Datum van inontvangstneming : 29/06/2012



Vergelijkbare documenten
Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 09/11/2015

Datum van inontvangstneming : 10/07/2014

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Vertaling C-691/13-1. Zaak C-691/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013

Datum van inontvangstneming : 15/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Datum van inontvangstneming : 01/08/2016

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 14/04/2015

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 20/11/2015

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 31/03/2017

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Datum van inontvangstneming : 22/04/2016

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

Datum van inontvangstneming : 13/09/2012

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 01/05/2013

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

Date de réception : 17/01/2012

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

Datum van inontvangstneming : 20/09/2017

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

Datum van inontvangstneming : 26/02/2013

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 04/08/2016

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014

Brussel, C(2012) 7541 final

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Date de réception : 18/10/2011

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012

(Kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1551/2) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (1999/792/EG)

ARBITRAGEHOF. Arrest nr. 141/99 van 22 december Rolnummer 1803

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 17/12/2015

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Date de réception : 01/12/2011

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Steunmaatregel N 253/ Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Geachte leden van de raad,

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014

Datum van inontvangstneming : 02/05/2016

Datum van inontvangstneming : 18/03/2013

Datum van inontvangstneming : 23/02/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus NL EB 's-gravenhage

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Rolnummer Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EINDBESLISSING (B) CDC-1563

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Date de réception : 10/01/2012

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)

Date de réception : 16/12/2011

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 17/05/2016

Datum van inontvangstneming : 05/09/2016

Transcriptie:

Datum van inontvangstneming : 29/06/2012

C-262/12-1 Datum van indiening: 29 mei 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-262/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing: 15 mei 2012 Verzoekende partijen: Association Vent De Colère! Fédération nationale Alain Bruguier Jean-Pierre Le Gorgeu Marie-Christine Piot Eric Errec Didier Wirth Daniel Steinbach Sabine Servan-Schreiber Philippe Rusch Pierre Recher Jean-Louis Moret Verwerende partijen: Didier Jocteur Monrozier Ministre de l écologie, du développement durable, des transports et du logement Ministre de l économie, des finances et de l industrie NL

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 15. 5. 2012 ZAAK C-262/12 Interveniënt: Syndicat des énergies renouvelables CONSEIL D ÉTAT (omissis) ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FEDERATION NATIONALE en anderen (omissis) Terechtzitting van 12 maart 2012 Beslissing van 15 mei 2012 Gelet op het summiere verzoekschrift en de aanvullende memorie (omissis), ingediend door de ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FÉDÉRATION NATIONALE, gevestigd te (omissis) Saint-Laurent-La-Vernède (30330) (omissis), Alain BRUGUIER, woonachtig te (omissis) Saint-Laurent-La-Vernède (30330), Jean-Pierre LE GORGEU, woonachtig te (omissis) Lampaul Ploudalmézeau (29830), Marie-Christine PIOT, woonachtig te (omissis) Arnouville-lès-Mantes (78790), Eric ERREC, woonachtig te (omissis) Langonnet (56630), Didier WIRTH, woonachtig te (omissis) Paris (75007), Daniel STEINBACH, woonachtig te (omissis) Peyraud (07340), Sabine SERVAN- SCHREIBER, woonachtig te (omissis) Neuilly-sur-Seine (92200), Philippe RUSCH, woonachtig te (omissis) Paris (75012), Pierre RECHER, woonachtig te (omissis) La Celle Saint-Cloud (78170), Jean-Louis MORET, woonachtig te (omissis) Massiac (15500) en Didier JOCTEUR MONROZIER, woonachtig te (omissis) Malves en Minervois (11600). De ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FÉDÉRATION NATIONALE en anderen verzoeken de Conseil d État: 1 ) het besluit van 17 november 2008 van de ministre d État, ministre de l écologie, de l énergie, du développement durable et de l aménagement du territoire [minister van Staat, minister van Milieu, Energie, Duurzame ontwikkeling en Ruimtelijke ordening] en de ministre de l économie, de l industrie et de l emploi [minister van Economie, Industrie en Werkgelegenheid] tot vaststelling van de aankoopvoorwaarden voor door windenergie-installaties opgewekte elektriciteit en het besluit van 23 december 2008 tot aanvulling daarvan nietig te verklaren wegens bevoegdheidsoverschrijding; 2 2 ) (omissis) (omissis)

VENT DE COLÈRE E.A. Artikel 10 van de wet van 10 februari 2000 tot modernisering en ontwikkeling van de openbare dienst van elektriciteitsvoorziening, zoals gewijzigd bij de programmawet van 13 juli 2005 tot vaststelling van de beleidslijnen voor het energiebeleid, bepaalt: Onverminderd de noodzaak om de goede werking van het elektriciteitsnet te vrijwaren, dienen Électricité de France en [...] de in artikel 23 van wet nr. 46-628 van 8 april 1946 bedoelde nietgenationaliseerde distributeurs [...], wanneer belanghebbende producenten daarom verzoeken, een overeenkomst te sluiten voor de aankoop van elektriciteit die in Frankrijk is geproduceerd door: [...] / 2 Installaties op hernieuwbare energie, met uitzondering van windenergie-installaties die zijn gevestigd in zones die zijn verbonden met het elektriciteitsnet op het Franse vasteland [...]. Een na advies van de Conseil d État vastgesteld decreet bepaalt het maximale opgestelde vermogen van de productie-installaties die begunstigde zijn van de aankoopverplichting [...] / 3 Installaties voor elektriciteitsopwekking door middel van windenergie die zijn gevestigd binnen een volgens de voorwaarden van artikel 10-1 vastgestelde zone voor de ontwikkeling van windenergie [...]. / De krachtens dit artikel door Électricité de France en de niet-genationaliseerde distributeurs [...] gesloten overeenkomsten voorzien in aankoopvoorwaarden die de door hen vermeden investerings- en exploitatiekosten in aanmerking nemen, met bijkomend eventueel een premie die rekening houdt met de bijdrage van de geleverde productie of van de productiesectoren aan de verwezenlijking van de in artikel 1, tweede alinea, van deze wet bepaalde doelstellingen. De hoogte van die premie mag er niet toe leiden dat de vergoeding voor het kapitaal dat is vastgelegd in installaties waarvoor de aankoopvoorwaarden gelden hoger is dan een normale vergoeding voor kapitaal, rekening houdend met de aan die activiteiten inherente risico s en de voor die installaties gegarandeerde afzet van hun gehele productie tegen een vast tarief. / [...] De mogelijke extra kosten die daaruit voortvloeien worden gecompenseerd volgens de voorwaarden van artikel 5, I. Het decreet van 6 december 2000 houdende vaststelling per installatiecategorie van het maximale vermogen van installaties die begunstigde kunnen zijn van de aankoopverplichting van elektriciteit kent, mits aan de voorwaarden van artikel 10 van de wet van 10 februari 2000 is voldaan, het recht op die aankoopverplichting toe aan windenergie-installaties die zijn gevestigd in zones die niet zijn verbonden met het elektriciteitsnet op het Franse vasteland of buiten een zone voor de ontwikkeling van windenergie, indien zij een opgesteld vermogen van 12 megawatt of minder hebben. Artikel 8 van het decreet van 10 mei 2001 betreffende de aankoopvoorwaarden voor elektriciteit opgewekt door producenten die begunstigde zijn van de aankoopverplichting bepaalde in de op de bestreden besluiten toepasselijke versie: De aankoopvoorwaarden voor elektriciteit die is opgewekt door installaties die begunstigde zijn van de in artikel 10 van voornoemde wet van 10 februari 2000 bedoelde aankoopverplichting worden vastgesteld bij besluit van de ministers die bevoegd zijn voor economie en energie, na advies van de Conseil supérieur de l électricité et du gaz en de 3

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 15. 5. 2012 ZAAK C-262/12 Commission de régulation de l électricité. Die aankoopvoorwaarden preciseren in het bijzonder: / [...] 2 De aankoopprijzen van de elektriciteit [...]. Bij besluit van 17 november 2008 tot uitvoering van die bepalingen, aangevuld bij besluit van 23 december 2008 hebben de ministre d État, ministre de l écologie, de l énergie, du développement durable et de l aménagement du territoire en de ministre de l économie, de l industrie et de l emploi de aankoopvoorwaarden voor door windenergie-installaties opgewekte elektriciteit vastgesteld. De ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FÉDÉRATION NATIONALE en elf andere verzoekers verzoeken om de nietigverklaring van deze besluiten wegens bevoegdheidsoverschrijding. 4 Interventie van het Syndicat des énergies renouvelables: Aangezien het Syndicat des énergies renouvelables er belang bij heeft dat de bestreden besluiten blijven bestaan, is zijn interventie ontvankelijk. Middelen tegen de bestreden besluiten samen: Middelen betreffende schending van artikel 10 van de wet van 10 februari 2000 tot modernisering en ontwikkeling van de openbare dienst van elektriciteitsvoorziening en het bestaan van een kennelijke beoordelingsfout In de eerste plaats kunnen krachtens voornoemde bepalingen van artikel 10 van de wet van 10 februari 2000 de aankoopvoorwaarden voor door installaties op hernieuwbare energie opgewekte elektriciteit bovenop de investerings- en exploitatiekosten die Électricité de France en de niet-genationaliseerde distributeurs hebben vermeden een premie inhouden voor de bijdrage van de geleverde productie of van de productiesectoren aan de verwezenlijking van de in artikel 1, tweede alinea, van dezelfde wet bepaalde doelstellingen, op voorwaarde dat de vergoeding voor het kapitaal dat is vastgelegd in installaties waarvoor de aankoopvoorwaarden gelden niet hoger is dan een normale vergoeding voor kapitaal. Die bepalingen strekken er niet toe de regelgever te verplichten om bij de bij besluit vastgestelde aankoopprijzen verschillende afzonderlijk becijferde bestanddelen te vermelden, maar hebben slecht tot doel bij de vaststelling van die prijzen geen andere dan de aldus opgesomde criteria in overweging te nemen. Derhalve moet het argument van verzoekers dat de bestreden besluiten de aangehaalde bepalingen van de wet van 10 februari 2000 schenden op de enkele grond dat daarin de verschillende bestanddelen van de prijsberekening niet afzonderlijk zijn vermeld, worden afgewezen. In de tweede plaats betogen verzoekers dat de gemiddelde vergoeding voor het in de installaties vastgelegde kapitaal kennelijk is overschat. Gelet echter op enerzijds de onzekerheid van de ramingen van het rendement van de betrokken investeringen, dat is berekend over een periode van vijftien tot twintig jaar en in het bijzonder afhangt van de jaarlijkse werkingsduur van de windenergieinstallaties, en anderzijds de verscheidenheid van de kenmerken van de

VENT DE COLÈRE E.A. projectfinanciering, waarbij de investeerders met name dienen te arbitreren tussen de financiering met leningen en met eigen vermogen, blijkt uit de processtukken niet dat de gemiddelde vergoeding voor in windenergie-installaties vastgelegd kapitaal kennelijk onjuist is beoordeeld. Middelen betreffende schending van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap: Artikel 87, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalde ten tijde van de ondertekening van de bestreden besluiten: Behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. Artikel 88 van hetzelfde Verdrag bepaalde: De Commissie onderwerpt te zamen met de lidstaten de in die staten bestaande steunregelingen aan een voortdurend onderzoek. [...] / 2. Indien de Commissie [...] vaststelt dat een steunmaatregel door een staat of met staatsmiddelen bekostigd [...] niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt [...] bepaalt zij dat de betrokken staat die steunmaatregel moet opheffen of wijzigen binnen de door haar vast te stellen termijn. [...] / 3. De Commissie wordt van elk voornemen tot invoering of wijziging van steunmaatregelen tijdig op de hoogte gebracht, om haar opmerkingen te kunnen maken. Indien zij meent dat zulk een voornemen [...] onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, vangt zij onverwijld de in het vorige lid bedoelde procedure aan. De betrokken lidstaat kan de voorgenomen maatregelen niet tot uitvoering brengen voordat die procedure tot een eindbeslissing heeft geleid. Krachtens die bepalingen is het weliswaar de exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie om, onder toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, thans het Hof van Justitie van de Europese Unie, te beslissen of steunmaatregelen van het in dit artikel 87 genoemde type al dan niet verenigbaar zijn met de interne markt, rekening houdend met de in het Verdrag bepaalde uitzonderingen, maar staat het aan de nationale rechters om in voorkomend geval de ongeldigheid te sanctioneren van nationale regels waarbij dergelijke steunmaatregelen zouden zijn ingevoerd of gewijzigd zonder inachtneming van de door artikel 88, lid 3, van het Verdrag aan de lidstaten opgelegde verplichting om de Commissie van het voornemen op de hoogte te brengen vóór enige uitvoering ervan. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie vereist een kwalificatie als steunmaatregel in de zin van artikel 87 een maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd die het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden, de begunstigde een voordeel verschaft en de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen. 5

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 15. 5. 2012 ZAAK C-262/12 De bestreden besluiten strekken ertoe Électricité de France en de in artikel 23 van de wet van 8 april 1946 genoemde niet-genationaliseerde distributeurs te verplichten onder de in de wet voorziene voorwaarden door windenergie-installaties opgewekte elektriciteit aan te kopen tegen een hogere prijs dan de marktprijs van die elektriciteit. Krachtens de artikelen 5 en 10 van voornoemde wet van 10 februari 2000 worden de meerkosten die Électricité de France en de niet-genationaliseerde distributeurs daardoor moeten dragen volledig vergoed met bijdrages van de in Frankrijk gevestigde eindgebruikers van elektriciteit, waarvan het bedrag wordt berekend in verhouding tot de afgenomen hoeveelheid elektriciteit en wordt vastgesteld door de minister bevoegd voor energie op voorstel van de Commission de régulation de l énergie. Criteria van verschaffen van een voordeel, beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten en weerslag op de mededinging De aankoop van door windenergie-installaties opgewekte elektriciteit tegen een hogere prijs dan haar marktwaarde verschaft een voordeel aan de producenten van die elektriciteit. Gelet op de liberalisering van de elektriciteitssector op het niveau van de Europese Unie kan dat voordeel het handelsverkeer tussen de lidstaten beïnvloeden en een weerslag hebben op de mededinging. 6 Criterium van maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft in het arrest van 13 maart 2001, PreussenElektra AG en Schleswag AG, C-379/98, vooreerst in herinnering gebracht dat enkel de voordelen die rechtstreeks of zijdelings met staatsmiddelen zijn bekostigd, te beschouwen zijn als steunmaatregelen in de zin van artikel 92 [87], lid 1, van het Verdrag [tot oprichting van de Europese Gemeenschap]. Daarop heeft het geoordeeld dat een regeling van een lidstaat, waarbij particuliere elektriciteitsbedrijven verplicht worden om in hun distributiegebied uit hernieuwbare energiebronnen geproduceerde elektriciteit af te nemen tegen minimumprijzen die hoger zijn dan de werkelijke economische waarde van dit soort elektriciteit, en waarbij de uit deze verplichting voortvloeiende financiële last wordt verdeeld tussen deze elektriciteitsbedrijven en de toeleverende particuliere netexploitanten, geen steunmaatregel van de staat is in de zin van die bepalingen, en in de motivering van het arrest gepreciseerd dat aan deze conclusie [...] niet af[doet], dat [...] de financiële last die uit de afnameverplichting tegen minimumprijzen voortvloeit, negatieve gevolgen kan hebben voor de economische resultaten van de aan die verplichting onderworpen ondernemingen, en bijgevolg tot een daling van de belastingontvangsten van de staat kan leiden. Bij beslissing nr. 237466 van 21 mei 2003 heeft de Conseil d État, afdeling Bestuursrechtspraak, die rechtspraak toegepast door te oordelen dat [aangezien] de financiële last van de aankoopverplichting ten voordele van windenergieinstallaties wordt verdeeld tussen een aantal ondernemingen, zonder dat publieke

VENT DE COLÈRE E.A. middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen aan de financiering van de steunmaatregel het bijgevolg duidelijk was dat bij het besluit van 8 juni 2001 tot vaststelling van de aankoopvoorwaarden voor elektriciteit die is opgewekt door de in artikel 2, 2, van decreet nr. 2000-1196 van 6 december 2000 bedoelde windenergie-installaties geen steunmaatregel van de staat in de zin van de bepalingen van artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap was ingevoerd. Sinds de inwerkingtreding van wet nr. 2003-8 van 3 januari 2003 betreffende de gas- en elektriciteitsmarkten en de openbare dienst voor energievoorziening worden de meerkosten die Électricité de France en de nietgenationaliseerde distributeurs aldus moeten dragen niet langer volledig vergoed door middel van een fonds van de openbare dienst van elektriciteitsproductie dat wordt gefinancierd door bijdrages van de in de wet vermelde producenten, leveranciers en distributeurs, maar door middel van bijdrages van de op het nationale grondgebied gevestigde eindgebruikers van de elektriciteit, waarvan het bedrag wordt berekend, tot een bepaald maximumbedrag, in verhouding tot de afgenomen hoeveelheid elektriciteit en wordt vastgesteld door de minister bevoegd voor energie op voorstel van de Commission de régulation de l énergie. In het arrest van 17 juli 2008, Essent Netwerk Noord BV, C-206/06, heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat in de zaak die heeft geleid tot zijn arrest PreussenElektra de ondernemingen door de staat niet waren belast met het beheer van staatsmiddelen, en heeft het geoordeeld dat een financiering door middel van een door de Staat aan de afnemers van elektriciteit opgelegde prijsopslag, wat een belasting uitmaakte en waarbij de middelen bovendien onder staatscontrole bleven, moest worden beschouwd als een met staatsmiddelen bekostigde overheidsmaatregel. De beoordeling van het aangevoerde middel hangt af van het antwoord op de vraag of, gelet op de bij wet nr. 2003-8 van 3 januari 2003 gewijzigde financieringswijze van de vergoeding van de meerkosten die Électricité de France en de niet-genationaliseerde distributeurs dienen te dragen wegens de verplichting tot aankoop van door windenergie-installaties opgewekte elektriciteit tegen een hogere prijs dan de marktprijs van die elektriciteit, dat mechanisme voortaan moet worden beschouwd als een maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd in de zin en voor de toepassing van de bepalingen van artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Deze vraag is beslissend voor de uitkomst van het door de Conseil d État te beslechten geding en doet een ernstig probleem rijzen. Derhalve moet de vraag, overeenkomstig artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, worden voorgelegd aan het Hof van Justitie en moet de behandeling van het verzoek van de ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FÉDÉRATION NATIONALE en anderen wordt geschorst in afwachting van de uitspraak van het Hof. 7

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 15. 5. 2012 ZAAK C-262/12 [De Conseil d'état] BESLIST: Artikel 1: De interventie van het Syndicat des énergies renouvelables is ontvankelijk. Artikel 2: De behandeling van het door de ASSOCIATION VENT DE COLÈRE! FÉDÉRATION NATIONALE en anderen ingediende verzoek wordt geschorst totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak heeft gedaan over de volgende vraag: Moet, gelet op de bij wet nr. 2003-8 van 3 januari 2003 gewijzigde aard van de financieringswijze van de volledige vergoeding van de meerkosten die Électricité de France en de in artikel 23 van wet nr. 46-628 van 8 april 1946 tot nationalisatie van de gas- en elektriciteitsmarkt bedoelde niet-genationaliseerde distributeurs dienen te dragen wegens de verplichting tot aankoop van door windenergieinstallaties opgewekte elektriciteit tegen een hogere prijs dan de marktprijs van die elektriciteit, dat mechanisme voortaan worden beschouwd als een maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd in de zin en voor de toepassing van de bepalingen van artikel 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap? (omissis) 8