Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland ontvlucht. De nazi-praktijken reisden hen echter achterna. Zo mocht ik als Joods meisje niet meer naar mijn eigen school en verstopte mijn vader zich achter de wand van een kledingkast als er razzia s waren. Onze rugzakken stonden klaar om weg te gaan, maar als we geweten hadden waar we terecht zouden komen, waren we niet meegegaan. In een veewagen zijn we in de zomer van 1943 naar Westerbork gebracht. Mijn vader nam zijn gitaar mee. Hij was componist en kapelmeester geweest bij de Duitse Opera. In Westerbork, en later ook in Bergen-Belsen, zette hij zijn muzikale kwaliteiten in en zong met de kinderen.
Dat was volgens hem goede afleiding van de rauwe werkelijkheid. Hij noemde muziek voedsel voor de ziel. Zelf lummelde ik de dagen door in Westerbork, ook hier ging ik niet naar school. In vergelijking met Bergen-Belsen was Westerbork een paradijs. In Bergen-Belsen waren ernstige ziekten, stonden we urenlang op appèl en in het kamp speelde eten, of beter gezegd het gebrek aan eten, een grote rol. Je kreeg teveel om dood te gaan en te weinig om van te leven. Van mijn eigen kinderen heb ik later altijd respect voor eten gevraagd. Mijn moeder sprak mijn vader moed in in de kampen. Zelf accepteerde ik alles: je stompt af, denkt niet meer na. De Russen bevrijdden ons bij Trobitz, daar stopte de trein die met ons en tweeduizend anderen zonder bestemming uit Bergen-Belsen vertrok en doelloos twee weken lang rondreed.
Dat was zeer angstig; alsmaar onderweg zijn en niet weten wat er ging gebeuren. Na de bevrijding ging de boel op slot; er werd over de oorlog niet gesproken. Natuurlijk was de oorlog er wel, bijvoorbeeld in de muziek van mijn vader. In 1947 schreef hij het lied Waar bleven de Joden van Amsterdam? Ik ben professioneel zangeres geworden, muziek was en is voor mij ook belangrijk; ik kan er mijn emoties in kwijt. Daarom vind ik het mooi dat vóórdat de stille tocht hier vanavond vertrok bij de slagboom, de muziek van dit lied van mijn vader is gespeeld. Ik heb dit lied meermalen gezongen, ook samen met hem. Verder wil ik de oorlog geen rol in mijn leven laten spelen, zo heb ik dat ooit besloten.
Ik ben Lex Blok. Ik ben één van de twee zonen van Mirjam. Hoewel ik in 1965 geboren ben en er thuis nooit over de oorlog werd gesproken, draag ook ik de oorlog in mij. Mijn moeder heeft verschrikkelijke dingen ervaren in haar jeugd. Toen ze volwassen was, heeft ze uiteindelijk in haar eentje voor een inkomen gezorgd en mij en mijn broer grootgebracht (en wij waren zeker niet de gemakkelijkste!). Na alles wat mijn moeder had meegemaakt, is het tonen van emoties altijd moeilijk geweest in ons gezin. Gevoelens zijn diep weggestopt; knuffelen was gek en huilen deed je niet. Dat doe ik overigens nog steeds niet. Mensen buiten ons gezin vertrouwen was niet vanzelfsprekend. Er heeft een poos een bordje naast onze voordeur gehangen met de tekst: Als je de mensen leert kennen, ga je van dieren houden. Ik heb wel vertrouwen in andere mensen, maar dat ging niet vanzelf en pas nadat ik mijn huidige vrouw heb ontmoet is dat beter geworden.
Er zijn ook goede eigenschappen voortgekomen uit de oorlog. Eten heeft bijvoorbeeld bij ons in het gezin altijd een speciale plaats gehad. Met eten wordt zorgvuldig omgegaan, eten wordt niet weggegooid en er moet altijd meer dan genoeg zijn, zodat niemand tekort komt. Ik vind dit nog steeds heel goed en geef dat nu ook weer door aan mijn kinderen. In de rij staan voor eten, bijvoorbeeld in een snackbar, doe je niet. Sinds kort speel ik weer viool. Ik moest thuis altijd opboksen tegen professionele muzikale talenten ( heb daar wel een beetje een minderwaardigheidsgevoel aan overgehouden.) Maar muziek en de kracht ervan heeft ook mij gevormd en heeft nog steeds een plaats in mijn leven. Ik ben onlangs begonnen met het instuderen van een vioolpartij van mijn Opa.
Mijn moeder trekt zich niet veel aan van anderen. Het maakt haar niet uit hoe ze over haar denken, over wat er wel- en niet hoort. Ik vind dat soms lastig, maar die eigenzinnigheid maakt haar wel een geweldige oma. En naarmate ik ouder word, begrijp ik haar levenshouding steeds beter. Ik heb veel respect voor mijn moeder.
Ik ben Michiel Blok. Ik ben een kind van Lex. Ik ben 22 en als zogenaamde derde generatie weet ik natuurlijk totaal niet hoe het is om te leven in angst, te leven in agressie, te leven in oorlog. Ik heb niet het gevoel dat de oorlog van mijn oma mijn leven nog heel erg beïnvloedt. Natuurlijk krijg ik vreselijke verhalen te horen van mijn oma Mirjam en ook van haar zus Suze, maar me daadwerkelijk voelen zoals zij zich toen voelden, is voor mij onmogelijk. Toch, als ik goed zoek, zie ik wel dingen van de oorlog terug. En het is eigenlijk door de vraag of ik hier vandaag wilde spreken dat ik me daarvan bewust ben geworden. Mijn vader is bijvoorbeeld heel slecht in delen. Je denkt misschien: 'wat heeft dat nou met de oorlog te maken?'
Een directe link is er niet, maar door het leven in armoede en honger, heeft mijn oma besloten dat haar kinderen nóóit iets tekort zouden komen. Daarom kregen mijn vader en zijn broer geen zak chips die ze met z n tweeën moesten delen, maar kregen ze allebei een doos en hoefden ze dus niks te delen. Mijn vader vertelde al dat bij ons thuis nog altijd heel bewust met voedsel wordt omgegaan. Andere sporen van de oorlog? Uiteraard de grappen over joden waar ik niet om kan lachen. En ik erger ik me aan mensen die de vrede en vrijheid in ons land als vanzelfsprekend beschouwen. Die er niet eens meer over nadenken dat er ruim 75 jaar geleden een oorlog woedde en mensen in angst leefden. Dat ik me niet kan voorstellen hoe mensen zich tijdens de oorlog gevoeld hebben, ervaar ik als een gift. Ik hoop dat dit besef nog lang mag duren.