1 We gaan het 12-e vers bestuderen: VnT: Vnyl"^if o@lm:iy lvawf rm"oahf ymi la"vmw:=lae,ifhf rmeoa^y -v.,t"ymi:n V,ywIfn a_hf rm"oahf = prt.act. van rma; letterlijk: de zeggende o@lm:iy = hij zal koning zijn Vnyl"^if = over ons ( lae+ APV Vn = Vnyl"^if ) VnT: = geef ons! (hieroverstraks meer),t"ymi:n V = en wij zullen hen doden (hieroverstraks meer) Vertaling: Toen zei het volk tegen Samuel: Wie is hij, die heeft gezegd: Zou Saul over ons koning zijn? Geef die mannen, opdat wij hen doden. Opmerkingen VnT:; De geb. ws. mnl. ev. van ntn (= geven) luidt: ]T". Daarachter staat het APV Vn (= ons) We zien: ]T"+ APV Vn = VnT:,t"ymI:n V; Misschien zag u het werkwoord tvm (= qal: sterven, hi: doden) er in. Dat is namelijk het geval. Het is een hifiel-vorm van het imperfectum van tvm, letterlijk: en wij zullen doden hen. Dat het om "wij" gaat ziet u aan de n:,t"ymi:n V. Het APV (,"= hen) zult u vast wel herkend hebben! Het werkwoord tvm gaat net zo als het werkwoord,vq = opstaan. Hier volgen enkele belangrijke hifiel-vormen van,vq = hi.:oprichten perfectum hi,yqih" hij richtte op; hij heeft opgericht perfectum hi VmyqI^h" zij richtten op; zij hebben opgericht imperfectum hi,yqify hij richt op; hij zal oprichten imperfectum hi VmyqI^fy zij richten op; zij (m) zullen oprichten narrativus hi,qef^y -v en hij richtte op inf.c. en prt.act. hi,yqihf oprichten / oprichtend
2 voorbeelden: tymih" oal,h"y"n B:=tae:v oal = niet; tymih" = hij doodde; hi: perfectum Vertaling: En hun zonen doodde hij niet. OtymIh_l- wq"b-m:v qydij-l- iwfrf hpeoj hpeoj = loerend; prt.act. qal mnl. ev. van hpj = loeren; iwfrf = de goddeloze qydij-l- = naar de rechtvaardige; wq"b-m:v = en zoekend; prt.act.pi. van wqb = pi.: zoeken OtymIh_l- = om te doden hem; inf.c. hi. mnl.ev. met voorzetsel en APV Vertaling: letterlijk: loerend (is) de goddeloze op de rechtvaardige en hij is zoekend om te doden hem. In goed Nederlands: De goddeloze loert op de rechtvaardige, en zoekt hem te doden. We lezen weer verder; nu het 13-e vers. hvhy=hsfif,oyh- yki hez h-,oyb- wyai tm-vy=oal lvawf rmeoa^y -v la"rfs:iy B: hifvwt: tm-vy = hij zal gedood worden (hierover een andere keer meer) hez h- = (de) deze Vertaling: En Saul zei: Er zal op deze dag geen man gedood worden, want de HEERE heeft heden verlossing aan Israel geschonken. Zie volgende pagina!
3 Aanwijzende voornaamwoorden Aanwijzende voornaamwoorden zijn: die, deze, dat. Ze kunnen zelfstandig en bijvoeglijk gebruikt worden. Dit is de christelijke school en dat de openbare school. In deze zin is het aanwijzend voornaamwoord tweemaal zelfstandig gebruikt. Deze school is een christelijke school. Hier is het aanwijzend voornaamwoord bijvoeglijk gebruikt. hez h- = (de) deze; hez h- = hez +h-; "hez " is een aanwijzend voornaamwoord. Hieronder vindt u er nog meer! hez toaz hlea"^ hoort bij een manlijk woord (enkelvoud) hoort bij een vrouwelijk woord (enkelvoud) hoort bij manlijke en vrouwelijke woorden (meervoud) Voorbeelden (Let u goed op de verschillen!) toazh- riihf = deze stad (het aanwijzend vnw. is bijvoegelijk gebruikt) riihf toaz = dit is de stad (het aanwijzend vnw. is zelfstandig gebruikt) hez h-,oyh- = deze dag (bijvoegelijk gebruikt),oyh- hez = dit is de de dag (zelfstandig gebruikt) hlea"^hf,yribfd:h- = deze woorden (bijvoegelijk gebruikt),yribfd:h- hlea"^ = dit zijn de woorden (zelfstandig gebruikt),w"=y"n b: hlea"^ = dit zijn (de) zonen van Sem (zelfstandig gebruikt) U ziet: Het aanwijzend voornaamwoord kan zelfstandig gebruikt worden; het heeft dan geen lidwoord. Het kan ook bijvoegelijk gebruikt worden: het heeft dan wel een lidwoord.
4 Waar is het lidwoord? Bekijk de volgende woorden goed! qydij-l-= naar de rechtvaardige, rpec"^b-= in het boek W e vertalen naar de rechtvaardige, maar waar staat het lidwoord? Hetzelfde geldt voor in het boek. Onthoud: Na B:, K: en l: verdwijnt het lidwoord en krijgt het voorzetsel de klinker van het lidwoord. Opdracht: Vertaal de volgende zinnetjes: Onthoud de volgende woorden:,hel"a_ = tegen hen; hfv ji = hij gebood, hij heeft...; perfectum, pi. van hvj = pi.: gebieden rpec"^ = boek la"vmw:=lae,ifhf rmeao^y -v,oyb- wyai tm-vy=oal lvawf rmeoa^y -v tymih" oal,h"y"n B:=tae:v,w"=y"n b: hlea"^ Vnyl"^if o@lm:iy lvawf rm"oahf ymi =,t"ymi:n V,ywIfn a_hf VnT: hlea"^hf,yribfd:h-=tae,hel"a_ rb"d-:y -v hvhy hfv ji rwea_ rbfdfh- hez rpec"^b- toaz obtk: hwem=lae rmeao^y -v Maak ook de extra oefening! U kunt deze vinden op de site als u "extra oefeningen" aanklikt.
5 ANTWOORDEN Onthoud de volgende woorden:,hel"a_ = tegen hen hfv ji = hij gebood, hij heeft...; perfectum, pi. van hvj = pi.: gebieden rpec"^ = boek Opdracht: Vertaal de volgende zinnetjes: la"vmw:=lae,ifhf rmeoa^y -v = En het volk zei tegen Samuël. hez h-,oyb- wyai tm-vy=oal lvawf rmeoa^y -v = En Saul zei: Er zal op deze dag geen man gedood worden tymih" oal,h"y"n B:=tae:v = En hun zonen doodde hij niet.,w"=y"n b: hlea"^ = Dit zijn (de) zonen van Sem. Vnyl"^if o@lm:iy lvawf rm"oahf ymi = Wie is hij, die heeft gezegd: "Zou Saul over ons koning zijn?",t"ymi:n V,ywIfn a_hf VnT:= Geef die mannen, opdat wij hen doden. hel^"afh,yirfb:d-h=tea,eh"l_a r"b-d:y-v= En hij sprak tot hen deze woorden. hvhy hfvij rew_a rfbfd-h hez= Dit is het woord dat de HEERE bevolen heeft. rpec"^b- toaz obtk: hwem=lae rmeoa^y -v = En hij zei tegen Mozes: "Schrijf dit in het boek."