VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

Bijlage nr. 1. capaciteitsuitbreiding Nieuwkinderland vzw Kinderdagverblijf Lutgardisschool Elsene. Titel initiatief: Organisator: Projectomschrijving

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 2 subsidies

Aan alle kinderopvangorganisaties met subsidie voor inkomenstarief. Afdeling contactpersoon Telefoon Kinderopvang. AMDP mei 2014

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Huishoudelijk reglement & schriftelijke overeenkomst

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 1 subsidies

Infoavond voor ouders 31 maart 2014

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

OPVANG BESTELLEN IS OPVANG BETALEN? Duiding bij de wijzigingen n.a.v. het nieuwe Decreet Kinderopvang

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - Handhaving voorwaarden

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr ) Voorwoord

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

schriftelijke overeenkomst kinderopvang

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN KINDEROPVANG VAN BABY S en PEUTERS. Ann Lobijn

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters

VR DOC.1268/2

Formulier 1: De schriftelijke overeenkomst. Overeenkomst

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

Schriftelijke Overeenkomst kinderdagverblijf t Knuffeltje

Formulier 1 Overeenkomst

Groepsopvang voor baby s en peuters De Mereltjes Hasseltsesteenweg Tongeren Tel 012/

Kinderdagverblijf d Engeltjes Hulststraat Lier Tel: 03/ Gsm: 0475/ Rek.nr. : BE

Kinderopvang in Aarschot

VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2.

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Fiche. Projectomschrijving

I. Situering Art. 4, eerste lid, 1 en 2 Decr.Vl. 20 april Art. 5, eerste lid, 3 Decr.Vl. 20 april 2012.

Organisator Gezinsopvang De Mereltjes Hasseltsesteenweg Tongeren Tel 012/

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Vernieuwing kinderopvang in Vlaanderen en Brussel

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

nr. 298 van FREYA SAEYS datum: 29 januari 2016 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Nieuwe en stopgezette initiatieven

gemeenteraad Besluit De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, 1.

V R A G E N K A A R T THEMA: KINDEROPVANG

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker

Reglement voor de subsidiëring van kinderopvang van baby s en peuters volgens inkomenstarief

Statuten. Lokaal Overleg Kinderopvang. M.i.v. 25/06/2019

Sociale functie KO. Drempels afbouwen VLAS 29/04/2016 INLEIDING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

Schriftelijke overeenkomst

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen

Departement Onderwijs, Opvoeding en Jeugd Dienst Kinderopvang

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Schriftelijke overeenkomst

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Besluit van de Vlaamse Regering houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

De school werkt samen met een opvanginitiatief voor baby s en peuters

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Schriftelijke overeenkomst tussen organisator en contracthouder

Schriftelijke overeenkomst voor de opvang van

Moet je overdag gaan werken, studeren, een opleiding volgen, werk zoeken,?

De kaart trekken voor de volgende generatie. Ann Lobijn, stafmedewerker kinderopvang. Een atelier rond kinderopvang

Subsidie kinderopvang baby s en peuters: in de praktijk

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

OPROEP CAPACITEITSUITBREIDING KINDEROPVANG VOOR BABY S EN PEUTERS MET INKOMENSTARIEF

Schriftelijke overeenkomst voor de opvang van

ALGEMENE PRINCIPES UITBREIDINGSRONDE BASISSUBSIDIE (trap 1) 2018

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Beslissingskader voor de verdeling van subsidiebeloftes voor basissubsidie (trap 1) groepsopvang

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

Brochure huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst

Goedkeuring notulen 1. NOTULEN OPENBARE ZITTING 27 JANUARI 2015 EN 26 FEBRUARI 2015 toelichting Voorstel besluit

VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN

REGLEMENT BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN PREMIES AAN INITIATIEVEN VOOR KINDEROPVANG VAN BABY S EN PEUTERS IN NINOVE

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

Transcriptie:

STUK 548 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 17 DECEMBER 2014 INTERPELLATIE EN VRAAG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 17 december 2014 Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Liesbet Dhaene, voorzitter, mevrouw Elke Roex, de heer Arnaud Verstraete Ander lid: mevrouw Brigitte Grouwels Verontschuldigd: mevrouw Khadija Zamouri 1311

- 2 - INHOUD 1. Interpellatie - Interpellatie van mevrouw Elke Roex tot mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de gevolgen van het nieuwe kinderopvangdecreet 2. Vraag - Vraag van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot de opvang van chronisch zieken

- 3-1. Interpellatie - Interpellatie van mevrouw Elke Roex tot mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de gevolgen van het nieuwe kinderopvangdecreet Interpellant Elke Roex verwijst naar het Vlaams decreet houdende de organisatie van de kinderopvang van baby s en peuters dat sinds 1 april 2014 in werking is. Deze nieuwe regelgeving heeft gevolgen voor het huishoudelijk reglement van de kinderopvang en de overeenkomst die de initiatieven met de ouders hebben. Het huishoudelijk reglement is bedoeld om duidelijkheid te geven over de werking van de kinderopvang en wat de ouders moeten betalen voor de opvang van hun kind. Momenteel worden de huishoudelijke reglementen opgemaakt en aangepast aan de nieuwe regelgeving. Ten laatste op 1 april 2015 moet het huishoudelijk reglement aangepast zijn aan de nieuwe regelgeving. De aanpassing van deze reglementen zorgt nu al voor heel wat onrust bij betrokken ouders. Zo las men tijdens het weekend van 22 en 23 november 2014 in de pers dat er protest is bij de ouders van het Kinderdagverblijf De Kapoentjes in Anderlecht. Sommige kinderdagverblijven gaan heel creatief om met het aanrekenen van extra kosten: duurdere luiers, laten betalen voor wenmomenten, specifieke kosten voor maaltijden, enzovoort. Zo worden de huishoudelijke reglementen een verdoken manier om de prijs van kinderopvang op te drijven. Wat nog voor ongenoegen zorgt, is het feit dat kinderdagverblijven een heel grote autonomie krijgen in het bepalen wat als gerechtvaardigde afwezigheidsdag beschouwd wordt en wat niet. Een kinderdagverblijf kan kiezen of ze afwezigheid door ziekte of een vakantiedag beschouwen als een gerechtvaardigde afwezigheidsdag. Het korfje van 18 gerechtvaardigde afwezigheidsdagen geraakt op die manier snel uitgeput. In de gemeentelijk kinderdagverblijven van Anderlecht is gekozen voor 35 respijtdagen. In het Brussels hoofdstedelijk gewest leven er heel wat ouders die het moeilijk hebben om kinderopvang te betalen. Het is gekend dat gezinnen in armoede het moeilijker hebben om op termijn te plannen, en dat kinderen in arme gezinnen vaker ziek zijn en vaker een doktersbezoek uitstellen. Het risico is reëel dat de combinatie van de nieuwe financierings- en responsabiliseringsregels leiden tot een nog moeilijkere toegankelijkheid van de kinderopvang dan vandaag het geval is. De uitspraak van de Open Vld-voorzitter afgelopen weekend dat kinderopvang alleen duurder wordt voor de armste gezinnen, stuit in dat verband tegen de borst. Het nieuwe decreet werpt drempels op voor gezinnen in deze stad die in armoede leven. Het is de taak van de VGC om het recht op kinderopvang, zeker voor de meest kwetsbare gezinnen, veilig te stellen. Heeft het collegelid zicht op de impact die het nieuwe decreet zal hebben op de kostprijs voor de kinderdagopvang in Brussel? Op welke manier gebeurt het overleg met de kinderdagverblijven over het beleid inzake respijtdagen? Is er over de impact van het nieuwe decreet overleg gepleegd met de sector of advies gegeven door de adviesraad? Zijn er flankerende maatregelen voorzien om de meerkost voor kwetsbare gezinnen op te vangen? Zijn er richtlijnen gegeven over de implementatie van het nieuwe decreet aan de kinderdagverblijven gesubsidieerd door de VGC?

- 4 - Commissielid Arnaud Verstraete sluit zich aan bij de interpellant. Het nieuwe decreet heeft als doel de regelgeving duidelijker te maken en het aantal opvangplaatsen uit te breiden door een verplichting in te voeren voor de ouders om het aantal bestelde opvangdagen te betalen. De respijtdagen moeten onvoorziene afwezigheden opvangen. Groen vreest dat dit toevoegen van drempels een ander effect zal hebben dan de vooropgestelde doelstelling: het voorkomen van de onderbenutting van de capaciteit. In de praktijk zal de kinderopvang duurder worden voor ouders. Het verplicht invoeren van doktersattesten bij afwezigheid voert een bijkomende drempel in. Net op die manier wordt de toegang tot kinderopvang voor mensen die in armoede leven moeilijker, terwijl algemeen geweten is dat kinderopvang een belangrijk element is om uit armoede te ontsnappen. Het armoederapport geeft 3 redenen aan waarom mensen die in armoede leven minder toegang hebben tot crèches: er zijn vaak minder opvangplaatsen in de buurten waar zij wonen, de inschrijfprocedure is te ingewikkeld en er is een voorrang voor ouders die werken. Hij vraagt het collegelid wat de effecten van het nieuwe decreet zijn op vlak van de prijs en het aantal plaatsen. Uit de pers verneemt hij dat door de invoering van het decreet nogal wat onthaalouders gestopt zijn met kinderen op te vangen. Is dat ook zo in Brussel? Voorts vraagt hij of het decreet ook onderhevig is aan de Vlaamse armoedetoets en wat de overwegingen zijn die in achtgenomen werden. Mevrouw Brigitte Grouwels deelt de bekommernissen van de interpellant. Kinderopvang moet toegankelijk zijn voor iedereen, in het bijzonder voor de meest kwetsbare gezinnen. De financiële situatie van de ouders mag zeker geen rem zijn. Het nieuwe decreet bevat een aantal elementen die de kwaliteit van, en de toegang tot kinderopvang bevorderen. Zij verwijst in dat verband naar de voorrangsregels voor mensen die een opleiding volgen naar werk en de voorbehouden plaatsen voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Zij is verheugd dat dit in Brussel reeds geruime tijd wordt toegepast. Daarnaast komt er een nieuwe tariefstructuur die, naast het laagste tarief, voorziet in een geïndividualiseerde prijs voor ouders die genieten van OCMW-steun. Deze maatregelen zullen de meerkost voor kwetsbaren opvangen en zijn socialer dan voordien. Volgens cijfers van Vlaams minister Jo Vandeurzen is er door de invoering van het nieuwe decreet geen golf van stopzettingen op gang gekomen. Er zijn zelfs meer starters dan stoppers. Is dat ook zo in Brussel? Over hoeveel plaatsen gaat het dan en wat is de aard van de nieuwe initiatieven: vzw of commercieel? Een kwaliteitsvolle kinderopvang is haar adagium voor deze legislatuur. Overleg met de sector speelt hierin een zeer belangrijke rol. Op welke manier wordt dit overleg met de sector georganiseerd? Hoeveel keer heeft dat al plaatsgevonden? De respijtdagen zijn een goede maatregel om aan onvoorziene afwezigheden tegemoet te komen. Voor ziekelijke kinderen of kinderen met een beperking zijn de 18 respijtdagen wellicht onvoldoende. Het staat de aanbieders van kinderopvang vrij om het minimum aantal op te trekken. Dit zou voor concurrentie kunnen zorgen tussen de opvanginitiatieven. Heeft het collegelid weet van dergelijke concurrentie en hoe wordt hiermee omgegaan?

- 5 - Collegelid Bianca Debaets antwoordt dat het nieuwe decreet niets verandert aan de vastgelegde ouderbijdrage, noch aan de richtlijn betreffende de extra kosten die kinderdagverblijven mogen aanrekenen. Artikel 21 van het ministerieel besluit van 23 april 2014 bevat de lijst van mogelijke bijkomende kosten die kunnen aangerekend worden. Artikel 22 beperkt de waarborg of reserveringsprijs tot 50 euro voor doelgroepen en tot 250 euro voor de andere ouders. De beslissing tot aanrekening van zulke kosten ligt bij het organiserend bestuur en dient expliciet te worden opgenomen in het huishoudelijk reglement. Het principe voor de afwezigheids- of respijtdagen volgt uit de vraag van de sector om de ouders te responsabiliseren. Er blijven regelmatig en voor lange periode veel gereserveerde plaatsen onbezet, terwijl er een algemene schaarste aan kindplaatsen is. Hiermee wordt het belang van opvangplannen onderstreept. Door een goede planning kan een kindplaats maximaal worden gedeeld en ingevuld door verschillende kinderen. Er zullen altijd onvoorziene en niet vooraf geplande omstandigheden voorkomen waarbij kinderen afwezig zijn: hiervoor voorziet het decreet de18 afwezigheidsdagen waarop ouders vrijgesteld worden van ouderbijdrage. Elke organisator kan zelf beslissen om dit minimum van 18 te verhogen. Sluitingsdagen van het kinderdagverblijf, gezinsvakanties en periodes van een langdurige ziekte vallen niet onder de respijtdagen. Het overleg met de sector omvat 2 luiken: Kind&Gezin en de VGC. Kind&Gezin: heeft, voorafgaand aan het nieuwe decreet, met de sector een langdurig en intensief traject doorlopen. Belangrijke spelers waren de Toekomstgroep met leden uit het werkveld en het wetenschapsveld en het Sectoroverleg met ruime vertegenwoordiging van het werkveld; organiseert de stuurgroep sociale functie die bewaakt en evalueert, wat kadert in de specifieke opdracht van de Vlaamse overheid om het nieuwe decreet te evalueren; heeft, begin 2014, in een multi-actorgroep met de sector en de Gezinsbond, het aantal van 18 respijtdagen afgesproken en vastgelegd; organiseerde meerdere infosessies betreffende de voortgang en de vernieuwingen van het decreet; organiseert op dit ogenblik workshops: over de regelgeving, good practices over ouderoverleg en individuele opvangplannen. Op die manier krijgen ouders tijd om goede afspraken te maken voor het opvangplan. VGC: organiseert overleg tussen de organisaties in de regiogroepen van het lokaal loket kinderopvang; agendeert de aandachtspunten die voortvloeien uit het nieuwe decreet op de bijeenkomsten van de werkgroep Kinderopvang voor baby s en peuters, waarin het Brusselse werkveld ruim vertegenwoordigd is. In deze werkgroep wisselen de leidinggevenden ervaringen uit en bereiden ze gezamenlijke standpunten voor; heeft overleg gepleegd met de sector over de mogelijk impact van het decreet; organiseert de adviesraad: de Werkgroep kinderopvang baby s en peuters besprak en formuleerde tijdens de zitting van 9 maart 2012 het Advies decreet kinderopvang voor baby s en peuters. Het advies wordt aan het verslag toegevoegd; tijdens andere zittingen van de adviesraad Gezin komt het nieuwe decreet regelmatig aan bod. Naar aanleiding van de eindevaluatie van het Beleidsplan Gezin 2010-2014 vroeg de adviesraad frequentere vergaderingen om het decreet te bespreken en te

- 6 - evalueren. Hierop werd positief gereageerd. Een eerste vergadering vond plaats op 4 november laatstleden. De volgende bijeenkomst is gepland voor 9 januari 2015. Tot op heden werd aan het College nog geen enkele formele melding gemaakt van meerkosten ten gevolge het nieuwe decreet. Bij gevolg worden er geen flankerende begeleidingsmaatregelen voorzien. Het kinderdagverblijf waar de interpellant naar refereert, is recent overgenomen door een andere organisatie. De wijzigingen zijn wellicht het gevolg van die overname en niet zozeer te wijten aan het nieuwe decreet. Dit wordt verder opgevolgd. De kinderdagverblijven die bijkomende capaciteit voorzien in het kader van de Stedenfondsoproep doen dat in afwachting van de geplande uitbreidingsronde van Kind&Gezin. Die nieuwe plaatsen worden georganiseerd volgends de geldende vergunningsen subsidievoorwaarden. De VGC heeft geen andere of bijkomende voorwaarden opgelegd. Het collegelid bevestigt dat het nieuwe decreet onderworpen werd aan de Vlaamse armoedetoets. Het debat over het wegvallen van oude initiatieven en de oprichting van nieuwe kinderopvang werd gevoerd naar aanleiding van een vorige vraag van mevrouw Elke Roex. De cijfers hierover zijn terug te vinden in het verslag. Het is niet bekend of de vrijheid waarover de verschillende kinderopvanginitiatieven beschikken, om al dan niet bijkomende respijtdagen toe te kennen, tot onderlinge concurrentie leidt. De respijtdagen hebben tot doel de bezettingsgraad maximaal te benutten. Interpellant Elke Roex is het niet eens met de uitspraak dat er geen prijsstijgingen zijn. De minimale ouderbijdrage werd verhoogd van 1,56 euro per dag naar 4 euro. Dit heeft een ernstige impact voor de zwakste groepen. Zij wijst erop dat de opvanginitiatieven een zeer grote vrijheid hebben voor de invulling van de respijtdagen. De huishoudelijke reglementen kunnen vakantie- en ziektedagen buiten het minimum aantal dagen plaatsen, maar dat is geen verplichting volgens Kind&Gezin. Bij de opmaak van een opvangplan zijn vaak de vakantiemogelijkheden van de ouders nog niet gekend. Een rigide toepassing van het aantal respijtdagen kan heel wat gezinnen op die manier in moeilijkheden brengen. Zij pleit ervoor dat het collegelid de aanbeveling van het Vlaams Armoedesteunpunt zou volgen om de onbedoelde effecten van deze maatregel nauwlettend in het oog te houden, opdat het recht op kinderopvang ook voor de meest kwetsbaren kan gegarandeerd blijft. Een enge interpretatie van de respijtdagen en de verhoging van de ouderbijdrage kan catastrofale gevolgen hebben voor de meest kwetsbare gezinnen. Mevrouw Brigitte Grouwels vraagt om een overzicht op te maken van de manier waarop de Brusselse kinderdagverblijven de respijtdagen toepassen. Hierop kan het College zich baseren om eventuele flankerende maatregelen te nemen. Commissielid Arnaud Verstraete blijft in het ongewisse over de effecten van het nieuwe decreet op mensen die in armoede leven. Hij sluit zich aan bij de overige sprekers die pleiten voor een nauwlettende monitoring van de nieuwe maatregelen. Collegelid Bianca Debaets vindt ook dat het wat vroeg is om definitieve conclusies te trekken: het decreet is pas sinds 1 april 2014 van toepassing. Zij beaamt dat de kinderdagverblijven een zeer grote vrijheid hebben inzake de invulling van de respijtdagen en de

- 7 - opmaak van opvangplannen. Sommige initiatieven gaan daar heel flexibel mee om en bespreken maandelijks de plannen met de ouders, terwijl andere dit over een langere periode invullen. De huishoudelijke reglementen zullen opgevraagd worden om te onderzoeken of er flankerende maatregelen nodig zijn. Interpellant Elke Roex begrijpt de argwaan voor het toekennen van veel respijtdagen. Zij wijst erop dat kinderdagverblijven een hoge bezettingsgraad moeten hebben om niet financieel gestraft te worden. Bij de Vlaamse overheid moet gepleit worden om dat te herbekijken. Eigenlijk worden de kosten nu doorgeschoven naar de gezinnen. Zij pleit om die problematiek nauwgezet op te volgen en juicht de beslissing toe om de huishoudelijke reglementen te onderzoeken. ***

- 8-2. Vraag - Vraag van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot de opvang van chronisch zieken Mevrouw Khadija Zamouri laat zich verontschuldigen voor deze vergadering. In overeenstemming met artikel 59,8 van het Reglement van Orde wordt de vraag omgezet in een schriftelijke vraag.

- 9 - BIJLAGE ADVIES Werkgroep kinderopvang baby s en peuters 9 maart 2012 DECREET KINDEROPVANG VOOR BABY S EN PEUTERS Capaciteit De werkgroep vindt het positief dat het decreet een behoeftedekkend aanbod vooropstelt voor de hele Vlaamse Gemeenschap en dus ook voor Brussel. Gelet op de cijfers uit de recente Cartografie is hier wel nog veel werk aan de winkel. Met 35 plaatsen uitbreiding op jaarbasis zal men de doelstelling tegen de voorziene data (2016 en 2020) niet halen. De werkgroep is er, met het oog op een optimale benutting van de capaciteit, voorstander van dat de lat voor bezetting in Brussel op hetzelfde (hogere) niveau komt als in de rest van Vlaanderen (minimaal bezettingspercentage). Voorrangsregeling De werkgroep schaart zich, gelet op het belang van de (taal)ontwikkeling van het kind, principieel achter de 55% voorrang voor gezinnen waar (ook) Nederlands wordt gesproken. Een evenwichtig opnamebeleid blijft het streefdoel. De kinderopvang blijft toegankelijk voor anderstaligen gezien het enkel een voorrangsregeling betreft voor maximaal 55% van de capaciteit. Bovendien is het voor ouders duidelijk aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om op de voorrangsregeling aanspraak te maken (objectieve criteria). De werkgroep merkt op dat de voorrang bij instroom in de kinderopvang nu wel wordt geregeld, maar niet de doorstroming kinderopvang / kleuterschool. Als de Vlaamse Gemeenschap veel investeert in kindopvang, met inbegrip van taalondersteuning, mag die inspanning nadien niet verloren gaan. Het is belangrijk dat (anderstalige) gezinnen die bewust kiezen voor het Nederlandstalige aanbod perspectief hebben op een vervolgtraject (Nederlandstalige onderwijs). De werkgroep stelt zich wel vragen bij de operationalisering van de voorrangsmaatregel: Is ongewijzigde overname van regeling uit onderwijs voor kinderopvang de goede methode (in onderwijs gebeuren de inschrijvingen op jaarbasis en kan de samenstelling van de schoolpopulatie gemakkelijker worden geëvalueerd)? 55% procent: Waarop is dit (maximum)percentage gestoeld? definiëring van Nederlandstalig: Is het vereiste niveau van taalkennis (B1) niet te hoog? Mag het niveau niet lager dan voor het onderwijs (ouders kunnen hun Nederlandse kennis verbeteren terwijl hun kind in opvang is)? Blijft er ruimte om ook mensen die op een andere manier een link met het Nederlands hebben voorrang te geven? Hoe vermijden dat de voorrangsregel als gevolg heeft dat kinderen uit de Rand kinderen uit Brussel verdringen in Nederlandstalige opvang in Brussel? Hoe verhoudt deze voorrangsregel zich tot andere voorrangsregels (artikel 8, 2 spreekt enkel van absolute voorrang in het kader van de werksituatie)? Hoe zal de voorrang voor Nederlandstaligen worden geëvalueerd (voor de kansengroepen uit

- 10 - trap 2 en trap 3 zou een outcome-evaluatie voorzien zijn in plaats van huidige inspanningsverbintenis)? Vergunningsstelsel Met betrekking tot de veralgemeende vergunningsplicht vraagt de werkgroep aan K&G duidelijk te communiceren met betreffende initiatieven omtrent de schorsing en het stopzetten van de opvang. Ook met de burgemeesters van het 2-talig gebied Brussel Hoofdstad zal moeten worden gecommuniceerd over het nieuwe decreet en hun politionele bevoegdheid inzake. Wat betreft de voorwaarden met betrekking tot de buitenruimte wordt gevraagd het streefdoel van 3m² buitenruimte niet te koppelen aan de vergunde capaciteit, maar aan het aantal kinderen dat tegelijk van de buitenruimte gebruik maakt. Subsidiëring In het belang van het personeelsbeleid en de organisatie van kwalitatieve opvang vraagt de werkgroep aan K&G te bewaken dat de gesubsidieerde sector geen subsidieval maakt. Lokaal loket De opstart van het lokaal loket staat in functie van toegankelijkheid voor alle ouders. Afstemming tussen het lokaal loket, CKO en de Stad Brussel is essentieel.