KNMG register SCEN-arts

Vergelijkbare documenten
KNMG opleiding SCEN-arts

KNMG opleiding SCEN-arts

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

Euthanasie en hulp bij zelfdoding. Folder voor cliënten en hun familie/naasten

Hulp bij zelfdoding. Informatie voor cliënten en hun familie/naasten

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

College Geneeskundige Specialismen

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

Goede steun en consultatie bij euthanasie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici

Beleidsregels herregistratie RGS. Geconsolideerde versie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Toetsingskader Specialismen

Algemeen. Euthanasie.

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS

Levenseinde juridisch beschouwd

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar

Beleidsregels herregistratie RGS Geconsolideerde versie juni 2016

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

Informatie over euthanasie

Het toetsingsproces toegelicht

Als t leven niet meer zo rooskleurig is Euthanasiewens bij M. Parkinson Rol voor jou als hulpverlener?

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Regeling Kwaliteitsregister Psychotherapie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Wie zijn SCEN-artsen? Bregje Onwuteaka-Philipsen Isis van Gennip Roeline Pasman

College Geneeskundig Specialismen

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

REGLEMENT VOOR DE SOLLICITATIECOMMISSIE Opleiding tot specialist ouderengeneeskunde

EMGO Institute - Care and Prevention 1. Onderzoeksteam. De Levenseindekliniek: wetenschappelijk evaluatie INHOUD INHOUD.

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

DE KONINKLIJKE NEDERLANDSNEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is.

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

Thema avond euthanasie en dementie Ad Römkens: voorzitter commissie ethiek geestelijk verzorger, zorgethicus

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven

Een moeilijke beslissing en dat moet het ook blijven. Paul Schnabel Universiteit Utrecht 22 november 2017, KNMG/SCEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement Kwaliteitsregister Technisch Geneeskundigen

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

De eindsprint als keuze

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Keuzes rond het levenseinde. Miep de Putter Annemieke Delhaas Petra Blommendaal PTMN

Reglement van registratie Ingangsdatum en versie: 2 juli 2012

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

SPIEGELINFORMATIE SCEN 2016

College Geneeskundige Specialismen

Reglement accreditatie Absg

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen

Jaarverslag Accreditatiecommissie RSV. Vastgesteld in RSV d.d. 3 april Jaarverslag 2012 van de Accreditatiecommissie RSV.

Registratienorm Tandartsen 2007 Ingangsdatum en versie: 1 juli 2012

Euthanasie versus palliatieve sedatie. John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016

SPIEGELINFORMATIE SCEN Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

Intercollegiale Toetsing

SPIEGELINFORMATIE SCEN Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

Euthanasie en dementie. Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht

Oordeel OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Reglement van registratie preventieassistenten

Reglement Klachtencommissie SCEN

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD

College Geneeskundige Specialismen

Reglement Kwaliteitsregister Technisch Geneeskundigen

SPIEGELINFORMATIE SCEN 2013 Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

dasfwefsdfwefwef Euthanasie

Beslissingsprotocol CKRD Bijlage 2 van het Reglement Centraal Kwaliteitsregister Dierenartsen

Beslissingsprotocol CKRD Bijlage 2 van het Reglement Centraal Kwaliteitsregister Dierenartsen

Besluit Herregistratie specialisten 15 Meest gestelde vragen door medisch specialisten

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Advance care planning bij dementie. Drs. Marike de Boer

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Samenvatting: arts gebruikt Dormicum als coma-inducerend middel vanwege slechte ervaring en leveringsproblemen met Thiopental.

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Kaderregeling Accreditatie Herregistratie, zoals vastgesteld door het Bestuur FGzP op 6 februari 2007

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

REGLEMENT Kwaliteitsregister voor Screeningsradiologen in het Bevolkingsonderzoek op Borstkanker in Nederland 1 januari 2018

De zelfverkozen dood van ouderen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen

Profielschets lid College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Artsenversie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Transcriptie:

KNMG register SCEN-arts KNMG, SCEN, februari 2017 1

1 Inleiding De KNMG heeft een register SCEN-arts. Het uitgangspunt daarbij is dat een SCEN-arts aan specifieke eisen dient te voldoen om in dit register te kunnen worden ingeschreven, en daarin ingeschreven te blijven staan. In deze notitie staat informatie over de specifieke taak als SCEN-arts en worden de criteria voor de instelling van het register en de specifieke eisen voor en hernieuwde inschrijving (herregistratie) in dit register weergegeven. Alle kosten die gemaakt worden in het kader van het KNMG register SCEN-arts komen ten laste van de instellingssubsidie. 2 Instelling van het register 2.1 Wenselijkheid en noodzaak 2.1.1 Aanleiding Het federatiebestuur van de KNMG is van mening dat levensbeëindigend handelen op verzoek en hulp bij zelfdoding alleen kan worden uitgevoerd als ook een deskundig en onafhankelijk collega is geraadpleegd. Individuele artsen hebben beperkte ervaring met euthanasie. Een (huis)arts met een gemiddelde praktijk krijgt statistisch gezien per jaar 1 à 2 verzoeken om hulp bij zelfdoding of euthanasie. Tot de uitvoering wordt gemiddeld genomen - eens in de 2 jaar overgegaan. Ook met het uitvoeren van de wettelijk vereiste consultatie (formele vraagstelling met een toetsend karakter) hebben artsen beperkte ervaringen. Door concentratie van deze consultaties zijn de SCEN-artsen in staat meer ervaring op te bouwen. Door deze deskundige en onafhankelijke artsen ter beschikking te stellen, wordt de kwaliteit van de besluitvorming door artsen verbeterd. Het bureau van de KNMG is in 1997 gestart met het ontwikkelen van een landelijk programma dat tot doel heeft de kwaliteit van de consultatie bij euthanasie en hulp bij zelfdoding te bewaken en te bevorderen. Door instelling van het register wordt hier uitvoering aan gegeven en wordt voor de consultvragende arts duidelijk of de SCEN-arts gekwalificeerd is. 2.1.2 Beschrijving van het domein Euthanasie wordt als volgt omschreven: levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek. De betekenis van het begrip euthanasie is verankerd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Euthanasiewet). Hulp bij zelfdoding wordt als volgt omschreven: het opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam zijn of hem de middelen daartoe verschaffen. Artikel 2 van de Euthanasiewet bevat de wettelijke zorgvuldigheidseisen waar de behandelend arts aan moet voldoen. De arts die voornemens is op het verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding van een zorgvrager in te gaan, moet zich te houden aan de zorgvuldigheidseisen. De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 293, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, houden in dat de arts: a. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt, b. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt, c. de patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens vooruitzichten, d. met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was, e. ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en f. de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd. Het domein van de tot SCEN-arts opgeleide artsen betreft de omschrijving onder e. De SCEN-arts heeft een specifieke taak in het adviseren van collega artsen die vragen hebben over euthanasie en hulp bij zelfdoding en voert de wettelijk verplichte consultatie uit. 2.1.3 Motivering instelling register Het federatiebestuur van de KNMG wil dat het register SCEN-arts leidt tot een goede kwaliteit bij steun en consultaties bij euthanasie en hulp bij zelfdoding. Er is in de reguliere opleidingen en bij de beroepsgroepen onvoldoende kennis en ervaring aanwezig om de arts adequaat uit te rusten voor zijn taak op het terrein van steun en consultatie bij euthanasie en hulp bij zelfdoding. Gezien de relatief lage frequentie waarmee artsen geconfronteerd worden met verzoeken om euthanasie en consultaties zijn KNMG, SCEN, februari 2017 2

deze niet in staat om de ontwikkelingen op dit terrein zich voldoende eigen te maken. De aanwezigheid en beschikbaarheid van een kwalitatief goed opgeleide en onafhankelijke SCEN-arts in de directe omgeving van de arts helpt deze zijn taak goed uit te voeren. Artsen die een SCEN-arts raadplegen moeten kunnen vertrouwen op de deskundigheid van een voor hem vaak onbekende en daarmee onafhankelijke collega. Voor het uitvoeren van consultaties door een SCEN-arts is een beleidsregel en tariefbeschikking goedgekeurd. Zorgverzekeraars moeten kunnen toetsen of de declaratie die wordt ingediend rechtmatig is. 2.1.4 Wetenschappelijke onderbouwing Het SCEN-programma is sinds 1997 meerdere malen wetenschappelijk geëvalueerd door het EMGOinstituut van het VU medisch centrum te Amsterdam. Dit heeft geleid tot de volgende bevindingen. Artsen voelen zich in belangrijke mate ondersteund door het idee terecht te kunnen voor informatie en advies of voor consultatie (Onwuteaka-Philipsen 1998). Via SCEN wordt veel beter voldaan aan de wettelijke eis van onafhankelijkheid, SCEN-artsen hebben meer kennis en ervaring dan de gemiddelde huisarts en consultvragende artsen ondervinden duidelijk meer steun van de SCEN-arts in de besluitvorming dan van niet SCEN-artsen. Bovendien vinden consultaties tijdiger plaats (Onwuteaka-Philipsen 2003). SCEN is van meerwaarde gebleken voor het verbeteren van de kwaliteit van de consultatie en is dus belangrijk bij de kwaliteitsbewaking van het handelen rond euthanasie en hulp bij zelfdoding (Jansen-van der Weide 2005). De consultatie door SCEN is dan ook het kwaliteitsinstrument bij uitstek (Pans 2006). Hoewel het bevorderen van de meldingsbereidheid van artsen op zich geen doel is van SCEN, is dit toch een belangrijk resultaat van SCEN. Professionalisatie van de consultatie gaat samen met een toename van de meldingsbereidheid van artsen (Van der Wal 2003). In de evaluatie die in 2009 werd uitgevoerd worden de mogelijkheden voor verdere professionalisering van SCEN beschreven (Onwuteaka-Philipsen 2010). Deze hebben onder andere geleid tot het opstellen van de KNMG-richtlijn voor SCEN-artsen Goede steun en consultatie bij euthanasie (2012). De evaluatie die in 2015 werd gepubliceerd laat zien dat SCEN-artsen variëren in achtergrondkenmerken, opvattingen en ervaring, maar dat over het geheel genomen deze factoren geen grote invloed hebben op de werkzaamheden (Onwuteaka-Philipsen 2014). 3 De inschrijving in het SCEN-register Het SCEN-register wordt beheerd door de KNMG. De toelating van een individuele arts in het register SCEN-arts wordt door de Commissie Opleiding en Registratie SCEN (CORS) getoetst aan de hand van de in par. 3.1. genoemde criteria. De inschrijving geldt voor een periode van vijf jaar. Daarna kan door middel van herregistratie hernieuwing van inschrijving in het register worden verkregen. 3.1 Criteria voor de eerste inschrijving in het SCEN-register De eerste inschrijving in het SCEN-register is mogelijk, indien aan de volgende twee criteria is voldaan: a. de arts staat als huisarts, specialist ouderengeneeskunde of medisch specialist ingeschreven in het register van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS); b. de arts heeft met goed gevolg de KNMG-opleiding tot SCEN-arts afgerond (zie KNMG opleiding SCEN-arts). Het onder a. genoemde criterium wordt noodzakelijk geacht, omdat zo toetsbaar is dat betrokkene blijk heeft gegeven voldoende werkzaam te zijn in de klinische praktijk alsmede kennis en vaardigheden met betrekking tot het specialisme voldoende te hebben bijgehouden. Hiermee wordt aangesloten bij de bestaande systematiek en (op systeemniveau) geborgd dat de SCEN-arts beoordeelt naar de stand van wetenschap van het betreffende specialisme. 3.2 Inschrijving De arts die aan de in par. 3.1. genoemde criteria voldoet, wordt op zijn/haar verzoek ingeschreven in het SCEN-register. Aan deze inschrijving zijn geen kosten verbonden. De eerste beoordeling door de CORS voor inschrijving van de arts in het SCEN-register vindt plaats na dag twee van de opleiding tot SCEN-arts en heeft een geldigheidsduur van maximaal negen maanden. Na de derde dag van de opleiding tot SCEN-arts vindt de tweede beoordeling door de CORS plaats en kan de inschrijving worden verlengd tot ten hoogste vijf jaar in totaal, gerekend vanaf de eerste beoordeling. KNMG, SCEN, februari 2017 3

4 Hernieuwing van de inschrijving in het SCEN-register (herregistratie) Na een eerste inschrijving kan de SCEN-arts een verzoek doen tot hernieuwing van inschrijving in het SCEN-register. Deze inschrijving kan met perioden van telkens ten hoogste 5 jaar worden verlengd, indien de arts voldoet aan de in par. 4.1. genoemde criteria. 4.1 Criteria voor hernieuwing van inschrijving a. de arts staat als huisarts, specialist ouderengeneeskunde of medisch specialist ingeschreven in het register van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS); b tenminste in de afgelopen vijf jaar 20 weken (niet aaneengesloten) beschikbaar en bereikbaar zijn geweest voor oproepen van collega artsen via het SCEN-systeem; c. er blijk van te hebben gegeven sluitende afspraken te maken op welke wijze en op welke tijden hij bereikbaar is voor oproepen van consultvragende artsen (bereikbaarheids- en beschikbaarheidsinformatie); e. tenminste 20 keer in de laatste vijf jaar een consultatie 1 aan collega artsen te hebben verleend in het kader van SCEN; f. tenminste 12 bijeenkomsten van minimaal 2 uur van de SCEN-artsen in de betreffende regio in de laatste vijf jaar hebben bijgewoond; g. op één van de bijeenkomsten (zie e) in zijn aanwezigheid een eigen consultatieverslag besproken hebben op inhoudelijke en tekstuele aspecten. De beschrijving onder a. maakt het mogelijk dat een SCEN-arts, op grond van zijn klinische praktijkervaring (blijkende uit eerdere opname in RGS) en ervaring als SCEN-arts maximaal vijf jaar werkzaam kan zijn als SCEN-arts na uitschrijving uit het register van de RGS, mits sprake is van inschrijving als arts in het BIG-register. 4.2 Hernieuwing van inschrijving De arts dient in de aanvraag voor herregistratie aan te tonen dat is voldaan aan de in par. 4.1. genoemde criteria. Is dit naar de mening van de CORS het geval, dan wordt aan de arts een herregistratie verleend voor de duur van vijf jaar. Aan deze herregistratie zijn geen kosten verbonden. 4.3 Uitzonderingsbepaling De CORS kan in uitzonderlijke omstandigheden besluiten om ten gunste van de arts van de in de par. 4.1. genoemde criteria b. tot en met g. af te wijken. Aan een dergelijke afwijking kunnen door de CORS voorwaarden worden verbonden, en er kan worden gekozen voor een kortere termijn van herregistratie dan 5 jaar. 4.4 Overgangsregeling SCEN-artsen die voor 2016 werden ingeschreven in het SCEN-register, maar op dat moment niet ingeschreven waren in het register van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS), kunnen door de CORS hernieuwd worden beoordeeld en ingeschreven door de KNMG in het SCEN-register. De voorwaarde hiervoor is dat de arts aannemelijk moet kunnen maken minimaal 16 uur per week in de klinische praktijk werkzaam te zijn, met voldoende relevante samenwerking en overleg, bijvoorbeeld via een (werkgevers)verklaring van een werkverband, een algemeen ziekenhuis, verpleeghuis of huisartsengroep. Door de CORS kunnen aan de inschrijving voorwaarden worden verbonden, en er kan worden gekozen voor een kortere termijn van herregistratie dan 5 jaar. 5 Uitschrijving uit het SCEN-register De SCEN-arts die is opgenomen in het SCEN-register, wordt uitgeschreven uit het SCEN-register: op eigen verzoek; als de termijn van inschrijving verloopt, en de arts geen verzoek om herregistratie heeft ingediend, dan wel een verzoek om herregistratie door de CORS is afgewezen; in het geval van het vervallen van een inschrijving in het BIG-register als arts; in het geval van de (niet onherroepelijke) doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het BIGregister. De uitschrijving uit het SCEN-register wordt geëffectueerd op dezelfde datum als de doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het BIG-register. in het geval en voor de duur van een (niet onherroepelijke) schorsing van de inschrijving in het BIGregister en/of register van de RGS (op grond van een besluit van de tuchtrechter of toezichthou- 1 Een consultatie is een formele raadpleging in het kader van de WTL. KNMG, SCEN, februari 2017 4

der). Na afloop van de schorsing wordt de betrokken arts weer opgenomen in het SCEN-register. De termijn van de schorsing heeft geen gevolgen voor de datum van de daaropvolgende herregistratie; in het geval en voor de duur van een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het beroep van arts uit te oefenen; als gevolg van een daartoe strekkend besluit van de Klachtencommissie SCEN (zie Reglement Klachtencommissie SCEN); bij overlijden. 6 Commissie Opleiding en Registratie SCEN Het federatiebestuur van de KNMG heeft een Commissie Opleiding en Registratie SCEN-arts ingesteld. Zie voor de samenstelling, bevoegdheden en taken de notitie Commissie Opleiding en Registratie SCEN-arts. 7 Organisatie De KNMG beheert het register, schrijft de SCEN-artsen in en ondersteunt de Commissie Opleiding en Registratie SCEN-arts. 8 Slotbepalingen Dit stuk kan worden aangehaald als KNMG-register SCEN-arts. In gevallen waarin dit stuk niet voorziet beslist de Commissie Opleiding en Registratie SCEN-arts na overleg met het Beleidscollege SCEN en de KNMG. Het federatiebestuur van de KNMG is eindverantwoordelijk. Dit stuk is door het federatiebestuur van de KNMG vastgesteld op 24 februari 2017. Het stuk dat op 12 juni 2014 werd vastgesteld is hiermee komen te vervallen. Referenties - Onwuteaka-Philipsen BD, Wal G van der. Rapport Steun en Consultatie bij Euthanasie in Amsterdam. Amsterdam, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek/Afdeling Sociale Geneeskunde, Vrije Universiteit Amsterdam, 1997. - Onwuteaka-Philipsen BD, Jansen-Weide MC van der, Pasman HRW, Wal G van der. Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland. Evaluatie van implementatie van effecten. Amsterdam, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek/Afdeling Sociale Geneeskunde, Vu medisch centrum, 2003. - Wal G van der, Heide A van der, Onwuteaka-Philipsen BD, Maas PJ van der. Medische besluitvorming aan het einde van het leven. De praktijk en de toetsingsprocedure. Utrecht, De Tijdstroom Uitgeverij, 2003 - Jansen-Weide MC van der. Handling request for euthanasia and physician assisted suicide. Haarlem, 2005. - Pans E. De normatieve grondslagen van het Nederlandse euthanasierecht. Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2006. - Onwuteaka-Philipsen BD, Buiting HM, Pasman HWR, Rurup ML, Willems DL. Evaluatie van SCEN: Wat is goede steun en consultatie? Mogelijkheden voor verdere professionalisering. Amsterdam, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek en afdeling Sociale Geneeskunde, VU medisch centrum, 2010. - Richtlijn voor SCEN-artsen. Goede steun en consultatie bij euthanasie. Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Utrecht, 2012. - Onwuteaka-Philipsen BD, Gennip I van, Pasman HWR. Wie zijn SCEN-artsen? Is er een relatie tussen opleiding, opvattingen en ervaringen van SCEN-artsen en hun werkzaamheden als SCEN-arts? EMGO+, Vumc, Amsterdam, december 2014. KNMG, SCEN, februari 2017 5