Besluit. Maatschap Sleiderink T.a.v. de heer H.J.M. Sleiderink Harbertweg RD BEUNINGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Vergelijkbare documenten
Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 10 november 2010.

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: Plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d met bladnummer NB-02.

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: plattegrondtekening d.d behorende bij de melding verplaatsen inrichting.

Besluit. Melkveebedrijf Knol Hoofdweg RC BALKBRUG. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer/mevrouw Knol,

Besluit. Klussenbedrijf Smelt t.a.v. de heer J. Smelt Harmsenweg EE VRIEZENVEEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Besluit. Berends Melkveehouderij bedrijf de heer J.R.A. Berends Echelpoelweg KK WEERSELO

De aanvraag inclusief bijlagen maakt onderdeel uit van deze vergunning.

Besluit. De heer L.L.M. Kortier Kortenroelefsweg PP HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Kortier,

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: De technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 15 januari 2004.

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Besluit. Kremer Diffelen de heer G.B.G. Kremer Grote Esweg DG DIFFELEN. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: tekening aangevraagde situatie, zoals bij de aanvraag gevoegd.

Besluit. Maatschap Schutte t.a.v. M.A.M. Schutte Beekzijdeweg RV VASSE. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Besluit. V.O.F. Schrotenboer Radewijkerweg RH RADEWIJK. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer / mevrouw Schrotenboer,

Besluit. Melkveebedrijf Aaftink C.V. t.a.v. de heer Aaftink Dorperdijk 2 te Holten 7451 MK HOLTEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Besluit. Maatschap Nijhof de heer Nijhof Oude Boekeloseweg SH HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Nijhof,

Besluit. De heer H. Koersen Bosjessteeg RK IJSSELMUIDEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Koersen,

Wij wijzigen uw vergunning van 27 februari 2013 (kenmerk 2013/ ), zoals u heeft aangevraagd.

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Besluit. De heren H.J.W. en F. Veltkamp en mevrouw J.A. Veltkamp-Hammink Stokkumervlierweg PK MARKELO

Besluit. H.T. Borstlap de heer H.T. Borstlap Schuineslootweg ST SCHUINESLOOT. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: De technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 19 november 2003.

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met de onderstaande tabel.

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Besluit. De heer L.B. Koggel Vilsterse Allee PB Vilsteren. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Koggel,

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Besluit. Maatschap J.W. H. en J. Rietman-Vos t.a.v. mevrouw J. Rietman-Vos Nieuwe Wetering PC MASTENBROEK

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door:

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking NBwet vergunning

veriissel provincie Besluit Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v. de heer J. Veldkamp Krieghuisweg 2a 8102 SV RAALTE

Besluit. Melkveebedrijf Dunnink t.a.v. de heer K. Dunnink Vriescheweg RK PUNTHORST. Uw aanvraag om een vergunning voor de Natuurbeschermingswet

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: de technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d

Wij wijzigen uw vergunning van 20 februari 2014, zoals u heeft aangevraagd.

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: technische tekening Plattegrondtekening met melkrobot + bordes, d.d

De heer G. Wolf Staarmansweg SK SLAGHAREN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Wolf,

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: technische tekening, tekeningnummer , M01, blad 1 en 2, d.d. 2 mei 2014.

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijk intrekking Nb-wet vergunning

Besluit. De heer D.J. Abbink Deventerweg 75a 7451 MC HOLTEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Abbink,

Besluit. B.E.G. ten Doeschot Woolderesweg LR HENGELO (OV) Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Besluit. De heer G. Schutte Molenweg RE HAARLE. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Schutte,

Besluit. Melkveebedrijf A.K. Schilder de heer A.K. Schilder Kardoezenweg AW KAMPEN. uw aanvraag om een vergunning voor de Natuurbeschermingswet

Besluit. V.O.F. Schutte Agri t.a.v. de heer T. Schutte Brenderweg NV HOLTEN. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; verzoek gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Besluit. Maatschap H. en R.H. Drenten de heer H. Drenten De Meene 4 A 7779 DC HOLTHONE. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

verijssel provincie Besluit Baak Pluimvee B.V. t.a.v. de heer J.M.M. Baak Baksweg NG BELTRUM Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit. De heer N.A.H.H. Katier Rapperdsweg 1 a 7495 SK AMBT DELDEN. Natuurbeschermingswet 1998: aanvraag vergunning. Geachte heer Katier,

Besluit. De heer H.J. van Laar Veldingerveldweg BE DEN VELDE. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Van Laar,

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit. G.J.M. Oude Lenferink Beheer B.V. de heer G.J.M. Oude Lenferink Oldenzaalseweg LH FLERINGEN

1. Het bedrijf moet in werking zijn in overeenstemming met onderstaande tabel:

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: tekening van de gewijzigde aangevraagde situatie met kenmerk B-S3.688.

Besluit. v.o.f. Eeltink de heer J. Eeltink Hagenweg SX AMBT DELDEN. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit. Maatschap K.C. & M. de Boer-Meinardi T.a.v. de heer K.C. de Boer Bramenweg LM NIJEVEEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit. H.E.R. Schoonvelde en I. Schoonvelde-Slagter de heer H.E.R. Schoonvelde Schoonveldeweg PH KOEKANGE

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Besluit. De heer M.G.M. Gerner Steege PD MARIENHEEM. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Gerner,

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

verijssel provincie G.H.B. Rekers t.a.v. de heer G.H.B. Rekers Wittebergweg PN NUTTER Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vel lj33ci. provincie. Mts. Broenink de heer H. Broenink Wolbertdijk MT WEERSELO. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Transcriptie:

Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Sleiderink T.a.v. de heer H.J.M. Sleiderink Harbertweg 1 7588 RD BEUNINGEN Inlichtingen bij Bert van Adrichem telefoon 038 499 76 65 b.v.adrichem@overijssel.nl Zaaknummer Z-HZ_NB-2012-006175 Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning 1 Geachte heer Sleiderink, Op 6 augustus 2012 hebben wij een aanvraag om vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) van u ontvangen 1. Deze aanvraag heeft u tussentijds gewijzigd 2. Deze gewijzigde aanvraag is het uitgangspunt voor deze vergunning. De aanvraag betreft het in werking hebben van een rundveebedrijf met het houden van enkele schapen, geiten, legkippen en een volwassen paard alsmede de bestaande ligboxenstal voorzien van het emissiearme stalsysteem A1.9.2 aan de Harbertweg 1 te Beuningen. In deze brief geven wij onze beslissing weer. Besluit Wij besluiten, zoals in bijlage 1 weergegeven, een vergunning op grond van artikel 19d in het kader van de Nbwet aan u te verlenen voor het in werking hebben van een rundveebedrijf met het houden van enkele schapen, geiten, legkippen en een volwassen paard alsmede het voorzien van de bestaande ligboxenstal van het emissiearme stalsysteem A1.9.2 aan de Harbertweg 1 te Beuningen, zoals aangevraagd. In totaal worden 138 melk- en kalfkoeien, 107 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, 4 vleesstieren, 1 volwassen paard, 6 schapen, 6 geiten en 15 legkippen gehouden. De gehele aanvraag is onderdeel van de vergunning. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 1 EDO-kenmerk 2012/0192324 2 EDO-kenmerk 2013/0090513 Bijlagen Bijlage 1 verzending

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: 1. De inrichting moet in werking zijn in overeenstemming met de aanvraag. 2. De start en de oplevering van de verbouwingswerkzaamheden van de ligboxenstal (stal 2) moeten een week van te voren worden gemeld bij het Meldpunt van provincie Overijssel (tel.nr. 038 425 24 23), onder vermelding van de naam van het betrokken Natura 2000-gebied, de naam van de locatie en het kenmerk van de vergunning. Wanneer de houder van de vergunning handelt in strijd met de voorschriften, kan deze vergunning op grond van artikel 43, lid 2 van de Nbwet worden gewijzigd of ingetrokken. Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Bert van Adrichem op telefoonnummer 038-4997665. 2 Afschriften Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan Burgemeester en Wethouders van Beuningen het ministerie van Economische Zaken in s Gravenhage. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Willem van der Galiën, teamleider Vergunningverlening Bijlagen: Bijlage 1 Overwegingen bij het besluit

Niet mee eens? Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen kunt u hieronder lezen. Rechtsmiddel Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038-499 93 05). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. 3 U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op www.overijssel.nl/loket/bezwaar-klachten Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

Overwegingen bij het besluit Bijlage 1 Deze vergunning bestaat uit het besluit en de overwegingen. In deze bijlage zijn de overwegingen opgenomen. Het besluit en de overwegingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overwegingen zijn als volgt opgebouwd: A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving A1.2 Periode A1.3 Onderliggende documenten A1.4 Aanvullende gegevens A1.5 Aanvraag en Natura 2000 A2 Bevoegdheid 4 A3 Procedure A3.1 Zienswijzen A3.2 Verlengen beslistermijn A3.3 Coördinatie met andere wetgeving A3.4 Betrokkenheid andere provincies A4 Vergunningplicht B TOETSING B1 Wettelijk kader en beleid B1.1 Natuurbeschermingswet 1998 B1.2 Overig relevant beleid B2 Inhoudelijke beoordeling B3 Zienswijzen B3.1 Bespreking van ingediende zienswijzen C SLOTCONCLUSIE

A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving Maatschap Sleiderink vraagt een vergunning aan voor het in werking hebben van een rundveebedrijf met het houden van enkele schapen, geiten, legkippen en een volwassen paard aan de Harbertweg 1 te Beuningen. Het aantal dieren neemt ten opzichte van de huidige situatie iets af. Er worden geen gebouwen bijgebouwd. De aanwezige gebouwen voorzien in de aanvraag. Echter de bestaande ligboxenstal wordt intern verbouwd en voorzien van het emissiearme stalsysteem A1.9.2, BWL 2010.30.V1. De vloer van de ligboxenstal wordt voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten. 5 Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op versnelde afvoer van urine door de bolle thermoplastische rubber toplaag, waardoor er slechts weinig tot geen urine achterblijft en de omzetting van ureum naar ammoniak niet op de roostervloer plaatsvindt, maar in de mestkelder. Daarnaast vindt ammoniakemissiebeperking plaats door beperking van de uitstoot van kelderlucht middels het afsluiten van de roosterspleten door goed sluitende afdichtflappen. De aanvraag is tussentijds gewijzigd. In eerste instantie had aanvrager aangegeven dat er voor wat betreft de milieuvergunde situatie op de toetsingsdatum van de betrokken Habitatrichtlijngebieden sprake was van permanent opstallen van het melkrundvee. Nu er geen afdoende bewijsmiddelen voorhanden waren, die aantonen dat terecht is uitgegaan van permanent opstallen, heeft aanvrager in tweede instantie de aanvraag gewijzigd. Voor de vergunde situatie ten tijde van de toetsingsdatum van de betrokken Habitatrichtlijngebieden is voor de gewijzigde aangevraagde situatie aangegeven dat het melkrundvee wordt beweid. Daarnaast is de aangevraagde situatie zelf ook gewijzigd tot het dieraantal, zoals hieronder aangegeven in tabel 1. De aangevraagde situatie wordt in de loop van 2013 gerealiseerd. Een overzicht van het aangevraagde veebestand is in tabel 1 weergegeven. Tabel 1: aangevraagde situatie stalnr Diersoort Aantal dieren RAVcode Emissiefactor Emissie in kg NH 3/jr kg NH 3/jr 2 Melk- en kalfkoeien > 2 jr, beweiden 138 A1.9.2 4,7 648,6 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 19 A3 3,9 74,1 3 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 49 A3 3,9 191,1 4 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 28 A3 3,9 109,2 Vleesstieren 4 A6 7,2 28,8 Volwassen paard > 3 jr 1 K1 5,0 5,0 5 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 11 A3 3,9 42,9 9 Schapen > 1 jaar 6 B1 0,7 4,2 Geiten > 1 jr 6 C1 1,9 11,4 Legkippen 15 E2.100 0,315 4,7 Totaal 1.120,0

A1.2 Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. 6 A1.3 Onderliggende documenten Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende documenten meegezonden: aanvraagformulier d.d. 3 augustus 2012; projectomschrijving; overzichten met aantallen dieren en ammoniakemissie en deposities van de vergunde en aangevraagde situatie; topografische kaart ligging bedrijf; AAgro-Stacksberekening Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden vergunde situatie; AAgro-Stacksberekening Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden aangevraagde situatie; kaarten met toetspunten van Natura 2000-gebieden voor AAgro-Stacksberekeningen; ontwerpbesluit milieuvergunning van 2004 (aangevraagd d.d. 27 april 2004); melding Besluit landbouw milieubeheer aangevraagde situatie; plattegrondtekening aangevraagde situatie. Tevens zijn de volgende (aanvullende) documenten toegestuurd: nadere toelichting op de ingediende aanvraag; overzicht aantallen dieren en ammoniakemissie melding Besluit landbouw milieubeheer van 2007; accountantsverklaring d.d. 13 november 2012, kenmerk 201211131511/830470/mitte1-1.0. Vervolgens is het volgende (aanvullende) document toegestuurd: AAgro-Stacksberekening Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden vergunde situatie. Tot slot zijn de volgende (aanvullende) documenten toegestuurd: nadere toelichting gewijzigde aanvraag; gewijzigde AAgro-Stacksberekening Habiatrichtlijngebieden vergunde situatie; gewijzigde AAgro-Stacksberekening Vogel- en Habiatrichtlijngebieden aangevraagde situatie; gewijzigde plattegrondtekening aangevraagde situatie. A1.4 Aanvullende gegevens Op 14 augustus 2012 zijn aanvullende gegevens gevraagd. Deze gegevens zijn op 15 november 2012 ontvangen en ingeboekt onder nummer 2012/0266803. Tevens is op 6 december 2012 nog een aanvullend document ontvangen en ingeboekt onder nummer 2012/0283056. En tot slot zijn op 15 maart 2013 aanvullende gegevens ontvangen en ingeboekt onder nummer 2013/0090513. A1.5 Aanvraag en Natura 2000 Uw bedrijf heeft invloed op verschillende Natura 2000-gebieden, waarvan het Natura 2000- gebied Dinkelland het dichtst bij uw bedrijf ligt (circa 550 meter).

A2 Bevoegdheid Uitgangspunt bij de Nbwet 1998 (art. 2) is, dat gedeputeerde staten van de provincie, waarin beschermde natuurmonumenten en/of Natura 2000-gebieden geheel of grotendeels liggen, bevoegd zijn te beslissen over vergunningaanvragen ex art. 16 en art. 19d Nbwet. Daarbij is overeenstemming met gedeputeerde staten van de andere provincies nodig, waarin het beschermde gebied mede ligt, voor zover die vergunning betrekking heeft op delen van het gebied, in die andere provincies. Art. 2a van de Nbwet bepaalt, dat, als de aanvraag betrekking heeft op een handeling of project die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied dat binnen de grenzen van één provincie ligt, dan beslist GS van de provincie waarin dat deel ligt. De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig op het grondgebied van provincie Overijssel, zodat wij bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag. 7 A3 Procedure De vergunningprocedure is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk VIII van de Nbwet en de hiervoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. A3.1 Zienswijzen Naar aanleiding van uw aanvraag zijn een afschrift van uw aanvraag evenals de ontvangstbevestiging, op grond van artikel 44, lid 2, Nbwet, naar het college van Burgemeester en Wethouders van Beuningen en het ministerie van Economische Zaken, in s Gravenhage gestuurd. Op basis van artikel 44, lid 3, Nbwet is het college van burgemeester en wethouders gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Onder B3 wordt nader ingegaan op de ingebrachte zienswijzen en, als dat van toepassing is, onze reactie. A3.2 Verlengen beslistermijn Wij hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn met 13 weken (artikel 42, lid 2, Nbwet) te verlengen. A3.3 Coördinatie met andere wetgeving U hebt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om één van de betrokken bestuursorganen schriftelijk te verzoeken om coördinatie van besluitvorming (artikel 19ka, lid 2, Nbwet).

Wij wijzen u erop, dat voor de door u te verrichten activiteit, voor zover ons bekend, ook de navolgende op aanvraag te nemen besluiten nodig zijn (artikel 19ka, lid 1, Nbwet): Naam wet en van toepassing zijnde artikel Flora- en faunawet, artikel 75 Bevoegd bestuursorgaan en adres Dienst Regelingen, Team vergunningen en ontheffingen uitvoering, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1 Gemeente Beuningen, Van Heemstraweg 46, 6641 AE, Beuningen A3.4 Betrokkenheid andere provincies De betrokken Natura 2000-gebieden liggen volledig binnen de begrenzing van provincie Overijssel. Overeenstemming met een andere provincie is in dit geval niet aan de orde. 8 A4 Vergunningplicht Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen en tekeningen hebben we beoordeeld of de aangevraagde bedrijfsveranderingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied en/of beschermd natuurmonument kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wij hebben geconstateerd dat de activiteit negatieve effecten hebben op habitats in Natura 2000-gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. De activiteit leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats. Er is geen sprake van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Verder is er geen sprake van bestaand gebruik, in overeenstemming met art. 1 van de Nbwet. Daarmee is deze activiteit vergunningplichtig in het kader van art. 19d Nbwet. B TOETSING B1 Wettelijk kader en beleid B1.1 Natuurbeschermingswet 1998 Natura 2000-gebieden Artikel 19d, lid 1, van de Nbwet bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan een dergelijke vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten of andere handelingen te realiseren c.q. te verrichten die, gelet op de instandhoudingdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten.

Artikel 19e van de Nbwet bepaalt dat gedeputeerde staten van de provincie bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet rekening houden met: a. de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, met uitzondering van de doelstellingen, bedoeld in artikel 10a, lid 3, kan hebben voor een Natura 2000-gebied; b. een op grond van artikel 19a of artikel 19b vastgesteld beheerplan, en c. vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, evenals regionale en lokale bijzonderheden. Artikel 19f bepaalt dat aanvrager een passende beoordeling maakt van de gevolgen van een project voor het gebied voordat gedeputeerde staten een besluit nemen over het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, lid 1, die niet direct verband houdt met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied maar die, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of plannen, significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied. Daarbij wordt rekening gehouden met de instandhoudingsdoelstelling, met uitzondering van de doelstellingen, bedoeld in artikel 10a, lid 3, van dat gebied. 9 Er is geen passende beoordeling noodzakelijk indien de aangevraagde situatie (een wijziging of uitbreiding) niet leidt tot een verhoging van de stikstofdepositie ten opzichte van de milieuvergunde situatie op de datum dat een gebied op de lijst van gebieden van communautair belang werd geplaatst (Habitatrichtlijngebieden), dan wel op de datum van aanwijzing als speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn (Vogelrichtlijngebieden). De vergunningplicht blijft wel bestaan, maar kan in die gevallen gewoon worden verleend. Artikel 19kd, lid 1, bepaalt dat bij besluiten over het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, lid 1, het bevoegd gezag niet de gevolgen betrekt die een handeling kan hebben door het veroorzaken van stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied in de volgende gevallen: a. de handeling is gebruik dat op 7 december 2004 werd verricht en is sindsdien niet of niet in betekenende mate gewijzigd, en heeft sindsdien per saldo geen toename van stikstofdepositie op de voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied veroorzaakt; b. de handeling is een activiteit die na 7 december 2004 is begonnen, of een gebruik dat na 7 december 2004 in betekenende mate is gewijzigd, waarbij is verzekerd dat, in samenhang met voor die activiteit getroffen maatregelen, de stikstofdepositie op de voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied als gevolg van die activiteit of dat gebruik per saldo niet is toegenomen of zal toenemen. B1.2 Overig relevant beleid Beleidskader Natura 2000 en stikstof voor veehouderijen Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben op 13 april 2010 het Beleidskader Natura 2000 en stikstof voor veehouderijen (vanaf hier: beleidskader) vastgesteld. Hierin is ontwikkelruimte uitgewerkt van individuele veehouderijen. We voorzien in een samenhangende aanpak voor alle veehouderijen in Overijssel, die leidt tot een daling van de stikstofdepositie.

B2 Inhoudelijke beoordeling Effecten op Natura 2000-gebied De aangevraagde activiteiten hebben een (mogelijke) negatieve invloed op de aanwezige habitattypen en/of soorten in omliggende Natura 2000-gebieden voor wat betreft de factoren verzuring en vermesting. Hieronder wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Nbwet. Stap 1: toets aan artikel 19f Rondom uw bedrijf bevinden zich meerdere voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden. Daarvan ligt het Natura 2000-gebied Dinkelland het dichtst bij. Aangezien uw bedrijf stikstof uitstoot en de achtergronddepositie van stikstof hoger is dan de kritische depositiewaarden van de betrokken gebieden zijn significant negatieve effecten op voorhand niet uit te sluiten. In overeenstemming met art. 19f is een passende beoordeling dan aan de orde. 10 Uit jurisprudentie blijkt dat er uitzonderingen zijn voor die gevallen, waarbij de stikstofdepositie niet toeneemt ten opzichte van de milieuvergunde situatie op het tijdstip van aanwijzing 3 van een beschermd gebied. In die situatie is een passende beoordeling niet noodzakelijk en kan een vergunning worden verleend. Voor alle Habitatrichtlijngebieden in Overijssel gaat het dan om de datum van 7 december 2004. De aanwijzingen als Vogelrichtlijngebied zijn in Overijssel van eerdere datum. Aangezien het om verschillende data gaat moeten we in de beoordeling die stikstofgevoelige Vogelrichtlijngebieden betrekken waarvan de aanwijzingsdatum verschillen. In overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State van 7 september 2011 geldt voor gebieden die voor 10 juni 1994 zijn aangewezen deze datum als toetsingsmoment. De effecten van stikstofdepositie van uw bedrijf op de Vogelrichtlijngebieden Engbertsdijksvenen en Sallandse Heuvelrug zijn lager dan 0,05 mol NH 3/ha/jr. In overeenstemming met ons beleidskader ronden we dit af naar 0,0 mol, omdat er geen sprake is van een causaal verband. Derhalve worden de effecten van stikstofdepositie op Vogelrichtlijngebieden in dit besluit verder buiten beschouwing gelaten. Uw bedrijf heeft uitsluitend invloed op beschermde gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn. Op de datum van het plaatsen van de Habitatrichtlijngebieden Dinkelland, Landgoederen Oldenzaal, Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek en Lemselermaten op de lijst van communautair belang was op uw bedrijf het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer van toepassing. De melding daartoe dateert van 17 januari 2001. De gegevens zijn afkomstig uit het ontwerpbesluit van de milieuvergunning uit 2004. In tabel 2 zijn de gemelde aantallen dieren op 7 december 2004 weergegeven. 3 Voor speciale beschermingszones in de zin van de Vogelrichtlijn, die zijn aangewezen voor afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn gelden de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn vanaf 10 juni 1994

Tabel 2: Milieu-vergunde aantal dieren op 7 december 2004 stalnr Diersoort Aantal RAVcode Emissie- Emissie dieren factor in kg NH 3/jr kg NH 3/jr 2 Melk- en kalfkoeien > 2 jr, beweiden 84 A1.100.1 9,5 798,0 3 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 40 A3 3,9 156,0 4 Vrouwelijk jongvee < 2 jr 24 A3 3,9 93,6 Vleesstierkalveren 5 A4.100 2,5 12,5 Vleesstieren 2 A6 7,2 14,4 Paarden > 3 jr 9 K1 5,0 45,0 Paarden < 3 jr 2 K2 2,1 4,2 Pony s > 3 jr 4 K3 3,1 12,4 totaal 1.136,1 Om te beoordelen of de depositie in de nieuwe situatie op de Habitatrichtlijngebieden Dinkelland, Landgoederen Oldenzaal, Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek en Lemselermaten ten opzichte van de aanwijzingsdatum is toegenomen, zijn depositieberekeningen van beide situaties uitgevoerd en in tabel 3 weergegeven. 11 Tabel 3: N-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr Grens habitattypen in Habitatrichtlijngebied Coördinaten grens habitattypen X Y N-Depositie 7 december 2004 N-depositie nieuwe situatie Dinkelland H6120 266729 484842 1,09 1,07 H7150 267879 488102 1,20 1,19 H9120 265574 486581 15,21 15,05 H9160_A 265506 486663 20,56 20,36 H91E0_C 265660 486775 12,03 11,90 Landgoederen Oldenzaal H4010_A 262269 480681 0,27 0,27 H9120 263744 484211 1,17 1,15 H9160_A 263487 483984 0,95 0,94 H9190 263699 484230 1,16 1,14 H91E0_C 263505 484174 1,02 1,00 Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherboek H6410 260556 488995 0,39 0,38 H9160_A 260931 488901 0,46 0,45 H91E0_C 260989 488836 0,47 0,46 Lemselermaten H3130 256503 485293 0,14 0,13 H4010_A 256991 484900 0,15 0,15 H6230 256523 485191 0,14 0,14 H6410 256392 485259 0,13 0,13 H91E0_C 256973 485015 0,15 0,15 Uit de gegevens die u heeft aangeleverd (zie tabel 2 en 3) blijkt dat de depositie ten opzichte van 7 december 2004 niet toeneemt.

Conclusie: Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan ten tijde van de plaatsing van een Habitatrichtlijngebied op de lijst met gebieden van communautair belang. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Stap 2: toets aan artikel 19kd Nbwet In de Nbwet zijn regels opgenomen met betrekking tot vergunningverlening en stikstofdepositie. Deze regels hebben betrekking op Natura 2000-gebieden die op de Europese lijst van communautair belang zijn geplaatst of zijn aangewezen op of na 7 december 2004. Wij hebben uw aanvraag aan deze regels getoetst (art. 19kd Nbwet). Uit de gegevens in tabel 3 komt naar voren dat de stikstofdepositie in de nieuwe situatie niet toeneemt ten opzichte van de situatie van 7 december 2004. Hierdoor mogen wij de effecten van stikstofdepositie op de Habitatrichtlijngebieden niet betrekken bij onze overwegingen voor vergunningverlening. 12 Stap 3: vaststellen overige effecten Gezien de afstand ten opzichte van het Natura 2000-gebied Dinkelland zijn er geen andere effecten te verwachten. Conclusie toetsing Uit vorenstaande gegevens blijkt dat in de aangevraagde situatie de stikstofdepositie op de Vogelrichtlijngebieden Engbertsdijksvenen en Sallandse Heuvelrug lager is dan 0,05 mol NH 3/ha/jr. Aangezien dit volgens ons beleidskader afgerond moet worden naar 0,0 mol, omdat er geen sprake is van een causaal verband, zijn de effecten van stikstofdepositie op Vogelrichtlijngebieden verwaarloosbaar. Verder blijkt uit de toetsing dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan ten tijde van de datum van de plaatsing van een Habitatrichtlijngebied op de lijst met gebieden van communautair belang. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Bovendien is hierdoor ook artikel 19kd van toepassing waardoor wij de effecten van stikstofdepositie op de Habitatrichtlijngebieden niet zullen betrekken bij onze overwegingen voor vergunningverlening. Er zijn geen andere effecten op de betrokken Natura 2000- gebieden door de voorgenomen wijzigingen in het bedrijf. Er zijn geen belemmering om de gevraagde vergunning te verlenen. B3 Zienswijzen B3.1 Bespreking van ingediende zienswijzen De gemeente Beuningen heeft binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen. C Slotconclusie Uit de beoordeling van de aangevraagde situatie van het rundveebedrijf (met het houden van enkele schapen, geiten, legkippen en een volwassen paard) van Maatschap Sleiderink aan de Harbertweg 1 te Beuningen, blijkt dat de stikstofdepositie ten opzichte van de datum van plaatsing van de Habitatrichtlijngebieden op de lijst met gebieden van communautair belang niet toeneemt. In overeenstemming met jurisprudentie is in dat geval geen noodzaak tot een passende beoordeling.

Ook ten opzichte van 7 december 2004 is er geen sprake van een toename van stikstofdepositie op habitattypen in Natura 2000-gebieden in de directe omgeving. Voor de Habitatrichtlijngebieden valt de bedrijfswijziging onder de regels van art. 19kd en mogen we stikstof niet betrekken bij onze afwegingen. Er zijn geen andere effecten op de betrokken Natura 2000-gebieden door de voorgenomen wijzigingen in het bedrijf. Vergunning in het kader van de Nbwet kan, zoals aangevraagd, worden verleend. 13