Is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord het suffix h '. Voorbeeld: vp,n<å hr"m'

Vergelijkbare documenten
LES 9 VOORNAAMWOORDEN Kelley lesson IX: 23 Independent Personal Pronouns (Subject Pronouns), p Demonstrative Pronouns, p.

LES 7 ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN Kelley lesson VII: 17 Nouns: Derivation, p Nouns: Gender, p Nouns: Number, p. 37

( 33 Verbs: The Use of the Lexicon in the Location ans Translation of Verbs is niet uitgewerkt)

LES 2 KLINKERS Kelley lesson II: 2 Vowels, p. 6 3 Half-Vowels, p. 8

LES 3 MEER OVER LEESTEKENS EN UITSPRAAK

LES 6 VOORZETSELS EN VOEGWOORDEN Kelley lesson VI: 15 Prepositions With Nouns, p The Vav Conjunction, p. 31

(b) Bij de overige suffixen komt de klemtoon te liggen op de lettergreep die begint met of volgt op de laatste wortelconsonant ( 46.2, 1, A).

laewmv. sj e moe eel Samuël laewmv.bi bisjmoe eel in Samuël laewmv.li lisjmoe eel voor Samuël laewmv.ki kisjmoe eel zoals Samuël

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Eindtermen bij het beginonderwijs Klassiek Hebreeuws. Een handreiking aan docenten

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 7. TalencentrumBarneveld.nl

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

LES 1 HET HEBREEUWSE ALFABET Kelley lesson I: 1 The Alphabet, p. 1

Visuele Leerlijn Spelling

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

LES 14 WERKWOORDVERVOEGINGEN Kelley lesson XIV: 36 Verbs: The Remaining Stems, p. 108

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

als iets niet letterlijk is bedoeld.

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 23. TalencentrumBarneveld.nl

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

1 Spelling en uitspraak

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Studiehandleiding. Arabisch voor beginners

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

(werkwoordelijk gezegde)

EEN BIJBEL DIE GODS NAAM EERT

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 28. TalencentrumBarneveld.nl

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden

De Heilige Geest in het Oude Testament

HEBREEUWS BETEKENIS GRIEKS (LXX) BETEKENIS

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord

Eigen vaardigheid Taal

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 3. TalencentrumBarneveld.nl

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 27. TalencentrumBarneveld.nl

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Chronologisch Bijbelleesrooster in 3⅓ jaar de Bijbel door - 3 dagen Oude en 1 dag Nieuwe Testament v blz. 1

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

DE HEBREEUWSE GRAMMATICA. Samengesteld door. John Wessel. È ƒ Úƒ» e c c ƒ « È È ÏÚ«a «e Á ÏÒ ÂÕ Â Ô Â'

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

Werkvorm: Vertel dat de Bijbel bestaat uit 66 Bijbelboeken en dat die ook verschillende genres hebben. Start het spel:

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Dit werkboek is van:

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE


GENESIS

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Thema 10. We ruilen van plek

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Leergrammatica Arabisch 41. Les 5a. Ook adjectieven worden op deze wijze vrouwelijk gemaakt. groot (mannelijk) doappleó

Inhoudsopgave op thema HGJB Kinderwerkmethode Clik Jaargang 1-7

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

OP VASTE GROND. over authentiek bijbels geloof

Inhoud. 1 Spelling 10

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 30. TalencentrumBarneveld.nl

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 10. TalencentrumBarneveld.nl

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

INHOUDSOPGAVE PROGRAMMA S OP THEMA Map HGJB-Kinderwerk Jaargang 1-8

Online cursus spelling en grammatica

ENGELS. Maak oefeningen lesson 1 Leer: words lesson 1, onr. ww. 1 t/m 10. Extra opdrachten Unit 5: Niveau 1, 2/ Niveau 2, 3.

Het Woord was God (1)

VOORWOORD. René van Royen

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

Inleiding Thora. Raymond R. Hausoul

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Formuleren voor gevorderden

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

2. Werkwoordelijke zinnen

Antwoorden Nederlands Ontleding

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Transcriptie:

LES 8 BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Kelley lesson VIII: 20 Adjectives: Gender and Number, p. 43 21 Adjectives: Attributive Usage, p. 45 22 Adjectives: Predicative Usage, p. 46 Een bijvoeglijk naamwoord dient om een hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te omschrijven. In vergelijking met andere talen heeft het Hebreeuws er weinig. Geslacht en getal Bijvoeglijke naamwoorden hebben zelf geen geslacht (mannelijk of vrouwelijk) of getal (enkelvoud, tweevoud of meervoud) maar nemen het geslacht of getal over van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Onderstaand de meest voorkomende bijvoeglijke naamwoorden. Ze zijn weergegeven in hun eenvoudigste vorm en zo komen ze voor bij enkelvoudige mannelijke zelfstandige naamwoorden. ladg" (ook ldog"; groot) z[; (sterk)!qez" (oud; oud persoon) vadq' (ook vdoq'; heilig) vd'x' (nieuw)!joq' (klein) qz"x' (sterk) barq' (ook broq'; dichtbij) yx; (levend) hv,q' (hard, zwaar, moeilijk) ~k'x' (wijs) br; (veel, groot) baj (ook bjo; goed) qaxr' (ook qxor'; ver, afstand) hp,y" (mooi, eerlijk, knap) [r; (kwaad) rv'y" (recht, gelijk) ~ymit' (geheel, volkomen) rm; (bitter) Voor het beschrijven van een zelfstandig naamwoord in het mannelijk meervoud, wordt aan het bijvoeglijk naamwoord voor het mannelijk enkelvoud (dus aan de hiervoor genoemde) altijd het achtervoegsel (suffix) ~y i toegevoegd. Dus ook wanneer het zelfstandig naamwoord zelf onregelmatig is, dat wil zeggen: een ander achtervoegsel dan de standaard suffix ~y i heeft. baj ba' ~ybiaj taba' ~ysiws ~yqiz"x] (sterke paarden) (een goede vader) (goede vaders; taba' is een onregelmatig mannelijk meervoud) Is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord het suffix h '. vp,n<å hr"m' (bittere ziel) Voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud wordt altijd de suffix ta toegevoegd aan het bijvoeglijk naamwoord. Dus ook wanneer het zelfstandig naamwoord zelf een ander achtervoegsel dan de standaard suffix ta heeft. hb'aj hv'ai tabaj ~yvin" tasws taqz"x] (een goede vrouw) (goede vrouwen; ~yvin" is een onregelmatig vrouwelijk meervoud) (sterke merries) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 1 VAN 7

Voor een zelfstandig naamwoord dat in het tweevoud staat, krijgt het bijvoeglijk naamwoord dezelfde suffix als wanneer dat zelfstandig naamwoord in het meervoud zou staan. Dus voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het tweevoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord de suffix ~y i en voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het tweevoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord de suffix ta. tabaj ~yit;än"v. (twee goede jaren; het tweevoud van het vrouwelijke hn"v') 1 ) ~ybir; ~yim;äyo (twee lange dagen; het tweevoud van het mannelijke ~Ay) zelfstandig naamwoord getal geslacht suffix bijvoeglijke naamwoord enkelvoud mannelijk - enkelvoud vrouwelijk h ' tweevoud / meervoud tweevoud / meervoud mannelijk vrouwelijk ~y i ta Klinkerverandering Wanneer de bovengenoemde suffixen voor geslacht en getal worden toegevoegd aan het bijvoeglijk naamwoord, dan ondergaat dat bijvoeglijk naamwoord bepaalde veranderingen. Voor een deel zijn de veranderingen ervan afhankelijk of het bijvoeglijk naamwoord uit één of uit twee lettergrepen bestaat. De volgende regels voor die klinkerveranderingen zijn afgeleid uit de algemene regels voor klinkerveranderingen bij naamwoorden. Er is een groot aantal algemene regels die met elkaar nogal complex zijn en niet in een beginnerscursus horen. Voor de bijvoeglijke naamwoorden zijn de afgeleide regels te overzien. Regels voor het toevoegen van de suffix aan bijvoeglijke naamwoorden (voor mannelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden) van één lettergreep: 1. Woorden met een onveranderlijke lange klinker (y e y i W A) ondergaan geen klinkerverandering. baj (ms 2 ) ~ybiaj (mp) hb'aj (fs) tabaj (fp) 2. Woorden eindigend op een korte klinker en een niet-gutturaal, behouden de korte klinker maar de laatste consonant wordt verdubbeld door toevoeging van een dageesj forte. br; (ms) ~ybir; (mp) hb'r; (fs) tabr; (fp) 3. Woorden eindigend op een korte klinker en een gutturaal, krijgen een verlenging van de klinker naar een lange klinker (vanwege de weigering van gutturalen om te verdubbelen). rm; (ms) ~yrim' (mp) hr'm' (fs) tarm' (fp) 1 wanneer aan een vrouwelijk woord dat eindigt op h ' een suffix wordt toegevoegd, wordt eerst de uitgang h ' vervangen door een t (een oude vrouwelijke uitgang) en vervolgens wordt de suffix toegevoegd. Dus: hn"v' + ~yi ;ä tn:v' + ~yi ;ä ~yit;än"v. 2 m (male; mannelijk), f (female; vrouwelijk), s (singular; enkelvoud), p (plural; meervoud) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 2 VAN 7

Regels voor het toevoegen van de suffix aan (mannelijke enkelvoudige) bijvoeglijke naamwoorden met twee lettergrepen: 1. Deze woorden hebben allemaal een qámets in de eerste lettergreep. Door toevoeging van een suffix wordt deze qámets een (samengestelde) sj e wá omdat de lettergreep dan twee lettergrepen voor de beklemtoonde lettergreep komt te staan. Is de eerste consonant een niet-gutturaal, dan wordt de eerste klinker een sj e wá. ladg" (ms) ~yliadg. (mp) hl'adg. (fs) taladg. (fp) Is de eerste consonant een gutturaal, dan wordt de eerste klinker een samengestelde sj e wá. vd'x' (ms) ~yvid'x] (mp) hv'd'x] (fs) tavd'x] (fp) 2. Het tweelettergrepige woord!joq' (klein) is onregelmatig. De chólem wordt een páttach en er komt een dageesj forte in de noen (de noen verdubbelt):!joq' (ms) ~ynij;q. (mp) hn"j;q. (fs) tanj;q. (fp) 3. Woorden eindigend op h, verliezen deze uitgang bij toevoeging van de suffix. hp,y" (ms) ~ypiy" (mp) hp'y" (fs) tapy" (fp) Woordvolgorde bij gebruik van het bijvoeglijk naamwoord; twee soorten zijn mogelijk: Om een hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te beschrijven (normaal bijvoeglijk gebruik) wordt het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord gezet. Soms wordt de volgorde echter omgedraaid om meer nadruk te leggen op het bijvoeglijk naamwoord. Wanneer het zelfstandig naamwoord bepaald is (dus een lidwoord heeft), dan krijgt ook het bijvoeglijk naamwoord een lidwoord. hb'aj hv'ai (een goede vrouw) hb'ajh; hv'aih' (de goede vrouw) taladg> ~yri[' (grote steden) taladg>h; ~yri['h, (de grote steden) Als (deel van het) naamwoordelijk gezegde staat het bijvoeglijk naamwoord meestal voor het zelfstandig naamwoord. Het werkwoord zijn is weggelaten. Het bijvoeglijk naamwoord krijgt in deze functie nooit een lidwoord. rb'd"h; baj het woord (is) goed (1 Koningen 2:38) vdoq' ~AqM'h; yki want de plaats (is) heilig (Ezechiël 42:13) ~AYh; vadq'-yki want de dag (is) heilig (Nehemia 8:10) daom.-d[; hp'y" hr"[]n:h;w> en het meisje (was) zeer mooi (1 Koningen 1:4) daom. daom. #r<a'äh' hb'aj het land (was) uitermate goed (Numeri 14:7) ~yhil{a/ laer"f.yil. baj God (is) goed voor Israël (Psalm 73:1) daom.!qez" %l,m,äh;w> en de koning (was) zeer oud (1 Koningen 1:15) daom. Wnl'ä ~ybijo ~yvin"a]h'w> en de mannen (waren) zeer goed voor ons (1 Samuël 25:15) Soms worden twee bijvoeglijke naamwoorden gebruikt om een zelfstandig naamwoord te beschrijven. rv'y"w>-baj goed en recht (is) de HEERE (Psalm 25:8) dbek'w> vyaih'!qez"-yki want de man (was) oud en zwaar (1 Samuël 4:18) CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 3 VAN 7

Opgaven bij les 8 1. Elk van de volgende gedeelten bevat een bijvoeglijk naamwoord. Geef aan of het (a) bijvoeglijk wordt gebruikt of als deel van het naamwoordelijk gezegde, (b) wat het geslacht is en (c) wat het getal is. hq'axr> #r<a,äme vanuit een ver land (Jozua 9:6) (a) bijvoeglijk (b) vrouwelijk (c) enkelvoud CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 4 VAN 7

2. Schijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de volgende gedeelten op (over). 3. Geef de juiste vertaling van de volgende passages. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 5 VAN 7

4. Koppel de juiste (Engelse) vertaling aan de Hebreeuwse passages. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 6 VAN 7

5. Oefen het uitspreken van de volgende gedeelten. Bedek de (Engelse) vertaling en oefen in het vertalen. CURSUS BIJBELS HEBREEUWS PAGINA 7 VAN 7