Pol. Gent 19 april 2012



Vergelijkbare documenten
Pol. Aalst 5 april 2012

Hof van Cassatie van België

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 27 maart te Antwerpen, 15 e kamer

Pol. Tongeren 14 september 2015

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

HET HOF, Gehoord het verslag van raadsheer Bourgeois en op de conclusie van advocaatgeneraal

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

Medische expertise = Bepalen (lichamelijke) schade

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Schaderegeling in België

Inhoudstafel. vii. Voorwoord... Gebruikte afkortingen... Verantwoording...

Schaderegeling in Belgie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hof van Cassatie van België

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hof van Cassatie van België

De indicatieve tabel en het belang van

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

DE VERPLICHTING LEVENSONDERHOUD, OPVOEDING EN OPLEIDING TE VERSCHAFFEN

Gent, 18 november 2003, 5e K. n.v. T.M.I. / V.M.M. (...)

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM.

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST * * A.R.Nr. 2010/AB/187 le blad. ]'0.11 } 2..83~ OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011.

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

BERAADSLAGING NR 04/009 VAN 6 APRIL 2004 M.B.T

Informatiebrochure voor slachtoffers van een arbeidsongeval HR INSURANCE

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Hof van Cassatie van België

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

Rolnummer Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

1. Schade aan voorwerpen en kosten

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

INDICATIEVE TABEL Versie 2008

Pol. Leuven 9 juni 2006, onuitgeg.

Een arbeidsongeval in uw onderneming? Wat moet u doen?

Medische expertises. 1. Eenzijdige expertises Expertise door de arts aangesteld door de verzekeringsmaatschappij

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

Hof van beroep Antwerpen

ECLI:NL:CRVB:2008:BD3530

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Verzekeringen gewaarborgd inkomen: verlenging van de looptijd omwille van de verlenging van de wettelijke pensioenleeftijd.

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hervorming van de bijdragen

Postbus AX Bergen op Zoom. Stichting Sociaal Fonds Essent

Inlichtingensteekkaart Ongeval met gekwetsten

CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN

Hof van Cassatie van België

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt Voorwerp van de dienstverlening en taak van de advocaat 3

Verschijnend in persoon, bijgestaan door mr.. te

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Hof van beroep Antwerpen

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

Hof van Cassatie van België

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp.

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Begindatum Einddatum Vervaldag Duur 01/01 1 jaar

U bent gekwetst naar aanleiding van een ongeval CHECKLIST VAN DE DOCUMENTEN DIE U IN UW DOSSIER MOET BIJHOUDEN

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1

Transcriptie:

Pol. Gent 19 april 2012 1 Pol. Gent 19 april 2012 Ongeval van 2007. Slachtoffer is een man, geboren in 1966. Hij werkt als praktijklector. Het ongeval is tevens een arbeidsongeval. Hij is gehuwd en vader van drie inwonende kinderen. MORELE SCHADE TIJDELIJKE INVALIDITEIT verblijf in intensieven zorgen: 40 per dag; overige hospitalisatie: 38 per dag; overige dagen op basis van 30 per dag. De morele schade omvat de normale pijnen en smarten, en alle courante ongemakken als gevolg van de vastgestelde letsels evenals hun impact op persoonlijke activiteiten in tuin, sport, hobby en het pretium doloris tot de graad van 3 op een schaal van 7. ECONOMISCH WAARDEVERLIES HUISMAN TAO Er is geen discussie over het gevorderde bedrag wel over de respectieve bijdragen van de echtgenoten in het huishouden. In casu was eiser tewerkgesteld als docent aan de Hogeschool, zijn echtgenote werkte in de privésector. Er wordt derhalve geredelijk aangenomen vooral gelet op het feit dat de verlofperiodes van eiser samenvielen met de schoolvakanties van de kinderen dat beide echtgenoten in gelijke mate bijdroegen in de huishoudelijke activiteiten. MEERINSPANNINGEN TAO De aantasting van de fysieke integriteit maakt een afzonderlijke schade uit, los van de morele schade, wanneer zij gepaard gaat hetzij met een aantasting van de werkcapaciteit, hetzij met de noodzaak van meerinspanningen (SCHUERMANS e.a., Onrechtmatige daad, Schade en Schadeloosstelling, TPR 1994, p. 8521 e.v.). Gelet op de opgelopen kwetsuren en hun gevolgen is daaraan evident voldaan. De vermindering van de actieve arbeidsgeschiktheid wordt eveneens beoordeeld in functie van de arbeidsgeschiktheid buiten het beroepsleven (Pol. Gent 7 januari 2004, De Verz. 2004, 855). Meerinspanningen kunnen aldus ook noodzakelijk zijn bij het uitvoeren van huishoudelijke taken, hobby s en doe-het-zelfactiviteiten. Deze meerinspanningen dienen afzonderlijk vergoed te worden wanneer het ongeval voor het slachtoffer een arbeidsongeval uitmaakt (Pol. Gent 24 december 2003, De Verz. 2004, p. 850).

2 Pol. Gent 19 april 2012 Aldus dient het gevorderde voorbehoud wel degelijk te worden toegekend. BLIJVENDE LETSELS Morele schade: Consolidatie in 2010 met een blijvende invaliditeit van 75% en een blijvende arbeidsongeschiktheid van 100% en een blijvend verlies huishoudwaarde van 100%. De morele schade is zeer ernstig. Naar het oordeel van de rechtbank komt het aangewezen voor deze schade te vergoeden met behulp van de kapitalisatiemethode. Naar het oordeel van de rechtbank is die berekeningswijze de meest objectieve om dergelijke vaststaande ernstige schade waarvan de dagwaarde is gekend, ook als die forfaitair wordt vastgesteld, te extrapoleren naar de toekomst. Er is daarbij geen enkele reden om niet dezelfde vergoedingsbasis te nemen als voor de tijdelijke invaliditeit. De consolidatiedatum wijzigt immers niet de aard van de schade. Bovendien toont niets aan dat men gewent aan blijvende letsels en dat de intensiteit van de schade vermindert door tijdsverloop. Aldus is een bedrag van 30 per dag aan 100% zoals hoger begroot billijk. De splitsingsmethode dient hierbij te worden toegepast: geleden schade: 840 dagen 30/dag 75% BI; toekomstige schade: 30/dag 365 dagen 75% BI 25,969; (betere prospectieve tafels 2012; jaarlijkse betalingen, rentevoet 2%). Economische waarde huishouden BAO: Er is wel degelijk grond tot kapitalisatie van de schade voor de toekomst, vermits er voldoende zekere elementen zijn (leeftijd, verlies economische waarde, graad van BAO). Gelet op de situatie van voor het ongeval, de huidige concrete gezinssituatie (vader, moeder, 3 minderjarige kinderen van respectievelijk 15, 11 en 9 jaar oud) en de maatschappelijke tendensen is het billijk: de bijdragen van beide ouders in het huishouden in gelijke mate te verdelen; ervan uit te gaan dat de kinderen niet meer ten laste zullen zijn vanaf de leeftijd van 20 jaar. Aldus wordt de economische waarde van het huishouden ex aequo et bono begroot als volgt: vanaf consolidatie tot uitspraak: 35/dag; vanaf 19 april 2017: 30/dag; vanaf 19 april 2021: 25/dag; vanaf 19 april 2023: 17,50 per dag. De toekomstige schade wordt dan berekend aan een rentevoet van 2%.

Pol. Gent 19 april 2012 3 ESTHETISCHE SCHADE Begroot als 4 op 7. Vergoeding: 8.000. GENOEGENSCHADE Ondanks het feit dat de geneesheren-deskundigen geen afzonderlijke genoegenschade weerhielden, aanvaardt de rechtbank het bestaan ervan boven de morele schade. Het kan immers niet ernstig worden betwist dat het vermogen van eiser om zich te vermaken op sportief, sociaal en cultureel vlak ernstig is aangetast en daardoor een ernstige vermindering van levensvreugde ondergaat. Blijkens de socio-economische gegevens uiteengezet in het medisch deskundig verslag beoefende eiser voor het ongeval volgende sporten: minivoetbal, tennis, lopen. Ingevolge het ongeval is hij van deze genoegens definitief verstoken. Mede gelet op de leeftijd van eiser bij consolidatie, wordt ex aequo et bono uit dien hoofde toegekend: 5.000. GENEGENHEIDSSCHADE VAN DE ECHTGENOTE De morele schade bij weerkaatsing, genegenheidsschade genoemd, bestaat uit de ongemakken en de droefheid die familie- en gezinsleden lijden bij het zien en meebeleven van de pijn en smarten van het slachtoffer. Het kan in casu niet worden betwist: dat haar echtgenoot slachtoffer was van een ernstig verkeersongeval; dat hij daarbij ernstige verwondingen opliep; dat zijn toestand ernstige zorgen baarde; dat hij een lange en moeilijke revalidatie moest ondergaan; dat zij dagelijks en voortdurend geconfronteerd wordt met een ernstige blijvende fysieke en psychische aftakeling van het slachtoffer; dat sedert het ongeval de huwelijks- en familieband niet meer normaal kan worden beleefd. Het kan niet ernstig worden betwist dat deze schade zeer groot is. Ex aequo et bono wordt toegekend: 12.500. GENEGENHEIDSSCHADE VAN DE KINDEREN Wat geldt voor de echtgenote, geldt evenzeer voor de kinderen. Zij zullen tijdens hun verder opgroeien worden geconfronteerd met een ernstig gehandicapte vader, die niet in staat is een volwaardige opvoeding te geven. Aan elk van de kinderen wordt ex aequo et bono een bedrag toegekend van 7.500.

4 Rb. Gent 24 mei 2012 Rb. Gent 24 mei 2012 Zwaar ongeval van 2000 waarbij een dame zeer ernstig wordt gekwetst. Ze is alleenstaande en geboren in 1959. Beroep tegen Pol. Gent 8 december 2009. MORELE SCHADE TIJDELIJKE INVALIDITEIT De eerste rechter kende een vergoeding toe van 37,50 per dag voor de periode waarin het slachtoffer gehospitaliseerd was en 31 per dag voor de periode gedurende dewelke zij opgenomen was in het revalidatiecentrum. De eerste rechter maakte terecht een onderscheid tussen de periode van de hospitalisatie en deze van opname in het RVT, gelet op de uitgevoerde medische behandelingen tijdens de eerste periode, zoals beschreven in het verslag van de gerechtsdeskundige. Terecht besloot de eerste rechter dat het voor het slachtoffer een bijzonder lastige hospitalisatie met revalidatie was, waarvoor ook een aangepaste vergoeding werd toegekend. Uit niets blijkt dat het slachtoffer nog soortgelijke medische behandelingen zou hebben ondergaan eens zij was opgenomen in het RVT. In de gegeven omstandigheden dient het bestreden vonnis te worden bevestigd. MORELE SCHADE BLIJVENDE INVALIDITEIT De eerste rechter heeft deze schadepost begroot via de kapitalisatie- en splitsingsmethode op basis van een dagbedrag van 31 en een rentevoet van 3%. De eerste appellante verwerpt in hoofdorde de kapitalisatiemethode omdat volgens haar niet geweten is hoe het slachtoffer de letsels, waarvan de evolutie en de hinder nog sterk kunnen wijzigen, in de toekomst zal ervaren. Zij argumenteert dat de morele schade niet als een vaste, dagelijks identieke schade kan worden beschouwd, tenzij men sowieso uitgaat van een forfait. Ondergeschikt en voor zover niettemin de kapitalisatiemethode zou worden gebruikt, is de eerste appellante van oordeel dat hooguit een dagbedrag van 15 in aanmerking kan worden genomen, nu de letsels tijdens de periode van de blijvende invaliditeit op een andere manier zouden worden ervaren. De onzekerheid zou weggevallen zijn, de medische behandelingen en revalidatie zijn minder intensief en er zou een zekere berusting zijn in de toekomstige situatie, waarbij het slachtoffer zou zoeken naar de meest aangewezen levensvorm in functie van de resterende capaciteiten. Ook de tweede appellante verwerpt de kapitalisatiemethode, met een verwijzing naar rechtspraak ter zake, en stelt dat de morele schade niet op een financieel tastbare wijze tot uitdrukking komt, zodat een vergoeding naar billijkheid zich opdringt. Zij acht het ook niet aanvaardbaar dat de geschatte dagwaarden voor de tijdelijke invaliditeit die zelf ex aequo et bono zijn begroot ook als basis worden genomen voor de kapitalisatie van de toekomstige morele schade, nu

Rb. Gent 24 mei 2012 5 deze onderhevig is aan dynamische factoren zoals gewenning en aanpassing aan de gegeven situatie. In tegenstelling tot de eerste rechter is deze rechtbank van oordeel dat de begroting van de morele schade ingevolge de blijvende arbeidsongeschiktheid niet kan gebeuren via de techniek van de splitsing en kapitalisatiemethode. De begroting van het moreel leed is en blijft een zeer delicate aangelegenheid, temeer nu deze schade van abstracte aard is en elke vergoeding die hiertegenover staat symbolisch blijft om de eenvoudige reden dat er geen maatstaf is die toelaat het moreel leed exact om te zetten in een berekenbare geldelijke vergoeding. Indien men vertrekt van een parameter die op zich niet mathematisch werd vastgesteld, maar naar billijkheid werd geraamd precies omdat een exacte mathematische begroting ervan niet mogelijk is, kan men onmogelijk tot een mathematisch juiste berekening komen van de toekomstige morele schade. Naar het oordeel van de rechtbank is het zeer de vraag of het conventioneel bepaalde forfaitair dagbedrag, dat als basis wordt gehanteerd voor de periodes van de tijdelijke invaliditeit, zonder meer kan worden verrekend op jaarbasis, om op grond daarvan te kapitaliseren ter begroting van de toekomstige schade. Alsdan gaat men er immers van uit dat de schade voor en na de consolidatie van eenzelfde intensiteit blijft, een statisch gegeven is, en dat de omvang ervan strikt evenredig is aan de vermoedelijke levensduur van het slachtoffer. Dit is niet aannemelijk. Bij gebreke van precieze grondslagen kan dit leed dan ook slechts naar billijkheid worden begroot, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de volgende gegevens: op het ogenblik van de consolidatie (2003) was E ruim 43 jaar (geboren in 1959); de aantasting van de fysieke integriteit is aanzienlijk; de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid werd door de deskundige bepaald op 100%; ingevolge het ongeval is het slachtoffer niet meer in staat zich op eigen krachten te verplaatsen (rolstoel) en is er met haar geen verbale communicatie meer mogelijk; het slachtoffer is volledig aangewezen op de hulp van derden. Rekening houdend met de leeftijd van het slachtoffer en de aard en de omvang van de door haar opgelopen letsels kan de morele schade voortvloeiend uit de blijvende invaliditeit op de dag van de consolidatie naar billijkheid en in haar totaliteit vanaf de consolidatie begroot worden op 145.000. VERLIES ECONOMISCHE WAARDE HUISVROUW De eerste geïntimeerde gaat ermee akkoord dat enkel voor de periode vanaf datum ongeval tot en met de opname in het RVT een vergoeding wordt toegekend uit hoofde van deze schadepost. De eerste geïntimeerde is van oordeel dat dit onderdeel dient te worden afgewezen als ongegrond. Zij stelt dat het slachtoffer gedurende haar verblijf in het

6 Rb. Gent 24 mei 2012 ziekenhuis geen meerinspanningen heeft moeten leveren op huishoudelijk vlak, nu zij aldaar verzorgd werd door het verplegend personeel en alle huishoudelijke taken wegvielen. In ondergeschikte orde vraagt de eerste appellante het dagbedrag te herleiden tot 5 per dag en voor de maximale duur van 6 maanden na het ongeval, omdat vanaf dan reeds duidelijk was dat haar toestand zou leiden tot een opname in het RVT. Het is op zich niet voor betwisting vatbaar dat E ingevolge de door haar opgelopen letsels vanaf de dag van het ongeval niet langer in staat is huishoudelijke arbeid te verrichten. Hierdoor ontstaat er een behoefte aan hulp in het huishouden, die concreet kan worden begroot en vergoed door de kostprijs van deze hulp integraal te vergoeden. Het is anderzijds een vaststelling dat de betrokkene, als alleenstaande, vanaf de dag van het ongeval geen huishouding meer diende te beredderen, nu zij van meet af werd opgenomen in het ziekenhuis en aldaar onderbroken heeft verbleven tot aan haar opname in het RVT. De uitvoering van de huishoudelijke taken (wassen, strijken, koken, kuisen enz.) werd in die periode integraal waargenomen door het verplegend en onderhoudspersoneel van het ziekenhuis en de kostprijs van deze prestaties werd als dusdanig reeds vergoed onder de noemer verblijfskosten. Derhalve moet worden besloten dat de schade ingevolge het verlies van de economische waarde als huisvrouw begrepen is in de verblijfskosten en reeds werd gecompenseerd, zodat deze schadepost wegens dubbel gebruik niet nogmaals afzonderlijk kan worden toegekend (Cass. 11 maart 1999, RW 2001-02, 970; Pol. Mechelen 4 mei 2005, De Verz. 2005, 787). SEKSUELE SCHADE De eerste geïntimeerde benadrukt dat elk normaal seksueel verkeer voor het slachtoffer onmogelijk is geworden ingevolge de opgelopen letsels. De eerste rechter verwees naar het feit dat E aan een rolstoel is gekluisterd en afhankelijk is van de hulp van derden om haar leven draaglijk te maken en te kunnen voorzien in de meest elementaire dagelijkse noden. Mede gelet op haar leeftijd ten tijde van het ongeval (40 jaar) kende de eerste rechter een vergoeding toe van 12.500. De appellanten zijn van oordeel dat seksuele beleving principieel nog mogelijk blijft en menen dat deze schade vervat zit in de morele schade blijvende invaliditeit, temeer nu in het deskundig verslag geen specifieke melding wordt gemaakt van deze fysieke schade. Deze schade is niet inbegrepen in de morele schade. In de gegeven omstandigheden kan het bestreden vonnis worden bevestigd en kan een bedrag van 12.500 worden toegekend.

Rb. Gent 24 mei 2012 7 SCHADE DOOR HET WEGVALLEN VAN HET SOCIAAL EN RECREATIEF LEVEN Eerste geïntimeerde benadrukt dat het slachtoffer alles heeft verloren (kennissen, vrienden, deelname aan verenigingen, feesten, optredens,...) en aangewezen is op een kamer in het RVT, op de dokters en het verplegend personeel. De eerste rechter heeft deze schadepost afgewezen omdat deze volgens hem begrepen was in de morele schade. Bij de begroting van de morele schade blijvende invaliditeit werd met de bijzondere situatie van E rekening gehouden, met inbegrip van alle daaruit voortvloeiende ongemakken en gederfde levensvreugde. De hier gevorderde schadevergoeding die hiervan een deelaspect uitmaakt is hierin dan ook begrepen, zodat het bestreden vonnis dient te worden bevestigd. VERBLIJFSKOSTEN Naar het oordeel van de rechtbank zijn er geen gegronde redenen om de door de eerste geïntimeerde gevorderde vergoeding uit hoofde van de verblijfskosten (ziekenhuis, RVT), het verlies van de economische waarde als huisvrouw, het inkomstenverlies en de hulp van derden als één schadepost te behandelen. Het enkel feit dat het slachtoffer is opgenomen in een instelling en een vergoedingspensioen geniet, doet niets af aan de herstelplicht. Voor de toekomstige schade: Kapitalisatie van 10.200 26,130. (Schrijvers; prospectieve levensduurtabellen met maandelijkse betalingen; rentevoet 2%) (Verblijfskosten op jaarbasis Kostenbesparing Kosten van huisvesting, kosten van nutsvoorzieningen, kosten van levensonderhoud enz. Arbeidsongeschiktheid van 46% Tussenkomst mutualiteit en zorgverzekering enz.) LOONVERLIES In dit verband kan nuttig verwezen worden naar de uiteenzetting van Ingrid Boone (Verhaal van de derde-betalers op de aansprakelijke, Intersentia, 2009, p. 184 e.v.): Voor de toerekening van het invaliditeitspensioen valt inderdaad veel te zeggen. Het invaliditeitspensioen dekt voor ambtenaren het risico van langdurige of blijvende arbeidsongeschiktheid tijdens de actieve loopbaan, een risico dat voor de andere categorieën van de werkende bevolking onder de ziekte- en invaliditeitsuitkering valt. Men kan dus aannemen dat het invaliditeitspensioen voor arbeidsongeschikte ambtenaren, net als de ongeschiktheidsuitkeringen voor werknemers of zelfstandigen, ertoe strekt de materiële schade uit arbeidsongeschiktheid te compenseren. Onbeperkte cumulatie van dat vervroegde pensioen met de gemeenrechtelijke schadeloosstelling zou tot dubbele vergoeding van dezelfde schade leiden en is daarom in beginsel te verwerpen.

8 Rb. Turnhout 7 juni 2012 Rb. Turnhout 7 juni 2012 Ongeval van 1991. Beroep tegen Pol. Turnhout 27 april 2011. Jongen, geboren in 1980. Hij is 13 jaar bij de consolidatie. Letsels: blindheid. MEERINSPANNINGEN TWO Zij stellen ten onrechte dat deze post alleen kan worden vergoed voor professionele activiteiten: een leerling zoals N ten tijde van het ongeval dient zowel voor school (niet alleen tijdens de schooluren) als privé prestaties te leveren, waarbij de nodige meerinspanningen voor vergoeding in aanmerking komen. Een dergelijke vergoeding vormt geen dubbel gebruik met de vergoeding voor morele schade, die louter de aantasting van de fysieke integriteit vergoedt. M merkt op zich wel correct op dat in beginsel geen vergoeding verschuldigd is tijdens de periodes van 100% arbeidsongeschiktheid: wie 100% arbeidsongeschikt is, is niet in staat tot enige prestatie en dus ook niet tot enige meerinspanning. In de praktijk moet evenwel vastgesteld worden dat N wel degelijk inspanningen leverde door vanaf maart 1992 terug naar school te gaan. Deze meerinspanningen die werden geleverd ondanks de volledige arbeidsongeschiktheid, moeten bijgevolg gelet op de buitengewone omstandigheden van de zaak (blindheid maar verder reëel lichamelijke mogelijkheden) worden vergoed. Gelet op de omvang van de arbeidsongeschiktheid is een vergoeding van 20 per dag gepast vanaf de schoolhervatting. N kan worden vergoed aan dezelfde vergoeding als een werkende volwassene, want vanuit zijn perspectief en in zijn leefwereld was de aantasting verhoudingsgewijs even zwaar. BLIJVENDE WERKONBEKWAAMHEID Consolidatie in 1994 met een blijvende arbeidsongeschiktheid van 80%. Morele schade: De eerste rechter kende 2.500 per punt toe of 200.000. N vordert op basis van de kapitalisatiemethode terwijl M zich hiertegen verzet, herleiding vraagt tot 1.250 per punt en meent dat desgevallend slechts gekapitaliseerd kan worden aan 3%. De rechtbank treedt principieel de begrotingswijze van N bij. Voor de periode tot op heden kan de schade met totale zekerheid worden begroot, aangezien N nog steeds in leven is en zijn letsels ongewijzigd zijn gebleven. De morele schade die N lijdt sinds 1994 is dezelfde als degene die hij voordien leed. Er is geen reden om aan te nemen, mede gelet op de zeer ernstige letsels, dat zij doorheen de tijd zou verminderd zijn.

Rb. Turnhout 7 juni 2012 9 Voor de toekomst bestaat geen bezwaar tegen kapitalisatie. Er is uiteraard geen zekerheid over de omvang van de toekomstige schade, al was het maar omdat de werkelijke levensduur van N onvoorspelbaar is. Maar M wenst geen levenslange rente en N vordert die ook niet. Het feit dat het te kapitaliseren bedrag een forfait zou zijn, is geen beletsel en vormt op zich geen reden om kapitalisatie te weigeren (Cass. 17 februari 2012, JLMB 2012, 683). Verder is de arbeidsongeschiktheid zo zwaar dat bij begroting via de methode per punt volgens de gebruikelijke bedragen (zoals voorgesteld door M) sprake zou zijn van een werkelijke ondervergoeding. Wel dient M te worden gevolgd dat de kapitalisatie moet gebeuren aan 3% en niet aan 2%. Gelet op de vele jaren waarover de te vergoeden schade loopt, dient immers te worden aangenomen dat de gemiddelde opbrengst van een kapitaal groter zal zijn dan thans het geval is. Berekening op basis van de mediaanlevensduur is de meest correcte wijze van berekening. Toepassing van de mediaanlevensduur houdt op correcte wijze rekening met de sterftekans, omdat er ook 50% kans is dat N ouder wordt en het toegekende kapitaal dus niet zal volstaan om zijn schade te vergoeden. Dit geeft voor de toekomst: 25/dag 365 80% 26,85 = 196.005 (leeftijd 31 jaar; Schrijvers; maandelijkse betalingen, huidige waarde van een zekere rente aan 1 per jaar). Materiële schade: De eerste rechter kende vanaf 2003 een bedrag toe van 400.000. Voor de periode tot 2003 zijn de partijen het eens over een forfaitaire vergoeding aangezien N dan nog schoolliep. N negeert ten onrechte zijn actuele reële inkomen. Uiteraard moet de aantasting van zijn economisch potentieel vergoed worden, maar het reële inkomen dat ondanks het ongeval verdiend wordt, is daartoe een belangrijke graadmeter. Er is geen reden om meer toe te kennen dan de eerste rechter deed. GENOEGENSCHADE Het wegvallen van vrijetijdsbesteding zoals geschetst door N is in het bijzonder het gevolg van het verlies van het gezichtsvermogen. Gelet op de blindheid dient een afzonderlijke vergoeding voor genoegenschade te worden toegekend. Er zijn nog wel sportmogelijkheden (zie ook de vergoeding voor een tandem) doch deze zijn uiteraard beperkt. De rechtbank acht een globale vergoeding in hoofdsom van 25.000 gepast. PRETIUM VOLUPTATIS De eerste rechter kende 25.000 toe. De eerste rechter heeft de schade correct begroot. Weliswaar is N fysiek gezond en is er dus geen fysiek beletsel om een relatie aan te gaan en kinderen te krijgen,

10 Rb. Turnhout 7 juni 2012 maar dit neemt niet weg dat het toch evident moeilijker is voor een blinde dan voor een ziende om een partner te vinden en dat de daaraan verbonden visuele ervaringen volledig verdwenen zijn. Dit geldt bij N voor zijn ganse volwassen leeftijd. HULP VAN DERDEN De gerechtsdeskundige voorzag op de leeftijd van 18 jaar in een vermindering van het aantal uren hulp van derden van 4,5 uur naar 2 uur per dag, waarbij hij verwees naar de aanwezigheid van een geleidehond. De rechtbank treedt N bij dat er geen reden is om het aantal uren na verloop van tijd te verminderen. Een vergoeding van 8 per uur is gepast voor het verleden en 10 per uur voor de toekomst. POSTLUCRATIEVE SCHADE De eerste rechter verklaarde de vordering ongegrond. De schade is al te onzeker en komt niet voor vergoeding in aanmerking. Enerzijds is niet zeker dat N na zijn pensioen nog lucratieve arbeid zou verrichten. Anderzijds is deze niet noodzakelijk onmogelijk omwille van het ongeval, waarbij er kan aan herinnerd worden dat hij thans werkt.