Roodkapje. Jacob Grimm en Wilhelm Grimm. bron Jacob Grimm en Wilhelm Grimm, Roodkapje. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1905.

Vergelijkbare documenten
Roodkapje. Charles Perrault. bron Charles Perrault, Roodkapje. K.H. Schadd, Amsterdam dbnl

Roodkapje. Leonard Roggeveen. bron Leonard Roggeveen, Roodkapje. Met illustraties van Rie Cramer. G.B. van Goor Zonen, Den Haag 1937.

R o o d k a p j e - M a r i o n S n ij d e r s. d e

Lesbrief SPRIETSELS Improvisatietheater

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

De drie beeren. bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Ki 4304 De drie beeren. K.H. Schadd, Amsterdam 1869

Annemarie Bon. Er was eens. Zeven sprookjes om zelf te lezen. Met tekeningen van Sandra Klaassen

Poppenkastverhaaltje Sprookje

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

De steen die verhalen vertelt.

GEELHESJE. Hier is een poging: links het origineel, rechts de aanpassing. ROODKAPJE GEELHESJE

Aan de slag met de teksttrainer. Ilse Mestdagh en Gerti Wouters

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

De haas en de egel. Wilhelm Grimm en Jacob Grimm. bron Wilhelm Grimm en Jacob Grimm, De haas en de egel. Z.n., z.p

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

Fidel en zijn kameraadjes

Weg met die krokodil!

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

roodkapje Er was eens

Ruth 1. Ruth en Noömi

Bewegingsverhaal: Ritme en expressie Els Wostyn

Mapje en Papje in het Hazenbosch

Bart Moeyaert. Blote handen

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Bron: De sprookjes van Grimm; volledige uitgave, vertaald door M.M. de Vries-Vogel. Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.


Hansje en Fransje. F.A. Haak-Ochsendorf. Zie voor verantwoording:

Asschepoester. Charles Perrault. bron Charles Perrault, Asschepoester. Van Holkema en Warendorf, Amsterdam dbnl

Tommie, Dik en Esmeralda

Voor Cootje. de vuurtoren

Moeders bloemen. Agatha Snellen. bron Agatha Snellen, Moeders bloemen. Gebr. Kluitman, Alkmaar dbnl / erven Agatha Snellen

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

OPGELEGDE TEKSTEN DERDE JAAR (EERSTE JAAR TWEEDE GRAAD) Drama

We bespieden de Watergeest

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Makkers en rakkers. Nel Ooievaar. bron Nel Ooievaar, Makkers en rakkers. 'De Vliegende Hollander', Utrecht ca dbnl

2 Koningen 4:11-37 (nbv)

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

Val. Als je been slaapt en het bloed gaat weer stromen, dan doet het pijn, ken je dat? Leslie Feinberg: Een butch zingt de blues

Het oolijke dierenboek

\C-o. Hansje en Fransje wonen boven op een berg Naar boven is het sjouwen, maar naar beneden is het niet erg.

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

de bernadette watts collectie

... NAAR EEN BETERE WERELD

Lees wat Bennie Burgers dee en doe er uw voordeel mee

De boekenbeer Module dans groep 1-2

De gebroeders Leeuwenhart

Dit boekje is van... Meneertje Kietel_Binnen.indd :20 Meneertje Kietel_Binnen.indd :05

bron Moeder Hubbard en haar hond. P.M. van der Made, Amsterdam 1860

Avonturen in Dwergenland

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Kikker in de kou. geschreven door Max Velthuijs

DE BETOVERENDE REIS. Verteld door Stiefmama

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan!

Sam en de Wonderolie Museum Catharijneconvent 2016

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Een mooie dag; een indianenverhaal. Daphne de Bruin 2010

Jimmy s thuiskomst. Er was echter één huis waar geen lichtjes brandden. Het leek haast alsof niemand daar kerstmis vierde.

Parking - N E Je ziet hier een bord op het hek. Zet beide GROTE letters om in cijfers. Dit is A=... en B=...

Geboortegedichtjes. Wie zegt dat er geen wonderen gebeuren. En ook nog nooit gebeurd zijn bovendien. Die moet beslist met eigen ogen

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Ze verschijnen ook op de Oase website.

gistermiddag had ik met iemand een gesprek over er bijna zijn het was een gesprek met mijn nichtje van 4 en we zaten in bad

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!


Niet in slaap vallen hoor!

Nooit had zijn moeder over haar vader gesproken en nu hij dood was, moest ze de hele dag huilen.

Eerste druk, september Tiny Rutten

De morgendienst in de Hoeksteen op 10 februari Lied voor de dienst, uit het Liedboek 283: 1,2,3,4 In de veelheid van geluiden

De hoed van Oom Nacho

Zondag 8 april. Welkom in De Regenboog

In de vriendschap tussen mensen is het Gerlachus zelf die ons groet.

Liturgie paasviering

Mededelingen door de ouderling van dienst. Ingrid de Gier Jeugd ouderling

Niemand op mijn kerstfeest

Verhaal: Jozef en Maria

Ik dacht even dat het weer een droom was. Maar dat is niet zo. Je bent me niet vergeten. Ondanks alles. Kom je nog een keertje langs?


Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Gerard van Gemert. Kopduel I E F D E G O ALT J E S D

Eva geeft geen antwoord. Ze leest samen met Lieke in het kookboek. Nu moet er suiker en boter bij, zegt Lieke. En een snufje

Vermoord? vroeg Evi angstig. Ongetwijfeld. Maar de directeur... Vermoord, herhaalden we beslist. Daarna hebben ze zijn lichaam ondergedompeld in een

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

1


geheim nooit aan iemand anders vertelt. En vooral niet aan grote mensen. Dat zou rampzalige gevolgen hebben. Ze zouden zeggen dat ik een gevaarlijke

Transcriptie:

Roodkapje Jacob Grimm en Wilhelm Grimm bron. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1905 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/grim001rood01_01/colofon.php 2011 dbnl

2

3 [Roodkapje] Er was eens een aardig klein meisje, en iedereen, die haar slechts aankeek, hield van haar. Maar de Grootmoeder hield wel het allermeest van haar. Eens gaf de oude vrouw het meisje een kapje van rood fluweel ten geschenke. En dat stond haar zoo goed, dat ze nooit meer iets anders dragen wilde. Daarom heette het meisje voortaan Roodkapje. Op zekeren dag zei de Moeder van het meisje: Kom, Roodkapje, je moest dit stukje taart en deze flesch wijn eens aan je Grootmoeder gaan brengen; ze is wat ziek en zwak; 't zal haar goed doen. Ga naar haar toe, vóór het zoo warm wordt, en pas onder weg goed op, en loop niet langs zijpaadjes, anders val je nog en breek je de flesch, of valt de taart in den modder, en dan krijgt Grootmoeder niets. En als je binnen komt, vergeet dan niet om goedenmorgen te zeggen en neus niet eerst overal rond. Ik zal heusch aan alles denken, sprak Roodkapje en ze gaf haar Moeder haar hand er op.

4

5 Maar Grootmoeder woonde diep in het bosch, wel een half uur van het dorp. Toen nu Roodkapje door het bosch liep, kwam zij den wolf tegen. Goedenmorgen, Roodkapje! zei hij. Waar ga je zoo vroeg al heen? Naar Grootmoeder, die is wat ziek en nu breng ik haar een stuk taart en wat wijn om weer aan te sterken. Zeg eens, Roodkapje, waar woont je Grootmoeder wel? Nog veel verder het bosch in, onder die drie groote eikenboomen staat haar huisje, antwoordde Roodkapje. De wolf dacht bij zich zelf: Dat kleine mollige ding lijkt me wel een vet hapje, dat zal beter smaken dan die oude; nu opgepast, dat je ze allebei te peuzelen krijgt! Eerst liep hij een eindje naast Roodkapje mee, toen zei hij: Roodkapje, kijk toch eens naar de mooie bloemen, die hier overal bloeien; je kijkt maar voor je uit alsof je naar school wandelt, en 't is toch zoo mooi in het bosch! Roodkapje keek nu rond en toen ze zag hoe 't overal vol mooie bloemen stond, dacht ze: Als ik voor Grootmoeder eens een frisschen ruiker meebracht, wat zal ze dan blij zijn. En dadelijk liep ze van het pad het bosch in en plukte de bloempjes en dwaalde al verder en verder het bosch in. Maar de wolf liep recht door naar het huisje van Grootmoeder en klopte aan de deur. Wie is daar? Roodkapje, dat taart en wijn voor u meebrengt; maak maar open.

6

7

8 Til de klink maar op, riep de Grootmoeder, ik ben te zwak en kan niet opstaan. De wolf tilde de klink op, de deur ging open en, zonder een woord te spreken, sprong hij op het bed van Grootmoeder en hapte haar op. Daarna trok hij haar kleeren aan, zette haar muts op, ging in het bed liggen en trok de gordijn dicht. Toen Roodkapje zooveel bloemen geplukt had, dat zij ze haast niet meer kon dragen, dacht ze in-eens aan Grootmoeder en haastte zich nu naar het huisje. Ze was wat verwonderd, dat de deur openstond en nog meer, dat ze geen antwoord kreeg, toen ze goedenmorgen riep. Toch liep ze naar het bed en daar lag Grootmoeder; maar die had haar muts diep over de oogen getrokken en zag er wel wat vreemd uit. Maar, Grootmoeder, wat heeft u groote ooren! Dat is om beter te kunnen hooren. Maar, Grootmoeder, wat heeft u groote oogen! Dat is om beter te kunnen zien. Maar, Grootmoeder, wat heeft u groote handen! Dat is om je beter te kunnen pakken. Maar, Grootmoeder, wat heeft u een vreeselijk grooten mond! Dat is om je beter te kunnen opeten! Nauwelijks had de wolf dit gezegd, of hij sprong uit het bed en slokte arm Roodkapje op.

9

10 Nadat de wolf zijn honger gestild had, ging hij weer naar bed, sliep in en begon flink hard te snurken. De jager kwam juist voorbij het huisje en dacht: Wat die oude vrouw toch snurken kan; ik moest eens even kijken, of haar iets scheelt. Hij trad de kamer binnen en toen hij voor het bed gekomen was, zag hij, dat het de wolf was, die er in lag. Wat! vind ik je hier! jou ondeugend beest, zeide hij, ik heb al lang genoeg naar je gezocht. Hij wilde zijn geweer al aanleggen, maar daar bedacht hij zich, dat de wolf de Grootmoeder wel kon hebben opgegeten, en dat ze dan misschien nog te redden zou zijn.

11

12 Hij schoot dus niet, maar nam een schaar en begon den slapenden wolf voorzichtig den buik open te knippen. Toen hij nog pas een paar knippen had gedaan, zag hij al het roode kapje te voorschijn komen. En na nog een paar knippen sprong het meisje naar buiten, en riep: O, wat was ik geschrokken en wat was 't daar donker binnen in den wolf!

13

14 En toen kwam ook de oude Grootmoeder voor den dag; die was ook nog levend, maar ze kon bijna niet meer ademhalen. Roodkapje haalde toen vlug een paar groote steenen; daarmee werd het lichaam van den wolf gevuld, en toen hij wakker werd en hard weg wilde loopen, waren de steenen zoo zwaar, dat hij dood neerviel... Wat waren alle drie blij; de jager stroopte de huid van den wolf af en ging er mede naar huis; Grootmoeder at van de taart en dronk wat van den wijn, die haar kleindochtertje had meegebracht. Maar Roodkapje dacht: Van mijn leven zal ik nooit weer van den weg het bosch inloopen, wanneer Moeder het verboden heeft.

15