Buro SRO bv t Goylaan 11 3525 AA Utrecht BTW nummer: NL8187.16.071.B01 KvK nummer: 30232281 Rabobank rekeningnummer: NL44.RABO.0142.1540.24 MEMO advies bouw nieuwe stal Doespolderkade 1-2 in molenbiotoop De Grosmolen, Hoogmade aan: van: Sander Wijsman, Agrarisch handels- en adviesbureau Wijsman Buro SRO / mr. J.J. van Nuland/ drs. ir. R.C.M. van den Oetelaar datum: 19 juli 2016 Inleiding In deze memo gaan wij in op de haalbaarheid van de bouw van een nieuwe stal binnen de molenbiotoop van de Grosmolen in Hoogmade. In de Verordening ruimte 2014 van de provincie Zuid-Holland is voor de omgeving van traditionele windmolens regelgeving opgenomen. Het gaat in dit kader om het garanderen van de vrije windvang en het zicht op de molen. Dit betekent dat beperkingen worden gesteld aan de hoogte van bebouwing en beplanting binnen de molenbiotoop, die een omvang van 400 m heeft, gerekend vanuit het middelpunt van de molen. De beoogde nieuwe stal ligt op circa 300 m van het middelpunt van de molen en valt daarmee binnen de biotoop. Voor het bepalen van de maximum bouwhoogte is in de verordening onderscheid gemaakt in molens die binnen bestaand stads- en dorpsgebied zijn gelegen en molens die daarbuiten zijn gelegen. Voor molens buiten bestaand stads- en dorpsgebied, zoals de Grosmolen, is de zogenaamde 1:100 regel van toepassing. Elke 100 m mag er 1,0 m hoger gebouwd worden, waarbij de eerste 100 m niet hoger gebouwd mag worden dan de onderste punt van de verticaal staande wiek. In deze memo beargumenteren wij worden waarom het, ondanks de strijdigheid met de verordening, toch verantwoord is om ter plaatse hogere bebouwing toe te staan. Wij zullen hierbij achtereenvolgens ingaan op de ligging van de beoogde stal ten opzichte de Grosmolen inclusief maaiveldhoogte, het geldende bestemmingsplan, de bestaande bebouwing en beplanting in het plangebied, de beoogde toekomstige situatie met de nieuwe stal, de heersende windrichting. Tenslotte vatten wij alles samen in een conclusie. (Hoogte)ligging plangebied De beoogde locatie van de nieuwe stal is gelegen aan de Doespolderkade 1-2 te Hoogmade en de Grosmolen uit 1640 is gelegen aan de Doespolderweg 2, eveneens te Hoogmade. Hieronder een impressie van de ligging van de nieuwe stal (zwart vierkant) en de molen in relatie tot de molenbiotoop met daarin de hoogtemetingen die in de bestaande situatie de biotoopnorm overschrijden (Bron: Molenbiotoopinventarisatie Zuid-Holland 2010, bijlage biotooprapport: 42, bewerking SRO):
De kortste afstand van de nieuwe stal tot het middelpunt van de molen bedraagt circa 240 m. Dit betekent dat de maximum bouwhoogte op basis van de de zogenaamde 1:100 regel 1,4 m bedraagt, aangezien de stellinghoogte van de Grosmolen 0 m bedraagt (met andere woorden: de wieken komen in de verticaal staande stand tot op het maaiveld). Hier moet het verschil in maaiveldhoogte nog bij opgeteld worden. De maaiveldhoogte ter plaatse van de Grosmolen bedraagt circa -0,4 m NAP en ter plaatse van de nieuwe stal circa -1,4 m NAP (Bron; Actueel Hoogtebestand Nederland). De Grosmolen ligt daarmee circa 1,0 m hoger dan de beoogde nieuwe stal. Dit betekent dat de maximum toegestane bouwhoogte op basis van de 1:100 regel circa 2,4 m bedraagt. Geldend bestemmingsplan De gronden in het plangebied vallen binnen het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude van de voormalige gemeente Jacobswoude en hebben hierin de bestemming Agrarische doeleinden (A, artikel 16) met de subbestemming Grondgebonden veehouderij (Av) en de nadere aanwijzing bouwvlak (b). Het hele huisperceel waaronder de beoogde locatie van de nieuwe stal valt binnen het bouwvlak. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend op gronden met de nadere aanwijzing bouwvlak (b) worden gebouwd. Gebouwen en overkappingen mogen een maximum goot- en bouwhoogte hebben van 6,0 m respectievelijk 12,0 m. De beoogde nieuwe stal past binnen deze maatvoering (zie verderop onder de kop beoogde toekomstige situatie). Voor bedrijfswoningen geldt een maximum goot- en bouwhoogte van 6,0 m respectievelijk 10,0 m. Tevens is te zien dat de beoogde locatie van de nieuwe stal (rode arcering) valt binnen de aanduiding molenbiotoop (artikel 31). Binnen dit artikel is net zoals in de Verordening ruimte 2014 de 1:100 regel vastgelegd. Aan deze hoogtebepaling wordt niet voldaan, zoals onder de kop (hoogte)ligging plangebied al aangegeven. pagina 2 van 8
Bestaande bebouwing en beplanting Op dit moment ziet de bebouwing in het plangebied er als volgt uit (bron: bing.com/maps): Aan de noordoostzijde van het plangebied bevindt zich een bedrijfswoning met een bouwhoogte van circa 12,0 m (inclusief schoorsteen) en ten westen daarvan een burgerwoning die iets lager is. Ten zuiden van de burgerwoning ligt een ligboxenstal met een bouwhoogte van 6,8 m en aan de noordwestzijde daar tegenaan gebouwd, een bedrijfsloods met een bouwhoogte van circa 6,0 m. Aan de zuidzijde van het plangebied komen daarnaast nog sleufsilo s voor. Met name rondom deze loods (zie navolgende foto) bevinden zich bomen van circa 12 m (circa 10,8 m +NAP) uitkomen. De overige beplanting is lager. In het eerder aangehaalde biotooprapport (nr. 42) staat dat zeer geringe windhinder wordt ondervonden van de erfbeplanting in het plangebied, in casu de bomen achter de loods en de ligboxenstal. Desondanks is sprake van een goede molenbiotoop, omdat de Grosmolen compleet vrij in het landschap staat. pagina 3 van 8
Beoogde toekomstige situatie Op 18 m ten oosten van de bestaande ligboxenstal is een nieuwe stal geprojecteerd (dikke zwarte lijn binnen rode arcering) met een voetprint van circa 42,0 x 36,0 m en een maximum bouwhoogte van 10,8 m. Deze bouwhoogte ligt ruim boven de toegestane bouwhoogte van 2,4 m uitgaande van de biotoopformule (= 1:100 regel) en betreft het midden van de stal. Het deel aan de zuidzijde is met een bouwhoogte van circa 8,3 m een stuk lager. Op navolgende afbeeldingen is de beoogde nieuwe stal weergegeven (bron: Invepro bouwbedrijf, nr. 2150148, d.d. 29 maart 2016). De voorgevel ligt aan de westzijde van de stal, de achtergevel aan de oostzijde, de rechtgevel aan de zuidzijde en de linkergevel aan de noordzijde. pagina 4 van 8
Heersende windrichting Belangrijk om te bepalen of nieuwe stal hinder zal veroorzaken voor de molenbiotoop is de heersende windrichting. Het KNMI heeft op haar internetpagina windrozen beschikbaar gesteld van de Nederlandse hoofdstations. In deze windrozen wordt de langjarig gemiddelde windriching en windsnelheid op 10,0 m hoogte weergegeven. Het meest nabijgelegen hoofdstation is Schiphol. Op navolgende afbeeldingen zijn de windrozen van januari, april, juli en oktober opgenomen. Deze windrozen zijn representatief voor het hele kalenderjaar. pagina 5 van 8
Het plangebied ligt ten west noordwesten (WNW) van de molen. Uit bestudering van de windrozen blijkt dat de wind in januari circa 5 % van de tijd uit de richting van het plangebied komt, in april betreft dit circa 8 %, in juli circa 10 % en in oktober circa 4 %. Gemiddeld waait het ongeveer 7 % van de tijd vanaf het plangebied richting de molen. Dit is een relatief beperkte tijd. Tevens valt op aan de blauwe kleur van de balkjes dat de gemiddelde windsnelheid uit deze windrichting laag is. pagina 6 van 8
Conclusie Het plangebied (en de directe omgeving van het plangebied) is primair landbouwgebied, zodat dit belang ons inziens zwaar weegt. Bovendien is de nieuwe stal geprojecteerd binnen het bestaande bouwvlak uit het geldende bestemmingsplan en blijft er ook na de realisatie van de stal een open ruimte over van minimaal circa 240 m tussen de Grosmolen en de stal. Om te laten zien wat de impact is van de nieuwe bebouwing, is vanaf de top van de bestaande bomen en bebouwing, een rechte lijn getrokken richting het middelpunt van de Grosmolen op maaiveldhoogte. Ter hoogte van de bestaande bomen achter de loods en de ligboxenstal valt uit navolgende afbeelding(en) op te maken dat deze beplanting maatgevend is. Ter hoogte van de burgerwoning en de bedrijfswoning (tentdak) zal de nieuwe stal maatgevend zijn. Met een gele gele arcering is aangegeven wat de extra impact is die de nieuwe stal veroorzaakt op de molenbiotoop ten opzichte van de bestaande situatie. Dit betreft maximaal 6,0 6,5 m over een zeer beperkte hoek (5 graden rondom de molen). Daarnaast blijkt uit de windrozen dat het gemiddeld slechts ongeveer 7 % van de tijd vanaf het plangebied richting de molen waait. Dit betreft een range van 30 graden op de windroos, terwijl uit voorgaande 3D afbeeldingen blijkt dat er slechts over 5 graden (1/6 deel hiervan, zijnde 1,2 %) een verslechtering optreedt. pagina 7 van 8
In bijna 99 % van de gevallen is dit dus niet het geval. Tevens is de gemiddelde windsnelheid uit het westnoordwesten laag. De Grosmolen draait verder op dit moment alleen in zijn eigen water omdat het niveau van het polderwater zo ver is gezakt dat het rad van deze molen geen geen polderwater meer kan pakken. De Grosmolen kan dus niet meer malen en heeft alleen een recreatieve funtie. Door de combinatie van de huidige bebouwing en bomen, de lage frequentie en de lage windsnelheid uit het west-noordwesten en de grote afstand tot het middelpunt van de Grosmolen zal de nieuwe stal slechts beperkt extra hinder veroorzaken. Een goede molenbiotoop voor de Grosmolen blijft ondanks de bouw van de nieuwe stal gegarandeerd. pagina 8 van 8