Segmentatie in verzekeringen



Vergelijkbare documenten
1. Doelstellingen en in het bijzonder de klemtoon op consumentenbescherming 2. Moet dit evolueren naar een recht op verzekering?

Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen. Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel

BS Verzekeringsrecht

STANDPUNT VERZEKERINGEN

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek.

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme

Financiële infofiche levensverzekering voor overlijdensverzekeringen (niet sparen en beleggen)

Financiële infofiche levensverzekering voor overlijdensverzekeringen (niet sparen en beleggen)

Elitis Blue Cover van Federale Verzekering

Date de réception : 27/12/2011

Overzicht: de wet op de private ziekteverzekeringsovereenkomsten

SEGMENTATIE IN OVERLIJDENSVERZEKERINGEN

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES N 7 VAN 22 JUNI 2007

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN

Individuele Ongevallen Verzekeringsvoorstel

INFOFICHE FIDEA SCHULDSALDOVERZEKERING

Verzekering Gewaarborgd Inkomen 25u/24 voor zelfstandige journalisten

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

DIENSTENWIJZER. Goudzwaard Assurantiën en Financiële Diensten C.V. Adviseur op Maat

KBC-Life Alternative Selector

DEPARTEMENT TOEGEPASTE ECONOMIS.CHEWETENSCHAPPEN

VERZEKERINGEN VERGOEDINGEN van de meest voorkomende verzekeringsproducten voor natuurlijke en rechtspersonen van toepassing op 30/04/2014

1. Ziek of ziek geweest

Verzekeringen gewaarborgd inkomen: verlenging van de looptijd omwille van de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd.

Algemene Voorwaarden ING Life Optima

Verzekeringen. Schuldsaldoverzekering. Hypotheeklening. In geval van tegenspoed bent u beschermd!

Questions and answers

Vooraleer over discriminatie in de verzekeringssector te kunnen spreken,

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Cash HET GEWICHT DER JAREN medische verzekeringen sinds 1944

V.Z.W. HUISARTSENKRINGEN VERZEKERINGSVOORSTEL

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 24

3 de nota in verband met kosten en lasten : Reglement van de FSMA van 24 februari 2017

Segmentatiebeleid KBC Verzekeringen

INHOUD. Voorwoord... v Dankwoord... vii Lijst van afkortingen... xv. Inleiding... 1 DEEL I. ONDERZOEKSKADER. Hoofdstuk I. Probleemstelling...

Om een afspraak te maken kunt u met ons kantoor bellen of een sturen. Afspraken buiten kantooruren zijn mogelijk op aanvraag.

VOORSTEL RECHTSBIJSTAND FAMILY 2014

1. INDIVIDUELE VERDERZETTING VAN EEN COLLECTIEVE VERZEKERING

Wachtpost VERZEKERINGSVOORSTEL

Begindatum Einddatum Vervaldag Duur 01/01 1 jaar

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 3,51 % gemiddeld over de laatste 8 jaar 1

1. Financiële informatiefiche levensverzekering voor de

Veel gestelde vragen over verzekeringen tegen terrorisme

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN DE VOORZITTER

3,21 % gemiddeld over de laatste 8 jaar1. Top Rendement Invest. Pluk de vruchten van uw belegging!

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering

Globaal (categorie A en B) Lid Kredietgevers (categorie B) Niet-lid Totaal

HAPPY LIFE AXA BELGIUM NV. 1

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

ALGEMENE VOORWAARDEN RECHTSBIJSTAND

De vzw Accesso werd opgericht op initiatief van Assuralia, Febelfin, de Beroepsvereniging van het Krediet, AG Insurance en Belfius Insurance.

De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

aantrekkelijke premie onderscheid rokers en niet-rokers premievermindering tot 50% naargelang de combinatie rente ongeval/ziekte.

Smart2Cover is een bemiddelaar van niche schadeverzekeringen die zowel on- als offline worden aangeboden.

WELKE VERZEKERINGSPOLISSEN BESTAAN ER? EEN EERSTE OVERZICHT

Mijn Laatste Wensen uitvaartverzekering. Voorwaarden

1 Een verzekeringsovereenkomst?? 1.1 De verzekeraar?? 1.2 De verzekeringstussenpersoon??

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 4,67 % gemiddeld over de laatste 9 jaar 1!

WAT NA EEN MEDISCH ONGEVAL? Fonds voor Medische ongevallen

Ondernemen is risico's durven nemen

FINANCIËLE INFOFICHE LEVENSVERZEKERING VOOR TAK 23

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

Conventie. Rechtsbijstandsverzekering van Generali Belgium NV

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN De Huisarts BUITENBEENTJE AMMA VERZEKERINGEN medische verzekeringen sinds 1944

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Clausuleblad. Terrorismedekking. Artikel Datum 1 april 2015

Wat na een medisch ongeval?

FINANCIËLE INFOFICHE LEVENSVERZEKERING VOOR TAK 23

GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR

Versie Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen?

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

ACE 50+ Gegarandeerde levensverzekering Aanvullend voordeel:

happy family klantenreglement

Bochane Services Dienstenwijzer

DEPARTEMENT TOEGEPASTE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

Conventie. Rechtsbijstandsverzekering van Generali Belgium NV

Vraag Antwoord Scores

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

4. Uw extra troef: Turbo Bonus, in een hogere versnelling naar de laagste bonusmalusgraad! Bonus-Malus -2 uniek en voor het leven!

U hebt de laagste Bonus-Malus? Ontdek uw exclusieve voordelen voor het leven!

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

Aansluitingsformulier voor de verzekering van de burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid. Verzekeringsbemiddeling en distributie van verzekeringen

Het schadeverwekkend feit

Wat na een medisch ongeval?

Bent u zelfstandige met vennootschap? Gewaarborgd inkomen Kies voor financiële zekerheid, ook bij arbeidsongeschiktheid!

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord Inhoudstafel. 1. Schema Algemeen... 6

Hypo- & Duo Hypo Security Plan van North Europe Life Belgium N.V.

DVD HA Dienstenwijzer van HA-groep b.v.

De 15 valkuilen om voor op te passen bij het aangaan van een lening of krediet!

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

Transcriptie:

Faculteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen Vakgroep Wiskunde Segmentatie in verzekeringen Masterproef ingediend met het oog op het behalen van de graad van Master in de Actuariële Wetenschappen Lieven De Norre Promotor: Prof. Dr. Kim Everaert Academiejaar 2013-2014

Voorwoord Sinds het kiezen van het onderwerp van deze masterproef actuariële wetenschappen, en het schrijven van dit voorwoord is er nu bijna een jaar verstreken. Deze periode was bij momenten, vooral in de laatste weken voor de deadline, vrij stresserend. Maar dit was zeker en vast de moeite waard, in deze periode heb ik namelijk heel wat bijgeleerd over het boeiende onderwerp dat segmentatie in de verzekeringssector, en specifiek voor overlijdensverzekeringen, is. Gezien de recente maatschappelijke ontwikkelingen en de ontwikkelingen op vlak van wetgeving, is dit bovendien een zeer actueel onderwerp. Bij deze wil ik ook Professor Kim Everaert bedanken voor het feit dat zij de promotor van mijn masterproef wou zijn, en voor de hulp en advies die ik van haar gekregen heb. Ik wil ook mijn ouders en mijn zus bedanken voor de steun die zij mij gegeven hebben tijdens het schrijven van deze masterproef en voor hun vertrouwen in de goede afloop ervan. Niet alleen tijdens het schrijven van deze masterproef, maar bij uitbreiding tijdens mijn hele studententijd hebben zij mij ten volle gesteund. Ook mijn medestudenten verdienen een bedanking, voor de vele mooie momenten die we samen beleefd hebben tijdens onze studentenjaren, en waaraan ik later ongetwijfeld nog met veel weemoed zal aan terugdenken. Lieven De Norre, augustus 2014. i

ii

Inhoudsopgave Voorwoord i Inhoudsopgave iii Inleiding v 1 Het begrip segmentatie 1 1.1 Wat is segmentatie................................ 1 1.2 Vormen van segmentatie............................. 2 1.3 Voordelen van segmentatie............................ 4 1.4 Nadelen van segmentatie............................. 6 1.5 Segmentatie en solidariteit............................ 7 2 Wetgevend kader 9 2.1 Tariefvrijheid en contractuele vrijheid...................... 9 2.2 Segmentatie in het verzekeringsrecht....................... 10 2.3 Anti-discriminatiewetgeving........................... 10 2.4 Medische informatie............................... 12 2.5 Solidariteitsmechanismes............................. 13 2.5.1 Burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigen.............. 13 2.5.2 Schuldsaldoverzekering......................... 14 iii

3 Segmentatie in overlijdensverzekeringen 17 3.1 Ontwerp van een tariefstructuur......................... 17 3.1.1 Indeling in risicoklassen......................... 18 3.1.2 Keuze van segmentatiecriteria...................... 22 3.2 Frequent gebruikte risicofactoren......................... 24 3.2.1 Medische factoren............................ 24 3.2.2 Rookgedrag................................ 26 3.2.3 Alcoholconsumptie............................ 29 3.2.4 Gevaarlijk beroep of hobby s....................... 30 3.2.5 Verzekerd kapitaal............................ 31 3.3 Socio-economische factoren: analyse van de Nationale Databank Mortaliteit.. 32 3.3.1 Data.................................... 32 3.3.2 Methode................................. 34 3.3.3 Doelgroep................................. 39 3.3.4 Resultaten................................. 40 4 Premiemodel voor overlijdensverzekeringen 59 4.1 Gebruikte sterftetafels............................... 59 4.2 Gebruikte risicofactoren............................. 61 4.3 Voorbeelden overlijdensverzekering....................... 62 4.4 Voorbeeld schuldsaldoverzekering op 1 hoofd.................. 64 4.5 Voorbeeld schuldsaldoverzekering op 2 hoofden................. 66 4.6 Vergelijking met markttarieven.......................... 68 Besluit 71 A Tabellen met relatieve sterfte volgens socio-economische status 73 B Cijfermateriaal uit voorbeelden 87 Bibliografie 99 iv

Inleiding Segmentatie in verzekeringen is een onderwerp dat de laatste jaren steeds vaker in het middelpunt van de belangstelling komt. Vooral de recent ingevoerde uniseks-wetgeving die bepaalt dat mannen en vrouwen gelijk behandeld moeten worden bij het vaststellen van verzekeringspremies en verzekeringsprestaties heeft voor heel wat discussies gezorgd. De vraag of verzekeraars een onderscheid mogen maken op basis van individuele kenmerken van verzekeringnemers in het bepalen van premies of prestaties, en zoja op basis van welke kenmerken en in welke mate, is namelijk een maatschappelijke vraag waar iedereen wel een mening over heeft. Begrippen zoals solidariteit en discriminatie zijn dan ook nooit ver weg in deze discussies. Vanwege de maatschappelijke en actuariële relevantie lijkt segmentatie dan ook heel interessant onderwerp om wat dieper in te gaan. Deze masterproef is ingedeeld in 4 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 zal ik het begrip van segmentatie en de verschillende verschijningsvormen ervan in de verzekeringssector bespreken. Hiervoor zal ik me o.a. baseren op een artikel van De Pril en Dhaene [1]. In dit hoofdstuk bespreek ik ook de voor- en nadelen van segmentatie zowel vanuit het standpunt van de verzekeraars als vanuit het standpunt van de verzekeringnemers. Ook de aan segmentatie gerelateerde begrippen van subsidiërende solidariteit en kanssolidariteit worden besproken. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van alle wetgeving m.b.t. segmentatie, met o.a. de beperkingen aan segmentatie die door de anti-discriminatiewetgeving worden opgelegd, en de solidariteitsmechanismen die door de wet worden ingebouwd voor autoverzekeringen en schuldsaldoverzekeringen. In hoofdstuk 3 bespreek ik segmentatie in de context van overlijdensverzekeringen. In dit hoofdstuk bespreek ik ook een aantal richtlijnen voor verzekeraars bij het kiezen van segmentatiecriteria en het ontwerpen van een tariefstructuur, en ik overloop een aantal frequent gebruikte risicofactoren voor overlijdensverzekeringen. Het mogelijke gebruik van socio-economische factoren om te segmenteren in overlijdensverzekeringen wordt besproken aan de hand van een studie over de socio-economische sterfte op middelbare leeftijd in België. In hoofdstuk 4 tot slot bespreek ik hoe de resultaten uit deze studie gebruikt kunnen worden in een premiemodel voor overlijdensverzekeringen, en pas ik dit toe op een aantal voorbeelden van overlijdensverzekeringen en schuldsaldoverzekeringen. Tot slot maak ik ook een vergelijking van de huidige markttarieven voor schuldsaldoverzekeringen. v

vi

Hoofdstuk 1 Het begrip segmentatie 1.1 Wat is segmentatie Segmentatie is een economisch begrip dat in een veel ruimere context wordt gebruikt dan enkel in verzekeringen. Op de online encyclopedie www.encyclo.nl definieert men segmentatie als volgt: Het proces, waarin op basis van één of meer kenmerken, homogene groepen klanten (segmenten) worden vastgesteld en klanten aan deze segmenten worden toegewezen.. Het is dus een techniek die een producent van goederen en diensten gebruikt om zijn klanten op te delen in marktsegmenten bestaande uit klanten met dezelfde eigenschappen. Meestal bedoelt men met segmenteren niet louter het vaststellen van deze marktsegmenten, maar ook het aanpassen van aangeboden goederen en diensten, of de prijs van deze goederen en diensten, aan deze marktsegmenten. Segmentatie is dus in feite een marketingstrategie. Wat betekent dit nu in de context van verzekeringen? De wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (BS 20 augustus 1992) definieert een verzekeringsovereenkomst als een overeenkomst waarbij een partij, de verzekeraar, zich er tegen betaling van een vaste of veranderlijke premie tegenover een andere partij, de verzekeringnemer, toe verbindt een in de overeenkomst bepaalde prestatie te leveren in het geval zich een onzekere gebeurtenis voordoet waarbij, naargelang van het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat die zich niet voordoet [2]. In de context van verzekeringen is de producent dus een verzekeraar, de klant een verzekeringnemer, en de aangeboden dienst de dekking van een risico (een onzekere gebeurtenis waarbij, naargelang van het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat die zich niet voordoet). Het risico is eigen aan de verzekeringnemer, dus de marktsegmenten zijn de risicogroepen, bestaande uit risico s met dezelfde eigenschappen. Deze eigenschappen, de zogenaamde risicofactoren, bepalen de grootte van de verwachte schade. Dus door de aangeboden dienst (de dekking van een risico) of de prijs hiervan (de premie) aan te passen aan 1

deze risicofactoren, kan de verzekeraar de prestatie die hij verwacht te moeten leveren en de premie die hij ontvangt, beter laten overeenstemmen met elkaar. De Pril en Dhaene [1] definiëren segmentering dan ook als een techniek die de verzekeraar aanwendt om de premie en eventueel ook de dekking te differentiëren in functie van een aantal specifieke karakteristieken van het te verzekeren risico, met de bedoeling tot een betere overeenstemming te komen tussen de verwachtingswaarde van de schade en de kosten die een bepaalde persoon ten laste legt van de collectiviteit van de verzekeringnemers en de premie die hij voor de geboden dekking moet betalen. De verwachte schade wordt enerzijds bepaald door de kans op de verwezenlijking van het risico, en anderzijds door de grootte van de schade in geval van verwezenlijking van het risico. De risicofactoren die een verzekeraar gebruikt om te segmenteren, noemt men de segmentatiecriteria. Enkele voorbeelden van veel gebruikte segmentatiecriteria zijn het vermogen van de verzekerde auto bij de B.A.-autoverzekering, de locatie van de verzekerde woning bij een diefstalverzekering, of het rookgedrag van de verzekerde persoon bij een levensverzekering. Hoe beter een verzekeraar de techniek van segmentatie toepast, hoe beter de premies die hij vraagt overeen zullen stemmen met de verwachte schadevergoedingen. 1.2 Vormen van segmentatie Zoals reeds vermeld kan de verzekeraar ofwel de premie (premiedifferentiatie), ofwel de dekking (dekkingsdifferentiatie) aanpassen aan het verzekerde risico. Premiedifferentiatie is de meest gebruikte vorm van segmentatie en houdt in dat grotere risico s een hogere premie moeten betalen. Door te segmenteren probeert de verzekeraar de zuivere premie gelijk te stellen aan het verwachte bedrag dat zal moeten worden uitgekeerd ter vergoeding van schadegevallen die zich gedurende de looptijd van het verzekeringscontract voordoen. Bovenop deze zuivere premie worden echter ook beheerskosten (vb. kosten van expertise, briefwisseling,...) aangerekend, uitgedrukt als een percentage b van de zuivere premie. Om de winstgevendheid te verzekeren wordt deze premie nog vermeerderd met een loading λ, om tot een inventarispremie te komen: inventarispremie = zuivere premie (1 + b) (1 + λ). (1.1) De percentages b en λ worden binnen een verzekeringsmaatschappij vaak bepaald per verzekeringsproduct an de hand van de Activity Based Costing methode, en zijn dus gelijk voor alle verzekeringnemers. Een gevolg hiervan is dat indien de verzekeraar segmentatie toepast, voor verzekeringnemers met een groter risico niet enkel de zuivere premie groter zal zijn, maar ook het deel van de premie dat dient ter dekking van de beheerskosten groter zal zijn. Nogthans is 2

slechts een deel van deze beheerskosten afhankelijk van de grootte van het verzekerde risico, namelijk het deel dat te maken heeft met de schadevaststelling en -afwikkeling (expertisekosten, gerechtskosten, briefwisseling naar aanleiding van schadegevallen,...). Het deel dat te maken heeft met het beheer van het verzekeringscontract zelf (inning van premies, briefwisseling naar aanleiding van contractwijzigingen, medisch onderzoek in geval van een levensverzekering,...) is onafhankelijk van de grootte van het risico. Er ontstaat dus een oneerlijke verdeling van de beheerskosten van de verzekeraar onder zijn verzekeringnemers. Dit effect vergroot nog doordat de inventarispremie nog met een factor vergroot wordt om tot de uiteindelijke commerciële premie te komen. Op deze commerciële premie moet namelijk nog een percentage t aan premietaksen en een percentage c aan commissielonen afgehouden worden: commerciële premie = inventarispremie (1 t)(1 c). (1.2) Men kan deze onevenredigheid voorkomen door de beheerskosten te splitsen in kosten van schadebeheer en kosten van polisbeheer, en deze laatste afzonderlijk te berekenen als een vast bedrag i.p.v. een percentage van de zuivere premie. Een andere vorm van segmentatie is dekkingsdifferentiatie, waarbij men voor grotere risico s strengere dekkingsvoorwaarden oplegt. Dit kan een hogere franchise of vrijstelling zijn, een lager verzekerd bedrag, of extra uitsluitingen. In bepaalde gevallen kan het risico zelfs geweigerd worden, in dat geval spreekt men van risicoselectie. Risicoselectie kan ook onrechtstreeks gebeuren, bijvoorbeeld door de marketing van een bepaald verzekeringsproduct op een specifieke doelgroep te richten waarvan het risico kleiner is, of door een verzekeringsproduct slechts in bepaalde regio s aan te bieden. Bij de voorgaande vormen van segmentatie wordt steeds gedifferentieerd op basis van risicofactoren die op voorhand gekend zijn, daarom spreekt men van a prioro premiedifferentiatie. In het geval van schadeverzekeringen kan men naast de gebruikelijke a priori premiedifferentiatie ook a posteriori premiedifferentiatie onderscheiden. Deze vorm van segmentatie houdt in dat wanneer een verzekeringsovereenkomst verlengd wordt, men bij het berekenen van de nieuwe premie rekening houdt met de schadegevallen die zich al dan niet hebben voorgedaan gedurende de looptijd van het contract. De veronderstelling die men hierbij maakt is dat het zich voordoen van een schadegeval een goede indicator is voor een verhoogde kans op schadegevallen. Indien zich in het voorbije jaar een schadegeval heeft voorgedaan zal de premie bijgevolg stijgen, indien er zich geen schadegevallen hebben voorgedaan zal de premie meestal dalen. Aangezien men bij aanvang van een verzekeringscontract niet weet of er zich in het komende jaar schadegevallen zullen voordoen, weet men pas op het einde van het jaar wat de premie voor het volgende jaar zal zijn, vandaar de term a posteriori premiedifferentiatie. 3

Het bekendste voorbeeld van a posteriori premiedifferentiatie is het bonus-malussysteem in de B.A.-autoverzekering. In dit systeem is de premie die een verzekerde bestuurder moet betalen afhankelijk van zijn bonus-malusgraad. Deze bonus-malus graad wordt bepaald door het schadeverleden van de verzekerde bestuurder. In België was dit systeem verplicht tot 2003. Ook het aantal bonus-malusgraden en de premie in elke bonus-malusgraad (relatief t.o.v. de premie in de laagste bonus-malusgraad) lagen wettelijk vast. In 2004 werd onder druk van de Europese Commissie het verplichte karakter van dit systeem afgeschaft. A posteriori premiedifferentiatie kan men zien als een correctie op a priori premiedifferentiatie. Met a priori premiedifferentiatie kan men namelijk nooit het risico perfect inschatten omdat men nooit alle risicofactoren in beeld kan brengen, en men bovendien ook niet alle risicofactoren kan of mag gebruiken. A posteriori premiedifferentiatie daarentegen zal na verloop van tijd steeds een getrouw beeld geven van wat het werkelijke risico van een verzekerde is. Zo is het aannemelijk dat iemand die na 30 jaar met de auto te hebben gereden nog steeds geen ongeval in fout heeft veroorzaakt, een laag risico op ongevallen heeft. Ook dekkingsdifferentiatie zou men a posteriori kunnen toepassen, door bijvoorbeeld de franchise te verhogen na een schadegeval. De verzekeraar kan het zich contractueel ook mogelijk maken om binnen de maand na een schadegeval de verzekeringsovereenkomst op te zeggen (behalve voor levens- en ziekteverzekeringen), in dit geval spreekt men van naselectie. 1.3 Voordelen van segmentatie Wanneer een verzekeraar geen segmentatie toepast, betaalt elke verzekeringnemer dezelfde premie, ongeacht de grootte van het verzekerde risico. Verzekeringnemers met een klein risico betalen dus een te hoge premie in verhouding tot hun risico, en zullen de verzekeraar verlaten. Tegelijkertijd worden slechte risico s aangetrokken omdat deze een lage premie moeten betalen in verhouding tot hun risico. De combinatie van deze twee heeft tot gevolg dat de gemiddelde schadelast van de verzekeraar zal stijgen, zodat deze zijn premies moet verhogen. Hierdoor zullen nog meer goede risico s de verzekeraar verlaten, zal de gemiddelde schadelast van de verzekeraar nog meer stijgen, zal deze zijn premies nog meer moeten verhogen, enz.... Dit proces heeft uiteindelijk tot gevolg dat de verzekeraar in zijn portefeuille enkel de slechtste risico s op de markt behoudt. De verzekeraar kan dit enkel tegengaan door iedere verzekeringnemer een premie te vragen die zo goed als mogelijk overeenstemt met zijn verwachte schadelast, dus door te segmenteren. De noodzaak om te segmenteren is uiteraard groter in sterk concurrentiële verzekeringsmarkten: in een markt waarin verzekeraars sterke premieverminderingen aanbieden aan verzekeringnemers met een laag risico, zal een verzekeraar die niet segmenteert weinig of geen van deze verzekeringnemers met een laag risico aantrekken, en dus met een hogere 4

schadelast dan gemiddeld geconfronteerd worden. Indien een verzekeraar gebruik maakt van onafhankelijke makelaars voor de distributie van zijn producten, zal dit effect nog sterker zijn omdat kandidaat-verzekeringnemers in dat geval beter prijzen kunnen vergelijken met die van concurrerende verzekeraars. Een gerelateerd begrip is dat van anti-selectie. Anti-selectie houdt in dat mensen met een verhoogd risico sneller geneigd zullen zijn zich te verzekeren dan mensen met een laag risico, waardoor het risicoprofiel van de verzekerde populatie afwijkt van het risicoprofiel van de gehele populatie. Zeker in het geval van overlijdensverzekeringen speelt dit een belangrijke rol: mensen die van zichzelf denken een kortere levensduur te hebben zijn meer geneigd om een overlijdensverzekering aan te gaan, en doen dit aan een groter verzekerd kapitaal. Verzekeraars kunnen zich hier tegen wapenen door hun acceptatievoorwaarden te verstrengen naarmate het verzekerd kapitaal toeneemt, het is bijvoorbeeld vaak zo dat vanaf een bepaald verzekerd kapitaal de verzekeraar een medisch onderzoek eist. Deze vorm van segmentatie noemt men financiële segmentatie. Een verzekeraar gaat hierbij dus uit van de veronderstelling dat een groot verzekerd bedrag een indicatie is voor het feit dat er bepaalde risicoverhogende factoren gekend zijn voor de verzekeringnemer maar niet voor de verzekeraar, m.a.w. dat er sprake is van asymetrische informatie tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar. Naast het tegengaan van anti-selectie kan segmentatie ook van nut zijn voor het verkleinen van de zogenaamde moral hazard (morele risico). Deze moral hazard houdt in dat verzekerden zich minder voorzichtig zullen gedragen wanneer zij verzekerd zijn, omdat ze niet langer zelf de gevolgen van hun daden dragen. Zo zal bijvoorbeeld iemand die een diefstalverzekering heeft, minder snel geneigd zijn een alarmsysteem te installeren. Een verzekeraar kan dit risico beperken d.m.v. segmentering. In voorgaand voorbeeld zou de diefstalverzekeraar bijvoorbeeld het aanwezig zijn van een alarmsysteem als segmentatiecriterium kunnen gebruiken. Wie een alarmsysteem heeft, zal dan een lagere premie moeten betalen dan wie geen alarmsysteem heeft. Op die manier worden de verzekeringnemers er toe aangezet een alarmsysteem te laten installeren. Ook het bonus-malussysteem in de B.A.-autoverzekering is een voorbeeld van hoe segmentatie (in dit geval a posteriori premiedifferentiatie) de moral hazard kan verkleinen. Een verzekeringnemer zal er namelijk toe aangezet worden een voorzichtigere rijstijl aan te houden, omdat na een ongeval waarvoor hij aansprakelijk is, zijn toekomstige verzekeringspremie zal stijgen. Ook een franchise of vrijstelling kan onvoorzichtig gedrag van de verzekeringnemer voorkomen. Merk op dat er empirische studies bestaan die de fenomenen anti-selectie en moral hazard in twijfel trekken voor bepaalde verzekeringsproducten [3]. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat mensen die zich laten verzekeren niet meer, maar minder risicovol gedrag vertonen dan mensen die zich niet laten verzekeren. Dit komt omdat mensen die zich laten verzekeren over het algemeen risico-averser zijn dan mensen die zich niet laten verzekeren, wat ook de reden is waarom ze zich laten verzekeren. De mate waarin de fenomenen van anti-selectie en moral hazard spelen is ook sterk afhankelijk van het soort verzekering. 5

Levensverzekeringen bijvoorbeeld worden vaak niet aangegaan voor de bescherming tegen een risico, maar als een vorm van vermogensbeheer, successieplanning of om fiscale redenen. 1.4 Nadelen van segmentatie Een probleem met segmentatie is dat door de concurrentie tussen verzekeraars, verzekeraars er toe gedwongen worden om in steeds toenemende mate te segmenteren. Hierdoor dreigen de slechtere risico s uit de boot te vallen, omdat verzekeraars ze ofwel niet meer willen verzekeren, ofwel een premie vragen die voor de verzekeringnemer onbetaalbaar is. Dit is maatschappelijk niet wenselijk, zeker niet in het geval van verzekeringen die wettelijk verplicht zijn, zoals de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. Een ander nadeel is de ondoorzichtigheid die ontstaat voor de consument. Omdat elke verzekeraar andere dekkingsvoorwaarden en franchises invoert, wordt het voor de consument moeilijker een vergelijking te maken tussen verzekeraars. Bovendien kan het gebruiken van bepaalde segmentatiecriteria voor de consument als arbitrair of ongepast overkomen. Het invoeren van nieuwe segmentatiecriteria kan bovendien tot sterk veranderende premies leiden. Dit alles is slecht voor het imago van de verzekeraar. Segmenteren kan dus verzekeringstechnisch voordelig zijn, maar marketingtechnisch nadeling. Bovendien bestaat het risico dat een verzekeringsmaatschappij een verkeerde inschatting maakt van de invloed van bepaalde risicofactoren omdat deze te weinig of onbetrouwbare data ter beschikking heeft. Dit kan men voorkomen door risico s te laten herverzekeren, waardoor men beroep kan doen op de expertise en de grote datawarehouses van herverzekeraars bij het inschatten van risico s, iets wat vaak gebeurt bij levens- en ziekteverzekeringen. Daarnaast zijn er ook tal van praktische beperkingen aan de techniek van segmentatie. Zo zijn bepaalde segmentatiecriteria wettelijk verboden (zie hoofdstuk 2), moeilijk om op een objectieve manier vast te stellen (vb. rijstijl), variabel doorheen de tijd (vb. Body Mass Index), of gevoelig voor de opzettelijke onjuiste mededeling ervan (vb. de voornaamste bestuurder bij een B.A.-autoverzekering), wat er voor kan zorgen dat de verzekeraar het verzekerde risico onderschat. Hoe meer segmentatiecriteria de verzekeraar gebruikt, hoe groter ook de kans is dat bepaalde gegevens verkeerd worden meegedeeld. Het vaststellen van segmentatiecriteria kan ook de beheerskosten de hoogte in jagen (denk bijvoorbeeld aan een medisch onderzoek in het geval van levensverzekeringen). Anderzijds kunnen de gegevens die de verzekeraar verzamelt hem helpen om in de toekomst risico s beter in te schatten. Bij het invoeren van segmentatiecriteria moeten dus verschillende voor- en nadelen afgewogen worden. 6

1.5 Segmentatie en solidariteit De vraag in hoeverre segmentatie toegelaten moet worden, is een maatschappelijke vraag. Deze vraag is onlosmakelijk verbonden met de vraag in hoeverre er een vorm van solidariteit tussen verzekerden moet zijn. Men kan hierbij een onderscheid maken tussen twee soorten van solidariteit: kanssolidariteit en subsidiërende solidariteit. Kanssolidariteit is eigen aan verzekeringen, en kan men niet voorkomen. Het is de solidariteit tussen de verzekerden die het slachtoffer worden van een schadegeval, en de verzekerden die hiervan gespaard blijven. De verzekerden die schade oplopen krijgen een schadevergoeding (die meestal hoger is dan de premie die ze betaald hebben), terwijl de verzekerden die geen schade oplopen hun premie betalen zonder hiervoor iets in de plaats te krijgen. Er ontstaat dus een geldstroom van verzekeringnemers die geen schadevergoeding ontvangen, naar verzekeringnemers die wel een schadevergoeding ontvangen. Wie profijt haalt van deze solidariteit, en wie er toe bijdraagt berust op toeval, vandaar de benaming kanssolidariteit. Zonder deze vorm van solidariteit zou er geen sprake zijn van verzekeringen. Daarnaast is er de subsidiërende solidariteit, die volgt uit het feit dat sommigen een te hoge premie betalen in verhouding tot hun verwachte schade, en anderen een te lage premie. Dus is het te verwachten dat over een langere periode sommige verzekerden profijt doen met de verzekering, en anderen verlies. Indien men van elk risico de verwachte schade kan berekenen, weet men wie bijdraagt tot deze solidariteit en wie er van profiteert, daarom noemt men dit subsidiërende solidariteit. Hoe beter de verzekeraar segmenteert, hoe beter de premies de verwachte schades zullen benaderen, en hoe kleiner deze subsidiërende solidariteit. Indien de verzekeraar alle risicofactoren zou kennen, en de invloed van deze risicofactoren op de verwachte schade perfect zou kunnen inschatten, zou hij deze vorm van solidariteit tot nul kunnen herleiden. In de praktijk is dit echter niet mogelijk, en ook niet wenselijk zoals in de vorige sectie beargumenteerd. Merk op dat subsidiërende solidariteit soms ook in het voordeel van goede risico s en in het nadeel van slechte risico s kan zijn, meer bepaald wanneer een verzekeraar segmenteert en een bepaalde risicofactor sterk overschat. 7

8

Hoofdstuk 2 Wetgevend kader In dit hoofdstuk bespreek ik de Belgische en Europese wetgeving omtrent het gebruik van segmentatie in verzekeringen. Deze wetgeving betreft onder meer de contractuele vrijheid, de tariefvrijheid, de privacywetgeving, de anti-discriminatiewetgeving en solidariteitsmechanismes die door de wet ingebouwd worden. 2.1 Tariefvrijheid en contractuele vrijheid Artikel 29 uit de Europese Richtlijn 92/49/EEG van 18 juni 1992 en artikel 6.5 uit de Europese Richtlijn 2002/83/EG van 5 november 2002, bepalen voor respectievelijk schadeverzekeringen en levensverzekeringen, dat lidstaten geen voorafgaande goedkeuring of systematische mededeling mogen eisen van de tarieven of voorwaarden die een verzekeraar oplegt. Er geldt dus een a priori tariefvrijheid voor verzekeraars. Deze vrijheid is niet absoluut, zo kunnen lidstaten nog steeds systematische mededeling eisen voor wat betreft de berekeningsgrondslagen van premies, zolang dit maar kadert in een algemeen prijscontrolesysteem. Aldus kan men geen maximum- of minimumgrenzen vaststellen voor premies, maar kan men wel de wijze waarop verzekeraars hun premies berekenen reglementeren. Zo kregen Luxemburg en Frankrijk in 2004 gelijk van het Europees Hof van een Justitie, nadat de Europese Commissie een klacht had ingediend tegen hun verplichte bonus-malussysteem in de motorrijtuigenverzekering. Belangrijk in het kader van segmentering is dat er dus ook geen maximum premieverschil tussen verschillende verzekeringnemers kan opgelegd worden. Naast een tariefvrijheid is er uiteraard ook een contractuele vrijheid: geen enkel verzekeraar kan door een kandidaat-verzekeringnemer verplicht worden tot het aangaan van een verzekeringsovereenkomst. Deze contractuele vrijheid laat de verzekeraar toe aan risicoselectie te doen. 9

2.2 Segmentatie in het verzekeringsrecht In de nieuwe wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014 (BS 30 april 2014) worden de voorwaarden bepaald waaronder een verzekeraar mag segmenteren. Deze voorwaarden hebben betrekking op een limitatieve lijst van verzekeringsovereenkomsten: De verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen; De verzekering tegen brand en andere gevaren voor eenvoudige risico s; De verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privéleven; De rechtsbijstandsverzekering; De individuele levensverzekering; De ziekteverzekering. Voor deze types verzekeringsovereenkomsten moet een segmentatie op het vlak van acceptatie, tarifering of dekking gerechtvaardigd worden door een legitiem doel, en moeten de middelen voor het bereiken van dit doel passend en noodzakelijk zijn. Deze voorwaarden zijn conform de Europese anti-discriminatiewetgeving (zie volgende sectie). Bovendien moet de verzekeraar per type verzekeringsovereenkomst de segmentatiecriteria die hij gebruikt op zijn website publiceren. In elk individueel verzekeringsaanbod en in elke wijziging van een verzekeringsovereenkomst door de verzekeraar, moet de verzekeraar vermelden welke segmentatiecriteria hij heeft gebruikt bij het bepalen van de tarieven en dekkingsvoorwaarden. Hierbij moet hij een onderscheid maken tussen de segmentatiecriteria die een invloed hebben op de huidige tarieven en dekkingsvoorwaarden, en de segmentatiecriteria die een invloed kunnen hebben op toekomstige tarieven en dekkingsvoorwaarden. 2.3 Anti-discriminatiewetgeving De belangrijkste hindernis waar verzekeraars op stuiten wanneer ze willen segmenteren, is de anti-discriminatiewetgeving. Discriminatie is het ongeoorloofd onderscheid maken in de behandeling van personen in dezelfde situatie. Dit noemt men soms ook negatieve discriminatie. Positieve discriminatie is dan het ongeoorloofd gelijk behandelen van personen in een verschillende situatie. De twee belangrijkste anti-discriminatiewetten in België zijn de wet van 10 mei 10

2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie is een omzetting van de Europese richtlijn 2002/78/EG van 27 november 2000, en voert een verbod in op directe of indirecte discriminatie gebaseerd op leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, of sociale afkomst. Van dit verbod kan afgeweken worden indien het gemaakte onderscheid objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel, en de middelen voor het bereiken van dit doel passend en noodzakelijk zijn. De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen is een omzetting van o.a. de Europese richtlijn 2004/113/EG van 13 december 2004. Deze richtlijn bepaalt dat een gelijke behandeling moet gelden van vrouwen en mannen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, m.a.w. dat er een absoluut verbod is op discriminatie op basis van geslacht. Specifiek voor verzekeringen bepaalde artikel 5, lid 1 van deze richtlijn dat voor alle nieuwe contracten, afgesloten na 21 december 2007, het gebruik van sekse als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen in het kader van verzekeringsdiensten en aanverwante financiële diensten niet mag resulteren in verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen. Artikel 5, lid 2 liet de lidstaten echter toe om uitzonderlijk toch proportionele verschillen in premies en uitkeringen voor individuele personen toe te staan in de gevallen waarin sekse een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens. Deze Europese richtlijn diende in nationale wetgeving te worden omgezet vóór 21 december 2007. In België gebeurde dit door de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, die een verbod invoert op directe of indirecte discriminatie op basis van geslacht. België maakte gebruik van de toegelaten uitzondering in artikel 5, lid 2 van de Europese richtlijn, door te bepalen dat een direct onderscheid op grond van geslacht toegelaten is voor de bepaling van verzekeringspremies en -prestaties, als het objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen om dit doel te bereiken gepast en noodzakelijk zijn. Deze uitzondering zou echter ophouden te bestaan op 21 december 2007. In de wet van 21 december 2007 (die met terugwerkende kracht in werking trad op 20 december 2007) tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, werd echter beslist deze uitzondering ook na 21 december 2007 te laten voortbestaan, zij het enkel voor levensverzekeringen. Sindsdien gold dus een absoluut verbod op discriminatie tussen vrouwen en mannen, behalve voor levensverzekeringen. Voor levensverzekeringen kon dus een proportioneel direct onderscheid gemaakt worden op grond van het geslacht voor de bepaling van 11

verzekeringspremies en -prestaties, als het geslacht een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens. Consumentenorganisatie Test-aankoop vond echter dat het absoluut verbod op discriminatie tussen vrouwen en mannen ook voor levensverzekeringen zou moeten gelden, en vocht deze uitzondering aan bij het Grondwettelijk Hof. Dit Grondwettelijk Hof stelde aan het Europees Hof van Justitie de prejudiciële vraag of artikel 5, lid 2 van de Europese richtlijn 2004/113/EG geldig is, gelet op het beginsel van de gelijke behandeling van vrouwen en mannen. Op 1 maart 2011 verklaarde het Europese Hof van Justitie dit artikel ongeldig, met als ingang 21 december 2012. De lidstaten hadden dus tot 21 december 2012 de tijd om de uitzonderingen op het absoluut verbod op discriminatie tussen vrouwen en mannen uit hun wetgeving te halen. In België gebeurde dit op 30 juni 2011, toen het Hof van Justitie de wet van 21 december 2007 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, vernietigde. Een nieuwe wet tot wijziging van de wet van 10 mei 2007, kwam er op 19 december 2012. Sindsdien is een direct onderscheid op grond van geslacht enkel nog toegelaten voor de bepaling van verzekeringspremies en -prestaties van levensverzekeringsovereenkomsten afgesloten vóór 21 december 2012. Voor nieuwe verzekeringsovereenkomsten vanaf 21 december 2012 geldt een absoluut verbod. Op 29 januari 2013 werd ook het K.B. van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit (K.B. Leven) aangepast aan het arrest van 1 maart 2011, door de invoering van uniseks-sterftetafels. Gezien de verschillen in levensverwachting tussen vrouwen en mannen heeft het absoluut verbod op discriminatie tussen vrouwen en mannen ernstige gevolgen voor de premies van levensverzekeringen. Zo stegen de premies voor vrouwen bij een schuldsaldoverzekering of verzekering met kapitaal bij overlijden, terwijl de premies voor mannen daalden. 2.4 Medische informatie Verzekeraars zijn niet enkel beperkt in welke segmentatiecriteria ze mogen gebruiken, maar ook in welke segmentatiecriteria ze kunnen gebruiken. Zo bepaalt artikel 61 van de wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014 dat een medisch onderzoek noodzakelijk voor het sluiten en het uitvoeren van een verzekeringsovereenkomst, enkel mag steunen op de voorgeschiedenis van de huidige gezondheidstoestand van de kandidaat-verzekerde en niet op technieken van genetisch onderzoek die dienen om de toekomstige gezondheidstoestand te bepalen. Om te voorkomen dat verzekeraars alsnog segmenteren tussen verzekerden die vrijwillig genetische informatie meedelen en verzekerden die dit niet doen, is het voor de verzekerde of zijn arts 12