C500 Corpus 3G Lowrider

Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing. M400 Corpus HD

Gebruiksaanwijzing. Nederlands C500

Gebruiksaanwijzing. Nederlands. K300/C300/C300s

Gebruiksaanwijzing. Nederlands X850

GEBRUIKSAANWIJZING. Permobil C350. Elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. Permobil M400. Elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. Hoofdbesturing. Bedieningsmechanisme voor elektrische rolstoel

Street. Elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. Permobil K450. Elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. Corpus/X850. Zitsysteem elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING NL. Corpus Zitsysteem elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. Koala. Elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING NL. Co-pilot. Begeleiderbesturing

GEBRUIKSAANWIJZING. Zitsysteem elektrische rolstoel

Besturingssysteem Co-pilot. Gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING. Zitsysteem elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. MiniFlex. Zitsysteem elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. PS Junior Zitsysteem elektrische rolstoel

GEBRUIKSAANWIJZING. VS Zitsysteem elektrische rolstoel

SNEL AAN DE SLAG QUICK START GUIDE

Powerpack. gebruikshandleiding

Handleiding Euroflex Basic & Classic

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

The Power of Mobility

STIGA PARK 107M

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

APOLLO AIR COMFORT DELUXE-E

STIGA PARK 107 M HD

Handleiding Euroflex Basic

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

medemagroup Mini Crosser M 1 Snelgids P Q ver September 2013

STIGA PARK 107M

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

GEBRUIKSAANWIJZING NL. Canto Nxt. Zitsysteem elektrische rolstoel. Canto Nxt. Artikelnr: NL-0

Gebruikershandleiding Douche/toilet-rolstoel Flexo

Gebruiksaanwijzing Multi-Motion M5

STIGA VILLA 92 M 107 M

Verkorte gebruiksaanwijzing

APOLLO AIR COMFORT DELUXE PLUS

STIGA VILLA 92M

STIGA VILLA 85 M

AluTech 500 Series Gebruikershandleiding.

medemagruppen Gebruiksaanwijzing Ergo2-stoel P B ver Augustus 2015

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

Handleiding. Functionele inspectie. Lees altijd de instructies. Max. 150 kg/330 lbs. ReTurn7400. ReTurn7500

LCD scherm va LCD scherm

STIGA PARK 92 M 107 M

Elektrische hulpaandrijving. Simpelweg mobiel. Klein. Licht. Wendbaar.

Gebruiksaanwijzing kort

Handleiding versie 1.2 NL

STIGA ST

STIGA PARK 110 S

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

minifl ex classic flexmobil classic

INHOUDSOPGAVE Zitzi Flipper Pro

Installatie- en gebruikershandleiding Solo toiletlift

GEBRUIKSAANWIJZING Ding Bas Autostoel 9-36 kg

Just You. Huren op maat

Typhoon Eenvoudig te manoeuvreren Typhoon True Track

NL... Horizontaal tilsysteem. Vers. 3.00

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

LCD scherm ve LCD scherm

6:2 Samenvatting en aanvullende informatie

Handleiding. Mondo elektrisch. Naam leverancier:

NL BOSAL TOURER Gebruiksaanwijzing voor fietsendrager E4-26R

STIGA PARK 121 M

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Handleiding MultiMotion Trollimaster

Verrijdbare doucheen toiletstoelen

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruiksaanwijzing

Handleiding. Trippelstoel. Naam leverancier:

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

ComfortControl 01 NEIGVERGRENDELING 02 NEIGWEERSTAND 05 RUGLEUNINGHOOGTE 03 ZITDIEPTE 06 RUGLEUNINGHOEK 04 ZITHOOGTE 07 ARMLEUNING HOOGTE

Gebruiksaanwijzing MultiMotion M9

Handleiding. Mondo gasveer. Naam leverancier:

Handleiding Volkswagen Caddy (Maxi) voor rolstoelvervoer. (Versie 1.5 Nederlands)

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Elektrische fiets. Handleiding

Joystick Interface Omni-DX

MS Semen Storage Pro

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene


AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

max-e de elektrische aandrijving voor uw manuele rolstoel

Turner PRO. User manual. BM61099 Rev B

ES-S7B. Buitensirene.

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning

INLEIDING LEVERING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN. SYMBOLEN De symbolen in deze gebruiksaanwijzing

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Nederlands C500 Corpus 3G Lowrider

Beste Permobil-eigenaar, Van harte gefeliciteerd met uw elektrische rolstoel. Wij hopen dat u ook in de toekomst tevreden zult zijn over de door u gekozen leverancier en met uw rolstoel. Uw Permobil is vormgegeven om u zoveel mogelijk comfort en veiligheid te bieden en om aan de eisen op het gebied van veiligheid en milieu te voldoen. Voordat u uw rolstoel in gebruik neemt, is het van belang dat u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorleest en de inhoud ervan begrijpt, met name de paragrafen over veiligheid.

Text Produced and published by Permobil AB Edition: 2, 2014-06 Order no: 205298-NL-0

Hier vindt u Permobil Permobil GmbH Brandenburger Straße 2-4 D-40880 Ratingen Deutschland Tel: +31 (0)45 564 54 80 Fax: +31 (0)45 564 54 81 Email: info@permobil.nl Hoofdkantoor voor het Permobil concern Permobil AB Box 120 861 23 Timrå Sweden Tel: +46 60 59 59 00 Fax: +46 60 57 52 50 E-mail:info@permobil.com

Gebruiksaanwijzing Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE Belangrijke informatie over de gebruiksaanwijzing... 9 Veiligheidsvoorschriften... 13 Constructie en werking... 33 Instellingen en aanpassingen... 49 Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm... 65 Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm... 85 Bedieningspaneel R-net LED... 99 ICS-bedieningspaneel...109 Gebruik... 115 Vervoer...131 Onderhoud en reparaties...137 Accessoires...155 Technische specificaties...157 Storingen lokaliseren...161 Stickers...173

Inhoudsopgave Gebruiksaanwijzing Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER Index...178

Belangrijke informatie over de gebruiksaanwijzing BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZING Voordat u uw rolstoel in gebruik neemt, is het van belang dat u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorleest en de inhoud ervan begrijpt, met name de paragrafen over veiligheid. Deze gebruiksaanwijzing is in eerste instantie bedoeld om de functies en eigenschappen van uw rolstoel te leren kennen en om te leren hoe u er optimaal gebruik van kunt maken. De gebruiksaanwijzing bevat verder belangrijke informatie over de veiligheid en het onderhoud en eventuele problemen die zich tijdens het rijden kunnen voordoen. Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd bij uw rolstoel, omdat u belangrijke gegevens over het gebruik, de veiligheid en het onderhoud ervan nodig kunt hebben. Kijk voor meer informatie over onze producten op onze homepage. U vindt ons op www.permobil.com. Alle informatie, afbeeldingen, illustraties en specificaties zijn gebaseerd op de productinformatie die voorhanden was op het moment dat deze gebruiksaanwijzing werd gedrukt. Afbeeldingen en illustraties in deze gebruiksaanwijzing zijn typevoorbeelden en niet bedoeld om de verschillende delen van de rolstoel exact weer te geven. Wij behouden ons het recht voor het product zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Slechtzienden kunnen op www. permobil. com het document lezen in PDF-formaat of een versie bestellen met grote letters. Technische support In geval van technische problemen dient u kontakt op te nemen met uw lokale leverancier of met met de Permobil vertegenwoordiging in uw land. Vermeldt bij storing altijd het chassisnummer en/of het serie nummer van het zitsysteem. Reserveonderdelen & accessoires Reserveonderdelen dienen via uw rolstoel leverancier bij Permobil BV besteld te worden. De verwachte levensduur voor dit product is 7 jaar. 9

Belangrijke informatie over de gebruiksaanwijzing Afvoeren stoel Mocht de rolstoel niet meer nodig zijn dient u deze te retourneren aan uw leverancier. In geval van eigendom kunt u met Permobil BV contact opnemen hoe de rolstoel afgevoerd dient te worden. Hiervoor gelden Europese normen. Garantie Op alle rolstoelen van Permobil geldt een garantie termijn van 2 jaar op onderdelen. Voor accu s en lader geldt een jaar garantie. Melden incidenten Meld een incident a. u. b. bij uw dichtstbijzijnde Permobil-vertegenwoordiger. Dit is normaal gesproken dezelfde persoon als waarmee u contact hebt gehad op de dag van aanschaf. Ga om uw contactpersoon voor te bereiden naar onze homepage www.permobil.com. Klik op de link naar uw land en open de contactpagina. Hier vindt u alle benodigde contactinformatie en een handleiding voor de informatie die wij nodig hebben om het incidentverloop te onderzoeken. Vul deze informatie zo volledig mogelijk in. Daarmee helpt u ons enorm. Om de productkwaliteit te verbeteren en te kunnen garanderen dat ons product de hele levensduur veilig kan worden gebruikt, dient u incidentrapporten (Incident Reports) in te sturen. In de Richtlijn voor medische hulpmiddelen (afgekort: MEDDEV) 2.12/1 en in Bijlage 9 staat het volgende: de fabrikant dient gebruikers of personen die specifiek verantwoordelijk zijn voor het melden van incidenten met medische hulpmiddelen die voldoen aan de criteria in onderhavige richtlijn aan te moedigen incidenten te melden aan de fabrikant en/of aan de bevoegde autoriteit, dit conform de geldende nationale wet- en regelgeving. Om aan de eisen te voldoen en te garanderen dat onze producten veilig gebruikt kunnen blijven worden, hebben wij uw hulp nodig. Wij hopen dat u de informatie op deze pagina nooit nodig zult hebben, maar mocht zich een incident voordoen, meld dit dan aan ons. 10

Belangrijke informatie over de gebruiksaanwijzing Goedkeuring product Dit product voldoet aan de geldende eisen conform EN 12184, EN 1021-1, EN 1021-2, ISO 7176-9:2009, ISO 7176 14:2008, ISO 7176-16:1997 en ISO 7176-19:2001. 11

Belangrijke informatie over de gebruiksaanwijzing 12

Veiligheidsvoorschriften VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemeen Een elektrische rolstoel is een motorisch aangedreven voertuig. Daarom dient er bij gebruik en bediening extra zorgvuldigheid in acht te worden genomen. Het is van belang de aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing door te lezen en te volgen voordat u uw rolstoel gaat gebruiken. Onjuist gebruik kan leiden tot letsel voor de gebruiker of schade aan de rolstoel. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet u de gebruiksaanwijzing en in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en bijbehorende waarschuwingsteksten goed doorlezen. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel of schade aan eigendommen als gevolg van het niet volgen van aanbevelingen, waarschuwingen en aanwijzingen in deze handleiding door gebruiker of een derde. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen of schade als gevolg van een onjuiste beoordeling. De beslissing over de keuze en aankoop van een bepaald type rolstoel is de verantwoordelijkheid van de gebruiker en zijn of haar therapeut. Permobil is niet aansprakelijk voor een verkeerde keuze voor een rolstoelmodel en functies of een onjuiste instelling van de rolstoel. 13

Veiligheidsvoorschriften Let op! In de gebruiksaanwijzing komen de onderstaande waarschuwingsaanduidingen voor. Deze beogen u attent te maken op omstandigheden die tot ongewenste problemen, gevaarlijke situaties, letsel of beschadiging van de rolstoel e. d. kunnen leiden. L WAARSCHUWING! Extra goed opletten. Kans op letsel en op beschadiging van de rolstoel en zijn omgeving. L VOORZICHTIGHEID! Goed opletten. Uw rolstoel kan bij levering zijn ingesteld en aangepast aan uw specifieke behoeften. Overleg om die reden altijd eerst met uw behandelaar voordat u wijzigingen of aanpassingen aan de rolstoel uitvoert. Er zijn aanpassingen die de veiligheid/functies van de rolstoel of geschiktheid ervan voor uw behoeften negatief kunnen beïnvloeden. Het is ook belangrijk om voldoende tijd uit te trekken om de verschillende knoppen, functie- en stuurmechanismen van uw rolstoel en accessoires ervan, de verschillende afstelmogelijkheden van de zitting e.d. te leren kennen voordat u de rolstoel gaat gebruiken. Maak uw eerste proefrit niet alleen, maar zorg voor hulp in uw directe nabijheid voor als u hulp nodig mocht hebben. 14

Veiligheidsvoorschriften Bereid gebruik Om er zeker van te zijn dat er tijdens het vervoer naar u toe niets met de zitting is gebeurd, dient u de volgende zaken te controleren voordat u de zitting in gebruik neemt: of alle bestelde producten zijn geleverd. Neem zo snel mogelijk contact op met uw leverancier of met Permobil als u vermoedt dat er iets ontbreekt. of er transport- of andere schade aan de zitting en accessoires is ontstaan. Neem, voordat u verder gaat met de controle, zo snel mogelijk contact op met uw leverancier of met Permobil indien u beschadigingen of andere afwijkingen constateert. Wij raden u aan de accu s van de rolstoel op te laden voordat u deze in gebruik neemt. In het hoofdstuk "Accu's opladen" staat hoe u dat doet. Controleer, voordat u de rolstoel in gebruik neemt, of de banden op druk zijn. Als u het idee heeft dat de rolstoel zich niet gedraagt zoals je zou mogen verwachten - in welke stand dan ook - of als u vermoedt dat er iets niet in orde is: moet u de proefrit zo snel mogelijk afbreken, de rolstoel uitschakelen en contact opnemen met uw servicecontactpersoon of met Permobil voor meer informatie. 15

Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Gebruik Permobil raadt het gebruik van verlichting aan als u in de buurt van openbare wegen rijdt. Wees extra voorzichtig in de buurt van niet-afgeschermde afstappen, steile hellingen of verhogingen. Onbedoelde bewegingen of te hoge snelheden in dergelijke omgevingen kunnen tot letsel of schade aan eigendommen leiden. L VOORZICHTIGHEID! Gebruik Rijd niet met de rolstoel over trottoirranden of andere randen die hoger zijn dan wat in de technische specificaties in deze gebruiksaanwijzing staat vermeld. Als u over een trottoirrand of vergelijkbare verhogingen rijdt, gaat dat soms makkelijker als u niet in een rechte hoek op het obstakel af rijdt. Bij het onder een grotere hoek nemen van dergelijke obstakels kan de rolstoel kantelen. Verlaag uw snelheid als u over een ongelijkmatige of zachte ondergrond rijdt. Gebruik de rolstoel niet op trappen of roltrappen, neem altijd de lift. Til of verplaats de rolstoel niet aan een van de bewegende onderdelen, de zitting of de stoellift. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot letsel of schade aan eigendommen, waaronder aan de rolstoel. 16

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Gebruik Gebruik de rolstoel niet voor het trekken van voorwerpen en hang nooit te zware zaken aan de rugleuning. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot letsel of schade aan eigendommen, waaronder aan de rolstoel. Als u bij het gebruik van de rolstoel per ongeluk muren, deuren of andere vaste voorwerpen raakt, ga dan altijd na of alle onderdelen van de rolstoel onbeschadigd zijn voordat u deze opnieuw gebruikt. Doet u dat niet, dan kan dat tot persoonlijk letsel leiden. L VOORZICHTIGHEID! Gebruik Laat kinderen niet zonder toezicht in de rolstoel rijden. Als uw rolstoel is uitgerust met verlichting, moet deze altijd worden gebruikt bij slecht weer of in de nabijheid van openbare wegen. Denk eraan dat u voor een automobilist slecht zichtbaar kunt zijn. Rijd niet in de rolstoel als u onder invloed van alcohol bent. Alcohol kan uw vermogen beïnvloeden de rolstoel op een veilige manier te gebruiken. Ook bepaalde fysieke beperkingen of medicijnen, zowel op als zonder recept, kunnen uw vermogen om de rolstoel op een veilige manier te gebruiken, verminderen. Vraag uw arts altijd om advies ten aanzien van uw beperkingen en geneesmiddelen. 17

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Aanpassingen Ongeoorloofde aanpassingen van de rolstoel of de verschillende systemen ervan kunnen de kans op letsel en schade aan eigendommen, waaronder schade aan de rolstoel, vergroten. Alle wijzigingen aan en ingrepen in de vitale systemen van de rolstoel moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur die door Permobil is goedgekeurd voor het uitvoeren van dergelijke service aan producten van Permobil. L WAARSCHUWING! Gewichtsbeperkingen Het maximale gebruikersgewicht van uw rolstoel staat in het specificatiehoofdstuk in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor het betreffende zittingmodel. Het gebruik van de rolstoel door iemand die zwaarder is dan het maximaal toegestane gebruikersgewicht, kan tot letsel of tot schade aan eigendommen leiden, waaronder schade aan de rolstoel. Verder kan de garantie op uw rolstoel komen te vervallen. Vervoer geen passagiers met de rolstoel. Dit kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen, waaronder aan de rolstoel. L VOORZICHTIGHEID! Voor het rijden Indien nodig, o.a. bij het gebruik van bepaalde medicijnen, moet de gebruiker worden getraind in het gebruik van de rolstoel met iemand die bekend is met de werking van de rolstoel en met de mogelijkheden en beperkingen van de gebruiker. 18

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Rijden op hellende ondergrond Kies bij het van een helling afrijden altijd de laagste snelheid en rijd voorzichtig. Als u met de rolstoel een helling afrijdt, kan het zwaartepunt naar voren verplaatsen. Als de rolstoel te snel gaat, kunt u stoppen door de joystick los te laten. Hierna kunt u met een lagere snelheid verder naar beneden rijden. Voorkom plotseling starten of stoppen. Stop door de joystick los te laten. Als de rolstoel onder het rijden wordt uitgezet met de Aan/Uit-knop op het bedieningspaneel, kan dat tot een oncontroleerbare, abrupte stop leiden. Let op dat de aangeraden gordel altijd naar behoren is vastgezet. Houd bij een helling oprijden een gelijkmatige snelheid aan. Als u de rolstoel onder het oprijden van een helling stopt en weer start, wordt deze moeilijker te bedienen. Rijd nooit hellingen op of af, die het in deze gebruiksaanwijzing genoemde hellingspercentage overschrijden. De kans bestaat dat de rolstoel in dat geval niet veilig kan worden bediend. L WAARSCHUWING! Rijden op hellende ondergrond Rijd nooit met de rolstoel op plaatsen die het in deze gebruiksaanwijzing genoemde zijwaartse hellingspercentage overschrijden. Anders kan de rolstoel kantelen. Rijd niet over op- of afritten zonder goede kantbescherming om te voorkomen, dat de rolstoel van de op-/afrit valt. Let er bij het oprijden van een helling op, dat u de rolstoel (lood)recht de helling op stuurt. Als u onder een hoek een helling oprijdt, wordt de kans op kantelen of vallen vergroot. Wees extreem voorzichtig bij het oprijden van een steile helling. Rijd nooit over hellingen met sneeuw, ijs, grind, klei, zand, natte bladeren e.d. of een ondergrond die anderszins ongelijk is. Rijd ook niet op op-/afritten die geen goede kantbescherming hebben. 19

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Gebruik - keren/bochten nemen Door krachtig keren met de rolstoel bij hoge snelheid kan de rolstoel kantelen en is er kans op letsel. Het kantelgevaar van de rolstoel neemt in de volgende gevallen toe: op hoge snelheid keren, in scherpe bochten, op een ongelijke ondergrond, bij het snel van richting veranderen en bij de overgang van een ondergrond met weinig frictie (bijv. gras) naar één met hoge frictie (bijv. grindweg). Om kantelen te voorkomen (met de kans op letsel of schade aan eigendommen) moet altijd op lage snelheid worden gereden bij het keren/nemen van bochten en vergelijkbare veranderingen van rijrichting. L WAARSCHUWING! Gebruik - ontkoppelen van de magneetremmen van de rolstoel Let op: om te voorkomen dat de rolstoel verrijdt, moet deze op een droge en vlakke ondergrond staan voordat de remmen worden ontkoppeld. Om letsel te voorkomen, mag u de magneetremmen nooit ontkoppelen zonder hulp in uw directe nabijheid te hebben. Ontkoppel de magneetremmen nooit zelf als u in de rolstoel zit. Ontkoppel de remmen nooit als de rolstoel op een helling staat. Dit kan ertoe leiden dat de rolstoel wegrolt, wat tot letsel en schade aan eigendommen, waaronder de rolstoel, kan leiden. L VOORZICHTIGHEID! Rijden op een losse of zachte ondergrond Als de rolstoel is ingesteld op de laagste snelheid en de accu s zijn niet helemaal opgeladen, kan rijden op sommige soorten ondergrond, bijv. grind, zand of dikke tapijten, aan beperkingen onderhevig zijn. 20

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Rijden in het donker en bij slecht zicht Rijd uitsluitend in het donker op de openbare weg als uw rolstoel is voorzien van een goed werkende voor- en achterverlichting of van een verlichting conform de geldende landelijke of plaatselijke verkeersregels. L WAARSCHUWING! Passagiers De rolstoel is niet bedoeld voor het vervoer van passagiers, ongeacht hun leeftijd, Het maximale gebruikersgewicht, als vermeld in de gebruikershandleiding voor uw stoelsysteem, omvat zowel de gebruiker als diens persoonlijke bezittingen. Overschrijd het in deze gebruiksaanwijzing aangegeven maximale gebruikersgewicht voor de betreffende zitting niet. Het besturingsvermogen en de stabiliteit van de rolstoel kunnen hierdoor afnemen. L WAARSCHUWING! Bedienen van stoellift/kantelverstelling/rugleuninghoek Let op dat niets tussen chassis en zitting kan komen als de stoellift/kantelverstelling en rugverstelling worden gebruikt. Bij het gebruik van deze functies verandert het zwaartepunt, waardoor altijd een verhoogde kans op kantelen bestaat. Rijd daarom altijd met lage snelheid en gebruik deze zittingfuncties alleen op een gelijke ondergrond en niet op hellingen, op-/afritten, heuvels e.d. Het gebruik van deze zittingfuncties bij rijden op een hellende ondergrond kan tot letsel en schade aan eigendommen, waaronder schade aan de rolstoel, leiden. 21

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Zwaartepunt De kans dat de rolstoel gaat kantelen en bij welke helling de rolstoel naar voren, naar achteren of naar de zijkant kantelt, is afhankelijk van het zwaartepunt. Let op: de volgende factoren kunnen het zwaartepunt van de zitting/ rolstoel en dus ook de kans op kantelen beïnvloeden. Stoellift verhogen Hoogte en kanteling van de zitting Stand of gewichtsverdeling van het lichaam Rijden op hellende ondergronden, bijv. oprit of helling Het gebruik van een rugzak of andere accessoires, afhankelijk van het extra gewicht. Laat de joystick bij onverwachte bewegingen direct los, zodat de rolstoel stopt. Gebruik de Aan/Uit-knop ALLEEN in noodgevallen om de rolstoel te stoppen. Dit kan er namelijk toe leiden, dat de rolstoel snel en oncontroleerbaar stopt, wat tot letsel kan leiden. L WAARSCHUWING! Vaste zittingbuis Het instellen van de zittinghoogte mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd servicepersoneel of personen met voldoende kennis van zaken om de handelingen op een correcte wijze uit te voeren. Zie de servicehandleiding voor meer informatie. 22

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Steunwielen Als uw rolstoel is uitgerust met steunwielen, moeten deze bij het rijden altijd zijn gemonteerd. 23

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! In en uit de stoel stappen Let erop dat de stroom UIT is voordat u in of uit de rolstoel stapt en de armleuning met het bedieningspaneel optilt. Bij het in en uit de rolstoel stappen moeten alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen om de afstand tussen de rolstoel en de bestemming zo klein mogelijk te houden. Bij een te grote afstand kan de gebruiker zijn evenwicht verliezen of vallen. Permobil raadt aan dat bij het verplaatsen van de gebruiker altijd iemand in de buurt is om toezicht te houden en te helpen. Pas op als u zich voorover buigt of naar iets reikt. Gebruik de joystick nooit als handvat of steun. Gebruik de voetplaten of armleuning niet als steun bij het in- of uitstappen. De voetplaten en armleuningen zijn niet bedoeld om te worden belast. Bij te hoge belasting kunnen ze meegeven, wat tot letsel of schade aan eigendommen kan leiden, waaronder schade aan de rolstoel. 24

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Vervoer De rolstoel mag alleen worden vervoerd in voertuigen die voor dit doel zijn goedgekeurd. Vraag altijd om een bevestiging van de vervoerder dat het voertuig het juiste ontwerp heeft, goed is verzekerd en uitgerust is voor het vervoer van personen in een rolstoel. Een rolstoel is niet ontworpen als een autostoel en kan niet dezelfde mate van veiligheid bieden die door gewone autostoelen wordt geboden, hoe goed hij ook in het betreffende voertuig wordt vastgemaakt. Controleer zorgvuldig of de rolstoel goed is vastgezet en of de rem niet is ontgrendeld (de aandrijfwielen van de rolstoel moeten zijn vergrendeld). De rolstoel mag uitsluitend met laadriemen vanaf de vastzetpunten aan voor- en achterkant (deze worden met gele stickers aangegeven) of met behulp van een Permolock-vergrendelingssysteem in positie worden vergrendeld. De rolstoel mag niet met andere delen worden vastgezet, dus ook niet met de zitting. Als de rolstoel moet worden vervoerd terwijl de gebruiker erin zit, let dan op dat u een goedgekeurd bevestigingssysteem gebruikt, dat op het totale gewicht van de rolstoel is berekend. Permobil adviseert u de rolstoel te voorzien van een neksteun en om deze tijdens het vervoer te gebruiken. Het is belangrijk dat u tijdens het vervoer goed vastzit met een driepuntsveiligheidsgordel, die aan de vloer en aan een zijkant van het voertuig is vastgemaakt. De positioneringsgordels van Permobil dienen uitsluitend om de gebruiker goed te positioneren en niet om deze te beschermen bij een ongeluk met het motorvoertuig. De positioneringsgordels dienen niet ter vervanging van de gordels die in een voertuig zijn gemonteerd. 25

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Rijden in extreme klimatologische omstandigheden De rolstoelen van Permobil zijn zo geconstrueerd, dat ze tegen de meeste ongunstige weertypes bestand zijn, maar vermijd - om het risico in gevaarlijke situaties te belanden zoveel mogelijk te beperken - de rolstoel buitenshuis te gebruiken bij bijv. strenge kou of hevige regen of sneeuwval. Denk eraan dat sommige oppervlakken van de rolstoel/zitting heet kunnen worden of juist sterk kunnen afkoelen als deze langere tijd aan de volle zon of aan kou worden blootgesteld. 26

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Onderhoud en service Voer alleen in deze gebruiksaanwijzing genoemd(e) onderhoud en service uit. Service en onderhoud moeten, inclusief het programmeren van het bedieningssysteem, voor het overige worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur die door Permobil is goedgekeurd voor het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden aan de producten van Permobil. Door onjuiste instellingen kan de rolstoel instabiel of oncontroleerbaar worden. In dat geval komt bovendien de garantie te vervallen. Bij alle werkzaamheden aan het elektrische circuit van de rolstoel moet de accuschakelaar in de stand OFF (UIT) staan. Wees voorzichtig bij het gebruik van metalen voorwerpen bij werkzaamheden met accu's. Kortsluiting kan makkelijk tot een explosie leiden. Draag altijd veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. Als u dat niet doet, kan dat tot letsel leiden. Gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door Permobil zijn goedgekeurd. Elk ander gebruik kan leiden tot veranderingen die de functies en veiligheid van de rolstoel kunnen verminderen. Verder kan de garantie op uw rolstoel komen te vervallen. Als niet-goedgekeurde elektrische of elektronische apparatuur wordt aangesloten op het elektrische circuit van de rolstoel, kan dat leiden tot schade aan de rolstoel en ervoor zorgen dat deze niet meer kan worden bediend of niet naar behoren rijdt. In dat geval komt bovendien de garantie te vervallen. Denk erom dat de rolstoel zwaar is en een groot aantal bewegende onderdelen bevat, hetgeen inhoudt dat het risico van bekneld raken en het blijven haken van kleding e.d. altijd aanwezig is. 27

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Accu's opladen Opladen moet plaatsvinden in een goed geventileerde ruimte, niet in een garderobe of bergkast. Opladen in een badkamer of een natte cel is niet toegestaan. Gebruik alleen laders met een max. laadstroom van 10 A (gemiddelde waarde) (effectieve waarde laadstroom mag niet hoger zijn dan 12 A). Als de lader is aangesloten, mag/kan er niet met de rolstoel gereden worden. L WAARSCHUWING! Accu's en zekeringen vervangen De hoofdzekering moet bij het vervangen van zekeringen en accu s altijd zijn uitgezet. Wees voorzichtig bij het gebruik van metalen voorwerpen bij werkzaamheden met accu's. Kortsluiting kan makkelijk tot een explosie leiden. Draag altijd veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. L WAARSCHUWING! Elektronische veiligheidscircuits De producten van Permobil hebben veiligheidscircuits. Blokkeercircuits voorkomen dat de rolstoel onder bepaalde voorwaarden kan rijden. Snelheidreduceercircuits begrenzen de maximale snelheid van de rolstoel onder bepaalde omstandigheden. Eindstandcircuits begrenzen de functies van de rolstoel onder bepaalde omstandigheden. Overbelastingbeveiligingcircuits schakelen de rolstoel uit bij overbelasting. De gebruiker moet het gebruik van de rolstoel onmiddellijk staken en contact opnemen met gekwalificeerd servicepersoneel of Permobil als het vermoeden bestaat dat een van deze circuits niet langer naar behoren werkt. Pogingen de veiligheidscircuits te wijzigen, leiden tot een onveilig gebruik van de rolstoel en kunnen tot een onstabiele of oncontroleerbare rolstoel leiden. In dat geval komt bovendien de garantie te vervallen. 28

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! Hergebruik van accu s Gebruikte of defecte accu's moeten op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt volgens de plaatselijk geldende richtlijnen voor recycling. L WAARSCHUWING! Banden op spanning brengen Controleer met enige regelmaat of de banden van de rolstoel de voorgeschreven bandenspanning hebben. Een onjuiste bandenspanning kan de stabiliteit en het besturingsvermogen negatief beïnvloeden. De voorgeschreven luchtdruk is 200 kpa (2,0 bar). Denk eraan dat een te hoge bandenspanning explosiegevaar kan inhouden. L WAARSCHUWING! Banden vervangen Gebruik geen scherp of puntig gereedschap bij het vervangen van banden. 29

Veiligheidsvoorschriften L WAARSCHUWING! Stallen De rolstoel met accessoires moet altijd zijn uitgeschakeld als deze niet wordt gebruikt. Stal de rolstoel altijd zo, dat deze buiten bereik van onbevoegden is. Stal de rolstoel nooit in ruimtes waar zich condens kan vormen (wasem of vocht op de oppervlakken), d.w.z. niet in een wasruimte e.d. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier of met Permobil indien u niet zeker weet wat de juiste manier is om uw rolstoel en accessoires te stallen. L WAARSCHUWING! Beschadigingen/mankementen aan rolstoel en accessoires ervan Als u merkt dat de rolstoel en verschillende functies ervan niet naar verwachting werken of als u een fout vermoedt, dient u de proefrit zo snel mogelijk af te breken, de rolstoel uit te schakelen en contact op te nemen met uw leverancier of Permobil voor meer informatie. Het is van groot belang om Permobil zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen bij schade aan de rolstoel en de accessoires ervan die tijdens het vervoer, het rijden of anderszins is opgetreden. Het risico bestaat dat de rolstoel en de accessoires ervan niet langer veilig en zonder risico's gebruikt kunnen worden. 30

Veiligheidsvoorschriften L VOORZICHTIGHEID! EMC-vereisten De rolstoelelektronica kan worden beïnvloed door externe elektromagnetische velden (bijv. van een mobiele telefoon), maar kan ook zelf een elektromagnetisch veld opwekken, dat de omgeving kan beïnvloeden (bijv. alarmsystemen in winkels). De grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) van elektrische rolstoelen zijn vastgesteld in geharmoniseerde standaarden in de Europese richtlijn 93/42/EEG voor medische hulpmiddelen. De elektrische rolstoelen van Permobil voldoen aan deze grenswaarden. 31

Veiligheidsvoorschriften 32

Constructie en werking CONSTRUCTIE EN WERKING Algemeen... 34 Schokdempers... 35 Aandrijving... 35 Wielen... 35 Verlichting en reflectoren... 36 Accu s... 37 Elektronica... 38 Elektrische zittingfuncties... 40 Handbediende zittingfuncties... 41 Overige afstellingen... 42 Elektrische stoellift... 43 Elektrische kantelverstelling... 44 Elektrische rugleuning... 45 Elektrische beensteun... 46 Handbediende zittingfuncties - Beensteunhoek... 47 Handbediende zittingfuncties - Rugleuninghoek... 48 33

Constructie en werking Algemeen Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER is een elektrische rolstoel, bedoeld voor gebruik binnens- en buitenshuis. De rolstoel bestaat uit een chassis en een zitting. In het chassis zitten de elektronica, de stroomvoorziening en de aandrijffuncties van de rolstoel. De zitting bestaat uit een zittingframe, een zittingplaat/rugleuning, armleuningen/beensteunen en evt. accessoires/opties als hoofdsteun, kuitsteun, borststeun e. d. De zitting bestaat uit een zittingframe, een zittingplaat, rugleuning, armleuningen, beensteunen stoellift/vaste zittingbuis en evt. accessoires/opties als hoofdsteun, kuitsteun, borststeun e. d. 1. Rugleuning 2. Bedieningspaneel 3. Zitting 4. Beensteunen 5. Steunwielen 6. Voetplaten 7. Aandrijfwielen 8. Zwenkwielen 9. Serienummersticker 10. Armleuningen 11. Hoofdsteun afb. 1. C500 Corpus LR 34

Constructie en werking Schokdempers De rolstoel is uitgerust met twee schokdempers. Afstellen Deze afstelling moet worden gedaan door personeel dat vertrouwd is met de constructie en werking van de rolstoel. Neem als afstellen noodzakelijk is contact op met de dichtstbijzijnde onderhoudsmonteur of servicedienst of met de servicedienst van Permobil. afb. 2. Aandrijving en schokdempers. Aandrijving Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER is uitgerust met een aandrijving voor elk aandrijfwiel. Deze aandrijving bestaat uit een elektromotor met overbrenging en een rem (elektromagnetisch). Wielen De aandrijfwielen van de rolstoel zijn met lucht gevuld of zijn met schuim gevulde antilekbanden. De zwenkwielen hebben massieve rubberbanden. 35

Constructie en werking Verlichting en reflectoren In de standaarduitvoering is de rolstoel aan de voor- en achterkant en aan de zijkanten voorzien van reflectoren. Verlichting en richtingaanwijzers zijn optioneel. afb. 3. Voorverlichting afb. 4. Achterverlichting afb. 5. Zijreflectoren 36

Constructie en werking Accu s De accu's van de rolstoel zijn onder de chassiskap van de rolstoel geplaatst. Beide accu's zijn gemakkelijk bereikbaar met het oog op onderhoud en vervanging. L WAARSCHUWING! Wees voorzichtig bij het gebruik van metalen voorwerpen bij werkzaamheden met accu's. Kortsluiting kan makkelijk tot een explosie leiden. Draag altijd veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. Denk eraan dat de accu's zwaar zijn en met de grootst mogelijke voorzichtigheid moeten worden behandeld. afb. 6. Linker accu L VOORZICHTIGHEID! Gebruikte of defecte accu's moeten op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt volgens de plaatselijk geldende richtlijnen voor recycling. 37

Constructie en werking Elektronica Hoofdzekering/Accuschakelaar De is uitgerust met een automatische hoofdzekering die na activering kan worden gereset. Deze werkt ook als een accuschakelaar en wordt bediend (ON/OFF) via de hendel vóór het linker accu-luik. afb. 7. Hoofdzekering 38

Constructie en werking Laadcontact De laadzekering zit onder de achterste chassiskap en het laadcontact aan de rechterzijde van de achterste chassiskap en wordt bedekt door een rubber bescherming. L VOORZICHTIGHEID! Schakel altijd de stroomvoorziening uit op het bedieningspaneel voordat de stroom met de hoofdzekering wordt verbroken. L WAARSCHUWING! Het feit dat de hoofdzekering is geactiveerd, geeft vaak aan dat er een groter elektrisch mankement is. De oorzaak moet zorgvuldig worden nagegaan voordat de schakelaar gereset wordt. Neem bij twijfel contact op met de servicedienst. afb. 8. Laadcontact. 39

Constructie en werking Elektrische zittingfuncties Elektrische zittingfuncties Het aantal beschikbare functies varieert, afhankelijk van de zittingconfiguratie. Functies Stoellift Beensteunen Kantelverstelling Rugleuninghoek afb. 9. Elektrisch stelmechanisme

Constructie en werking Handbediende zittingfuncties De zitting kan handmatig worden ingesteld door de verstelbare vergrendelbuizen in een aantal vaste standen te zetten. Het aantal beschikbare functies kan variëren, afhankelijk van de zittingconfiguratie. Functies Beensteunhoek Rugleuninghoek afb. 10. Handbediende stelbare vergrendelbuis voor rugleuninghoek

Constructie en werking Overige afstellingen Bedieningspaneel, armleuningen, voetplaten en andere toebehoren als kuitsteun, dijbeensteun, hoofdsteun enz. hebben handmatige af- en instelmogelijkheden. 42

Constructie en werking Elektrische stoellift De Permobilkan zijn uitgerust met een elektrische stoellift, zodat de zitting traploos max. 20 mm omhoog kan worden gebracht om de zittinghoogte eenvoudig af te kunnen stemmen op tafels, banken e.d. L WAARSCHUWING! Als de stoellift omhoog is gebracht, ligt het zwaartepunt hoger wat de kans op kantelen vergroot. Gebruik de stoellift daarom alleen op een vlakke ondergrond. Rijd altijd met lage snelheid en bedien de kantel- en rugverstelling niet verder achterover dan nodig is om de rolstoel veilig te besturen op een hellende of een ongelijkmatige ondergrond en bij het nemen van hindernissen. afb. 11. Elektrische stoellift 43

Constructie en werking Elektrische kantelverstelling Met de elektrisch bediende kantelverstelling kan de zittinghoek binnen een bepaald interval traploos worden ingesteld. afb. 12. Elektrische kantelverstelling 44

Constructie en werking Elektrische rugleuning De rugleuninghoek is instelbaar (via het bedieningspaneel), zodat de gebruiker deze zelf binnen een bepaalde interval, traploos in de gewenste hoek kan stellen. L WAARSCHUWING! Denk tijdens gebruik van de elektrisch gestuurde functies van de stoel altijd aan het beknellingsgevaar. afb. 13. Elektrische rugleuning 45

Constructie en werking Elektrische beensteun De beensteun kan binnen een bepaalde interval in de gewenste hoek worden gezet. afb. 14. Elektrische beensteun 46

Constructie en werking Handbediende zittingfuncties - Beensteunhoek De stand van de beensteunhoek kan in een aantal posities worden gezet d. m. v. een stelbare buis met snelvergrendeling. 1. Trek de veerknop van de snelvergrendeling uit, zodat de buis heen en weer kan schuiven en de beensteun kan worden gekanteld. 2. Zet de beensteun in de gewenste hoek en borg de buis door de knop los te laten, waarna deze in een van de openingen in de buis grijpt. 3. Controleer na het afstellen of de beensteun is geborgd. L WAARSCHUWING! Belast de beensteunen niet tijdens het instellen van de beensteunhoek. Knelgevaar. afb. 15. Beensteunhoek 47

Constructie en werking Handbediende zittingfuncties - Rugleuninghoek De stand van de beensteunhoek kan in een aantal posities worden gezet d. m. v. een stelbare buis met snelvergrendeling. 1. Trek de veerknop van de snelvergrendeling uit, zodat de buis heen en weer kan schuiven en de rugleuning kan worden gekanteld. 2. Zet de rugleuning in de gewenste hoek en borg de buis door de knop los te laten, waarna deze in een van de openingen in de buis grijpt. 3. Controleer na het afstellen of de rugleuning is geborgd. L WAARSCHUWING! Belast de rugleuning niet tijdens het instellen van de rugleuninghoek. Knelgevaar. afb. 16. Rugleuninghoek

Instellingen en aanpassingen INSTELLINGEN EN AANPASSINGEN Gordels... 50 Beensteunkap... 52 Beensteunlengte... 53 Hoogte voetplaten... 54 Hoek voetplaten... 56 Armleuninghoogte... 57 Armleuninghoek... 58 Hoogte/hoek armleuning... 59 Hoofdsteun (accessoire)... 61 Draaibare paneelhouder... 63 Parallelle paneelhouder... 64 49

Instellingen en aanpassingen Gordels Montage van gordels Aan beide zijden van het zittingframe zitten twee rails voor bevestiging van accessoires zoals bijvoorbeeld gordels. Monteer de gordel in de bovenste groef van de rail. 1. Schroef het deel van de gordel met de snelsluiting vast aan de kant die het meest geschikt is voor de gebruiker. Schroef het andere deel met de gesp vast aan de andere kant. 2. Controleer na montage of de vergrendeling van de gesp in de snelsluiting goed sluit. 50

Instellingen en aanpassingen L WAARSCHUWING! De gordel van Permobil is uitsluitend bedoeld om de gebruiker op zijn plaats te houden en biedt geen bescherming in geval van een eventueel ongeluk met het voertuig. De gordel biedt niet dezelfde bescherming als de veiligheidsgordel van het voertuig. Wanneer u in uw rolstoel zit, moet u altijd de gordel omdoen. In geval van beschadigingen of slijtageplekken aan de gordel moet deze worden vervangen. Neem in het gegeven geval onmiddellijk contact op met uw leverancier of Permobil. afb. 17. Gemonteerde gordel, rechterkant afb. 18. Gordel met snelsluiting. afb. 19. Gemonteerde gordel, linkerkant. 51

Instellingen en aanpassingen Beensteunkap Demonteer de kap van de beensteun door de twee schroeven los te draaien en de kap vervolgens recht naar voren te trekken. Zie afbeelding. Monteer de kap door deze op zijn plaats te drukken en vervolgens met de twee schroeven vast te zetten. afb. 20. De beensteunkap zit met twee schroeven vast. 52

Instellingen en aanpassingen Beensteunlengte De beensteunlengte wordt traploos afgesteld en wordt met twee borgschroeven vastgezet. 1. Demonteer de beensteunkap. Zie bovenstaande beschrijving. 2. Draai de twee binnenste borgschroeven van de beensteun los. Zie afbeelding. 3. Zet de beensteun in de gewenste lengte en zet deze vast door de borgschroeven vast te draaien. 4. Controleer na het instellen of de voetplaten goed vastzitten. Controleer of er nog steeds voldoende ruimte is (> 25 mm) tussen de vloer en de voetplaat wanneer de beensteun omhoog en omlaag wordt bewogen. Voer deze controle uit wanneer de gebruiker in de stoel zit en de voetplaten dus belast zijn. 5. Monteer de kunststof kap terug. Zie Beensteunkap, Pag. 52. afb. 21. Instelling van de beensteunlengte L WAARSCHUWING! Beensteunen niet belasten tijdens instellen. Knelgevaar. 53

Instellingen en aanpassingen L WAARSCHUWING! Na de instelling moet worden gecontroleerd, met de stoellift in laagste stand, of er voldoende vrije ruimte is (>25 mm) tussen de vloer en de voetplaten wanneer de beensteun omhoog en omlaag wordt bewogen. Voer deze controle uit wanneer de gebruiker in de stoel zit en de voetplaten dus belast zijn. Het gebruik van de rolstoel met te laag geplaatste voetplaten kan tot persoonlijk letsel leiden, of beschadigingen aan de rolstoel of de omgeving veroorzaken. Hoogte voetplaten De hoogte van de voetplaten kan apart en traploos worden ingesteld. Ze zijn vastgezet met de twee buitenste borgschroeven. 1. Demonteer de beensteunkap. Zie de beschrijving op de vorige pagina. 2. Draai de borgschroeven van de voetplaten los. Zie afbeelding. 3. Zet de voetplaten in de gewenste hoogte en zet ze vast door de borgschroeven aan te halen. 4. Controleer na het instellen of de voetplaten goed vastzitten. Controleer of er nog steeds voldoende ruimte is (> 25 mm) tussen de vloer en de voetplaat wanneer de beensteun omhoog en omlaag wordt bewogen. Voer deze controle uit wanneer de gebruiker in de stoel zit en de voetplaten dus belast zijn. 5. Monteer de kunststof kap terug. Zie Beensteunkap, Pag. 52. afb. 22. De hoogte van de voetplaten kan worden ingesteld met behulp van de buitenste borgschroeven. 54

Instellingen en aanpassingen L WAARSCHUWING! Beensteunen niet belasten tijdens instellen. Knelgevaar. L WAARSCHUWING! Na de instelling moet worden gecontroleerd, met de stoellift in laagste stand, of er voldoende vrije ruimte is (>25 mm) tussen de vloer en de voetplaten wanneer de beensteun omhoog en omlaag wordt bewogen. Voer deze controle uit wanneer de gebruiker in de stoel zit en de voetplaten dus belast zijn. Het gebruik van de rolstoel met te laag geplaatste voetplaten kan tot persoonlijk letsel leiden, of beschadigingen aan de rolstoel of de omgeving veroorzaken. 55

Instellingen en aanpassingen Hoek voetplaten De voetplaathoek wordt afgesteld met de stopschroeven onder de betreffende voetplaat. 1. Klap de voetpla(a)t(en) op. 2. Draai de contramoer los. 3. Stel de gewenste hoek in door de stopschroef aan of los te draaien. 4. Borg de stopschroef in de gewenste positie met behulp van de contramoer. L WAARSCHUWING! Beensteunen niet belasten tijdens instellen. Knelgevaar. afb. 23. De voetplaathoek kan worden ingesteld met behulp van een schroef die met een contramoer wordt geborgd. 56

Instellingen en aanpassingen Armleuninghoogte Voor optimaal comfort is de hoogte van de armleuning instelbaar. De schaalindeling aan de achterzijde van de rugleuning geeft de actuele hoogte van de armleuningen weer. 1. Draai de vier schroeven voor de hoogte van de armleuningen aan de achterkant van de rugleuning los. Zie onderstaande afbeelding. 2. Stel de gewenste stand in met behulp van de stelschroef aan de achterzijde van de rugleuning. Zie onderstaande afbeelding. De schaal in het midden van de rugleuning geeft de actuele hoogteinstelling van de armleuningen weer. 3. Zet de hoogte van de armleuningen vast door de vier schroeven aan de achterkant van de rugleuning weer vast te draaien. Zie afbeelding. afb. 24. Armleuninghoogte instellen 57

Instellingen en aanpassingen Armleuninghoek Voor het beste comfort kan de armleuninghoek eenvoudig worden ingesteld. 1. Stel de hoek van de armleuningen af door de stelstangen te draaien. Zie afbeelding. L WAARSCHUWING! Belast de armleuningen niet tijdens het afstellen. Knelgevaar. afb. 25. Afstellen van de armleuninghoek 58

Instellingen en aanpassingen Hoogte/hoek armleuning De hoogte/hoek van de armleuningen wordt gewoonlijk afgesteld volgens de beschrijving op de pagina's 5758. Voor speciale behoeften kunnen de armleuningen echter ook individueel worden afgesteld voor gebruikers die de linker en rechter armleuning op verschillende hoogte en/of in een andere hoek wensen. Deze instelling wordt uitsluitend bij speciale behoeften uitgevoerd. De instelling kan negatieve effecten hebben op de beweging van de armleuning bij het verlagen/verhogen van de rugleuning. 1. Stel de hoogte van de armleuningen af door de stelstangen (C) te draaien. Zie afbeelding. 2. De hoek van de armleuning wordt met een schroef (B) vastgezet. Verplaats de schroef van positie (A) naar de flexibele positie (B). Zie de onderstaande afbeelding. afb. 26. Hoogte en hoek armleuning individueel afstellen 59

Instellingen en aanpassingen 3. Zet de armleuning in de gewenste hoek en zet deze vast door de schroef (B) aan te halen. Zie onderstaande afbeelding. L WAARSCHUWING! Belast de armleuningen niet tijdens het afstellen. Knelgevaar. Dit type afstelling wordt uitsluitend bij speciale behoeften uitgevoerd. De instelling kan negatieve effecten hebben op de beweging van de armleuning bij het verlagen/verhogen van de rugleuning. 60

Instellingen en aanpassingen Hoofdsteun (accessoire) Deze hoofdsteun heeft meer instelmogelijkheden om de gebruiker het best mogelijke comfort te bieden. De hoofdsteun kan ook worden gedemonteerd/ gemonteerd zonder de instelling te verliezen. Demonteren 1. Draai de knop (3) aan de achterzijde van de rugleuning los. Zie afbeelding. 2. Demonteer de hoofdsteun door deze recht omhoog te trekken. Monteren 1. Monteren gaat in omgekeerde volgorde. Hoogte/diepte afstellen 1. Draai de knop (1) aan de achterzijde van de rugleuning los. Zie afbeelding. 2. Stel de hoogte/diepte van de hoofdsteun naar wens in. 3. Draai de knop (1) vast. Hoek afstellen 1. Draai de knop (2) aan de achterzijde van de hoofdsteun los. Zie afbeelding. 2. Stel de hoek van de hoofdsteun naar wens in. 3. Draai de knop (2) vast. afb. 27. Hoofdsteun met uitgebreide instelmogelijkheden. afb. 28. Hoofdsteun instellen 61

Instellingen en aanpassingen L WAARSCHUWING! Belast de hoofdsteun niet tijdens het afstellen. 62

Instellingen en aanpassingen Draaibare paneelhouder Het bedieningspaneel kan in de lengte worden ingesteld voor een optimale rijhouding. Het paneel kan ook opzij worden geklapt om het inen uitstappen te vergemakkelijken. Lengteafstelling 1. Draai de schroef op het paneelgewricht los en zet het paneel in de gewenste stand. 2. Draai de schroef (A) vast. Hoekafstelling 1. Met behulp van de knop (B) op de het frictiegewricht kan worden ingesteld hoe licht of zwaar het paneel opzij gaat. afb. 29. Stelschroef (A) en knop (B) voor frictiegewricht 63

Instellingen en aanpassingen Parallelle paneelhouder Het bedieningspaneel kan in de lengte worden ingesteld voor een optimale rijhouding. Het paneel kan ook opzij, schuin naar achteren, worden geschoven om het in- en uitstappen te vergemakkelijken. Lengteafstelling 1. Draai de schroef aan de onderkant van de armleuning los en stel het paneel op de gewenste stand in. 2. Draai de schroef vast. Frictiekoppeling instellen 1. Met behulp van de knop op de frictiekoppeling kan worden ingesteld hoe licht of zwaar het paneel opzij klapt. afb. 30. Stelschroef (A) en knop (B) voor frictiegewricht 64

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm BEDIENINGSPANEEL R-NET MET LCD- MONOCHROOMSCHERM Algemeen... 66 Laadcontact... 67 Functieknoppen... 68 Contact... 72 Display... 73 Het stuursysteem vergrendelen/ontgrendelen... 74 Zittingfuncties... 77 65

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Algemeen Het bedieningspaneel bestaat uit een joystick, functieknoppen en een display. Achterop het paneel zitten het laadcontact en twee kleinere contacten voor het regelen van de externe functies. De rolstoel kan naast het bedieningspaneel ook een extra bedieningspaneel voor de zitting hebben. afb. 31. Bedieningspaneel

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Laadcontact L WAARSCHUWING! De garantie van de rolstoel komt te vervallen als andere uitrusting dan de acculader of de vergrendelsleutel van de rolstoel op het laadcontact op het bedieningspaneel wordt aangesloten. Dit contact wordt alleen gebruikt om de rolstoel te laden en te vergrendelen. Sluit geen programmeerkabel o.i.d. aan op dit contact. Het contact mag niet worden gebruikt als stroombron voor andere elektrische uitrusting. Het aansluiten van andere elektrische uitrusting kan het bedieningssysteem beschadigen of ertoe leiden dat de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) van de rolstoel verslechtert. afb. 32. Laadcontact 67

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Functieknoppen Op het bedieningspaneel zitten in totaal 10 functieknoppen. Aan/Uit-knop De Aan/Uit-knop is de schakelaar voor de elektronica van het bedieningssysteem, die op zijn beurt de rolstoelmotoren van stroom voorziet. afb. 33. Aan/Uit-knop Claxon Door op deze schakelaar te drukken, klinkt er een signaal om de aandacht te trekken. afb. 34. Claxon Max. snelheid Met deze knoppen verlaagt resp. verhoogt u de normale max. snelheid van de rolstoel. Afhankelijk van de programmering van het bedieningssysteem kan kort een schermbeeld worden getoond bij het indrukken van deze knop. afb. 35. Max. snelheid, Verlagen/ Verhogen 68

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Mode/Stand Met de knop Mode kan de gebruiker door de beschikbare bedrijfsstanden van het bedieningssysteem bladeren. De beschikbare standen hangen af van de programmering en van welke andere eenheden op het bedieningssysteem zijn aangesloten. Profile/Profiel Met de knop Profile kan de gebruiker door de beschikbare profielen van het bedieningssysteem bladeren. Het aantal beschikbare profielen hangt af van de programmering van het bedieningssysteem. Afhankelijk van de programmering van het bedieningssysteem kan kort een schermbeeld worden getoond bij het indrukken van deze knop. afb. 36. Mode/Stand afb. 37. Profile/Profiel Waarschuwingsverlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de waarschuwingsverlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Deze functie wordt gebruikt als de rolstoel gevaarlijk of hinderlijk in de weg staat. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Als de waarschuwingsverlichting brandt, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de richtingaanwijzers. afb. 38. Waarschuwingsverlichting 69

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Verlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de verlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de verlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om deze te deactiveren. Als de verlichting wordt geactiveerd, brandt ook het controlelampje naast de bedieningsknop. afb. 39. Verlichting Richtingaanwijzers, links LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de linker richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de linker richtingaanwijzers. afb. 40. Richtingaanwijzers, links 70

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Richtingaanwijzers, rechts LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de rechter richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de rechter richtingaanwijzers. afb. 41. Richtingaanwijzers, rechts 71

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Contact Het contact voor de externe Aan/Uit-knop (1) maakt het voor de gebruiker mogelijk om de rolstoel met behulp van een externe knop te starten en uit te schakelen. Het contact voor de externe profiel-knop (2) maakt het voor de gebruiker mogelijk om met behulp van een externe knop een profiel te kiezen. Als u tijdens het rijden van profiel wilt wisselen, drukt u gewoon op de knop. afb. 42. Contact 72

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Display Via het display van het bedieningspaneel kunt u een beeld krijgen van de status van het bedieningssysteem. Het bedieningssysteem is actief als het scherm is verlicht. Schermsymbolen Het display van R-net heeft symbolen die altijd worden getoond en symbolen die alleen onder bepaalde omstandigheden worden getoond. Hieronder wordt een displayvoorbeeld getoond bij rijden met profiel 1. 1. Actueel profiel 2. Profielnaam 3. Accuschaal 4. Snelheidsindicator afb. 43. Schermbeeld 73

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Het stuursysteem vergrendelen/ontgrendelen Het bedieningssysteem kan op twee verschillende manieren worden vergrendeld, namelijk met behulp van een knoppensequentie via het knoppenkastje of met een fysieke sleutel. De gebruikte methode hangt af van de manier waarop het systeem is geprogrammeerd. afb. 44. Het slotsymbool wordt getoond als de rolstoel vergrendeld is. 74

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Met knoppenkastje vergrendelen Vergrendelen met knoppenkastje: Druk de Aan/Uit-knop in en houd deze ingedrukt als het bedieningssysteem actief is. Na 1 seconde geeft het bedieningssysteem een piepsignaal. Laat de Aan/ Uit-knop los. Beweeg de joystick naar voren totdat het bedieningssysteem een piepsignaal geeft. Beweeg de joystick naar achteren totdat het bedieningssysteem een piepsignaal geeft. Laat de joystick los. Er klinkt een lang piepsignaal. De rolstoel is nu vergrendeld. De rolstoel ontgrendelen: Druk op de Aan/Uit-knop als het bedieningssysteem is uitgeschakeld. Beweeg de joystick naar voren totdat het bedieningssysteem een piepsignaal geeft. Beweeg de joystick naar achteren totdat het bedieningssysteem een piepsignaal geeft. Laat de joystick los. Er klinkt een lang piepsignaal. De rolstoel is nu ontgrendeld. 75

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Vergrendelen met sleutel De rolstoel met de sleutel vergrendelen: Steek de sleutel in het laadcontact op het bedieningspaneel en verwijder deze. De rolstoel is nu vergrendeld. De rolstoel ontgrendelen: Steek de sleutel in het laadcontact en verwijder deze. De rolstoel is nu ontgrendeld. afb. 45. Het slotsymbool wordt getoond als de rolstoel vergrendeld is. 76

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Zittingfuncties Geldt niet voor alle zittingmodellen Op sommige zittingen kunnen de elektrische functies worden bediend met de joystick op het bedieningspaneel. Sommige modellen hebben drie geheugenplaatsen. Op iedere geheugenplaats wordt de stand van het zittingstelmechanisme opgeslagen. Dit betekent dat een eerder opgeslagen zittingstand eenvoudig kan worden opgevraagd. 77

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Zitting bedienen afb. 46. Standaard display met snelheidsindicator. 78

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm L VOORZICHTIGHEID! Als het symbool M samen met het zittingpictogram wordt getoond, is een geheugenfunctie geactiveerd. Beweeg de joystick in dat geval naar links of rechts om de zittingfunctie te kiezen. 1. Druk een of meerdere keren op de knop Mode totdat een pictogram voor de zittingfunctie op het display van het bedieningspaneel verschijnt. Zie afbeelding. 2. Beweeg de joystick naar links of rechts om de zittingfunctie te kiezen. Het pictogram voor de gekozen zittingfunctie wordt in het display getoond. 3. Beweeg de joystick naar voren of achteren om de functie te bedienen. Hieronder wordt een voorbeeld getoond van de pictogrammen die op het display kunnen worden getoond. Welke pictogrammen er worden getoond, hangt af van het zittingmodel en de beschikbare functies. afb. 47. Beweeg de joystick naar links of rechts om de functie te kiezen. Het pictogram voor de gekozen functie wordt in het display getoond. 79

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Naar rijstand terugkeren Druk een of meerdere keren op de knop Mode totdat het standaard schermbeeld met de snelheidsindicator op het display van het bedieningspaneel verschijnt (zie afbeelding). 80

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Geheugen Het bedieningssysteem op sommige zittingen heeft drie geheugenplaatsen voor zittingstanden. Op iedere geheugenplaats wordt de stand van het zittingstelmechanisme opgeslagen. Dit betekent dat een eerder opgeslagen zittingstand eenvoudig kan worden opgevraagd. Stand uit geheugen ophalen 1. Druk een of meerdere keren op de knop Mode totdat een zittingpictogram op het display van het bedieningspaneel verschijnt. 2. Beweeg de joystick naar links of rechts om de geheugenplaats te kiezen (M1, M2 of M3). In het display van het bedieningspaneel verschijnt een zittingpictogram en een geheugensymbool M (zie afbeelding). 3. Beweeg de joystick naar voren en houd de joystick daar. De zitting wordt ingesteld in de eerder opgeslagen stand. Om veiligheidsredenen moet de joystick naar voren worden gehouden totdat de zitting in de gewenste stand is ingesteld. Als de zitting in de opgeslagen stand is ingesteld, stopt de beweging ervan. LET OP! De zittingbeweging kan te allen tijde worden gestopt door de joystick los te laten. Naar rijstand terugkeren Druk een of meerdere keren op de knop Mode totdat het standaard schermbeeld met de snelheidsindicator op het display van het bedieningspaneel verschijnt (zie afbeelding). afb. 48. Geheugenfunctie geactiveerd. 81

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Stand in geheugen opslaan 1. Zet de elektrische functies van de zitting in de gewenste stand. 2. Druk als de zitting-/geheugenfunctie niet is geactiveerd een of meerdere keren op de knop Mode totdat een zittingpictogram op het display van het bedieningspaneel verschijnt. 3. Beweeg de joystick naar links of rechts om de geheugenplaats te kiezen (M1, M2 of M3). In het display van het bedieningspaneel verschijnt een zittingpictogram en een geheugensymbool M (zie afbeelding). 4. Beweeg de joystick naar achteren om de functie opslaan te activeren. Er wordt een pijl naast het geheugensymbool M getoond (zie afbeelding). 5. Sla de actuele stand op door de joystick naar voren te bewegen en daar te houden tot de pijl naast het geheugenpictogram M verdwijnt. afb. 49. Geheugenfunctie geactiveerd. 82

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm Naar rijstand terugkeren Druk een of meerdere keren op de knop Mode totdat het standaard schermbeeld met de snelheidsindicator op het display van het bedieningspaneel verschijnt (zie afbeelding). afb. 50. Opslaan geactiveerd 83

Bedieningspaneel R-net met LCD-monochroomscherm 84

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm BEDIENINGSPANEEL R-NET MET LCD- KLEURENSCHERM Algemeen... 86 Laadcontact... 87 Functieknoppen... 88 Contact... 92 Display... 93 85

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Algemeen Het bedieningspaneel bestaat uit een joystick, functieknoppen en een display. Aan de voorkant van het paneel zit het laadcontact. Er zitten twee contacten aan de onderkant van het paneel. De rolstoel kan naast het bedieningspaneel ook een extra bedieningspaneel voor de zitting hebben. afb. 51. Bedieningspaneel 86

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Laadcontact L WAARSCHUWING! De garantie van de rolstoel komt te vervallen als andere uitrusting dan de acculader of de vergrendelsleutel van de rolstoel op het laadcontact op het bedieningspaneel wordt aangesloten. Dit contact wordt alleen gebruikt om de rolstoel te laden en te vergrendelen. Sluit geen programmeerkabel o.i.d. aan op dit contact. Het contact mag niet worden gebruikt als stroombron voor andere elektrische uitrusting. Het aansluiten van andere elektrische uitrusting kan het bedieningssysteem beschadigen of ertoe leiden dat de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) van de rolstoel verslechtert. afb. 52. Laadcontact 87

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Functieknoppen Op het bedieningspaneel zitten in totaal 10 functieknoppen. Aan/Uit-knop De Aan/Uit-knop is de schakelaar voor de elektronica van het bedieningssysteem, die op zijn beurt de rolstoelmotoren van stroom voorziet. afb. 53. Aan/Uit-knop Claxon Door op deze schakelaar te drukken, klinkt er een signaal om de aandacht te trekken. afb. 54. Claxon Max. snelheid Met deze knoppen verlaagt resp. verhoogt u de normale max. snelheid van de rolstoel. Afhankelijk van de programmering van het bedieningssysteem kan kort een schermbeeld worden getoond bij het indrukken van deze knop. afb. 55. Max. snelheid, Verlagen/ Verhogen 88

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Mode/Stand Met de knop Mode kan de gebruiker door de beschikbare bedrijfsstanden van het bedieningssysteem bladeren. De beschikbare standen hangen af van de programmering en van welke andere eenheden op het bedieningssysteem zijn aangesloten. Profile/Profiel Met de knop Profile kan de gebruiker door de beschikbare profielen van het bedieningssysteem bladeren. Het aantal beschikbare profielen hangt af van de programmering van het bedieningssysteem. Afhankelijk van de programmering van het bedieningssysteem kan kort een schermbeeld worden getoond bij het indrukken van deze knop. afb. 56. Mode/Stand afb. 57. Profile/Profiel Waarschuwingsverlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de waarschuwingsverlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Deze functie wordt gebruikt als de rolstoel gevaarlijk of hinderlijk in de weg staat. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Als de waarschuwingsverlichting brandt, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de richtingaanwijzers. afb. 58. Waarschuwingsverlichting 89

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Verlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de verlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de verlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om deze te deactiveren. Als de verlichting wordt geactiveerd, brandt ook het controlelampje naast de bedieningsknop. afb. 59. Verlichting Richtingaanwijzers, links LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de linker richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de linker richtingaanwijzers. afb. 60. Richtingaanwijzers, links 90

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Richtingaanwijzers, rechts LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de rechter richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de rechter richtingaanwijzers. afb. 61. Richtingaanwijzers, rechts 91

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Contact Het contact voor de externe Aan/Uit-knop (1) maakt het voor de gebruiker mogelijk om de rolstoel met behulp van een externe knop te starten en uit te schakelen. Het contact voor de externe profiel-knop (2) maakt het voor de gebruiker mogelijk om met behulp van een externe knop een profiel te kiezen. Als u tijdens het rijden van profiel wilt wisselen, drukt u gewoon op de knop. afb. 62. Contact 92

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Display Via het display van het bedieningspaneel kunt u een beeld krijgen van de status van het bedieningssysteem. Het bedieningssysteem is actief als het scherm is verlicht. Schermsymbolen Het display van R-net heeft symbolen die altijd worden getoond en symbolen die alleen onder bepaalde omstandigheden worden getoond. Hieronder wordt een displayvoorbeeld getoond bij rijden met profiel 1. A. Klok B. Snelheidsmeter C. Profielnaam D. Actueel profiel E. Accuschaal F. Indicator max. snelheid afb. 63. Schermbeeld 93

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Accuschaal De accuschaal toont de status van de accu. Brandt constant: alles werkt naar behoren. Knippert langzaam: het bedieningssysteem werkt naar behoren, maar de accu moet zo snel mogelijk worden geladen. Beweegt heen en weer: de accu's van de rolstoel worden geladen. De rolstoel kan pas weer worden verreden als de lader is ontkoppeld en het bedieningssysteem opnieuw is opgestart. Snelheidsindicator Deze toont de actuele max. snelheidsinstelling. De max. snelheidsinstelling wordt afgesteld met de knoppen voor hogere en lagere max. snelheid. Actueel profiel Het profielnummer geeft aan welk profiel het bedieningssysteem momenteel gebruikt. De profieltekst is de profielnaam of -beschrijving die het bedieningssysteem momenteel gebruikt. afb. 64. Accuschaal afb. 65. Snelheidsindicator afb. 66. Actueel profiel 94

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Lampje Als het bedieningssysteem meer dan één methode heeft voor directe besturing, zoals een tweede joystickmodule of dubbele module voor besturing door de begeleider, wordt de actieve module met het symbool Lampje getoond. Snelheidsbeperking Dit symbool wordt getoond als de snelheid van de rolstoel is begrensd, bijvoorbeeld als de zitting omhoog is gebracht. Als de rolstoel niet kan rijden, knippert het symbool. afb. 67. Lampje afb. 68. Snelheidsbeperking Herstarten Dit symbool knippert als het bedieningssysteem moet worden herstart, bijvoorbeeld als de module opnieuw is geconfigureerd. afb. 69. Herstarten Systeemtemperatuur Dit symbool wordt getoond als het bedieningssysteem de eigen stroom met opzet heeft onderbroken om zich tegen oververhitting te beschermen. afb. 70. Systeemtemperatuur 95

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Motortemperatuur Dit symbool wordt getoond als het bedieningssysteem de stroom naar de motoren met opzet heeft onderbroken om deze tegen oververhitting te beschermen. afb. 71. Motortemperatuur Wachten Dit symbool wordt getoond als het bedieningssysteem tussen verschillende stadia wisselt. Zo kan dit symbool bijvoorbeeld worden getoond als u de programmeerstand opent. Het symbool is een animatie, zodat u kunt zien hoe het zand door de zandloper loopt. afb. 72. Wachten E-Stop Als het bedieningssysteem is geprogrammeerd voor vast bedrijf of automatisch instellen van de zitting, moet een noodstopknop worden aangesloten via het contact voor een externe profielknop. Als de noodstopknop wordt gebruikt of geactiveerd, knippert dit symbool. afb. 73. E-Stop 96

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm Menu Instellingen In het menu Instellingen kan de gebruiker tijd, lichtsterkte van het display, achtergrondkleur e. d. instellen. Het menu wordt geopend door de knoppen voor een hogere en lagere max. snelheid gelijktijdig in te drukken. U bladert door het menu door de joystick naar voren of achteren te bewegen. U verlaat het menu Instellingen door onderin het menu Exit te kiezen en daarna de joystick naar rechts te bewegen. Tijd instellen (Set Time) (Tijd instellen (Set Time)): toont de totale door het bedieningssysteem gereden afstand. Tijd tonen (Display Time) Tijd tonen (Display Time): kies Set Time in het menu. Beweeg de joystick naar rechts of links om te kiezen tussen 12- of 24- uurs weergave of Off als u niet wilt, dat de tijd in het display wordt getoond. Kilometerteller (Distance) Kilometerteller (Distance): kies Distance in het menu. Beweeg de joystick naar rechts om bij het kilometertellerinstelmenu te komen. Kies hierna Totale afstand, Dagteller, Afstand tonen en Resetten door de joystick omhoog of omlaag te bewegen. Totale afstand (Total Distance): toont de totale door het bedieningssysteem gereden afstand. Dagteller (Trip Distance): toont de totale gereden afstand sinds de laatste keer resetten. Afstand tonen (Display Distance): kies of Dagteller of Totale afstand in het display moet worden getoond. Resetten (Clear trip distance): beweeg de joystick naar rechts om de dagteller te resetten. Exit (Exit): beweeg de joystick naar rechts om het instelmenu te verlaten. afb. 74. Menu Instellingen afb. 75. Kilometerteller 97

Bedieningspaneel R-net met LCD-kleurenscherm 98

Bedieningspaneel R-net LED BEDIENINGSPANEEL R-NET LED Algemeen...100 Laadcontact...101 Functieknoppen...102 Accuschaal...106 Indicator max. snelheid...107 Zittingindicatie...108 99

Bedieningspaneel R-net LED Algemeen Het bedieningspaneel bestaat uit een joystick en functieknoppen. Op de voorkant van het paneel zit het laadcontact. De rolstoel kan naast het bedieningspaneel ook een extra bedieningspaneel voor de zitting hebben afb. 76. Bedieningspaneel

Bedieningspaneel R-net LED Laadcontact L WAARSCHUWING! De garantie van de rolstoel komt te vervallen als andere uitrusting dan de acculader of de vergrendelsleutel van de rolstoel op het laadcontact op het bedieningspaneel wordt aangesloten. Dit contact wordt alleen gebruikt om de rolstoel te laden en te vergrendelen. Sluit geen programmeerkabel o.i.d. aan op dit contact. Het contact mag niet worden gebruikt als stroombron voor andere elektrische uitrusting. Het aansluiten van andere elektrische uitrusting kan het bedieningssysteem beschadigen of ertoe leiden dat de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) van de rolstoel verslechtert. afb. 77. Laadcontact 101

Bedieningspaneel R-net LED Functieknoppen Op het bedieningspaneel zitten in totaal 10 functieknoppen. Aan/Uit-knop De Aan/Uit-knop is de schakelaar voor de elektronica van het bedieningssysteem, die op zijn beurt de rolstoelmotoren van stroom voorziet. afb. 78. Aan/Uit-knop Claxon Door op deze schakelaar te drukken, klinkt er een signaal om de aandacht te trekken. afb. 79. Claxon Max. snelheid/profielkeuze Met deze knoppen verlaagt resp. verhoogt u de normale max. snelheid van de rolstoel. In speciale toepassingen regelt u met deze knoppen de rijprofielkeuze. afb. 80. Max. snelheid/profielkeuze 102

Bedieningspaneel R-net LED Mode/Stand Met deze knoppen verlaagt resp. verhoogt u de normale max. snelheid van de rolstoel. In speciale toepassingen regelt u met deze knoppen de rijprofielkeuze. afb. 81. Mode/Stand Waarschuwingsverlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de waarschuwingsverlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Deze functie wordt gebruikt als de rolstoel gevaarlijk of hinderlijk in de weg staat. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Druk de knop in om de waarschuwingsverlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om de verlichting te deactiveren. Als de waarschuwingsverlichting brandt, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de richtingaanwijzers. afb. 82. Waarschuwingsverlichting 103

Bedieningspaneel R-net LED Verlichting LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop wordt de verlichting van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de verlichting te activeren. Druk de knop nogmaals in om deze te deactiveren. Als de verlichting wordt geactiveerd, brandt ook het controlelampje naast de bedieningsknop. afb. 83. Verlichting Richtingaanwijzers, links LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de linker richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de linker richtingaanwijzers. afb. 84. Richtingaanwijzers, links 104

Bedieningspaneel R-net LED Richtingaanwijzers, rechts LET OP! Geldt alleen als de rolstoel is voorzien van verlichting. Met deze knop worden de rechter richtingaanwijzers van de rolstoel geactiveerd en gedeactiveerd. Druk de knop in om de richtingaanwijzers te activeren en druk nogmaals om de richtingaanwijzers te deactiveren. Als de richtingaanwijzers branden, knippert het controlelampje naast de bedieningsknop in hetzelfde tempo als de rechter richtingaanwijzers. afb. 85. Richtingaanwijzers, rechts 105

Bedieningspaneel R-net LED Accuschaal Toont de resterende accuspanning (van links naar rechts): Rood+Geel+Groen = volledig geladen Rood+Geel = half geladen Rood = laad de accu s op Een goede manier om deze indicator te gebruiken, is te leren hoe deze onder het rijden werkt. Net als een benzinemeter in een gewone personenauto toont deze niet precies hoeveel "brandstof" nog aanwezig is, maar geeft een globale inschatting, zodat u onnodige stops door ontladen accu's kunt voorkomen. De indicator toont een exactere waarde na ca. 1 min. rijden. afb. 86. Accuschaal L VOORZICHTIGHEID! De indicator voor de accuspanning werkt ook als een "storingindicator" voor de rolstoelelektronica. Zie pagina 96 voor meer informatie. 106

Bedieningspaneel R-net LED Indicator max. snelheid Snelheid Geeft de voor de rolstoel ingestelde maximumsnelheid aan. 1-2 lampen = lage snelheid 3-4 lampen = gemiddelde snelheid 5 lampen = max. snelheid Rijprofiel In speciale toepassingen kan de rolstoel met meer dan één rijprofiel zijn geprogrammeerd. In die gevallen wordt het gekozen rijprofiel getoond. Er kunnen maximaal 5 rijprofielen ingesteld zijn. afb. 87. Indicator max. snelheid L VOORZICHTIGHEID! De indicator voor de max. snelheid/rijprofiel werkt ook als een "storingindicator" voor de rolstoelelektronica. Zie pagina 96 voor meer informatie. 107

Bedieningspaneel R-net LED Zittingindicatie Op sommige zittingen kunnen de elektrische functies stoellift, kantelverstelling, rugleuninghoek en beensteunhoek worden bediend met de joystick op het bedieningspaneel. Activering van een zittingfunctie wordt met een zittingindicatie op het bedieningspaneel aangegeven. afb. 88. Zittingindicatie 108

ICS-bedieningspaneel ICS-BEDIENINGSPANEEL Algemeen... 110 Functies... 112 109

ICS-bedieningspaneel Algemeen De functies van de zitting kunnen worden bediend vanaf het bedieningspaneel van de rolstoel. Bij zittingen met een ICS besturingssysteem kunnen de functies van de zitting ook worden bediend met het ICSbedieningspaneel. Met het bedieningspaneel van de zitting regelt u de elektrische functies van de zitting. Het bedieningsmechanisme kan bestaan uit traditionele drukknoppen of uit de voor sommige gebruikers makkelijker te bedienen tuimelschakelaars. De tuimelschakelaar wordt naar voren bewogen om de voorste knop te activeren en naar achteren om de achterste knop te activeren. Bij de beschrijving van de werking van de knoppenset verderop is uitgegaan van traditionele drukknoppen. De werking is echter gelijk, ongeacht de vormgeving van het bedieningsmechanisme. Elk bedieningsmechanisme kan twee functies hebben, waarbij het symbool van de geactiveerde functie brandt. U wisselt van functie met de Shift-knop. afb. 89. Bedieningspaneel L VOORZICHTIGHEID! Het aantal beschikbare functies varieert, afhankelijk van hoe uw rolstoel en zitting zijn uitgerust. 110

ICS-bedieningspaneel Feedback De symbolen op het bedieningspaneel informeren de gebruiker over de beschikbare zittingfuncties, functies die zijn beperkt en functies die leiden tot beperking van de snelheid of die het rijden volledig blokkeren. De symbolen kunnen drie verschillende standen hebben: Uit Het symbool voor de functie licht niet op. Dit betekent dat de functie op dit moment niet beschikbaar is. U wisselt met de shift-knop tussen de linker- en rechterzittingfunctie van het bedieningsmechanisme. Vast licht Een symbool dat met vast licht brandt, geeft rijsnelheidgerelateerde informatie. Bij continu groen licht kan de rolstoel op maximale snelheid rijden. Bij continu geel licht is de maximumsnelheid van de rolstoel beperkt vanwege de actuele positie van de zittingfunctie. Bij continu rood licht kan de rolstoel niet worden verreden vanwege de actuele positie van de zittingfunctie. Knippert Een knipperend symbool geeft informatie die is gerelateerd aan het stelmechanisme. Als het symbool groen knippert, is een speciale functie actief, bijv. de geheugenfunctie. Als het symbool geel knippert, is de functie om veiligheidsredenen in één richting geblokkeerd. Het bedieningsmechanisme voor de actuele functie werkt dan alleen in de "veilige" richting. Een knipperend rood symbool betekent dat er een storing in het van toepassing zijnde stelmechanisme is geregistreerd. Afhankelijk van het type storing, kan dit betekenen dat de zittingfunctie niet werkt. Onderzoek de omstandigheden wanneer zich dergelijke storingen voordoen, aangezien dit belang kan zijn wanner de onderhoudsmonteur de rolstoel controleert. Voor andere servicemaatregelen verzoeken wij om contact met de servicedienst op te nemen. 111

ICS-bedieningspaneel Functies Stoellift De zitting beweegt omhoog als het bovenste deel van de knop wordt ingedrukt en omlaag als het onderste deel van deze knop wordt ingedrukt. afb. 90. Stoellift Rugleuninghoek De rugleuning kantelt naar achteren als het onderste deel van de knop wordt ingedrukt en terug als het bovenste deel wordt ingedrukt. afb. 91. Rugleuninghoek Kantelverstelling De zitting kantelt naar achteren als het onderste deel van de knop wordt ingedrukt en naar voren als het bovenste deel wordt ingedrukt. afb. 92. Kantelverstelling

ICS-bedieningspaneel Beensteunhoek De beensteun beweegt naar buiten als het bovenste deel van de knop wordt ingedrukt en terug als het onderste deel wordt ingedrukt. afb. 93. Beensteunen Zittinghelling achterwaarts De zitting kantelt naar voren wanneer het bovenste deel van de knop wordt ingedrukt en naar achteren wanneer het onderste deel van deze knop wordt ingedrukt. afb. 94. Zittinghelling achterwaarts Elektrische instelling beensteunhoogte De voetplaat beweegt omhoog wanneer het onderste deel van de knop wordt ingedrukt en omlaag wanneer het bovenste deel van deze knop wordt ingedrukt. afb. 95. Elektrische instelling beensteunhoogte 113

ICS-bedieningspaneel Elektrische beensteunverplaatsing De zitting komt omhoog terwijl de voetplaat omlaag gaat wanneer het bovenste deel van de knop wordt ingedrukt. De zitting gaat omlaag terwijl de voetplaat omhoog komt wanneer het bovenste deel van de knop wordt ingedrukt. Deze functie komt van pas om de gebruiker te helpen om in en uit de rolstoel te komen. afb. 96. Elektrische beensteunverplaatsing Shift Wijzig de functie van de bedieningsknoppen met een druk op de shift-knop. Keer terug met een tweede druk op de shift-knop. Het symbool voor de actieve functie brandt. afb. 97. Shift Geheugenfunctie ICS bedieningspaneel met geheugenfunctie voor opslag van drie zitposities. Een zittingfunctie (bijv. elektrisch instelbare zittinghelling, elektrisch instelbare rugsteunhoek, elektrisch instelbare beensteunen e. d.) kan alleen een geheugenfunctie hebben indien de stelmechanismen ervan met positieterugschakeling werken. afb. 98. Geheugenfunctie 114

Gebruik GEBRUIK Algemeen... 116 Rijden... 117 Joystick Error... 118 Rijtechniek... 119 Rijregels...121 Magneetremmen handmatig ontkoppelen...125 Accu's opladen...127 115

Gebruik Algemeen Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER is gemaakt om zowel binnens- als buitenshuis te gebruiken. Wees bij rijden binnenshuis voorzichtig in nauwe doorgangen, bij het passeren van deuren en ingangen en bij rijden in liften en op opritten e.d. Denk ook aan het risico van beknelling bij het gebruik van de elektrische stoellift en de kantelverstelling, vooral als de rolstoel onder een tafel, bank e.d. gereden is. Buitenshuis moet u erop letten zeer langzaam te rijden op steile hellingen naar beneden. Wees ook uiterst voorzichtig bij rijden op een ongelijke ondergrond, bij hellingen omhoog en zijwaartse hellingen, alsmede bij het nemen van obstakels. Bewaar veiligheidshalve altijd ruim afstand bij rijden langs randen en afgronden. Wij raden u aan meerdere proefritten in een vertrouwde omgeving te maken, zodat u goed op de hoogte bent van de wijze waarop de rolstoel en de accessoires ervan zich in verschillende situaties gedragen, voordat u de rolstoel op de openbare weg gaat gebruiken. 116

Gebruik Rijden Controleer of het bedieningspaneel correct is gemonteerd en of de joystick in de neutrale stand staat. Let op dat u een goede steun hebt, bijv. de armleuning van de rolstoel, voor het lichaamsdeel waarmee u de joystick bedient. Gebruik niet alleen de joystick als steun, want snel keren en rijden op een ongelijke ondergrond kan uw vermogen de rolstoel op een veilige manier te gebruiken, verstoren. L WAARSCHUWING! Zie er altijd op toe dat uwe voeten op correcte en veilige wijze op de voetplaten rusten, voordat u de rolstoel gebruikt. Indien nodig kunnen voetriemen worden gebruikt. Indien dit niet wordt gedaan zal de kans op persoonlijk letsel hierdoor toenemen. 1. Schakel de stroom in door op de startknop op het bedieningspaneel te drukken. 2. Kies een geschikt rijprofiel met de knop "PROFILE" (als het systeem voor meer dan één rijprofiel is geprogrammeerd). 3. Beweeg de joystick voorzichtig naar voren voor vooruitrijden of naar achteren voor achteruitrijden. 4. De snelheidsinstelling wordt afgesteld met de knoppen voor hogere en lagere snelheid. De rolstoelelektronica maakt het mogelijk zeer zachtjes over randen te rijden. Rijd naar de rand en rijd er vervolgens voorzichtig overheen. 117

Gebruik Joystick Error Als de joystick vanuit het midden wordt bewogen voordat, tijdens of direct nadat het bedieningssysteem is geactiveerd, wordt het schermbeeld voor bewogen joystick 5 seconden lang getoond. Bij een bedieningspaneel zonder scherm bewegen de lichtdioden van de indicator voor de accuspanning heen en weer. Als de joystick in deze periode niet wordt losgelaten, wordt er een joystickfout geregistreerd en kan de rolstoel niet worden verreden. Om de rolstoel weer te kunnen verrijden, moet de joystick in het midden worden gezet. Daarna moet de rolstoel worden uit- en ingeschakeld. Als het bedieningssysteem een fout in de rolstoelelektronica registreert, die moet worden verholpen, wordt op een bedieningspaneel met scherm een Diagnostiek-schermbeeld getoond. Op een bedieningspaneel zonder scherm knipperen de lichtdioden van de indicator voor de accuspanning snel. In dit geval moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw servicecontactpersoon. afb. 99. Bewogen joystick afb. 100. Heen en weer "bewegende" lichtdioden. afb. 101. Diagnostiek-schermbeeld. 118

Gebruik Rijtechniek De elektronica van het bedieningspaneel "interpreteert" de bewegingen van de joystick en voert de bedoelde verplaatsing van de rolstoel uit. Bij normaal rijden zijn geen ingewikkelde gebruikstechnieken nodig, wat een voordeel is bij een onervaren gebruiker. Een goede aanvangsmethode is de joystick simpelweg in de richting te verplaatsen waar men naartoe wil. De rolstoel beweegt dan in de richting waar de joystick naartoe wijst. Rijd echter altijd zo geleidelijk mogelijk en vermijd krachtig remmen en abrupte zijdelingse bewegingen. L VOORZICHTIGHEID! Maak de eerste proefrit niet op eigen houtje. Bij een proefrit moet u immers bekijken hoe u en uw rolstoel samen functioneren en u hebt wellicht hulp nodig. Controleer voordat u gaat rijden of de remontkoppelhendel in de rijstand staat. afb. 102. Beweging van de joystick 119

Gebruik L WAARSCHUWING! Gebruik niet alleen de joystick als steun, want snel keren en rijden op een ongelijke ondergrond kan uw vermogen de rolstoel op een veilige manier te gebruiken, verstoren. Als de rolstoel zich op een ongewenste manier verplaatst, LAAT U DE JOYSTICK LOS! Hierna breekt de rolstoel de beweging altijd af. 120

Gebruik Rijregels Rijden over obstakels Rijd de rolstoel niet over obstakels die hoger zijn dan 60 mm. Doet u dat toch, dan nemen het kantelgevaar en de kans op schade aan de rolstoel toe. Passeer obstakels altijd uiterst voorzichtig. Benader dergelijke obstakels in de juiste hoek en vanaf een afstand van minstens 7 cm. L WAARSCHUWING! Rijd de rolstoel niet over obstakels die hoger zijn dan 60 mm. Passeer obstakels altijd uiterst voorzichtig. Als de stoellift omhoog is gebracht, ligt het zwaartepunt hoger wat de kans op kantelen vergroot. Gebruik deze zittingfuncties om die reden alleen op een vlakke ondergrond en rijd altijd extra voorzichtig en met lage snelheid. afb. 103. Rijden over obstakels. 121

Gebruik Rijden op zijwaartse hellingen Rijden op zijwaartse hellingen dient altijd uiterst voorzichtig te gebeuren. Vermijd abrupte zijdelingse bewegingen en rijd nooit zo hard dat u de rolstoel niet langer veilig en zonder risico's kunt besturen. Wees bij rijden op zijwaartse hellingen extra voorzichtig op een oneffen ondergrond (bijv. gras, grind, zand, ijs en sneeuw). L WAARSCHUWING! Rijd met de rolstoel niet op schuine vlakken met een zijwaartse helling van meer dan 6 graden Anders kan de rolstoel kantelen. Als de stoellift/kantelverstelling/rugleuninghoek omhoog is gebracht, ligt het zwaartepunt hoger wat de kans op kantelen vergroot. Gebruik deze zittingfuncties om die reden alleen op een vlakke ondergrond en rijd altijd extra voorzichtig en met lage snelheid. afb. 104. Rijden op zijwaartse hellingen. 122

Gebruik Rijden op hellingen omlaag Het afrijden van een helling dient altijd uiterst voorzichtig en met lage snelheid te gebeuren. Vermijd krachtig remmen, abrupte zijdelingse bewegingen en rijd nooit zo hard dat u de rolstoel niet langer veilig en zonder risico's kunt besturen. Let bij het afrijden van een helling extra op bij een oneffen ondergrond (bijv. gras, grind, zand, ijs en sneeuw). L WAARSCHUWING! Rijd niet van hellingen af met een hellingspercentage van meer dan 10. Dynamische stabiliteit conform ISO 7176-2 = 6. Een geactiveerde stoellift/kantelverstelling/rugverstelling verandert het zwaartepunt en vergroot het kantelgevaar. Gebruik deze zittingfuncties om die reden alleen op een vlakke ondergrond en rijd altijd extra voorzichtig en met lage snelheid. afb. 105. Rijden op hellingen omlaag. 123

Gebruik Rijden op hellingen omhoog Een helling oprijden moet altijd uiterst voorzichtig gebeuren. Vermijd abrupte zijdelingse bewegingen en rijd nooit zo hard dat u de rolstoel niet langer veilig en zonder risico's kunt besturen. Wees bij een helling oprijden extra voorzichtig op een oneffen ondergrond (bijv. gras, grind, zand, ijs en sneeuw). L WAARSCHUWING! Rijd niet op hellingen omhoog met een hellingspercentage van meer dan 10. Dynamische stabiliteit conform ISO 7176-2 = 6. Een geactiveerde stoellift/kantelverstelling/rugverstelling verandert het zwaartepunt en vergroot het kantelgevaar. Gebruik deze zittingfuncties om die reden alleen op een vlakke ondergrond en rijd altijd extra voorzichtig en met lage snelheid. afb. 106. Rijden op hellingen omhoog. 124

Gebruik Magneetremmen handmatig ontkoppelen Algemeen De rolstoel is uitgerust met een handbediende remontkoppeling die het mogelijk maakt de rolstoel met de hand te verplaatsen. De hendel voor het vrijgeven van de rem zit vooraan op het rechter voorspatbord. Remmen ontkoppelen 1. Schakel de rolstoel uit met de Aan/Uit-knop op het bedieningspaneel. 2. Beweeg de hendel naar voren om de remmen te ontkoppelen, terwijl de veiligheidspal naar rechts wordt gedrukt om de hendel te blokkeren. Ontkoppelde remmen vergrendelen Ontkoppelde remmen vergrendelen 1. Beweeg de hendel naar boven, zodat de veiligheidspal ontgrendelt en druk de hendel omlaag zodat deze in de onderste stand komt. L WAARSCHUWING! Gebruik de rolstoel nooit met ontkoppelde remmen op een hellende ondergrond. Let altijd op dat de rolstoel is uitgeschakeld als de remmen worden geactiveerd/gedeactiveerd. Let op: om te voorkomen dat de rolstoel verrijdt, moet deze op een vlakke en droge ondergrond staan voordat de remmen worden ontkoppeld. afb. 107. Remontkoppelhendel met veiligheidspal afb. 108. Geactiveerde remmen 125

Gebruik L VOORZICHTIGHEID! Controleer altijd of de ontkoppelhendel helemaal in de onderste stand komt. L WAARSCHUWING! Personen die een rolstoel met ontkoppelde remmen duwen, moeten zich ervan verzekeren dat dit op een veilige, risicoloze manier gebeurt. Vergrendel na het met de hand verplaatsen van de rolstoel de remontkoppeling altijd weer. De rolstoel mag niet kunnen rijden als de remmen zijn ontkoppeld. Als de rolstoel nog steeds kan worden verreden, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw servicecontactpersoon of Permobil. 126

Gebruik Accu's opladen Wanneer moeten de accu s worden opgeladen? Hoe vaak de accu's van uw rolstoel moeten worden opgeladen, hangt af van een aantal factoren. Onder meer het gebruik van uw rolstoel, de temperatuur van de accu's, de leeftijd en de bouwwijze. Alle accu's verliezen geleidelijk hun vermogen als ze ouder worden. De belangrijkste factor voor de levensduur van de accu's is de hoeveelheid stroom die wordt ontrokken voordat de accu's worden opgeladen en hoe vaak de accu's worden opgeladen/ontladen. Voor een optimale levensduur moeten de accu's niet helemaal worden ontladen. Laad de accu's altijd direct na het ontladen op. Als de indicator voor de accuspanning aantoont dat de accu's sneller stroom verliezen dan normaal, kunnen de accu's versleten zijn en moeten deze worden vervangen. 127

Gebruik L VOORZICHTIGHEID! Voor een optimale levensduur moeten de accu's niet helemaal worden ontladen. Laad de accu's altijd direct na het ontladen op. Bezig met laden Let op dat de rolstoel is uitgeschakeld met de Aan/Uit-knop op het bedieningspaneel en steek vervolgens de oplaadstekker in het laadcontact van de rolstoel. De indicator voor de accuspanning op het bedieningspaneel van de rolstoel gaat branden en toont de laadstatus tijdens het laden. Na het laden moet de rolstoel worden in- en uitgeschakeld met de Aan/Uitknop op het bedieningspaneel, voordat ermee wordt gereden. LET OP! Lees de instructies bij de lader goed door voordat u met opladen begint. afb. 109. Laadcontact. 128

Gebruik L WAARSCHUWING! Gebruik alleen de lader die bij uw rolstoel is geleverd of wordt aangeraden door Permobil. Het gebruik van andere laders kan de accu's, de rolstoelelektronica of de lader zelf beschadigen. Het kan ook tot gevolg hebben dat bepaalde onderdelen oververhit raken en zodoende een nog groter brandgevaar veroorzaken. Wees voorzichtig bij het gebruik van metalen voorwerpen bij werkzaamheden met accu's. Kortsluiting kan makkelijk tot een explosie leiden. Draag altijd veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. Er zijn uitsluitend laders met een laadstroom van max. 10 A (gemiddelde waarde) toegestaan (de effectieve waarde van de laadstroom mag niet hoger zijn dan 12 A) Opladen moet plaatsvinden in een goed geventileerde ruimte, niet in een garderobe of bergkast. Opladen in een badkamer of een natte cel is niet toegestaan. 129

Gebruik L WAARSCHUWING! Indien u het opladen van de accu wilt beëindigen, moet eerst de hoofdstroomvoorziening worden uitgezet voordat de aansluitstekker uit het laadcontact van de rolstoel wordt verwijderd. Dit moet worden gedaan om vonkvorming en onnodige slijtage van het laadcontact te vermijden. De lader kan warm worden en mag om die reden niet worden afgedekt. De lader moet aan alle kanten vrij staan. Bij beschadiging of oververhitting tijdens het laden moet de oplaadstekker worden vervangen. Zowel de stekker aan het snoer van de lader als het laadcontact van de rolstoel moeten worden vervangen als een van beide beschadigd of versleten is. Stekkers moeten worden vervangen door deskundig personeel. L VOORZICHTIGHEID! De kabel van de lader mag niet worden verlengd. Lees de instructies bij de lader goed door voordat u met opladen begint. Zet de rolstoel voor het opladen uit met behulp van de Aan/Uit-knop op het bedieningspaneel, maar zie er echter op toe dat de hoofdzekering in de stand Aan (On) staat. Let op dat de oplaadstekker geheel in het laadcontact wordt gestoken voordat de lader wordt ingeschakeld. De rolstoel kan niet worden verreden als de lader is aangesloten. 130

Vervoer VERVOER Algemeen...132 Rugleuning demonteren...134 Algemene adviezen bij vliegvervoer...135 131

Vervoer Algemeen De rolstoel mag uitsluitend worden vervoerd in voertuigen die voor dit doeleinde zijn goedgekeurd. Controleer of de rolstoel goed is vastgezet en let erop dat de remmen niet zijn ontkoppeld. De rolstoel kan aan de voor- en achterzijde met riemen worden vastgemaakt aan de transportogen, zie de gele sticker. Zet de stoel vast met het bevestigingssysteem van het voertuig en conform de aanwijzingen van de fabrikant ervan. Controleer altijd of de bevestigingspunten in het transportvoertuig goed zijn verankerd. afb. 110. De rolstoel mag NIET worden vastgezet met behulp van een deel van de zitting. afb. 111. Transportogen, voorzijde. afb. 112. Sticker transportogen afb. 113. Transportogen, achterzijde. 132

Vervoer L WAARSCHUWING! Vervoer De rolstoel mag alleen worden vervoerd in voertuigen die voor dit doel zijn goedgekeurd. Vraag altijd om een bevestiging van de vervoerder dat het voertuig het juiste ontwerp heeft, goed is verzekerd en uitgerust is voor het vervoer van personen in een rolstoel. Een rolstoel is niet ontworpen als een autostoel en kan niet dezelfde mate van veiligheid bieden die door gewone autostoelen wordt geboden, hoe goed hij ook in het betreffende voertuig wordt vastgemaakt. Controleer zorgvuldig of de rolstoel goed is vastgezet en of de rem niet is ontgrendeld (de aandrijfwielen van de rolstoel moeten zijn vergrendeld). De rolstoel mag uitsluitend met laadriemen vanaf de vastzetpunten aan voor- en achterkant (deze worden met gele stickers aangegeven) of met behulp van een Permolock-vergrendelingssysteem in positie worden vergrendeld. De rolstoel mag niet met andere delen worden vastgezet, dus ook niet met de zitting. Als de rolstoel moet worden vervoerd terwijl de gebruiker erin zit, let dan op dat u een goedgekeurd bevestigingssysteem gebruikt, dat op het totale gewicht van de rolstoel is berekend. Permobil adviseert u de rolstoel te voorzien van een neksteun en om deze tijdens het vervoer te gebruiken. Het is belangrijk dat u tijdens het vervoer goed vastzit met een driepuntsveiligheidsgordel, die aan de vloer en aan een zijkant van het voertuig is vastgemaakt. De positioneringsgordels van Permobil dienen uitsluitend om de gebruiker goed te positioneren en niet om deze te beschermen bij een ongeluk met het motorvoertuig. De positioneringsgordels dienen niet ter vervanging van de gordels die in een voertuig zijn gemonteerd. 133

Vervoer Rugleuning demonteren Om het vervoer van de rolstoel te vereenvoudigen, kan de rugleuning in een handomdraai worden losgemaakt. 1. Verwijder het rugleuningkussen. Dit kussen zit aan de achterkant met klittenband vast. 2. Demonteer het bovenstuk van de rugleuning door de vergrendeling aan de achterkant van de rugleuning voorzichtig naar buiten te buigen en tegelijkertijd het bovenstuk recht omhoog te trekken. Zie afbeelding. Indien nodig kan de hoofdsteun ook worden gedemonteerd, zie pag. 35. afb. 114. Het bovenstuk van de rugleuning zit met een vergrendelmechanisme vast. 134

Vervoer Algemene adviezen bij vliegvervoer Bij vliegvervoer moet u met name om de drie volgende punten denken: 1. Accu's Gelaccu's: hoeven in de meeste gevallen niet uit de rolstoel gedemonteerd te worden. Als uw rolstoel een automatische hoofdzekering heeft, moet deze altijd in de stand Off staan. Zuuraccu's: de meeste luchtvaartmaatschappijen verlangen dat deze accu's uit de rolstoel worden gedemonteerd en in speciale bakken worden vervoerd, die door de luchtvaartmaatschappij ter beschikking kunnen worden gesteld. 135

Vervoer L VOORZICHTIGHEID! Bij twijfel over het type hoofdzekering van uw rolstoel kunt u contact opnemen met Permobil of uw servicecontactpersoon. Sommige luchtvaartmaatschappijen weigeren zuuraccu s mee te nemen. Neem voor uw reis altijd contact op met de betreffende luchtvaartmaatschappij om ervan verzekerd te zijn, dat het vervoer veilig kan verlopen en dat er zich op het laatste moment geen onaangename verrassingen kunnen voordoen. 2. Afmetingen en gewicht van de rolstoel Gewicht en afmetingen van de rolstoel zijn van belang met het oog op het type vliegtuig waarmee men de rolstoel moet vervoeren. Hoe kleiner het vliegtuig, des te geringer dienen gewicht en afmetingen te zijn. Stem altijd met de betreffende luchtvaartmaatschappij af welke regels men hanteert. 3. Voorkomen van beschadigingen Bij vliegvervoer komt de rolstoel in een kleine ruimte tussen andere lading te staan. Daarom is het van belang om preventieve maatregelen te nemen om transportschade aan de rolstoel zoveel mogelijk te beperken. Dek het bedieningspaneel af met zacht, schokwerend materiaal (schuimplastic e.d. ) en klap het bedieningspaneel in tegen de rugleuning. Bescherm andere naar buiten staande delen op soortgelijke wijze. Zet eventuele loshangende kabels met tape aan zitting of kappen vast. 136

Onderhoud en reparaties ONDERHOUD EN REPARATIES Gereedschapstas...138 Schema voor onderhoud en inspectie...139 Algemeen...140 Algemeen - accu's/stallen...141 Reinigen...143 Gordels...144 Remontkoppeling...144 Aandrijfwielen...145 Zwenkwielen...147 Accu vervangen...149 Hoofdzekering/accuschakelaar resetten...153 137

Onderhoud en reparaties Gereedschapstas Bij uw rolstoel hoort een gereedschapstas met de volgende inhoud, die bij onderhoud en eenvoudige reparaties gebruikt kan worden. Inbussleutels GEREEDSCHAP TOEPASSINGSGEBIED Algemeen onderhoud/zitting afstellen Bloksleutels 10-11,12-13 mm Zittingslinger Veiligheidssleutel Algemeen onderhoud/accu's vervangen Handmatig verhogen van de zitting Rolstoel vergrendelen/ontgrendelen 138

Onderhoud en reparaties Schema voor onderhoud en inspectie Permobil raadt aan het onderstaande schema voor onderhoud en inspectie te volgen. Voor alle servicegerelateerde wensen of vragen kunt u contact opnemen met een bevoegde Permobil-dealer. Schema voor onderhoud en inspectie Dagelijks Elke week Controleer de indicator voor het accuniveau en laad indien nodig bij. Controleer of het bedieningspaneel niet beschadigd is. Let erop dat alle afneembare onderdelen goed vastzitten. Controleer of de gordel niet versleten is en of de gesp ervan naar behoren werkt. Controleer de banden en vul indien nodig lucht bij. Controleer of de verlichting en richtingaanwijzers werken en schoon zijn. Reinig de rolstoel en de bekleding ervan. Controleer of de bekleding, kussens, hoofdsteun, armleuning en kuitsteun niet versleten zijn. Controleer of de remontkoppeling en de remontkoppelregeling naar behoren werken. Een complete inspectie, veiligheidscontrole en service moeten door een bevoegde Permobil-dealer worden uitgevoerd. Elke maand Jaarlijks 139

Onderhoud en reparaties Algemeen Voor een goed functioneren van uw rolstoel is het belangrijk dat deze op de juiste wijze gebruikt wordt en dat er regelmatig onderhoud plaatsvindt. Een goed onderhouden rolstoel heeft een langere levensduur en het risico van mankementen neemt af. L WAARSCHUWING! Elke ongeoorloofde wijziging aan de rolstoel en zijn verschillende systemen kan de kans op ongelukken vergroten. Alle aanpassingen aan en ingrepen in de vitale systemen van de rolstoel moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd servicepersoneel. Raadpleeg bij twijfel altijd gekwalificeerd personeel. L VOORZICHTIGHEID! Voor sommige reparaties is ander gereedschap nodig dan wat er bij de rolstoel zit. De stroomvoorziening naar het bedieningspaneel moet bij het vervangen van accu's en zekeringen altijd zijn uitgeschakeld. Schakel altijd de stroomvoorziening uit op het bedieningspaneel voordat de stroom met de hoofdzekering wordt verbroken. 140

Onderhoud en reparaties Algemeen - accu's/stallen L WAARSCHUWING! Elke ongeoorloofde wijziging aan de rolstoel en zijn verschillende systemen kan de kans op ongelukken vergroten. Alle aanpassingen aan en ingrepen in de vitale systemen van de rolstoel moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd servicepersoneel. Raadpleeg bij twijfel altijd gekwalificeerd personeel. Denk erom dat een accu zichzelf ontlaadt en dat een lege accu kapot kan vriezen als het koud is. Als de rolstoel gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, moeten de accu's in ieder geval eens per maand worden opgeladen om niet beschadigd te raken. Stal de rolstoel niet in ruimtes waar zich condens vormt (wasem of vocht op de oppervlakken), d.w.z. niet in een wasruimte e.d. De rolstoel kan in een onverwarmde ruimte worden gestald. Vanuit het oogpunt van roestvorming is het voor de rolstoel het beste als de betreffende ruimte een paar graden warmer is dan de omgeving, omdat deze daardoor droger blijft. Als de rolstoel zuuraccu's heeft, moet het zuurniveau regelmatig worden gecontroleerd. Als de rolstoel is voorzien van gelaccu's hoeft het vloeistofpeil niet gecontroleerd te worden. De levensduur van de accu's is volledig afhankelijk van regelmatig opladen. Korte tijd stallen Wil het oplaadproces voor een accu met een goede capaciteit zorgen, dan mag de temperatuur in de ruimte waar deze is gestald niet lager zijn dan +5 C. Bij opslag onder +5 ºC neemt de kans toe dat de accu, tegen de tijd dat deze gebruikt moet worden, niet volledig is opgeladen of corrodeert. 141

Onderhoud en reparaties Langere tijd stallen De stoel kan in een onverwarmde ruimte worden gestald, maar moet uit oogpunt van onderhoud minimaal eenmaal per maand worden opgeladen. 142

Onderhoud en reparaties Reinigen Regelmatig schoonmaken en onderhoud voorkomen onnodige slijtage van en schade aan uw rolstoel. Hieronder volgen een aantal algemene tips van Permobil. Neem bij ernstige vervuiling van de bekleding of schade aan de buitenkant contact op met Permobil voor informatie. Metalen oppervlakken Voor normaal reinigen zijn een zachte doek/spons, warm water en een mild schoonmaakmiddel het meest geschikt. Spoel goed na met een doek en water en laat drogen. Verwijder schuurplekken van halfmatte oppervlakken met zachte was (volg de aanwijzingen van de fabrikant). Verwijder schuurplekken en krassen van glanzende oppervlakken met een carpolish in vloeibare vorm of als pasta. Breng na het uitwrijven een zachte autowas aan om de oorspronkelijke glans te herstellen. Kunststof Reinig kunststof oppervlakken met een zachte doek, een mild schoonmaakmiddel en warm water. Spoel goed na en droog met een zachte doek. Gebruik geen oplosmiddel. Bekleding, stof/vinyl Voor normaal reinigen kan de bekleding worden gewassen met lauw water en een milde, niet-schurende zeep. Gebruik een zachte doek of borstel. Verwijder eventuele water-/zeepresten met een schone, droge doek voordat deze kunnen opdrogen. Herhaal deze procedure om hardnekkig vuil of hardnekkige vlekken te verwijderen. Inktvlekken kunnen soms worden verwijderd door wassen met water en zeep, gevolgd door isopropylalcohol. Herhaal deze procedure om hardnekkig vuil of hardnekkige vlekken te verwijderen. De overtrek kan indien gewenst worden weggenomen voor het reinigen. Zie ook de respectievelijke wasetiketten van de bekleding. Bedieningspaneel Voorzichtig droog maken met een zachte doek met een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen oplosmiddel. Spoel het paneel niet met water of andere vloeistoffen. L WAARSCHUWING! Spoel de rolstoel niet met een slang schoon, de elektronica kan hierdoor beschadigd raken. Bij het reinigen moet de rolstoel altijd zijn uitgeschakeld. 143

Onderhoud en reparaties Gordels De staat van de gordels dient regelmatig te worden gecontroleerd op beschadigingen of slijtageplekken. Remontkoppeling In geval van beschadigingen of slijtageplekken aan de gordel moet deze worden vervangen. Neem in het gegeven geval onmiddellijk contact op met uw leverancier of Permobil. Remontkoppeling 1 keer/maand, het functioneren van de remontkoppeling. De rolstoel mag niet kunnen rijden als de remmen zijn ontkoppeld. afb. 115. Controleer regelmatig, zo n 144

Onderhoud en reparaties Aandrijfwielen Lucht bijvullen Controleer regelmatig of de banden van de rolstoel de voorgeschreven bandenspanning hebben. Door een onjuiste bandenspanning kunnen de stabiliteit en het besturingsvermogen afnemen. Een te lage spanning leidt tot abnormale slijtage en een korter bereik. Controleer daarom regelmatig of de banden een spanning hebben van 200-250 kpa (2-2,5 bar). 1. Draai het dopje van het ventiel van de betreffende band los. 2. Sluit het persluchtmondstuk aan op het luchtventiel en stel de bandenspanning op het voorgeschreven niveau af. afb. 116. Ventiel. 145

Onderhoud en reparaties Binnenband vervangen LET OP! Is alleen van toepassing als uw rolstoel is uitgerust met luchtbanden. 1. Schakel de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel uit. 2. Breng het chassis van de rolstoel omhoog op blokken, zodat het betreffende wiel vrij is van de ondergrond. 3. Demonteer het aandrijfwiel. Dit zit met vier schroeven vast. 4. Laat bij velgen met luchtbanden de lucht ontsnappen. 5. Draai de zes schroeven (5) los waarmee de twee velghelften (1 en 4) aan elkaar zitten (zie afbeelding). 6. Haal de velg uit elkaar. 7. Vervang de binnenband (2) van de band (3) en zet de twee velghelften (1 en 4) aan elkaar. Draai de zes schroeven aan met een momentsleutel. Aanhaalmoment: 24 Nm. 8. Pomp de band op tot de voorgeschreven luchtdruk, 200 kpa (2 bar). 9. Monteer het wiel op de rolstoel. Draai de schroeven aan met een momentsleutel. Aanhaalmoment: 24 Nm. afb. 117. Binnenband vervangen. 146

Onderhoud en reparaties Zwenkwielen Lucht bijvullen LET OP! Is alleen van toepassing als uw rolstoel is uitgerust met luchtbanden. Controleer regelmatig of de banden van de rolstoel de voorgeschreven bandenspanning hebben. Door een onjuiste bandenspanning kunnen de stabiliteit en het besturingsvermogen afnemen. Een te lage spanning leidt tot abnormale slijtage en een korter bereik. Controleer daarom regelmatig of de banden een spanning hebben van 200-250 kpa (2-2,5 bar). 1. Draai het dopje van het ventiel van de betreffende band los. 2. Sluit het persluchtmondstuk aan op het luchtventiel en stel de bandenspanning op het voorgeschreven niveau af. afb. 118. Ventiel. 147

Onderhoud en reparaties Binnenband vervangen LET OP! Is alleen van toepassing als uw rolstoel is uitgerust met luchtbanden. 1. Breng het chassis van de rolstoel omhoog op blokken, zodat het betreffende wiel vrij is van de ondergrond. 2. Deel de velg door de drie bouten te verwijderen waarmee de twee helften aan elkaar zijn gezet. 3. Vervang de binnenband in de band. 4. Monteer de band op de velg. Controleer of de binnenband niet tussen de twee velghelften bekneld zit. Vul lucht bij. L WAARSCHUWING! De aanbevolen bandenspanning voor luchtbanden is 200-250 kpa (2-2,5 bar). Een te hoge spanning kan explosiegevaar inhouden. Door een onjuiste bandenspanning kunnen de stabiliteit en het besturingsvermogen afnemen. Controleer daarom regelmatig of de banden de voorgeschreven bandenspanning hebben. 148

Onderhoud en reparaties Accu vervangen Demontage van de accu's 1. Zet de rolstoel op een vlakke ondergrond en breng de stoellift omhoog. 2. Onderbreek de stroomtoevoer met de Aan/Uit-knop op het bedieningspaneel en zet de automatische hoofdzekering Uit (Off). 3. Demonteer de voorste, middelste kap. Deze zit vast met vier kunststof pluggen. Zie afbeelding 120. Demonteer ook de twee draaiknoppen van de chassiskap aan de voorkant van het chassis Zie afbeelding 121. Demonteer de voorste, middelste chassiskap door deze recht omhoog te trekken). afb. 119. Hoofdzekering afb. 120. Demonteer de voorste middenkap (A). 149

Onderhoud en reparaties 4. Demonteer de draaiknoppen waarmee de hoofdkap van het chassis is vastgezet. Zie afbeelding. 121. 5. Draai de knoppen los waarmee de accukappen vastzitten en klap de kappen omlaag. Zie afbeelding. 122 Accu-luik.. afb. 121. Demonteer de hoofdkap (B) van het chassis. afb. 122. Accu-luik. 150

Onderhoud en reparaties 6. Gebruik de accubanden om de van toepassing zijnde accu zover naar buiten te trekken dat de eerste accuaansluiting kan worden losgekoppeld. 7. Trek de accu's helemaal weg en ontkoppel de overige accuaansluitingen. 8. Til de accu van zijn plaats met behulp van de accuband. L WAARSCHUWING! Wees voorzichtig bij het gebruik van metalen voorwerpen bij werkzaamheden met accu's. Kortsluiting kan makkelijk tot een explosie leiden. Draag altijd veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. Denk eraan dat de accu's zwaar zijn en met de grootst mogelijke voorzichtigheid moeten worden behandeld. afb. 123. Verwijder de accu's. LET OP! Zie ook de sticker aan de binnenzijde van de accukappen. 151

Onderhoud en reparaties Montage van de accu's 1. Zet de nieuwe accu's in omgekeerde volgorde in het chassis (gebruik dezelfde accubanden op de nieuwe accu's). Monteer de accuaansluitingen. 2. Sluit de accu-luiken en vergrendel ze. 3. Monteer de chassiskap met behulp van de vier draaiknoppen. Zie afbeelding 121. Draai de twee draaiknoppen aan de voorkant niet vast voordat de voorste, middelste kap is gemonteerd. 4. Monteer de voorste, middelste kap met behulp van de vier kunststof pluggen. Zie afbeelding 120. Monteer de twee draaiknoppen aan de voorkant. Zie afbeelding. 121 5. Zet de automatische hoofdzekering in de stand Aan (On). L VOORZICHTIGHEID! Gebruikte of defecte accu's moeten op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt volgens de plaatselijk geldende richtlijnen voor recycling. afb. 124. Hoofdzekering 152

Onderhoud en reparaties Hoofdzekering/accuschakelaar resetten De hoofdzekering fungeert tevens als accuschakelaar, maar in de gebruiksaanwijzing wordt hij aangeduid als hoofdzekering. De hoofdzekering hoeft normaliter niet te worden vervangen, aangezien deze van het automatische type is dat gereset kan worden nadat deze is geactiveerd. Resetten vindt plaats door de schakelaar aan (On) te zetten. L WAARSCHUWING! Het feit dat de hoofdzekering is geactiveerd, geeft vaak aan dat er een groter elektrisch mankement is. De oorzaak moet zorgvuldig worden nagegaan voordat de schakelaar gereset wordt. Neem bij twijfel contact op met de servicedienst. afb. 125. Hoofdzekering L VOORZICHTIGHEID! Schakel altijd de stroomvoorziening uit op het bedieningspaneel voordat de stroom met de hoofdzekering wordt verbroken. 153

Onderhoud en reparaties 154

Accessoires ACCESSOIRES Er worden voor de elektrische rolstoelen van Permobil voortdurend nieuwe accessoires ontwikkeld. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Permobil-dealer voor meer informatie over de accessoires die voor uw rolstoel verkrijgbaar zijn. 155

Accessoires 156

Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIES Lengte 1150 mm. Hoogte 1145 mm Breedte 675 mm. Minimale transportafmetingen Lengte 950 mm. Breedte 650 mm. Hoogte 820 mm 157

Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIES Algemeen Productnaam Rolstoelklasse Permobil C500 Corpus 3G LOWRIDER B Afmetingen en gewicht Lengte Breedte Hoogte Minimale transportafmetingen, lxbxh Gewicht, incl. accu's en Corpus 3G 1150 mm 675 mm 1145 mm 950 mm x 650 x 820 mm. 181 kg Wielen Bandenmaat, aandrijfwielen 3.00 x 8 Bandenmaat, zwenkwielen 210 x 65 Aanbevolen bandenspanning 200 kpa (2-2,5 bar) Prestaties Bereik Min. draaicirkel Min. draairuimte In staat obstakels te nemen (aanloop: 50 cm) Min. bodemvrijheid onder rolstoel In staat hellingen te nemen van Veilige hoek 30 40 Km. 710 mm 60 mm 70 mm 12 graden 6 graden 158

Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIES Statische stabiliteit helling omlaag graden Statische stabiliteit helling omhoog graden Statische stabiliteit helling opzij graden Max. Snelheid vooruit (C500) 7,5 Km/h Max. Snelheid vooruit (C500s) 10 Km/h Max. gewicht gebruiker, rolstoel met elektrische stoellift. 136 kg Max. gewicht gebruiker, rolstoel met vast zittingframe. 150 kg. Elektronica Rnet-elektronica Accu s Aanbevolen accutype Accucapaciteit Nominale spanning Oplaadtijd CJSM-sw/ PM120 Group 24, gel 2x73 Ah 12V 9 uur Zekeringen Hoofdzekering Bedieningskracht Joystick Knoppen 63 A 1,5 N 2 N 159

Technische specificaties 160

Storingen lokaliseren STORINGEN LOKALISEREN Handleiding bij het lokaliseren van storingen...162 Diagnostiek Rnet LED...164 Diagnostiek R-net LCD...169 161

Storingen lokaliseren Handleiding bij het lokaliseren van storingen De onderstaande handleidingbij het lokaliseren van storingen beschrijft een aantal storingen en voorvallen die zich bij het gebruiken van uw rolstoel kunnen voordoen, alsmede voorstellen om deze te verhelpen. Denk er wel aan dat deze handleiding geen uitputtende beschrijving is van alle problemen en voorvallen. Bij twijfel dient u altijd contact op te nemen met uw servicecontactpersoon of met Permobil. GEBEURTENIS MOGELIJKE OORZAAK TE VERHELPEN DOOR De rolstoel start niet. De accu's zijn leeg. Laad de accu's op. De kabelaansluiting naar het bedieningspaneel is losgegaan. Hoofdzekering staat in stand UIT na bijvoorbeeld het vervangen van accu s. Sluit de kabel weer aan. Reset de hoofdzekering. Zie pagina 153. Hoofdzekering geactiveerd. Zie pagina 153. De rolstoel rijdt niet. De acculader is aangesloten. Sluit het opladen af en neem de oplaadkabel uit het laadcontact van de rolstoel. De rolstoel schakelt zicht na een tijdje zelf uit (20-30 min.). De rolstoel stopt tijdens het rijden. Remontkoppeling geactiveerd. De rolstoel is vergrendeld met de veiligheidssleutel. De energiespaarstand van de elektronica is geactiveerd. De kabelaansluiting naar het bedieningspaneel is losgegaan. Reset de hoofdzekering. Ontgrendel de rolstoel. Zie pagina 74. Start de rolstoel weer door op de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel te drukken. Sluit de kabel weer aan. Hoofdzekering geactiveerd. Zie pagina 153. 162

Storingen lokaliseren GEBEURTENIS MOGELIJKE OORZAAK TE VERHELPEN DOOR De rolstoel rijdt uitsluitend met gereduceerde snelheid. (Geldt bij een elektrisch bediende stoellift en kantelverstelling.) De rolstoel laadt niet op. De stoellift of kantelverstelling is te ver omhoog bewogen. Zie pag.43 Hoofdzekering staat in stand UIT na bijvoorbeeld het vervangen van accu s. Oplaadzekering heeft gereageerd. Verlaag de stoellift of kantelverstelling. Zie pagina 153. Wacht vijf minuten, de zekering zal zich automatisch resetten. 163

Storingen lokaliseren Diagnostiek Rnet LED Indicator accuspanning Telkens als de rolstoel opnieuw wordt gestart, worden er delen van de rolstoelelektronica gecontroleerd. Als er zich in deze delen een storing voordoet, wordt dit weergegeven op de indicator voor de accuspanning op het bedieningspaneel voor snelheid/rijprofiel in de vorm van een of meer knipperende lampjes. Het lokaliseren van storingen en reparaties moeten altijd worden uitgevoerd door bevoegd personeel met een goede kennis van de rolstoelelektronica. Meer informatie over het lokaliseren van storingen en maatregelen staat in de servicehandleiding voor dit rolstoelmodel. 164

Storingen lokaliseren L VOORZICHTIGHEID! Evt. storingssignalen op de indicators worden niet tijdens het rijden met de rolstoel weergegeven. Deze verschijnen pas bij de volgende keer starten. Als een onderdeel zonder de goedkeuring van Permobil wordt vervangen, komt de garantie op de rolstoel te vervallen. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verliezen in welke vorm dan ook tengevolge van het zonder toestemming openen, afstellen of wijzigen van een onderdeel van het bedieningssysteem R-net. Permanent branden Alles is in orde. Het aantal lampjes dat brandt is afhankelijk van de hoogte van de spanning in de accu's. Zijn de accu's volledig opgeladen, dan branden alle lampjes. Langzaam knipperend, 1-2 lampjes De accu's dienen onmiddellijk opgeladen te worden. Snel knipperend, 1-10 lampjes Er is een fout opgetreden in de elektronica van de rolstoel. Er kan niet met de rolstoel worden gereden. Schakel de rolstoel uit. Controleer alle zichtbare kabels en of de kabel naar het bedieningspaneel correct is aangesloten. Schakel de rolstoel weer in. Tel als de fout blijft bestaan het aantal knipperende lampjes, ga na wat de mogelijke oorzaak is en verhelp deze volgens de tabel op de nevenstaande pagina. Gebruik de rolstoel pas weer als het probleem is verholpen of als u andere instructies hebt ontvangen van uw servicecontactpersoon. 165

Storingen lokaliseren L WAARSCHUWING! Een diagnose mag alleen worden gesteld door personeel met goede kennis van het elektronische bedieningssysteem van de rolstoel. Verkeerde of verkeerd uitgevoerde reparaties houden risico's in voor het gebruik van de rolstoel. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel of schade aan de rolstoel of omgeving ervan als gevolg van verkeerde of verkeerd uitgevoerde reparaties. 166

Storingen lokaliseren Voorbeeld van foutmeldingen en oplossingen VOORBEELD VAN FOUTMELDINGEN EN OPLOSSINGEN 1 lampje - lage accuspanning Controleer de staat van de accu. Controleer het contact tussen de accu en de controle-unit. 2 lampjes - onderbreking in de linker aandrijfmotor Controleer de aansluiting op de linker aandrijfmotor. 3 lampjes - kortsluiting in de linker aandrijfmotor Controleer de stekkers en bekabeling van de aandrijfmotor. 4 lampjes - onderbreking in de rechter aandrijfmotor Controleer de aansluiting op de rechter aandrijfmotor. 5 lampjes - kortsluiting in de rechter aandrijfmotor Controleer de stekkers en bekabeling van de aandrijfmotor. 6 lampjes - de acculader is aangesloten Ontkoppel de acculader. 7 lampjes - fout joystick Controleer of de joystick bij opstarten wellicht geactiveerd is. 167

Storingen lokaliseren VOORBEELD VAN FOUTMELDINGEN EN OPLOSSINGEN 8 lampjes - fout bedieningssysteem Controleer de contacten naar de eindtrap. 9 lampjes - onderbreking in het remcircuit Controleer de contacten naar de magneetrem. 10 lampjes - hoge accuspanning Controleer de accu en de contacten tussen de accu en de controleunit. 7+5 lampjes - communicatiefout Alles duidt op een communicatiefout. Controleer of de kabel naar het bedieningspaneel niet beschadigd is en of deze correct aangesloten is. Indicator stelmechanisme - fout stelmechanisme Alles duidt op een fout in het stelmechanisme. Als de rolstoel meerdere stelmechanismen heeft, controleer dan welke niet werkt. Controleer de kabelaansluitingen van het stelmechanisme. 168

Storingen lokaliseren Diagnostiek R-net LCD Als een fout of storing optreedt in de elektronica van de rolstoel wordt hier informatie over getoond in het display van het bedieningspaneel. Deze informatie kan vervolgens worden gebruikt voor het stellen van een diagnose van de fout/ storing en de reden ervan. Het lokaliseren van storingen en reparaties moeten altijd worden uitgevoerd door bevoegd personeel met een goede kennis van de rolstoelelektronica. Meer informatie over het lokaliseren van storingen en maatregelen staat in de servicehandleiding voor dit rolstoelmodel. Diagnoseschermbeelden Actueel diagnoseschermbeeld Als de ingebouwde beveiligingscircuits in het bedieningssysteem zijn geactiveerd, kan het bedieningssysteem de rolstoel niet langer aansturen en wordt een diagnoseschermbeeld in het display van het bedieningspaneel getoond. Dit duidt op een systeemfout, d.w.z. dat R-net een probleem ergens in het elektrische systeem van de rolstoel heeft geregistreerd. LET OP! Als de fout een module betreft die momenteel niet wordt gebruikt, kan de rolstoel gewoon worden verreden, maar wordt af en toe het diagnoseschermbeeld getoond. Schakel de rolstoel uit en laat deze een paar minuten uitgeschakeld. Schakel de rolstoel weer in. Als de fout blijft bestaan, moet u de rolstoel uitschakelen en contact opnemen met uw servicecontactpersoon. Schrijf de informatie in het display van het bedieningspaneel in blokletters op en geef dit door aan uw servicecontactpersoon. Gebruik de rolstoel pas weer als het probleem is verholpen of als u andere instructies hebt ontvangen van uw servicecontactpersoon. 169

Storingen lokaliseren L WAARSCHUWING! Een diagnose mag alleen worden gesteld door personeel met goede kennis van het elektronische bedieningssysteem van de rolstoel. Verkeerde of verkeerd uitgevoerde reparaties houden risico's in voor het gebruik van de rolstoel. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel of schade aan de rolstoel of omgeving ervan als gevolg van verkeerde of verkeerd uitgevoerde reparaties. L VOORZICHTIGHEID! Als een onderdeel zonder de goedkeuring van Permobil wordt vervangen, komt de garantie op de rolstoel te vervallen. Permobil kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verliezen in welke vorm dan ook tengevolge van het zonder toestemming openen, afstellen of wijzigen van een onderdeel van het bedieningssysteem R-net. 170

Storingen lokaliseren Schermvoorbeeld van een systeemfout Geïdentificeerde module Hier wordt vermeld in welk module van het bedieningssysteem het probleem is geregistreerd. PM=Eindtrap JSM= Joystick Foutmelding De foutmelding geeft een korte beschrijving van het type fout. Foutcode De 4-cijferige code geeft aan welk beveiligingscircuit is geactiveerd. Reparatie van defecte eenheden Behalve de specifieke OEM-goedgekeurde reserveonderdelen (vraag Permobil om meer informatie hierover) zijn er geen te vervangen onderdelen in het bedieningssysteem R-net. Om die reden moeten defecte eenheden ter reparatie naar Permobil of een door Permobil erkende reparateur worden gestuurd. 171

Storingen lokaliseren 172

Stickers STICKERS Kijk goed naar alle stickers op uw rolstoel, zodat u weet wat ze betekenen. Op de stickers staat belangrijke informatie voor een veilig en correct gebruik. Haal de stickers nooit van de rolstoel. Als een sticker slecht leesbaar wordt of loslaat, kunt u nieuwe vervangende stickers bestellen bij Permobil. Lees de instructies Op de sticker staat dat er instructies zijn, die moeten worden gelezen en begrepen voor gebruik of voordat de aanpassing wordt uitgevoerd. afb. 127. Lees de instructies 173

Stickers Hoofdzekering/Accuschakelaar Deze sticker toont in welke stand de hoofdzekering moet staan om de hoofdstroom uit resp. in te schakelen. Voor een beschrijving van de werking van de hoofdzekering, zie pagina 153. afb. 128. Hoofdzekering/ Accuschakelaar Remontkoppeling De sticker toont de positie van de remontkoppelregeling, in de ontkoppelde resp. vergrendelde stand. Voor een beschrijving van de remontkoppeling, zie pagina 125. afb. 129. Remontkoppeling 174

Stickers Verankeringspunten De sticker toont op welke punten de rolstoel bij transport moet worden verankerd. Bij elk verankeringspunt zit een sticker. Voor een beschrijving van het rolstoeltransport, zie pagina afb. 130. Verankeringspunten Knelgevaar De sticker geeft aan, dat er knelgevaar bestaat. afb. 131. Knelgevaar. 175