvoeglijk (b) vrouwelijk (c) enkelvoud CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 4 VAN 7
2. Schijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de volgende gedeelten op (over). 3. Geef de juiste vertaling van de volgende passages. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 5 VAN 7
4. Koppel de juiste (Engelse) vertaling aan de Hebreeuwse passages. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 6 VAN 7
5. Oefen het uitspreken van de volgende gedeelten. Bedek de (Engelse) vertaling en oefen in het vertalen. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 7 VAN 7