III III! Ml III 1 IIIIIIII

Vergelijkbare documenten
de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus BA Monnickendam

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland gemeente Tiel

de Rechtspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant (076) het beroep van Maatschap C. en C. Bouwmeester te Zevenbergen

2 1FEB datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant

de Rechtspraak

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.:

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

de Rechtspraak I I PER FAX

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede.

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBAMS:2017:2366

1)estuursreclaqirA,IL

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: HHVOL10. Parkeerverbodzone Mondriaanpark in Vlijmen

Naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank is geen nadere afweging nodig.

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Nederland het beroep van de bewoners van de Berkenstraat te Nieuw Roden

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

' s Sftg. de Rechtspraak. Over het beroep met procedurenummer 11 / 685 WOB JAN 1 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739


AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

Uitspraak /1/A1

uitspraak rechtbank gedeeltelijke intrekking bouwvergunning geluidsscherm A59

de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak van de rechtbank waarbij op bovenvermeld beroep is beslist.

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBZWB:2016:7164

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.


de Rechtspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant Over het beroep met zaaknummer BRE WABOA MAST deel ik u het volgende mee.

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

de Rechtspraalf' Rechtbank Rotterdam het beroep van Stichting Oude Kern Rijsoord te Ridderkerk

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Gemeente tj Bergen op Zoom

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

Afdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

J.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep

III IIII! II III Mil III III! vergunningnummer: WO/2014/152 poststuk nummer.: U

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

lllll\lil\lllllll\1\1~1\llllll 18 jul 2018 /


HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

, bestuursrecspu.k. Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

ECLI:NL:RBROT:2017:2831

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland PER EAX Over het beroep met zaaknummer ZUT 12 / 249 WRO 219 deel ik u het volgende mee.

MPGS D GSD Uw kenmerk

[aanvrager] Geachte [aanvrager],

Uitspraak /1/A1

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant ] AANTEKENEN [ ] PER POST [ ] PER FAX

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

Uitspraak /1/R2

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Nederland Afdeling bestuursrecht

S QÉMEEKT 1 ING. r j in hh. i i l. Uw kenmerk

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

de Rechtspraak Rechtbank Breda toezending afschrift uitspraak en mededeling rechtsmiddel.

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

ECLI:NL:RVS:2016:2348

de Rechtspraak Over het beroep met zaaknummer ROT 10 / 1193 WET BE03 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

de Rechtspraa Rechtbank Overijssel Over het beroep met zaaknummer ZWO 13/1774 BESLU WBIJ deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

\êr i. de Rechtspraak. Rechtbank Noord-Holland. AANTEKENEN 1 PER POST [ PER FAX (023) Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag AANTEKENEN PER POST PER FAX

ECLI:NL:RBZWB:2016:8065

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis

ECLI:NL:RBGEL:2015:7839

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3604

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

NEMO Science Museum T.a.v. Dhr. J. Struikmans Postbus AK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Transcriptie:

m Gemeente ñ Berçen op Zoom WD fractie Bergen op Zoom T.a.v. de heer B. Jacobs p/a Sint Annastraat 6 4611 TN BERGEN OP ZOOM III III! Ml III 1 IIIIIIII Uw kenmerk Ons kenmerk U15-Ũ13849 Datum i o SEP. n Uw brief Beh. door B.A.M. Suijkerbuijk Doorkiesnr. 0164-277080 Onderwerp: Beantwoording vragen i.v.m. sushirestaurant De Boulevard 65 Afdeling Stedelijke Ontwikkeling, Ruimtelijke Ordening Bijlage(n) Geachte heer Jacobs, In uw brief van 24 juli 2015 stelt u ons namens de fractie van de VVD vragen over de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 juli 2015 over het sushirestaurant aan De Boulevard 65 te Bergen op Zoom. Graag beantwoorden wij hieronder uw vragen als volgt. Vragen 1. Bent u bekend met de rechterlijke uitspraak en kunt u deze beschikbaar stellen aan de raad? Wij zijn bekend met de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 juli 2015. De uitspraak is als bijlage bij deze brief gevoegd. 2. Op welke punten schiet het geldende bestemmingsplan volgens de rechter tekort? Volgens de plankaart van het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Bergse Plaat/Binnenschelde' heeft het perceel De Boulevard 65 de bestemming! horecadoeleinden' en de subbestemming 'maatschappelijke voorzieningen'. Artikel 1.1, derde lid, van de bestemmingsplanvoorschriften bepaalt dat gronden die zijn voorzien van de subbestemming 'maatschappelijke voorzieningen' uitsluitend zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, dat wil zeggen voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren. Met deze planologische regeling is beoogd om aan drie locaties aan De Boulevard een horecabestemming toe te kennen, met dien verstande dat de betreffende drie locaties naast reguliere horeca tevens kunnen worden gebruikt ten behoeve van maatschappelijke doeleinden. De rechtbank is echter van oordeel dat door opname van het woord 'uitsluitend' in de plan voorschriften ter plaatse geen reguliere horeca is toegestaan, maar alleen horeca ten behoeve van maatschappelijke doeleinden. Volgens de rechtbank is het in strijd met de rechtszekerheid om de planvoorschriften op een andere manier uit te leggen. Omdat een sushirestaurant reguliere horeca is, kon de omgevingsvergunning voor het restaurant niet zonder meer worden verleend. 3. Heeft u zicht op wat de consequenties zijn voor de ondernemer die van plan was om een Sushi-restaurant te openen. Zijn er consequenties voor de gemeente?

De oorspronkelijke aanvrager/vergunninghouder heeft de van de gemeente gekochte kavel inmiddels doorverkocht aan een andere ondernemer. Deze nieuwe eigenaar treedt in de plaats van de oorspronkelijke vergunninghouder. Nu het sushirestaurant - achteraf gezien - zonder omgevingsvergunning is gerealiseerd, kan het pand niet als reguliere horecagelegenheid in gebruik worden genomen tot het moment alsnog vergunning is verleend. De inschatting is dat deze omgevingsvergunning na inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan Bergse Plaat/Binnenschelde in februari/maart 2016 kan worden verleend. Bij het bepalen van deze termijn is geen rekening gehouden met eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. 4. Hoe verhoudt de rechterlijke uitspraak zich tot de reeds gevestigde horecavoorzieningen aan De Boulevard? Hoewel de rechtbank zich heeft uitgesproken in het beroep dat is ingediend tegen de omgevingsvergunning die is verleend voor de horecakavel aan De Boulevard 65, kan uit de uitspraak worden afgeleid dat een planologische grondslag voor het beoogde gebruik van de kavels ten behoeve van reguliere horeca ontbreekt. Voor de nog te ontwikkelen horecakavel aan De Boulevard heeft dit tot gevolg dat de vergunningverlening zal moeten plaatsvinden met inachtneming van deze wetenschap, dat wil zeggen dat voor die kavel pas een omgevingsvergunning kan worden verleend voor een gebruik ten behoeve van reguliere horeca als hiervoor alsnog een planologische grondslag is gecreëerd. Voor de reeds gevestigde horeca aan De Boulevard (het Strandhuys) heeft de uitspraak geen directe gevolgen. Juridisch gezien volgt uit de uitspraak dat de exploitatie van een restaurant in strijd moet worden geacht met het bestemmingsplan. Nu er echter een ontwerp bestemmingsplan ter inzage is gelegd waarmee die strijdigheid wordt opgeheven, bestaat er een concreet zicht op legalisering en kan de gemeente niet door derden worden gedwongen handhavend op te treden. 5. Heeft de uitspraak gevolgen voor toekomstige ontwikkelingen (zoals uitbreiding strand, zwembad, speeltuin) aan De Boulevard? De uitspraak heeft slechts gevolgen voor de als zodanig bestemde horecakavels aan De Boulevard en heeft geen betrekking op de overige toekomstige ontwikkelingen. In het door de gemeenteraad gewijzigd vast te stellen bestemmingsplan wordt overigens ruimte geboden aan een uitbreiding van de terrassen die behoren bij de horecagelegenheden aan De Boulevard, passend binnen de ruimtelijke visie op de ontwikkeling van de Binnenschelde. 6. Wat zijn de mogelijkheden om in beroep te gaan tegen de uitspraak of met een aanpassing van het bestemmingsplan alsnog het vestigen van nieuwe horecavoorzieningen mogelijk te maken? Er is om twee redenen besloten om geen hoger beroep in te dienen. De belangrijkste is dat de door de rechtbank geconstateerde onvolkomenheid in de plan voorschriften in het nieuwe bestemmingsplan Bergse Plaat/Binnenschelde zal worden hersteld. Daarmee is op betrekkelijk korte termijn zicht op een structurele oplossing voor de ontstane situatie, aangezien het nieuwe bestemmingsplan een juiste juridische grondslag creëert voor het gebruik van de horecakavels ten behoeve van reguliere horeca. Bovendien zou een hoger beroep, gezien de strikte benadering die rechtbank en Raad van State doorgaans hanteren bij de uitleg van bestemmingsplanvoorschriften, waarschijnlijk weinig kans van slagen hebben.

Mocht u over deze brief nog vragen of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met Mevr. A.M.A. Vrijenhoek - de Vries, bereikbaar via telefoonnummer (0164) 277657. Hoogachtend, het college van burgemees namens het college, r en wetho

Gemeente Bergen op Zoom ü lil II Mill III III II IMI 115-041107 de Rechtspraak Reg datum 22/07/2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant [ AANTEKENEN PER POST PER FA\ (0164) 24 S3 56 Bestuursrecht bíjlage(n) faxnummer afdeling onderwerp Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom Postbus 35 4600 AA Bergen op Zoom datum 21 juli 2015 onderdee team bestuursrecht 7 contactpersoon mevr B. Chelliah doorkiesnummer 088-36 11553 ons kenmerk zaaknummer BRE 14 /6981 WABOA SIN uw kenmerk U15-000494 088-36 10284 het beroep van Vereniging van Eigenaren De Nim te Bergen op Zoom bezoekadres Sluissingel 20 Breda correspondentieadres Postbus 90006 4800 PA Breda t 088-36 16000 f bestuursrecht 088-36 10284 f belastingrecht 088-36 10285 www.rechtspraak.nl Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer/mevrouw, Over het beroep met zaaknummer BRE 14 I 6981 WABOA SIN deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op wwav.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, «ás de griffier BE022

uitspraak RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Bestuursrecht zaaknummer: BRE 14/6981 WABOA uitspraak van 7 juli 2015 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen Vereniging van Eigenaren De Nim. te Bergen op Zoom, eiseres, gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, verweerder. Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen: Veld meijer-regter Holding BV. te Halsteren. Procesverloop Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 13 oktober 2014 (bestreden besluit) van het college inzake de van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor het oprichten van een horecagelegenheid op een perceel gelegen aan de Boulevard te Bergen op Zoom. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 8 juni 2015. Eiseres heeft zích laten vertegenwoordigen door CA. Spikker en haar gemachtigde. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door B.A.M. Suijkerbuijk. Derde partij is niet verschenen. Overwegingen 1. Op 12 februari 2014 heeft Veldmeijer -Regter Holding BV (hierna: vergunninghouder) een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het vestigen van een sushirestaurant aan de Boulevard te Bergen op Zoom, perceel kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, sectie IV1 nummer 2319. De aanvraag heeft betrekking op de activ iteit bouwen. Bij brief van 14 februari 2014 heeft het college de ontvangst van de aanvraag aan vergunninghouder bevestigd en aangegeven dat de aanvraag zal worden behandeld met toepassing van de reguliere voorbereidingsprocedure. Op 8 juni 2014 heeft het college bekend gemaakt dat de omgevingsvergunning van rechtswege is verleend omdat binnen de beslistermijn geen besluit is genomen. Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres daartegen ongegrond verklaard. 2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat het college ten onrechte omgevingsvergunning heeft verleend, omdat er sprake is van strijd met het

zaaknummer: BRE 14/6981 WABOA blad 2 bestemmingsplan. Het bestemmingsplan laat alleen maatschappelijke voorzieningen toe. Bij het sushi-restaurant is er sprake van een louter commerciële exploitatie. 3. Ingevolge artikel 2.1. eerste lid. onder a. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Ingevolge artikel 3.7, eerste lid, van de Wabo is paragraaf 3.2 (de reguliere voorbereidingsprocedure) van toepassing op de voorbereiding van besluiten, tenzij paragraaf 3.3. ( de uitgebreide voorbereidingsprocedure) daarop van toepassing is. Ingevolge artikel 3.9. eerste lid, voor zover thans van belang, beslist het bevoegd gezag op de aanvraag om omgevingsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat het bevoegd gezag de in het eerste lid bedoelde termijn eenmaal met ten hoogste zes weken kan verlengen. Het maakt zijn besluit daartoe bekend binnen de eerstbedoelde termijn. Ingevolge het derde lid. is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met uitzondering van de artikelen 4:20b. derde lid, en 4:20f, van toepassing op de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag. Ingevolge artikel 4:20b. eerste lid van de Awb, is, indien niet tijdig op de aanvraag tot het geven van een beschikking is beslist, de gevraagde beschikking van rechtswege gegeven. Ingevolge artikel 3.10, eerste lid, onder a van de Wabo, voor zover thans van belang, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, voor zover er strijd is met het bestemmingsplan en slechts vergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a. onder 3 0, of artikel 2.12, tweede lid. 4. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat ten tijde van de aanvraag en ten tijde van het bestreden besluit het bestemmingsplan "Bergse Plaat - Binnenschelde*' gold voor het perceel kadastraal bekend gemeente Bergen op Zoom, sectie M, nummer 2319. Op het perceel rust, zo blijkt uit de verbeelding, de bestemming Horecadoeleinden. met subbestemming maatschappelijke voorzieningen ("Hm (lby5"). Uit de begripsbepalingen in artikel 1 van de voorschriften bij het bestemmingsplan volgt: onder horeca wordt verstaan: "een bedrijf dat in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van v oedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. Een en ander met inachtneming van de bij deze voorschriften behorende Staat van Horecaactiviteiten." onder maatschappelijke voorzieningen wordt verstaan:"(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, sport, onderw ijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;" Uit artikel 1 1 (Horeca) van de voorschriften bij het bestemmingsplan volgt: 1.1 De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor horecabedrijven.

zaaknummer: BRE 14/6981 WA BOA blad 3 1.2 De op kaart aangewezen gronden ter plaatse van de op de kaart opgenomen nadere aanwijzing "lb" zijn uitsluitend bestemd voor horecabedrijven zoals bedoeld in categorie la of lb van de Staat \an 1 loreca-activ iteiten. met de daarbij behorende bijgebouwen, bouwwerken, parkeervoorzieningen en erven. 1.3 De op de kaart aangewezen gronden ter plaatse van de op de kaart opgenomen subbestemming "maatschappelijke voorzieningen" zijn uitsluitend bestemd voor een maatschappelijke voorzieningen. 5. Het college stelt zich op het standpunt dat de planvoorschriften in artikel 11 zodanig gelezen moeten worden dat op gronden met de subbestemming "maatschappelijke voorzieningen" naast de hoofdbestemming "horecadoeleinden" tevens doch uitsluitend een gebruik ten behoeve van 'maatschappelijke doeleinden' is toegestaan. De rechtbank is - anders dan het college - van oordeel dat het gebruik van uitsluitend" in artikel 11. lid 1.3, van de planvoorschriften betekent dat de op de verbeelding aangewezen gronden met de bestemming Horeca en subbestemming "maatschappelijke voorzieningen" alleen gebruikt kunnen worden voor horeca ten behoeve van (overheidsvoorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren. Het vergunde sushi-restaurant valt niet binnen deze uitleg en is daarmee ter plaatse van genoemde subbestemming niet toegestaan. Het belang van de rechtszekerheid verzet er zich tegen om de toelaatbaarheid van reguliere horeca in de planv oorschriften te lezen. Er is naar het oordeel van de rechtbank in zoverre geen sprake is van een evidente omissie, zoals het college heeft betoogd. 6. De aanvraag kan dus alleen worden ingewilligd, indien tevens omgevingsvergunning wordt verleend voor het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan. De grondslag daarvoor kan in dit geval alleen worden gevonden in artikel 2:12, eerste lid, onder a, onder 3 0 van de Wabo. De aanvraag moet worden geacht mede een dergelijke aanvraag te omvatten. In een dergelijk geval is, op grond van artikel 3.10. eerste lid, van de Wabo, Afdeling 3.4 op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag van toepassing. Op grond van artikel 3.10. v ierde lid. aanhef en onder b, van de Wabo blijft dan paragraaf 4.1.3.3. van de Awb buiten toepassing. Dat betekent dat van het verlenen van een omgevingsvergunning van rechtswege geen sprake kan zijn. De omstandigheid dat het college er vanuit is gegaan dat de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, kan niet afdoen aan het dwingendrechtelijke voorschrift van artikel 3.10. eerste lid, van de Wabo. Het bestuursorgaan is. op grond van artikel 3.1. derde lid, van de Wabo, weliswaar verplicht om de aanvrager kenbaar te maken welke procedure van toepassing is, maar deze bepaling geeft geen bevoegdheid om voor de betrokken aanvraag van de wettelijk voorgeschreven voorbereidingsprocedure af te wijken. 7. Naar het oordeel van de rechtbank kan het bestreden besluit daarom geen stand houden en dient het college alsnog met toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure een beslissing op de aanv raag van 12 februari 2014 te nemen. 8. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen. Gelet op de door het college uit te voeren belangenafweging en het in dat verband nog uit te voeren onderzoek, ziet de rechtbank geen mogelijkheid om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of om anderszins zeifin de zaak te voorzien. Het college zal opnieuw op de aanvraag dienen te beslissen met in achtneming

zaaknummer: BRE 14/6981 WABOA blad 4 van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank zal het college opdragen dit te doen binnen een termijn van 8 weken na de verzending v an de uitspraak. 9. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiseres te worden vergoed. 10. De rechtbank zal verweerder veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op 6 980,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van 6 490,- en wegingsfactor 1). Gezien de aard van de procedure kunnen de overige door eiser genoemde kosten, te weten een schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente niet in aanmerking komen voor vergoeding. Beslissing De rechtbank: - verklaart het beroep gegrond; - vernietigt het bestreden besluit: - draagt het college op binnen 8 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag: - draagt het college op het betaalde griffierecht van 6 328.- aan eiseres te vergoeden; - veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van fc 980.-. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire. griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2015. griffier Afschrift verzonden aan partijen op: 2 1 JUL 2015 Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.»chtb, West-; WOORFOTOKOPVE De!ľeÍ^NVest-Brab^^

3 'k PostNL Port Betaald de Rechtspraak Rechtbank Zeeiand-West-Brabant Port Paye Pays-Bas R ML Aangetekend G-A-l Port Betaald PortPaijé ļpsstnĩ) postnl Pays-Bas i Postbus 90110, 4800 RA Breda