De brief van papa Bibliografie: De Cock, M. (2012). De brief van papa. Amsterdam: Querido. Thema: vriendschap, gezin, stadsleven, gevangenis Korte inhoud: Rosie is met haar moeder verhuisd naar de andere kant van de stad. In het nieuwe appartementsgebouw waar ze gaat wonen, leert ze Moussa kennen. Waar haar papa is, weet Rosie niet. Iedere keer ze er met mama over wil praten, krijgt ze een grote 'zucht' als antwoord. Tot Rosie op een dag telefoon krijgt, en dan een brief. Papa is helemaal niet in een ander land. Hij woont een eind verderop in de stad. En Rosie mag op bezoek komen! Samen met haar vriend Moussa trekt ze erop uit. Duur activiteit: 30 Lesdoelen: De leerlingen: kunnen zich inleven in de hoofdpersonages Rosie en Moussa; kunnen vragen opstellen die gericht zijn aan de papa van Rosie; zijn nieuwsgierig om het boek verder te lezen. Materiaal: 1 kaartje per leerling met een naam op van één van de personages (mama, Moussa, mevrouw Hemelrijk en meneer Tak). Het kaartje met Rosie op komt slechts één keer voor. Prent Rosie en Moussa met kernwoorden Fragment 1 uit het boek (bijlage 1) Fragment 2 uit het boek (bijlage 2) Envelop met brief van papa (bijlage 3) Vragen en antwoorden gevangenen (bijlage 4) Papier Balpennen Boek De brief van papa Prent Michael De Cock Prent voorkaft boek Beste vrienden voor altijd
Instap (10 ) Bij het binnengaan van de leesmobiel krijgt elke leerling een kaartje. Het kaartje verdwijnt in de broekzak. Er wordt niet naar gekeken! De leerkracht toont het boek Rosie en Moussa en een blad met kernwoorden. De leerlingen lezen deze kernwoorden in stilte. Via de kernwoorden stelt de leerkracht vragen aan de leerlingen waarbij ze daarna telkens inpikt op het leven van Rosie en Moussa (= korte inhoud van het eerste boek over Rosie en Moussa). In de grote stad en verhuizen Rosie gaat met haar moeder samen in een groot appartementsgebouw wonen aan de andere kant van de stad. Daar leert ze een jongen kennen. Hij heet Moussa. Hij neemt Rosie mee tot helemaal boven op het dak, hoewel dat door meneer Tak, de strenge conciërge, ten strengste verboden is. o Wie woont in de stad? o Wat is daar (niet) leuk aan? o Is er in de stad voldoende plaats om te spelen? o Wie woont in een dorp of op het platteland? o Wat is daar (niet) leuk aan? o Wie is al eens verhuisd? Vriendschap Als Rosie verhuist, is ze bang dat ze op die nieuwe plek geen vrienden zal hebben. Maar al snel staat haar buurjongetje Moussa voor de deur. Ze beleven op het dak van het appartementsgebouw een spannend avontuur. En zo worden ze al snel vrienden. o Ken jij de kinderen uit je buurt goed? Zijn zij ook jouw vrienden? Speel je vaak met hen? o Heb jij een goede vriend zoals Rosie en Moussa elkaar hebben? o Wanneer ben je een goede vriend of vriendin? Wat doe je dan voor elkaar? o Als je iemand ziet die alleen is, ga je dan naar hem of haar toe om een praatje te maken? Anders zijn Moussa heeft een donkere huidskleur. Dat wil zeggen dat zijn ouders of grootouders niet in België maar in een ander land geboren zijn, misschien in Marokko, Turkije of nog een ander land. Rosie let daar niet op, voor haar maakt het niet uit welke huidskleur je hebt. Maar sommige mensen kijken toch raar naar Moussa en dat is niet leuk voor hem. o Ken jij veel kinderen met een andere huidskleur? o Ben je anders als je huid bruin, zwart of geel ziet? Papa Rosie verhuist met haar mama. Papa verhuist niet mee. Rosie en mama denken af en toe nog wel aan papa en missen hem. Maar we weten niet waar de papa van Rosie is, wat hij nu doet of wat er met hem is gebeurd. o Moet jij je mama of papa soms missen? Hoe voel je jou dan?
Midden (15 ) De leerkracht leest een fragment voor uit het boek De brief van papa (zie bijlage 1). De leerkracht vermeldt de titel van het boek nog niet. Na het fragment te hebben gelezen toont de leerkracht de voorflap van het boek De brief van papa. Wat zouden we in de brief kunnen lezen? Wie wil graag weten wat in de brief staat? De leerkracht leest het tweede fragment voor uit het boek De brief van papa (zie bijlage 2 of p. 38 in het boek). Een brief is bedoeld voor één persoon. Enkel deze persoon mag de brief openen. De leerlingen kijken op hun kaartje (gekregen bij het binnenkomen van de leesmobiel). De leerling met Rosie op het kaartje mag de brief openen en voorlezen voor de hele klas. De brief wordt klassikaal besproken. Wie wil er reageren op deze brief? Wie zou (na het horen van de brief) de papa van Rosie willen ontmoeten? De leerlingen krijgen elk een blad papier en een balpen en schrijven een brief terug naar de papa van Rosie. OF De leerlingen krijgen per twee een blad papier en een balpen en bedenken vragen voor de papa van Rosie. Wat zou je allemaal willen vragen aan de papa van Rosie? Wat zou je allemaal te weten willen komen over het leven in de gevangenis?
Slot (5 ) Enkele brieven/vragen worden voorgelezen. De brieven worden verzameld in een grote omslag die dan in de klas bij het boek wordt gelegd. (Na het lezen van het boek in de klas kunnen de leerlingen kijken in de omslag of ze antwoorden hebben gekregen op hun vragen.) OF De leerkracht bundelt alle opgestelde vragen tot één document en legt dit bij het boek. Ook kunnen de leerlingen bij het boek een blad terugvinden met vragen van kinderen en antwoorden van gevangenen over het leven in de gevangenis (zie bijlage). De leerkracht stelt nog enkele vragen. Wie is de schrijver van het boek De brief van papa? Michael De Cock is de schrijver van de boeken over Rosie en Moussa. Hij heeft ook een theaterstuk geschreven over het boek De brief van papa. Sinds januari 2012 wordt het stuk opgevoerd. Dit stuk werd ook opgevoerd in gevangenissen waarbij zowel kinderen van gevangenen als kinderen van niet-gevangenen worden uitgenodigd. Het theaterstuk kende zo n succes dat het tot in januari 2014 gespeeld werd. In de klasbibliotheek vind je ook het boek De kronieken van Qrom terug. De leerkracht toont het boek. De leerlingen vertellen wat er hen opvalt als ze de prenten met elkaar vergelijken. Wie is de illustrator van beide boeken? Judith Vanistendael is de illustrator van beide boeken. Merk op dat elke illustrator een eigen tekenstijl heeft. Het boek de brief van papa is geschreven in het jaar 2012. In 2013 is er al een nieuw boek geschreven over de avonturen van Rosie en Moussa: Beste vrienden voor altijd. De leerkracht toont het boek.
mama Moussa mevrouw Hemelrijk meneer Tak meneer Tak meneer Tak mama Moussa mevrouw Hemelrijk mama Moussa mevrouw Hemelrijk mama Moussa mevrouw Hemelrijk meneer Tak meneer Tak meneer Tak mama Moussa mevrouw Hemelrijk mama Rosie mevrouw Hemelrijk
in de grote stad vriendschap papa anders zijn verhuizen
BIJLAGE 1 Mama heeft gelogen. Mama, die aan Rosie wel duizend keer gezegd heeft dat eerlijk het langst duurt en dat je altijd eerlijk moet zijn, ook al is dat soms knap lastig. Ze heeft Rosie wijsgemaakt dat papa naar een ander land is verhuisd, terwijl hij nauwelijks een paar kilometer verderop woont. Nou, als mama mag liegen dan mag ik dat ook, denkt Rosie. En daarom heeft ze niet aan mama verteld dat ze papa aan de telefoon heeft gehad. Maar aan haar buurvrouw, mevrouw Hemelrijk en Moussa vertelt ze alles. Wat scheelt er Rosie? vraagt mevrouw Hemelrijk bezorgd. Weet je, zegt ze en ze begint te snikken. De tranen rollen over haar wangen, tot op het puntje van haar neus. Sommige vaders gaan bij moeders weg om bij andere moeders te gaan wonen. En daarna nog bij andere. En sommige vaders gaan bij moeders weg om bij andere vaders te gaan wonen. En sommige vaders gaan maandenlang op reis zonder iets van zich te laten horen. En sommige vaders gaan dood. Dan kun je allemaal vertellen, hoe moeilijk het ook is. Maar waar mijn vader is? Nee. Dat durf ik geen mens te vertellen. Mijn papa kan me niet komen bezoeken omdat hij niet zomaar weg kan, daar waar hij nu zit. Begrijp je? Moussa kijkt mevrouw Hemelrijk vragend aan. Hij heeft zijn been toch niet gebroken? Moussa grinnikt: Of hij woont toch niet op de maan of zo? Woonde hij maar op de maan, denkt Rosie. Dat zou ik tenminste durven vertellen. Mijn vader kan me niet komen opzoeken, zegt ze dan voorzichtig, omdat omdat Rosie krijgt de woorden niet over haar lippen. Omdat wat, Rosie? zegt mevrouw Hemelrijk. Omdat hij in de gevangenis zit. Moussa, die altijd op alles een antwoord klaar heeft, weet niks te zeggen. Hij slikt alleen maar, en kijkt Rosie met grote ogen aan. BIJLAGE 2 (p. 38 in het boek) Een brief, zegt Moussa. Er is een brief voor je gekomen. Hij staat Rosie op te wachten in de gang, voor de gesloten deur van haar appartement. Mijn vingers jeukten om hem open te maken! zegt Moussa. Maar mevrouw Hemelrijk zei dat zoiets absoluut verboden is. Schending van het briefgeheim noemt ze het. Dat betekent dat alleen jij de brief mag openmaken, omdat jouw naam erop staat. Dus als jij me vertelt wat erin staat, dan is het geen schending van het briefgeheim, heeft mevrouw Hemelrijk gezegd.
BIJLAGE 3 Lieve Rosie, Hier is hij dan eindelijk. De brief waar je zo lang op gewacht hebt. We hebben elkaar zo veel te vertellen, en zo veel te vragen. Ik had je natuurlijk veel eerder moeten schrijven, maar ik vond altijd een reden om dat niet te doen. En als alle redenen op waren, dan waren de juiste woorden om een brief te beginnen nergens te vinden. Ik heb vaak genoeg naar een wit blad zitten staren, met bovenaan de twee woorden die je ook boven deze brief ziet staan. Ik denk eerlijk gezegd dat ik niet zo n briefschrijver ben. Je moet je wel rot geschrokken zijn toen ik die ochtend vertrokken was. Het ging allemaal zo snel. Ik weet nog dat ik voor de deur van je kamer stond. Je sliep nog. Uiteindelijk ben ik stilletjes weggegaan, zonder iets te zeggen. Een beetje laf, niet? Ik weet niet of mama soms over mij vertelt. Maar misschien is het tijd dat ik je zelf uitleg wat er allemaal gebeurd is. Zou je hier een keer naartoe willen komen? Dat zou ik zo fijn vinden. Als je zin hebt om mij te bezoeken, dan laat ik oom Joris een bezoek regelen. Mijn deur staat altijd voor je open, zoal we hier soms al grappend tegen elkaar zeggen. Of: kom gerust langs, we zijn altijd thuis. Dag Roos, Je papa.
BIJLAGE 4 Mag je tv kijken? (Renier, 7 jaar) Met twee in een cel is het een beetje wikken en wegen totdat we overeenkomen. De ene wil gaan slapen en de ander wil tv kijken Dan wordt het moeilijk en moeten er afspraken gemaakt worden. Bij de ene lukt dat al wat gemakkelijker dan bij de andere. Mag je dieren houden? (Lisa, 7 jaar) Hier in Mechelen in de gevangenis mag je geen dieren houden. Er zijn wel bepaalde gevangenissen zoals Leuven Centraal waar beperkt dieren mogen gehouden worden, zoals een klein vogeltje, een parkietje in een vogelkooitje Wat doe je op je verjaardag? (Lena en Aïcha, 8 jaar) Mijn verjaardag hier is een dag zoals een andere. Ik zeg het gewoon tegen niemand. Er is dit jaar maar één iemand die mij een gelukkige verjaardag gewenst heeft. En dat is één van mijn kinderen die er toevallig aan gedacht heeft. Wat is je hobby? En kan je die doen in de gevangenis? (Sam, 8 jaar) Mijn hobby is muziek. Als kind speelde ik mondharmonica en accordeon. En ik heb 15 jaar les gevolgd, orgel. Ik zou graag aan een gitaar geraken of in de kapel orgel spelen. Maar de directie beslist daarover, hé. Muziek is dus mijn hobby maar ik kan die hier niet beoefenen. Krijgen jullie soms snoep? (Benthe en Lena, 7 jaar) Wij kunnen niet naar de winkel, maar de winkel komt naar ons. Snoepen kunnen wij hier ook maar dat moet besteld worden via een kantine. Wij krijgen een lijst waarop bepaalde snoep staat. Als we graag snoep hebben, dan kunnen we een pakje chips bestellen. Of bollekes of een lekstok. Moeten jullie ook klusjes doen zoals je kamer poetsen? (Lisa, 7 jaar) Een kuisvrouw hebben we niet We moeten zelf poetsen. Als je in een kleine cel met twee man leeft, dan is dat klein kotje heel rap vuil. Dan is het ook maar normaal dat je af en toe opkuist want anders zit je in plaats van in een cel in een varkensstal. t Is zo al erg genoeg. Heb je ook kinderen en komen die je dan bezoeken? (Heleen, 7 jaar) Eén keer per maand, woensdagnamiddag, is er kinderbezoek. Dat duurt drie uur. Het eerste uur zit ik apart met mijn zoontje en mogen we vrij doen wat we willen. Spelen, tekenen, knutselen, eender wat. Na een uur komt een andere groep erbij en dan worden er activiteiten georganiseerd. Elk bezoek is belangrijk. Ik vind dat mijn zoontje het heel goed doet en daar ben ik enorm blij om. Maar elke keer moet er toch hard gewerkt worden om dat zo te houden. Leven jullie echt op water en brood? (Lilith, 8 jaar) Ik ben SOS Piet in de keuken. We maken alle dagen voor 135 man eten, zoals er thuis door mama en papa eten gemaakt wordt. Maar dan in het groot. Vrijdag is visdag. Hier worden twee à drie keer per week aardappelen gegeven. Eén keer spaghetti, één keer rijst. Donderdag frietjes. En zondag is het meestal iets gefrituurd zoals kroketten. s Morgens wordt er brood gegeven en s avonds ook, met beleg. Dat kan kaas zijn, een slaatje, iets warm, iets koud Wat hier altijd goed is: friet. Friet is overal goed, ook in de gevangenis. Zowel voor grote mensen als voor kinderen. Dat is typisch Belgisch. Ik droom al 22 maanden van een stevige steak.