Wat houdt werken met de gedragscode flora en fauna in? Toepassing van de gedragscode De gedragscode natuurinclusief renoveren wordt toegepast bij Nul Op de Meterprojecten die werken met het NOM Keur. Als houders van het NOM Keur werken met de gedragscode natuurinclusief renoveren en voldoen aan alle voorwaarden en zich houden aan de spelregels in dit toelichtingsdocument wordt er vrijstelling verleend van de verboden uit de Wet natuurbescherming. De werkwijze uit de gedragscode is gebaseerd op overcompensatie: er worden altijd nestvoorzieningen (voor de huismus, gierzwaluw en vleermuis) opgenomen in de NOMrenovaties, ook als deze soorten niet zijn aangetroffen op de locatie. Hierdoor worden er standaard meer nestgelegenheden geplaatst dan er bij een reguliere ontheffing voor flora en fauna het geval zou zijn. Net zoals bij een reguliere ontheffingsprocedure moet er bij het werken met de gedragscode ook ecologisch vooronderzoek uitgevoerd worden. Vanwege bovengenoemde overcompensatie is het vooronderzoek in de gedragscode geringer. Zo zijn de uit te voeren ecologische onderzoeken minder uitgebreid en is de periode waarin de onderzoeken uitgevoerd worden korter ten opzichte van een reguliere ontheffing. In de gedragscode staat beschreven welke werkzaamheden er altijd uitgevoerd moeten worden, hierna volgt voor elk onderdeel een toelichting: 1. Ecologisch vooronderzoek; 2. Het treffen van mitigerende maatregelen (onbewoonbaar maken van de verblijflocaties); 3. Het treffen van compenserende maatregelen (plaatsen van vervangende verblijflocaties).
Welke werkzaamheden worden door wie uitgevoerd en onder welke voorwaarden? 1. Ecologisch vooronderzoek Het ecologisch vooronderzoek wordt uitgevoerd om inzicht te krijgen in de ecologische situatie van het projectgebied. Het ecologisch vooronderzoek bestaat uit: a. Het uitvoeren van een omgevingscheck, bestaande uit: i. Een literatuuronderzoek. ii. Een veldbezoek. iii. Eventueel: aanvullend onderzoek. b. Het opstellen van een ecologisch werkprotocol: een praktische handleiding voor de uitvoer van het project op de bouwplaats. - De omgevingscheck wordt minimaal een half jaar voorafgaand aan de werkzaamheden uitgevoerd. De verantwoordelijkheid van de check ligt bij de bouwer, maar verschuift naar de woningcorporatie indien een half jaar van tevoren nog geen bouwer is geselecteerd. Afstemming tussen bouwer en corporatie hierover is essentieel: o Indien minimaal een half jaar van tevoren duidelijk is welke bouwer het project gaat uitvoeren ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het ecologisch vooronderzoek in eerste instantie bij de bouwer. De bouwer werkt namelijk met het NOM Keur en daarmee met de gedragscode natuurinclusief renoveren waarvan het ecologisch vooronderzoek een onderdeel is. o Indien korter dan een half jaar van tevoren bekend is welke bouwer het project gaat uitvoeren is het aan de woningbouwcorporatie om ervoor te zorgen dat er tijdig een omgevingscheck wordt uitgevoerd en er een ecologisch werkprotocol wordt opgesteld. - De onderzoeken dienen te worden uitgevoerd door een ecologisch deskundige.
2. Mitigerende maatregelen Mitigerende maatregelen bestaan uit het ongeschikt maken van nestgelegenheden van de gierzwaluw, huismus en vleermuis voorafgaand aan de werkzaamheden én het zo nodig plaatsen van tijdelijke nestvoorzieningen in de buurt van de projectlocatie. Tijdelijke vervangende verblijflocaties worden geplaatst in het geval er niet voldoende mogelijkheden aanwezig zijn in de omgeving ten tijde van de renovatiewerkzaamheden voor de genoemde soorten. - Om vertraging van de bouw te voorkomen is het essentieel dat de mitigerende maatregelen tijdig worden uitgevoerd. Idem als bij het ecologisch vooronderzoek is de bouwer in eerste instantie verantwoordelijk voor de uitvoering van de mitigerende maatregelen (via het NOM Keur). Als pas enkele maanden van te voren bekend is welke bouwer het project uit gaat voeren kan het te laat zijn voor de bouwers om tijdig de mitigerende maatregelen uit te voeren. In dat geval is het de verantwoordelijkheid van de corporatie dat de mitigerende maatregelen tijdig worden uitgevoerd. Afstemming tussen bouwer en corporatie hierover is essentieel. - Voorafgaand aan de renovatiewerkzaamheden wordt de projectlocatie vrijgegeven door een ecologisch deskundige. - Mitigerende maatregelen dienen te worden genomen voorafgaand aan het broedseizoen. Een goede planning is essentieel om te zorgen dat de bouw geen vertraging oploopt.
3. Compenserende maatregelen Compenserende maatregelen bestaan uit het aanbrengen van vervangende (permanente) nestvoorzieningen voor de huismus, gierzwaluw en vleermuis. Deze maatregelen zijn per project hetzelfde: a. Huismus: drie nestgelegenheden per NOM-woning. b. Gierzwaluw: drie nestgelegenheden per NOM-woning. c. Vleermuis: voor de vleermuis wordt één verblijf per acht grondgebonden NOM-woningen opgenomen. Per project dient er minimaal één verblijfslocatie voor de vleermuis te worden aangebracht. Waar mogelijk dienen er ook kleine nestgelegenheden voor de vleermuis gecreëerd te worden zoals in kieren of spleten. - Compenserende maatregelen worden altijd door de bouwer uitgevoerd. - Het is verplicht om gebruik te maken van goedgekeurde nestvoorzieningen, dat kan op de volgende twee manieren: o Er wordt gebruik gemaakt van een goedgekeurde nestvoorziening. Goedgekeurde voorzieningen zijn te vinden in de gedragscode. o Er wordt een nieuwe voorziening ontwikkeld. Nieuwe nestvoorzieningen dienen te voldoen aan criteria die zijn terug te vinden in de gedragscode. Deze voorzieningen moeten worden gecontroleerd door de NOM Keur beoordelingscommissie voordat ze worden toegepast.
Algemene voorwaarden: - Als een project wordt geselecteerd als monitoringsproject is deelname aan de monitoring verplicht. - Het NOM Keur ziet toe op goede naleving van de gedragscode. Indien de gedragscode niet goed wordt nageleefd, verliest de bouwer het NOM Keur. - Alleen bouwers die het NOM Keur hebben werken met de gedragscode natuurinclusief renoveren. Bouwers met het NOM Keur zijn bovendien verplicht te werken met de gedragscode natuurinclusief renoveren. - De aanbieder is verplicht een deskundige op het gebied van de soort(en) 1 in te huren die de gedragscode uitvoert en toezicht houdt op goede naleving. De intensiteit van de ecologische begeleiding hangt af van het seizoen en de planning van de werkzaamheden. - De uitvoering van de activiteiten dient door de aanbieders vastgelegd te worden in een logboek ten behoeve van de controle op goede naleving 1 Onder een ecologisch deskundige verstaan we een persoon die in een bepaalde situatie en voor specifieke soorten gevraagd wordt te adviseren en/of begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soort specifieke ecologie. Hij voldoet aan een of meer van deze punten: Ø hij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opleiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; of Ø hij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van Nederlandse in het wild voorkomende planten en dieren; en Ø hij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of Ø hij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; en/of Ø hij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming.