7.3 GOED OMGAAN MET AFVALWATER

Vergelijkbare documenten
Veiligheid (WBP2+, H5)

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Code: Datum:

De waterbodems in de Waterwet

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Aanvullend toetsingskader vergunningverlening Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Bijlage 8: Uitvoeringsprogramma

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Waterbodems in de Waterwet

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Het waterschap en Grondwater. Bewonersavond 24 maart 2016

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

Voortgangsrapportage Waterbeheerplan 2009 CONCEPT

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

Besluit lozing afvalwater huishoudens

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

Juist (nu) aansluiten

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

Zolang situaties voor primaire keringen nog niet op orde zijn een pakket beheermaatregelen opstellen voor situaties met hoogwater.

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

GronDwatEr. onttrekken En LozEn Van

Activiteitenbesluit milieubeheer

5.18. Grondwateronttrekkingen. Kader

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede

primaire, secundaire en tertiaire watergangen.

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Water- en Rioleringsplan

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

WATERVERGUNNING (RAAM)

datum dossiercode Geachte heer/mevrouw M. Kuipers,

We verzoeken u het ontwerp wijzigingsplan vrij te geven voor inspraak en de voorliggende notitie op te nemen in de toelichting.

Besluit lozing afvalwater huishoudens

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

REGIONALE BESTUURSOVEREENKOMST STEDELIJK WATER FLEVOLAND

Rapportage watertoets

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING ACHTERSTRAAT VUGHT

Notitie. 1. Beleidskader Water

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

REACTIE HHSK OP ONTWERP WATERWET

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland,

Basisopleiding Riolering Module 1

WATERVERGUNNING D /

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op de artikelen 2.8, 4.7, 5.1 en 5.2 van de Waterwet en artikel 145 van de Provinciewet;

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

Bijlage 5, beleid. Bijlage 5, beleid

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Transcriptie:

7.3 GOED OMGAAN MET AFVALWATER Veel menselijke activiteiten hebben een negatief effect op de kwaliteit van het water doordat ze water verontreinigen. Het waterschap zorgt met de behandeling van afvalwater dat zo veel mogelijk van deze effecten teniet worden gedaan. Doelstelling 2010-2015 1. De emissies van de afvalwaterketen zijn zodanig dat aan relevante EU-normen, nationale en regionale doelstellingen wordt voldaan. 2. Een doelmatige scheiding en behandeling van stedelijk afvalwater is gerealiseerd. 106 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 107 INZAMELING EN TRANSPORT SITUATIESCHETS 7.3.1

STRATEGIE 2010-2015 UITGANGSPUNTEN 108 MEER DAN WATER ALLEEN

FIGUUR 6: AFWEGING OMGAAN MET STEDELIJK AFVALWATER 1 VOORKOMEN LOZING/ EMISSIE 2 VERGAAND HER- GEBRUIK 3 AANSLUITING RIOLERING (NAAR AWZI) 4 AFVOER PER AS (TRANSPORT)/ IBA NAAR OPPERVLAKTE-/ GRONDWATER 5 OPSLAG EN GELIJKMATIGE VERSPREIDING FIGUUR 7: AFWEGING OMGAAN MET HEMELWATER 1 BRON- MAATREGELEN 2 VERGAAND HERGEBRUIK 3 SCHEIDEN IN KWALITEIT 4 BEOORDELING WEL OF NIET ZUIVEREN CONFORM STREVEN NAAR ZUIVEREND GESCHEIDEN RIOOLSTELSEL WATERBEHEERPLAN 2010-2015 109

TABEL 12: GEWENSTE BEHANDELING VAN HEMELWATER Hemelwater Schoon (geen risico) Licht verontreinigd (laag risico) Sterk Verontreinigd (hoog risico) Behandeling Afvoeren naar oppervlaktewater / grondwater (afkoppelen) waarbij pieken in de afvoer voorkomen dienen te worden (zie paragraaf 6.1 en 6.3.3). Lokaal zuiveren middels bijvoorbeeld lamellenseparator, helofytenfilter en (in) filtratie voorafgaand aan afvoer naar oppervlaktewater / grondwater. Verdergaand lokaal zuiveren of aansluiten op riolering. BRON: WATERSCHAP ZUIDERZEELAND TABEL 13: BEOORDELING KWALITEIT HEMELWATER Hemelwater Schoon hemelwater is: Beoordeling Hemelwater van verhardingen met een verkeersintensiteit < 1000 voertuigen/dag Hemelwater van daken/woningen waarbij geen voor het watersysteem schadelijke uitloogbare stoffen zijn gebruikt (koper, zink, lood, teerhoudend bitumen) Hemelwater vanaf parkeerplaatsen met < 50 plaatsen Hemelwater van onverhard terrein Hemelwater van centrumgebieden niet zijnde marktterreinen Verontreinigd hemelwater is: Sterk verontreinigd hemelwater is in ieder geval hemelwater afkomstig van: Al het hemelwater wat niet als schoon wordt aangemerkt een buitensopslag van (afval) stoffen laad- en losplaatsen weegbruggen BRON: WATERSCHAP ZUIDERZEELAND TABEL 14: UITGANGSPUNTEN VOOR BASISINSPANNING Basisinspanning Verbeterd gemengd systeem Verbeterd gescheiden stelsel Berging 7 mm + 2 mm bergbezinkbassin 4 mm Pompcapaciteit 0,7mm/uur 0,3 mm/uur BRON: COMMISSIE INTEGRAAL WATERBEHEER (CIW), NOTITIE: RIOOLOVERSTORTEN, DEEL 2: EENDUIDIGE BASISINSPANNING, NADERE UITWERKING VAN DE DEFINITIE VAN DE BASISINSPANNING, JUNI 2001) AFHANKELIJKHEDEN 110 MEER DAN WATER ALLEEN

7.3.2 ZUIVEREN SITUATIESCHETS WATERBEHEERPLAN 2010-2015 111

STRATEGIE 2010-2015 UITGANGSPUNTEN AFHANKELIJKHEDEN 112 MEER DAN WATER ALLEEN

8 DWARS- DOORSNEDEN 8.1 STEDELIJK WATER 8.2 WATER EN RUIMTE 8.3 BELEVINGSWAARDE 8.4 VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING 8.5 KENNIS- EN INFORMATIEBEHEER 8.6 CALAMITEITENBESTREIDING 8.7 COMMUNICATIE 8.8 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN WATERBEHEERPLAN 2010-2015 113

8.1 STEDELIJK WATER Waterschap Zuiderzeeland wil een ecologisch gezond en veilig stedelijk watersysteem. Het moet voldoen aan zijn waterhuishoudkundige functie en bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving in het stedelijk gebied. Daarnaast wil het waterschap dat menselijk handelen zo min mogelijk negatief effect heeft op het watersysteem. Ook ziet het waterschap graag dat bewoners van het stedelijk gebied zich betrokken voelen bij het water in het stedelijk gebied. En dat zij er ook daadwerkelijk bij betrokken worden. Doelstelling 2010-2015 1. Het waterschap werkt proactief met de gemeenten samen om de doelen met betrekking tot het stedelijk water te realiseren. 2. Het waterschap zet zich in voor schoon en voldoende water en het beperken van overlast (zie schoon water en voldoende water). 3. Het waterschap draagt via de watergangen in het watersysteem bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in het stedelijk gebied (zie belevingswaarde). 4. Het waterschap betrekt burgers bij het waterbeheer in het stedelijk gebied (zie communicatie). 114 MEER DAN WATER ALLEEN

8.1.1 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN SITUATIESCHETS STRATEGIE 2012-2015 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 115

UITGANGSPUNTEN AFHANKELIJKHEDEN 8.1.2 STEDELIJK WATERBEHEER SITUATIESCHETS 116 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 117 STRATEGIE 2012-2015

UITGANGSPUNTEN AFHANKELIJKHEDEN 118 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 119

8.2 WATER EN RUIMTE Water is mede-ordenend in de ruimtelijke inrichting. Waterschap Zuiderzeeland streeft er naar dat alle wateraspecten een integraal onderdeel vormen van de ruimtelijke planvorming. De waterhuishoudkundige aspecten omvatten veiligheid, schoon water, voldoende water en doelmatig beheer en onderhoud. Doelstelling 2010-2015 120 MEER DAN WATER ALLEEN

SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 121

8.3 BELEVINGSWAARDE De inwoners van Flevoland en de gebruikers van de watersystemen zijn positief over het water in het beheergebied. Het draagt bij aan de kwaliteit van hun leefomgeving. Het waterschap geeft invulling aan een optimale belevingswaarde van het water in Flevoland vanuit het besef dat chemie, ecologie, hydrologie, veiligheid en economie leidend zijn. Doelstelling 2010-2015: 1. Het waterschap zet zich bij het nemen van maatregelen in om ook de kwaliteit van de leefomgeving te vergroten. 122 MEER DAN WATER ALLEEN

SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 123

8.4 VERGUNNING- VERLENING EN HANDHAVING Adequate, kwalitatief goede en planmatige vergunningverlening en handhaving dragen er aan bij dat de gestelde doelen voor waterkwaliteit en waterkwantiteitbehaald kunnen worden. Het gaat hierbij zowel om het duurzaam goed functioneren van het watersysteem als om het waarborgen van de instandhouding van waterstaatsvoorzieningen (wateren, waterkeringen en kunstwerken). Doelstelling 2010-2015: 1. De vergunningverlenende en handhavingstaken worden binnen het waterschap integraal uitgevoerd. 2. De vergunningverlening en handhaving zijn adequaat en correct. 124 MEER DAN WATER ALLEEN

8.4.1 VERGUNNINGVERLENING SITUATIESCHETS FIGUUR 8: CYCLISCH PROCES VAN BELEIDSVORMING TOT HANDHAVING BELEIDS- PLANNING 1 WET EN REGELGEVING 5 HAND- HAVING 2 NORM- STELLING 4 UIT- VOERING 3 VERGUNNING- VERLENING AFWEGINGSKADER WATERWET Handelingen van mensen kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Om de oppervlaktewaterkwaliteit te beschermen is het volgens de Waterwet (2009) (vooralsnog Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO)) niet toegestaan om zonder vergunning of melding afvalstoffen en verontreinigende en/of schadelijke stoffen in oppervlaktewater te brengen. Het waterschap is bevoegd een vergunning te verlenen of een goedkeuring of een melding af te geven voor het lozen van deze stoffen. Lozingen op een andere wijze dan met behulp van een werk, bijvoorbeeld het rechtstreeks storten, oppompen of laten afvloeien in oppervlaktewater en het deponeren van afvalstoffen waarbij valt te voorzien dat deze stoffen op den duur in het water komen, zijn eveneens vergunning- c.q. meldingsplichtig. Het uitlogen van verontreinigende stoffen uit bouwmaterialen of gecreosoteerd hout in wateroppervlak wordt eveneens als een lozing aangemerkt. De internationale, nationale en regionale wet- en regelgeving vormen het beleidskader. Het betreft de Kaderrichtlijn Water, de Waterwet (vooralsnog Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO), inclusief de (Lozingen)besluiten WVO), de Wet milieubeheer (Wm), de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Flora- en faunawet, het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw), het Waterbeheerplan, provinciale plannen en beleidsregels van Waterschap Zuiderzeeland. Voor alle wateren geldt dat bij het beoordelen van deze wateren de normen uit het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water als afwegingskader moeten worden gebruikt. In het Nationaal Waterplan zal hierover een toelichting worden opgenomen. Tevens zal in het Nationaal Waterplan WATERBEHEERPLAN 2010-2015 125

worden aangegeven hoe met de normen voor de biologische en algemene fysisch-chemische parameters moet worden omgegaan. Uitgangspunt is dat de provincies de ruimte krijgen om zelf normen voor deze stoffen en parameters te ontwikkelen en vast te stellen. Daarbij kan worden uitgegaan van de normen van het meest gelijkende watertype Kaderrichtlijn Water. AFWEGINGSKADER KEUR In de Keur van Waterschap Zuiderzeeland staat beschreven wat wel en niet mag bij waterkeringen en wateren, de zogeheten waterstaatswerken. Onder wateren worden bijvoorbeeld stedelijke waterpartijen verstaan, maar ook weg-, erf- en kavelsloten. Het doel van de Keur is om waterstaatswerken veilig te stellen en deze op een goede wijze te beheren en te onderhouden. In de Keurverordening zijn daarom verboden en geboden opgenomen. De Keur-vergunningverlening richt zich op het verlenen van ontheffingen met betrekking tot de gebod- en verbodsregels. Over het algemeen is een keurontheffing nodig indien werken en/of werkzaamheden worden aangelegd en/of uitgevoerd in, onder, boven en langs watergangen en waterkeringen. Een keurontheffing wordt verleend als de instandhouding en/of stabiliteit en/of beheer van de watergang of waterkering niet in gevaar komt. Bij beheer speelt ook het aspect van de laagst maatschappelijke kosten een rol. Levert de handeling wel een gevaar op, dan wordt door het stellen van voorwaarden bezien of een keurontheffing kan worden verleend. Is het stellen van voorwaarden niet voldoende, dan kan de Keurontheffing worden geweigerd. De internationale, nationale en regionale wet- en regelgeving vormen het beleidskader. Het betreft de Kaderrichtlijn Water, (toekomstgericht) de Waterwet, de Wet milieubeheer (Wm), de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Flora- en faunawet, provinciale plannen, de Keur, het Waterbeheerplan en beleidsregels van Waterschap Zuiderzeeland. AFWEGINGSKADER GRONDWATERONTTREKKINGEN Bij het beoordelen van een aanvraag voor een vergunning voor het onttrekken van grondwater gaat het waterschap uit van de volgende uitgangspunten: watervoorziening gereserveerde diepe zoete grondwater in Zuidelijk Flevoland het onttrekken van grondwater. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor tijdelijke onttrekkingen die nodig zijn voor het drooghouden van een bouwput of een bodemsanering. grondwater wordt geminimaliseerd. Bij een aanvraag voor een vergunning voor onbepaalde tijd voor het onttrekken van meer 50.000 m 3 grondwater per jaar wordt inzicht gevraagd in de concrete toepassing van het water binnen het bedrijf. uitgegaan van het hergebruik van het onttrokken water en het terugbrengen van het onttrokken grondwater in de bodem. In het laatste geval worden, indien nodig voor de bescherming van de grondwatervoorraad, eisen gesteld aan de waterkwaliteit. ter een geschikt alternatief is voor grondwater dan heeft het gebruik hiervan de voorkeur. Voor 126 MEER DAN WATER ALLEEN

doeleinden waarvoor de oppervlaktewaterkwaliteit onvoldoende is kan ook drinkwater een alternatief zijn. De inzet van grondwater vindt plaats in de volgende prioriteitsvolgorde: - openbare drinkwatervoorziening; - water voor de levensmiddelenindustrie die op grond van de Warenwet water van drinkwaterkwaliteit moet gebruiken; - agrarische doeleinden te weten beregening, bevloeiing, veedrenking, voedselveiligheid, agrarische bedrijfshygiene of gewasbescherming; - energieopslag in de bodem, waarbij de netto onttrekking nihil is; - overige doeleinden waarvoor geen geschikt oppervlaktewater aanwezig is. functies of archeologische waarden die niet kan worden voorkomen door technische ingrepen of andere maatregelen. Bij natuurfuncties geldt dat, indien door een grondwateronttrekking de grondwaterstand en/of de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket in een gebied met natuurfuncties meer dan 3 cm daalt, schade aan natuurfuncties wordt vermoed. Bij de bepaling of schade zal ontstaan wordt rekening gehouden met de duur van de onttrekking en het seizoen waarin de onttrekking plaatsvindt. In afwijking van de eerste volzin kan een onttrekking worden toegestaan indien naar mening van het waterschap met de onttrekking een groot maatschappelijk belang is gediend en redelijkerwijs alle maatregelen zijn genomen om schade aan natuurfuncties en archeologische waarden zoveel mogelijk te beperken. WATERBEHEERPLAN 2010-2015 127

128 MEER DAN WATER ALLEEN STRATEGIE 2010-2015 AFHANKELIJKHEDEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 129 HANDHAVING SITUATIESCHETS 8.4.2

FIGUUR 9: STAPPEN HANDHAVINGSPROCES 1 RISICO S ANALY- SEREN 2 PRIORI- TEREN 3 PROGRAM- MEREN 4 TOEZICHT HOUDEN 5 SANCTIO- NEREN 6 MONI- TOREN 130 MEER DAN WATER ALLEEN

STRATEGIE 2010-2015 AFHANKELIJKHEDEN WATERBEHEERPLAN 2010-2015 131

8.5 KENNIS- EN INFORMATIEBEHEER Waterschap Zuiderzeeland kijkt samen met gebruikers van het water naar mogelijke beheermaatregelen in het gebied. Daarbij is kennis nodig van oorzaak-gevolg relaties, zowel op hydrologisch, chemisch, morfologisch als ecologisch terrein, en zowel op regionale als op lokale schaal. Waterschap Zuiderzeeland ontwikkelt zich daarom tot kennisautoriteit in Flevoland op het gebied van het watersysteem. Doelstelling 2010-2015 1. Het waterschap wil een kennisautoriteit zijn op het gebied van water. 132 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 133 MONITORING SITUATIESCHETS 8.5.1

STRATEGIE 2010-2015 8.5.2 INFORMATIEVOORZIENING SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015 134 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 135

8.6 CALAMITEITEN- BESTRIJDING Het waterschap wil door middel van preventie voorkomen dat de burgers en de samenleving van Flevoland worden blootgesteld aan calamiteiten rond water. In geval van een calamiteit zet het waterschap zich in om de schadelijke gevolgen tot een minimum te beperken. Doelstelling 2010-2015 136 MEER DAN WATER ALLEEN

8.6.1 CALAMITEITENZORGSYSTEEM SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015 AFHANKELIJKHEDEN 8.6.2 OPLEIDEN EN OEFENEN SITUATIESCHETS WATERBEHEERPLAN 2010-2015 137

STRATEGIE 2010-2015 138 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 139

8.7 COMMUNICATIE Communicatie en samenwerking zijn sleutelbegrippen in de relatie van Waterschap Zuiderzeeland met de buitenwereld. Waterschap Zuiderzeeland heeft daarom zijn visie op de corporate communicatie de manier waarop de organisatie in zijn geheel naar buiten wil overkomen geformuleerd. Uitgangspunten daarbij zijn onder meer: een proactieve houding, vraaggerichte communicatie, vroegtijdige inzet van communicatie bij beleidsvorming, communicatie als brug tussen organisatie en omgeving en integere communicatie. De belangrijkste communicatiestrategie blijft de dialoog. Dit betekent echter niet dat het waterschap alleen díe strategie toepast. Per activiteit moet gekeken worden welke strategie daar het beste bij past. De dialoog past goed bij empatisch vermogen, richten op samenwerking, integriteit, klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ook is het de strategie die goed past bij de meeste van de taken van het waterschap, zoals beschreven in Presterende waterschappen. 1 Doelstelling 2010-2015 1 Presterende waterschappen, drs P.L. Polhuis en dr. J. Hiemstra, in B&G, september 2004 140 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 141 SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015

UITGANGSPUNTEN AFHANKELIJKHEDEN 142 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 143

8.8 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Het waterschap staat voor een maatschappelijke verantwoorde uitoefening van zijn taken en heeft hierin als overheidsorganisatie een voorbeeldfunctie. Het waterschap stimuleert toepassingsgerichte innovaties die leiden tot meer efficiency, kwaliteit en duurzaamheid. Doelstelling 2010-2015 144 MEER DAN WATER ALLEEN

SITUATIESCHETS STRATEGIE 2010-2015 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 145

146 MEER DAN WATER ALLEEN

9STURING EN UITVOERING 9.1 STURING OP DE UITVOERING 9.2 FINANCIËLE CONSEQUENTIES 9.3 ALGEMENE VOORTGANGSRAPPORTAGE

9.1 STURING OP DE UITVOERING FIGUUR 10: RELATIE WATERBEHEERPLAN MET DE BEGROTING MAATSCHAPPIJ BEDRIJFSPROCES FINANCIERING MEDEWERKERS OMGEVING INNOVATIE MEERJARENBEGROTING JAARBEGROTING 9.2 FINANCIËLE CONSEQUENTIES 148 MEER DAN WATER ALLEEN

TABEL 15: TOTAAL KOSTEN VOORGENOMEN PLANNEN PER THEMA IN M Thema Veiligheid Gedekt in de lopende meerjarenbegroting 2009-2012 Meerkosten t.o.v. vorig waterbeheerplan 2010-2015 Primaire keringen op orde 22,1 Regionale keringen op orde 1,9 Voldoende water Voorkomen wateroverlast 3,8 11,3 1 Anticiperen op watertekort 0,3 Goed functionerend watersysteem 120,6 2 0,6 Goed grondwaterbeheer 0,4 Schoon water Goede structuurdiversiteit 0,9 0,1 Goede oppervlaktewaterkwaliteit 27,0 0,2 Goed omgaan met afvalwater 115,7 Totaal omvang lopende meerjarenbegroting 292,6 Dwarsdoorsneden Stedelijk water 19,8 3 1,6 Calamiteitenbestrijding 1,2 4 Vergunningverlening en handhaving 3,2 4 Communicatie 5,2 4 Belevingswaarde water 0,4 4 Integraal kennis en informatiebeheer 0,4 4 Water en ruimte 0,4 4 Duurzaamheid 0,4 4 Totaal meerkosten van het waterbeheerplan 13,8 1 500 k is al opgenomen in de lopende meerjarenbegroting 2 dit is inclusief 8,3 miljoen voor KRW-maatregelen gedurende de planperiode 3 de kosten van deze activiteit drukken op de begroting van het thema voldoende water 4 de kosten van deze activiteit drukken op de drie in de begroting genoemde thema s 9.3 ALGEMENE VOORTGANGSRAPPORTAGE WATERBEHEERPLAN 2010-2015 149

150 MEER DAN WATER ALLEEN

TABEL 16: KOPPELING OMGEVINGSPLAN FLEVOLAND (2006) WATERBEHEERPLAN 2010-2015 Omgevingsplan Flevoland 2006 Waterbeheerplan 2010-2015 Strategische doelstelling Operationele doelen Doelstellingen Paragraaf Paragraaf Primaire waterkeringen op orde Alle primaire waterkeringen zijn versterkt en voldoen blijvend aan de geldende veiligheidsnorm. Waterschap Zuiderzeeland concretiseert de maatvoering van de vrijwaringzones en legt deze vast in de legger en het beheersregister van de primaire waterkeringen. De vrijwaringszones worden door de gemeenten doorvertaald in de bestemmingsplannen. 3.4.2 Alle primaire keringen categorie A voldoen nu en in de toekomst aan de wettelijke veiligheidsnormen. De waterkering categorie B voldoet vanaf 2010 aan de wettelijke normen. Het beleid bouwen nabij primaire keringen (2008) geeft het beleid ten aanzien van bouwen op en nabij de primaire waterkeringen weer. In 2010 is de legger primaire keringen gereed. 5.1.1 In 2010 heeft het waterschap een actueel beheerregister primaire keringen. VEILIGHEID Regionale waterkeringen op orde Alle regionale waterkeringen zijn versterkt en voldoen blijvend aan de geldende veiligheidsnorm. In 2010 heeft het waterschap de versterking van de primaire waterkeringen van categorie C (Veluwerandmeren en Kadoelermeer) afgerond. In 2009 is de Knardijk door de provincie aangewezen als regionale kering en is de veiligheidsnorm vastgesteld. 3.4.2 Alle primaire waterkeringen categorie C voldoen vanaf 2015 aan de wettelijke veiligheidsnormen. 3.4.2 Het waterschap zal de Knardijk toetsen op basis van het door de provincie vast te stellen veiligheidsniveau. Indien nodig zal het waterschap dijkverbeteringsmaatregelen uitvoeren. In 2011 is de Knardijk als binnendijkse regionale kering getoetst. Uiterlijk in 2014 zijn de maatregelen die nodig zijn om de Knardijk te laten voldoen aan de veiligheidsnormen voltooid. 5.1 5.2.1 Uiterlijk in 2015 zijn de verbeteringsmaatregelen voor buitendijkse keringen door het waterschap uitgevoerd. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat in 2009 10% gereed is en in 2012 75%. 3.4.2 Alle buitendijkse regionale waterkeringen voldoen vanaf 1 januari 2015 aan de provinciale veiligheidsnormen. 5.2 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 151

Omgevingsplan Flevoland 2006 Waterbeheerplan 2010-2015 Voorkomen wateroverlast Strategische doelstelling Het watersysteem voldoet in 2050 aan de norm voor bescherming tegen wateroverlast bij extreme neerslag, dit ondanks de verwachte klimaatsverandering en bodemdaling. Operationele doelen De wateropgave voor de middellange termijn moet in 2015 daadwerkelijk opgelost zijn, terwijl voor de opgave op de lange termijn (2050) in 2015 met de belanghebbenden overeenstemming moet hebben over de wijze waarop de maatregelenkeuze voor de lange termijn plaatsvindt. Het waterschap is verantwoordelijk voor het oplossen van de wateropgave voor wateroverlast en drooglegging. Het waterschap neemt het initiatief voor een gebiedsproces en betrekt in het geval dat functiewijziging aan de orde komt de gemeente en provincie daarbij. Doelstellingen 5.6.1 Het watersysteem, zowel in landelijk als in stedelijk gebied, is in 2015 op orde. Het hele beheergebied voldoet aan de vastgestelde normen. In 2011 wordt een toetsing uitgevoerd om de inzichten omtrent bodemdaling en klimaatontwikkeling actueel te houden (6 jaarlijkse toetsing). Het waterschap voert de toetsing normering wateroverlast integraal uit voor zowel het landelijk als het stedelijk gebied. Het waterschap voert de maatregelen in het NBW Uitvoeringsprogramma uit. Paragraaf Paragraaf 6.1 en 6.1.1 VOLDOENDE WATER Anticiperen op watertekort Het gemiddelde jaarlijkse watertekort in de provincie Flevoland is in 2050 niet groter geworden (minimaal standstill), dit ondanks de toename van de watervraag in tijden van droogte. Voor watertekorten in extreem droge jaren vindt verdeling van het beschikbare rijkswater plaats conform de landelijke verdringingsreeks. Voor de waterbehoefte in extreme situaties moet nader onderzoek worden gedaan. Het gemiddelde jaarlijkse watertekort in de provincie Flevoland is in 2012 niet groter geworden. In het Regionaal Droogteoverleg IJsselmeergebied is afgesproken hoe de verdringingsreeks in tijden van extreme droogte wordt ingevuld en toegepast. In het kader van het Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied wordt door provincie en waterschap een Lange termijn visie watertekort en droogte opgesteld. 5.6.3 In geval van droogte wordt de verdringingsreeks gehanteerd. In de planperiode wordt de verdringingsreeks geïmplementeerd. Het waterschap kijkt, samen met de provincie, naar watertekort en droogte op de lange termijn. 6.2 152 MEER DAN WATER ALLEEN

Omgevingsplan Flevoland 2006 Waterbeheerplan 2010-2015 Strategische doelstelling Operationele doelen Doelstellingen Paragraaf Paragraaf Beperkte drooglegging: in 2030 is er in Flevoland geen sprake meer van gebieden met beperkte drooglegging. In 2009 hebben de overheden die het betreft een gezamenlijke visie aangaande de gebieden waar tussen nu en 2050 structureel een beperkte drooglegging zal ontstaan voor bepaalde vormen van landbouw. 5.6.2 Voor het oplossen van de wateropgave hanteert het waterschap een zogenaamd oplossingskader. Het waterschap tracht de wateropgave en ruimtelijke ontwikkelingen zo veel mogelijk aan elkaar te koppelen. Als deze koppeling niet slaagt of onvoldoende soelaas biedt zal het waterschap zich richten op technische ingrepen in het watersysteem. Eventueel kan, in geval van disproportionele kosten, aan de provincie een advies worden uitgebracht voor functieverandering of normdifferentiatie of het vergoeden van optredende schade in plaats van het nemen van (technische) maatregelen. 6.1.1 VOLDOENDE WATER Goed functioneren watersysteem Duurzaam grondwatersysteem (Doelstelling KRW en Grondwaterrichtlijn). Evenwicht tussen onttrekking en aanvulling grondwater in 2015. Bereiken van een duurzaam en robuust watersysteem, waarbij onomkeerbare ingrepen zoveel mogelijk worden vermeden en de rol van water als medeordenend principe wordt verankerd. In 2008 heeft de provincie Flevoland de grondwaterinbreng voor het Stroomgebiedbeheerplan vastgesteld. In 2009 is het provinciale grondwaterbeleid aangepast op de nieuwe rolverdeling. In 2009 heeft overdracht van grondwatertaken naar het waterschap (Waterwet) plaatgevonden met uitzondering van grote onttrekkingen, warmte- en koude-opslag en drinkwaterwinningen. Deze blijven bij de provincie. In de periode 2009-2015 voert de provincie de maatregelen uit het stroomgebiedbeheerplan volgens de hierin opgenomen planning uit. In 2010 heeft het waterschap het GGOR vastgesteld voor het hele beheersgebied binnen de door de provincie vastgestelde inhoudelijke en procesmatige kaders. Voor 2010 is een kartering van de deklaag voltooid. De preferent uit te werken gebieden voor GGOR zijn de binnendijkse Ecologische Hoofdstructuur, de Provinciaal Archeologische en Aardkundige Kerngebieden en gebieden met een beperkte drooglegging. 5.6.8 Vanaf de inwerkingtreding van de Waterwet zorgt het waterschap voor de vergunningverlening, handhaving en het kennisbeheer in relatie tot het grondwaterbeheer met uitzondering van de drie genoemde categorieën. In 2011 vindt evaluatie van het gevoerde beleid plaats. 5.6.6 Bij het opstellen van nieuwe en herzien van bestaande peilbesluiten zal de GGOR systematiek worden toegepast. 8.4.1 6.3.3 Verdroging: in 2018 is de verdroging in alle verdroogde gebieden opgeheven (fysieke toestand goed). Bijstelling van de doelen in 2010 (samen met opstellen GGOR), afstemming met KRW. In 2012 zijn in 80% van de gebieden met een milieutekort maatregelen tegen verdroging genomen. 5.4 In Flevoland is verdroging alleen nog een potentieel probleem in de randmeerzone Flevoland-Oost. Vooruitlopend op eventuele verdrogingsmaatregelen willen provincie en waterschap gezamenlijk onderzoeken of de opgestelde natuurdoeltypen realistisch zijn en voldoende integraal zijn afgewogen. 6.3.3 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 153

Omgevingsplan Flevoland 2006 Waterbeheerplan 2010-2015 Strategische doelstelling Operationele doelen Doelstellingen Paragraaf Paragraaf Goede structuurdiversiteit Een goede toestand van het oppervlaktewater behouden; in 2015 moet voor het oppervlakte water een goede toestand zijn bereikt: een gezonde ecologie en de waterkwaliteit voldoet aan de chemische normen. In 2009 zijn de status, type en doelen voor de waterlichaam samen met de partners bepaald en in 2009 door de provincie vastgesteld (partiele herziening Omgevingsplan). In 2009 zijn de Stroomgebiedbeheer-plannen vastgesteld en in 2012 moet een maatregelenprogramma operationeel zijn. 5.6.4 Het waterschap bereikt uiterlijk in 2027 de regionaal vastgestelde doelen van de Kaderrichtlijn Water voor de ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen. Het waterschap spant zich in om, indien kansen zich voordoen, de maatregelen al in 2021 uitgevoerd te hebben. In 2015 heeft het waterschap circa 107 km duurzame/natuurvriendelijke oever aangelegd. In 2015 ligt het waterschap op koers met de uitvoering van de KRW-maatregelen om de voor 2027 gestelde doelen te halen. 7.1 In 2015 is het maaibeheer in de resterende 276 km watergang geoptimaliseerd (waar mogelijk extensiveren en onderhoudsmethode aanpassen). Zwemwater: in 2015 voldoen alle zwemwaterlocaties aan de Europese zwemwaterrichtlijn (op alle aangewezen locaties kan veilig worden gezwommen). Op zijn vroegst in 2010 moeten de zwemwateren voldoen aan de Europese eisen. De provincie heeft een regierol bij de aanwijzing van zwemwateren en de coördinatie van het uitvoeringsprogramma. In de toekomst wil de provincie opnieuw locaties voor zwemwater aanwijzen. 5.6.5 Het waterschap implementeert de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn in het jaar van invoering van de Nederlandse wetswijziging in zijn beleid. 7.2 SCHOON WATER Goede oppervlaktewaterkwaliteit Bereiken van een duurzaam en robuust watersysteem, waarbij onomkeerbare ingrepen zoveel mogelijk worden vermeden en de rol van water als medeordenend principe wordt verankerd. Wateraanvoer; de provincie wil dat zo weinig mogelijk water wordt aangevoerd. Het omgevingsplan Flevoland bevat hiervoor een afwegingskader (p. 146). Het beleidskader voor waterkwaliteit is vastgelegd in het Nationaal Waterplan en de Leidraad Kaderrichtlijn Water voor de vergunning verlening en handhaving. 5.6.3 De waterlichamen in het beheergebied voldoen in 2027 aan de fysischchemische waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water voor prioritaire stoffen, overige verontreinigingen en ecologie-ondersteunende stoffen door het nemen van haalbare en betaalbare 5.6.4 emissiereducerende maatregelen in stedelijk en landelijk gebied. In 2010 verkent het waterschap het draagvlak voor de ontwikkeling van een ecologisch (en chemisch) doelstellingenkader voor de niet-krw waterlichamen. Bij voldoende draagvlak zal dit doelstellingenkader voor 2015 worden uitgewerkt. 7.2 en 7.2.2 Het waterschap betrekt het afwegingskader dat de provincie heeft ontwikkeld voor wateraanvoerprojecten bij de nog op te stellen beleidsregel over wateraanvoer in het beheergebied. Waterbodemsanering: de waterbodem voldoet aan de norm en veroorzaakt geen waterkwaliteitsproblemen in oppervlakte water. Verwijdering van alle binnendijkse klasse 3 en 4 baggerspecie door het waterschap en de gemeenten voor 1 januari 2010. 5.7.2 Waterbodems vormen in 2027 in zowel het stedelijk als het landelijk gebied geen kwantitatieve en/of kwalitatieve belemmering voor het optimaal functioneren van de watersystemen. Het waterschap werkt baggerachterstanden weg conform het baggerplan voor provinciale vaarten en stedelijk gebied. In 2015 is 60% van het baggeronderhoud van de provinciale vaarten gereed. 7.2 en 7.2.3 154 MEER DAN WATER ALLEEN

Omgevingsplan Flevoland 2006 Waterbeheerplan 2010-2015 Strategische doelstelling Operationele doelen Doelstellingen Paragraaf Paragraaf DWARSDOORSNEDEN Stedelijk water Aantrekkelijk, toegankelijk, veilig en schoon water in woongebieden met een diversiteit aan waterplanten en -dieren en betrouwbare mogelijkheden voor gebruik als eco-, recreatie- of industriewater. Waar in Flevoland goede mogelijkheden aanwezig zijn voor stadswateren met een goede kwaliteit, dienen deze te worden benut voor de ontwikkeling van stedelijke ecologie. Volgens de eisen van de KRW worden diffuse verontreinigingsbronnen in stedelijk gebied teruggedrongen. De provincie stimuleert duurzame stedenbouw via het Nieuw Flevolands Peil. 4.1.4 Het waterschap werkt proactief met de gemeenten samen om de doelen met betrekking tot het stedelijk water te realiseren. Het waterschap zet zich in voor schoon en voldoende water en het beperken van overlast. Het waterschap draagt via de watergangen in het watersysteem bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in het stedelijk gebied. Een doelmatige scheiding en behandeling van stedelijk afvalwater is gerealiseerd. 7.3 en 8.1 In 2012 is er tussen gemeente en waterschap afstemming over het waterbeheer binnen en buiten de bebouwde kom. 4.1.4 Het waterschap is met de gemeenten in Flevoland in overleg over een bestuursakkoord stedelijk water waarin wordt vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het stedelijk waterbeheer en welke randvoorwaarden hiervoor gelden. 8.1.1 WATERBEHEERPLAN 2010-2015 155

OVERZICHT KAARTEN TABELLEN FIGUREN KAARTEN TABELLEN FIGUREN 156 MEER DAN WATER ALLEEN

WATERBEHEERPLAN 2010-2015 157

158 MEER DAN WATER ALLEEN AFKORINGEN EN EENHEDEN AFKORTINGEN

EENHEDEN WATERBEHEERPLAN 2010-2015 159

160 MEER DAN WATER ALLEEN TREFWOORDENLIJST