Onderwerp: varen tijdens slecht zicht en de verplichte radarvaart dienstregeling Pomona

Vergelijkbare documenten
WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Bemanningsvoorschriften voor Pleziervaartuigen

(Besluit 2015-II-15) Dekblad VII / VIII V 57 / 58. invoegen. verwijderenn

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Langszij meevoeren: Certificaatplicht. Langszij meevoeren door pleziervaartuigen. Langszij meevoeren algemeen:

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen

Schepen met zeepapieren op de binnenwateren

PROTOCOL 21. Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen

PROTOCOL 11. Behoeften waaraan de voorgestelde wijziging geacht is te beantwoorden

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

Reglementen. Ivar ONRUST

ROSR DEEL III BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE BEMANNING HOOFDSTUK 23 BEMANNING

Vaarbewijzen. Vragen:

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Fiets-/voetveerponten voor maximaal 12 passagiers

REGLEMENT BETREFFENDE HET SCHEEPVAARTPERSONEEL OP DE RIJN (RSP)

Minimumeisen aan. Inland ECDIS-apparatuur in de informatiemodus en daarmee vergelijkbare visualiseringssystemen

Bemanningsvoorschriften volledige geconsolideerde versie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

REGLEMENT BETREFFENDE HET SCHEEPVAARTPERSONEEL OP DE RIJN (RSP)

Besluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995

Het ROEIEN en de vaarregels

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Proefvaarten met duwstellen

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Veilig varen doen we samen

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

Examen Beperkt stuurbrevet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit van... houdende nadere regels voor de binnenvaart (Binnenvaartbesluit)

"HOOFDSTUK 23 B E M A N N I N G. Artikel Algemeen

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

Wet van 13 september 2007, houdende bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet)

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Besluit 2017-I-11. gezien de conclusies van de hoorzitting met het binnenvaartbedrijfsleven in maart 2017,

Binnenvaartwet. Binnenvaartbesluit (BVB) BVW, artikel 22; Bemanning en uitrusting. BVB, artikel 1; Definities

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN 4 HOOFDSTUK II. LEDEN VAN DE BEMANNING 7 HOOFDSTUK III. EXPLOITATIEWIJZEN 10 HOOFDSTUK IV. UITRUSTING VAN SCHEPEN 13

VAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

REGLEMENT BETREFFENDE HET SCHEEPVAARTPERSONEEL OP DE RIJN (RSP)

PROTOCOL 8. Besluit. op voorstel van haar Comité Sociale Zaken, Arbeidsomstandigheden en Beroepsopleiding,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

houdende nadere regels voor de binnenvaart (Binnenvaartbesluit)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PROTOCOL 10. Besluit. op voorstel van haar Comité Sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding,

Examen November 2007

Certificaat van Onderzoek voor de pleziervaart na 1 juli 2009

12.02 Functie van de lichtwaarschuwing op het riviergedeelte Oberwesel - St. Goar.

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART REGLEMENT BETREFFENDE DE PATENTEN VOOR DE SCHEEPVAART OP DE RIJN. (Patentreglement Rijn)

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

NAJAARSZITTING 2004 AANGENOMEN BESLUITEN (2004-II)

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

RIJNVAART- POLITIE- Stand

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de scheepvaartregelgeving aan de mogelijkheden van geautomatiseerd varen

Gezamenlijke Bekendmaking

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

b) ten minste 19 jaar en heeft een beroepservaring van ten minste 2 jaar als volmatroos op een schip met mechanische voortstuwingsmiddelen.

reglement BEtrEFFEnDE HEt SCHEEPVAArtPErSOnEEl OP DE rijn (RSP) Stand 18 JULI 2016

RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT (RPR)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

Hfst. l; Algemene bepalingen

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

De elektronische meldplicht, deze regeling wordt voor Nederland uitgewerkt in twee reglementen, namelijk:

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS E-MELDPLICHT met BICS Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

1; Besluiten en regelingen Rijn en BSW. Aanwijzing; Rijnkruisend scheepvaartverkeer 2007

Aanwijzing rusttijden, vaartijden, bemanningssterkte en stilleggen van schepen

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

4; Patentreglement Rijn. Hfst. 1; Algemene bepalingen

AIS vanaf 1 december 2014 verplicht op de Rijn

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Examen November 2005

Toepassing van de Binnenvaartwet

KN/03-85L Proeve Binnenvaartwet met artikelsgewijze memorie van toelichting. HOOFDSTUK 1. Reikwijdte van de wet

tussen de Binnenschepenwet en de Wet vaartijden en bemanningssterkte

Examen November 2003

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus BA Rotterdam D 0338

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Aan de voorzitters van de fracties van de politieke partijen. Betreft exploitatie veerdienst Pomona Onderwerp: varen tijdens slecht zicht en de verplichte radarvaart dienstregeling Pomona Van: Anton van Straten Ik verzoek de Griffier dit te verspreiden onder belanghebbenden, de voorzitters van de gemeenteraad, en het veerbedrijf. Dit op grond van veiligheid met spoed te behandelen. Indien de griffier besluit, om welke reden dan ook dit schrijven te onttrekken uit de openbaarheid, wil ik graag een motivatie op grond waarvan dit schrijven wordt onttrokken uit de openbaarheid en hiervoor een besluit ontvangen. Tiel 13-02-2017 Geachte leden, voorzitters van de politieke partijen en leden van de gemeenteraad, Met verbazing heb ik kennis genomen van het artikel in de Gelderlander van afgelopen woensdag. In het artikel van de Gelderlander van 7 februari 2017. In het artikel is duidelijk te lezen dat er bij sommige passagiers zorgen bestaan over de veiligheid van het veer. Dit was met name ingegeven doordat de Pomona maar één bemanningslid kent, Op de Hendrikus werd met een veerbaas en een kaartverkoper gewerkt. Een belangrijke reden om het nieuwe ontwerp van de Pomona in te zetten, is de bezuiniging die behaald wordt door nog maar met één bemanningslid te werken. Volgens de gemeente Tiel is bij de bouw rekening gehouden met alle vereiste veiligheidsaspecten en dat er met één bemanningslid gevaren wordt. Uit het onderzoek blijkt dat nog maar weinig passagiers zijn die zich zorgen maken over de veiligheid van het veer. Van de 214 ondervraagde passagiers gaven elf mensen aan niet tevreden te zijn over de veiligheid. De meest genoemde reden is dat er maar één bemanningslid is, een aantal mensen vindt het met name 's ochtends onveilig vanwege de drukte op de boot. Ook zijn er mensen die menen dat de reddingsvesten niet goed toegankelijk zijn. Van het laatste zijn voorschriften m.b.t. bouw en uitrusting, die opgenomen zijn in voorschriften en het certificaat van Onderzoek. Dat kan uiteraard een gevoel zijn. Reddingsvesten dienen altijd voorhanden te zijn. Hier ga ik verder niet op in. Ik schrijf dit als Burger en inwoner van Tiel. Ik wil wel opmerken dat ik beroepsmatig kennis draag van de geldende voorschriften en ik rekening moet houden met de verplichtingen die voortvloeien uit mijn ambt. Ik was van mening dat ook het nieuwe veer nog steeds geëxploiteerd en bemand was met twee personen. Het is mij tevens niet bekend dat er een bekendmaking is, of een instructie dan wel een publicatie waaruit blijkt dat de dienstregeling tijdens de vaart bij slecht zicht onderbroken wordt. Destijds heb ik als leidinggevende van de varende dienst en de verkeerspost op de Waal te Tiel, in dienst van Rijkswaterstaat, de bevoegde autoriteit op de Waal en uiteraard ook als betrokken inwoner van de Gemeente Tiel aan de toenmalige havenmeester en zijn opvolger te kennen gegeven, dat ik bereid was om met mijn kennis van de voorschriften en reglementen, vrijwillig en onverplicht te willen kijken naar het ontwerp en de exploitatie van het nieuwe veer. Ik heb

destijds aangegeven dat het verstandig zou zijn om samen met de vaarwegbeheerder, Rijkswaterstaat te kijken naar de omstandigheden van de nieuw te exploiteren veerpont op de Waal. Zeker als er gedacht wordt om de exploitatiewijze te veranderen. De veerdienst is gelegen in een verkeersbegeleidingsgebied, een zogenaamd VTS gebied. (sector Tiel) Iedereen met marifoon moet in dit gebied uitluisteren en communiceren op het voorgeschreven marifoonkanaal 69 en permanent uitluisteren op kanaal 10 voor het schip-schip verkeer. Tevens is er een uitwijkkanaal voor bijzonderheden. Mij is destijds te kennen gegeven door de toenmalige havenmeester, dat vanuit het havenbeheer geen behoefte was aan overleg of hulp van de vaarwegbeheerder en of private personen. Ik ga er dan ook vanuit dat alles in handen was van een professioneel bureau. Het is mij als burger bekend dat er zonder uitzondering gevaren wordt met de veerpont Pomona en dat er tijdens slecht zicht geen sprake is van onderbreking van de dienstregeling. Mij is niet bekend dat er een slecht zicht regime (niet varen tijdens slecht zicht) van kracht is. Zoals gezegd is er geen publicatie bekend dat het veer tijdens slecht zicht niet vaart. Verder zijn er geen zichtkenmerken aan de wal aangebracht waarop de schipper zijn oriëntatie kan voeren indien de zichtmerken niet meer zichtbaar zijn. Namelijk besluiten om de dienstregeling te onderbreken bij slecht zicht. Uiteraard heb ik ook geen inzicht in de dienstinstructie die aan de bemanning is uitgereikt m.b.t. het varen tijdens slecht zicht. Indien er sprake is van een omstandigheid slecht zicht, mag de vaart niet voortgezet worden indien er geen tweede persoon aan boord is die voldoende bekend is met het varen op radar tijdens slecht zicht. Het is mij niet bekend dat er tijdens slecht zicht alleen gevaren wordt. Het is mij niet bekend, omdat ik de werkafspraken niet ken en niet weet of er een tweede bekwame persoon aan boord komt tijden slecht zicht. Indien er sprake is van slecht zicht, is een schip verplicht om op radar te varen. Er is sprake van slecht zicht bij een zicht van minder dan 1.000 meter op de hoofdvaarwegen en minder dan 400 meter op overige vaarwegen. De Waal is en hoofdvaarweg. Handhavende instanties houden dit als richtlijn aan. (bekend onder zichtrichtlijn OM) Er gelden dus regels voor varen tijdens slecht zicht. Daarbij heb je op de Waal ook te maken met hoge stroomsnelheden bij hoge afvoer. Dat betekend dus dat de schipper zal moeten handelen conform goed zeemanschap en alle voorzorgsmaatregelen in acht moet nemen zie art 1.04 RPR. Artikel 1.04. Algemene plicht tot waakzaamheid De schipper moet, ook bij ontbreken van uitdrukkelijke voorschriften in dit reglement, alle voorzorgsmaatregelen nemen die door de algemene plicht tot waakzaamheid en door goede zeemanschap worden gevorderd, teneinde met name te voorkomen dat: a. het leven van personen in gevaar wordt gebracht; b. schade wordt veroorzaakt aan andere schepen of aan drijvende voorwerpen, aan oevers of aan werken en inrichtingen van welke aard ook die zich in de vaarweg of op de oevers daarvan bevinden; c. hinder voor de scheepvaart ontstaat; d. het milieu in ernstige mate kan worden beïnvloed. Slecht zicht is niet altijd mist. Slecht zicht kan ontstaan door o.a. meteorologische of andere omstandigheden. Een combinatie van andere omstandigheden kan er voor zorgen dat je te maken hebt met slecht zicht. Bij 1000 m of minder spreekt men van mist. Mist is slecht zicht.

Maar ook een combinatie van donker en van slagregen kan een omstandigheid veroorzaken dat er sprake is van slecht zicht minder dan 1000 meter. Gelet op art 1.04 kan er bij een zicht van 1000 meter in combinatie met een snelle afvoer een onveilige situatie ontstaan. Een voor stroom varend schip is vele malen sneller in de buurt van de overstekende veerpont dan een instroom varend schip of een schip wat op stil water vaart. Indien er sprake is van slecht zicht en er een omstandigheid bestaat dat er op radar gevaren moet worden dienen de volgende voorschriften in acht genomen te worden. RPR Artikel 4.06. Radar 1. Een schip mag slechts gebruik maken van radar indien: a. het is uitgerust met een radarinstallatie en een aanwijzer van de snelheid van de draaiing van het schip overeenkomstig artikel 7.06, eerste lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn. b. zich aan boord een persoon bevindt die houder is van een radargetuigschrift, dan wel van een ander volgens het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn afgegeven of als gelijkwaardig erkend diploma. Bij goed zicht mag echter van radar gebruik worden gemaakt teneinde hiermede te oefenen, ook zonder dat zich een zodanig persoon aan boord bevindt. Artikel 4.07. Inland AIS en Inland ECDIS 1. Een schip moet zijn uitgerust met een Inland AIS-apparaat als bedoeld in artikel 7.06, derde lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn. Het Inland AIS-apparaat moet goed functioneren. 2. Het Inland AIS-apparaat moet permanent ingeschakeld zijn en de ingevoerde gegevens moeten op ieder moment met de werkelijke gegevens van het schip of samenstel overeenkomen. De eerste volzin geldt niet: a. indien de schepen zich in een overnachtingshaven als bedoeld in artikel 14.11, eerste lid, bevinden; 3. Schepen, die met een Inland AIS-apparaat moeten zijn uitgerust, uitgezonderd veerponten, dienen aanvullend te zijn uitgerust met een Inland ECDIS-apparaat in de informatiemodus of een daarmee vergelijkbaar visualiseringssysteem dat met het Inland AIS-apparaat moet zijn verbonden en dienen dit samen met een actuele elektronische binnenvaartkaart te gebruiken. Artikel 6.23. Vaarregels voor veerponten 1. Een veerpont mag de vaarweg slechts oversteken, nadat hij zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden en zonder dat andere schepen worden genoodzaakt hun koers of hun snelheid plotseling en in sterke mate te wijzigen. 2. n.v.t gaat over een vrij varende veerpont

Artikel 6.30. Alle varende schepen bij slecht zicht 1. Bij slecht zicht moeten alle schepen gebruik maken van radar. 2. Elk schip moet bij slecht zicht een snelheid aanhouden die is aangepast aan de mate van beperking van het zicht, aan de aanwezigheid en de bewegingen van andere schepen en aan de plaatselijke omstandigheden. Het moet aan de andere schepen de voor de veiligheid van de scheepvaart noodzakelijke inlichtingen geven. 3. Een schip moet bij het gaan stilliggen bij slecht zicht de vaargeul zoveel mogelijk vrij maken. 4. Een klein schip mag bij slecht zicht slechts varen indien het op kanaal 10 of op het daartoe door de bevoegde autoriteit aangewezen andere kanaal uitluistert. 5. Een schip en een samenstel, die geen gebruik van radar kunnen maken, moeten bij slecht zicht onverwijld een ligplaats opzoeken. Artikel 6.31. Stilliggende schepen 1. Een schip dat in de vaargeul of in de nabijheid daarvan stilligt moet bij slecht zicht op de marifoon uitluisteren. Zodra het via de marifoon hoort dat andere schepen naderen dan wel zodra en zolang het van een naderend schip het geluidssein, voorgeschreven bij artikel 6.32, tweede lid, onder d, of artikel 6.33, onder b, hoort, moet het via de marifoon zijn positie opgeven. 2. Een schip als bedoeld in het eerste lid, dat geen gebruik van marifoon kan maken moet, zodra en zolang het van een naderend schip het geluidssein, voorgeschreven bij artikel 6.32, tweede lid, onder d, of artikel 6.33, onder b, hoort, als mistsein «één reeks klokslagen» geven. Het schip moet dit sein herhalen met tussenpozen van ten hoogste één minuut. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op andere schepen van een duwstel dan de duwboot. Bij een gekoppeld samenstel zijn zij slechts op één schip van het samenstel van toepassing. Artikel 6.32. Op radar varende schepen 1. Een schip mag slechts op radar varen indien een persoon die houder is van een Rijnpatent of een vaarbevoegdheidsbewijs dat volgens het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn is afgegeven, toegelaten of als gelijkwaardig erkend en dit geldt voor het te bevaren riviergedeelte, alsmede van een radargetuigschrift dat is afgegeven of als gelijkwaardig erkend volgens dit reglement, en een tweede persoon die met deze wijze van varen voldoende op de hoogte is, zich voortdurend in de stuurhut bevinden. Indien in het certificaat van onderzoek is aangetekend dat het schip is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar, behoeft de tweede persoon zich niet voortdurend in de stuurhut te bevinden. 2. Bij het ontmoeten en het voorbijvaren moeten de volgende bepalingen in acht worden genomen: a. een in opvaart op radar varend schip moet, zodra het op het scherm tegemoet komende schepen bemerkt dan wel het een vak van de vaarweg nadert waar zich schepen zouden kunnen bevinden die nog niet op het scherm te zien zijn, per marifoon aan die schepen zijn categorie, zijn naam, zijn vaarrichting en zijn positie opgeven en met hen het voorbijvaren afspreken; b. een in afvaart op radar varend schip echter dat op het scherm een schip bemerkt,

waarvan de positie of het gedrag tot een gevaarlijke situatie zou kunnen leiden en dat zich via de marifoon niet heeft gemeld, moet via de marifoon dit schip op de gevaarlijke situatie wijzen en het voorbijvaren afspreken; c. elk op radar varend schip dat via de marifoon wordt opgeroepen moet per marifoon antwoorden en zijn categorie, zijn naam, zijn vaarrichting en zijn positie opgeven. Het moet dan met de tegemoet komende schepen het voorbijvaren afspreken; een klein schip mag evenwel slechts aangeven naar welke zijde het uitwijkt; d. Wanneer met de van de andere kant komende schepen geen marifooncontact tot stand komt moet het op radar varend schip: «één lange stoot» geven en dit sein zo dikwijls als nodig is herhalen, en de snelheid verminderen en zo nodig stilhouden. Dit geldt eveneens voor elk op radar varend schip dat met een schip, dat in of in de nabijheid van de vaargeul stilligt, geen marifooncontact tot stand kan brengen. 3. n.v.t op veerpont Het RPR schrijft dus voor dat bij slecht zicht op radar gevaren moet worden. Je mag slechts op radar varen indien je voldoet aan art 4.06 en 4.07 RPR, conform artikel 6.30 lid 1, moet bij slecht zicht gebruik gemaakt worden van radar. Je mag alleen op radar varen als je voldoet als schipper aan artikel 6.32 RPR lid 1. Indien je in het bezit bent van vrij vertaald een Groot vaarbewijs, geldig Rijnpatent en een radargetuigschrift. (radarpatent) inclusief een marifoon bedieningscertificaat. Er moet tijdens slecht zicht dus altijd een tweede persoon aan boord zijn die met deze wijze van varen (varen op radar tijdens slecht zicht) voldoende op de hoogte is. Zich voortdurend in de stuurhut bevind. Indien in het certificaat van onderzoek is aangetekend dat het schip is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen tijdens slecht zicht, behoeft de tweede persoon zich niet voortdurend in de stuurhut te bevinden. De tweede persoon moet zich wel aan boord bevinden. Zijn ervaring en kwalificatie toont hij aan met relevant opleidingen en een dienstboekje. Conclusie tijdens slecht zicht, is er een verplichting om op radar te varen. Er dient dan ten alle tijden een tweede persoon aan boord te zijn. Deze dient ook nog eens voldoende op de hoogte te zijn van de radarvaart. De schipper is verantwoordelijk voor de naleving van de scheepvaartreglementen. Indien er gevaren wordt tijdens slecht zicht is dat een overtreding van het Rijnvaartpolitiereglement. Indien de exploitant de bedrijfsvoering zo inricht, dat er alleen, met één persoon gevaren wordt tijdens slecht zicht, en dat de voorschriften daarmee bewust worden overtreden, er geen instructie is om stil te liggen bij slecht zicht, is er mogelijk sprake van een economisch delict. De exploitant verkrijgt namelijk een voordeel, om onder bepaalde omstandigheden onderbemand te varen. Het is dus niet algemeen bekend dat er tijdens de omstandigheid slecht zicht de dienstverlening wordt onderbroken. Er wordt ook geen mededeling gedaan op het loket, de

website van de gemeente Tiel dat tijdens slecht zicht de pont uit de vaart is en de dienstregeling is onderbroken. Er is ook andere publicatie te vinden dat er bijzondere omstandigheden gelden bij slecht zicht. Namelijk een onderbreking van de dienstregeling. Verder is het mij bekend dat er tijdens slecht zicht doorgevaren word. Het is mij niet bekend dat er tijdens slecht zicht geen tweede persoon aan boord is ter aanvulling van de bemanning, welke tevens voldoende op de hoogte is van de radarvaart tijdens slecht zicht. In het artikel van de Gelderlander is duidelijk te lezen dat er bij sommige passagiers zorgen bestaan over de veiligheid tijdens de oversteek van het veer. De gevoelens worden ingegeven doordat de Pomona maar met één bemanningslid vaart. Ik deel en onderschrijf deze gevoelens. Er zijn niet voor niets voorschriften. Deze dienen dan ook nageleefd te worden. Een belangrijke reden om het nieuwe ontwerp van de Pomona in te zetten, was de bezuiniging die behaald wordt door nog maar met één bemanningslid te werken. Volgens de gemeente Tiel is bij de bouw rekening gehouden met alle vereiste veiligheidsaspecten en dat er met één bemanningslid gevaren wordt. Dat klopt alleen als er tijdens slecht zicht niet gevaren wordt en de vaart wordt onderbroken. De Waal is een zeer druk bevaren rivier. Een rivier waarop het binnenvaartpolitieregelement van toepassing is en waar er steeds sprake is van wisselende omstandigheden. Hoge afvoer en stroomsnelheden, zichtbeperkingen, laag en hoog water etc. De Waal is de drukst bevaren rivier van Europa. Mijns inziens is het zelfs bij goed zicht onverstandig om met een veerpont, op een Rivier zoals de Waal met slecht één persoon de veerdienst te bemannen en alleen de rivier over te varen. Je moet er niet aan denken dat er bij een incident iemand te water raakt. Je hoeft alleen maar de volgende simpele vraag te stellen? Wie ondersteund de schipper indien er tijdens de vaart een incident voordoet van welke orde dan ook. Wanneer er iemand vanaf het veer te water raakt op een stromende rivier, is er niemand die hulp kan bieden. De schipper zit namelijk zelf achter zijn roer. Indien het schip is uitgerust met een eenmansstuurstelling, is het schip onderzocht en het een aantekening heeft in het certificaat van onderzoek (CVO) dat het schip geschikt is voor de eenmansbediening tijdens slecht zicht. Gaat deze aantekening over een technische voorziening. (binnenvaartwet) Conform het Rijnvaartpolitieregelement (RPR) hoeft de tweede persoon dan niet in de stuurhut te zijn maar mag die zich ook elders op het schip begeven. Uiteraard breng ik de vaarwegbeheerder op de hoogte van deze situatie. Dit vloeit voort uit de plicht van mijn ambt. Indien ik het vermoeden heb van b.v. overtredingen of misdrijven dan wel andere misstanden, ben ik gehouden aan het Rijksambtenaren regelement en dien ik melding te maken bij de bevoegde autoriteit. In dit geval mijn eigen werkgever Rijkswaterstaat. Inmiddels heb ik mijn opvolger op dit dossier geïnformeerd over deze situatie en gevraagd of hij op de hoogte was van veranderingen m.b.t. exploitatie en gebruik bij het in de vaart brengen van het nieuwe veer. Hij heeft mij te kennen gegeven dat hij dat niet was. Ik wist dus tot afgelopen woensdag niet dat de Pomona met een persoon geëxploiteerd werd. Ik was van mening dat dit nog steeds niet aan de orde was. Een aantal maanden geleden heb ik contact gehad met mevr. Armagan Önder van Groen Links m.b.t. de vele storingen van de veerpont. Ik heb het toen ook gehad over het eventueel terugbrengen van de bemanning naar één persoon. Naar aanleiding van de publicatie in de Gelderlander heb ik wederom contact met

haar opgenomen. Zij heeft blijkbaar deze kwestie eerder ingebracht. Kennelijk is dit door het college ontkracht, met dezelfde mededeling welke in de krant te lezen was, namelijk dat het schip aan alle eisen voldoet om alleen te bevaren. Zij heeft mij gevraagd om mijn opmerkingen op papier te zetten. Zij kan uiteraard niet namens mij (in)spreken. Ik heb hiermee onderbouwt op grond van regelgeving en voorschriften dat er niet ten alle tijden alleen gevaren kan worden. Dus in het bijzonder met slecht zicht. De gemeente Tiel dient er rekening me te houden, dat indien er gevaren wordt tijdens slecht zicht, met één persoon er vaarregels en veiligheidseisen worden overtreden. Ik ga ervan uit dat de raad, het bestuur van de gemeente Tiel en daarmee het veerbedrijf met dit schijven voldoende op de hoogte is gebracht van de geldende situatie en regelgeving. Los van het feit dat de gemeente Tiel, het bestuursorgaan een professionele marktdeelnemer is, kan de gemeente niet zeggen dat zij het niet wist. Als professionele marktdeelnemer moet je het weten. Met vriendelijke groet, Anton van Straten Groot Koolwitje 3 4007JH Tiel. 06-44.350144 Navolgend vind u in de bijgevoegde bijlage de belangrijkste verwijzingen naar de geldende wetgevingen die van toepassing zijn inclusief de definities.

Bijlage De Binnenvaartwet En veerpont, vrijwarend ingericht voor meer dan 12 personen is verplicht om een certificaat van onderzoek te hebben. In de Binnenvaartwet hoofdstuk 3, paragraaf 1 staan de verplichtingen voor het certificaat van onderzoek voor binnenschepen en hecht aan elkaar verbonden schepen met een lengte vanaf 20 meter of waarvan het product van lengte, breedte en diepgang tenminste 100 m3 bedraagt. De certificaatplicht geldt ook voor de volgende typen schepen: Veerponten voor bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen (exclusief bemanning) Definities Binnenvaartwet Artikel 1 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder: bedrijfsmatig vervoer: 1. vervoer in de uitoefening van een bedrijf of beroep; 2. vervoer van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming; of 3. slepen en duwen van schepen met sleep-, duw- en sleepduwboten; bemanningslid: ieder die zich als schipper, stuurman, machinist, volmatroos, matroosmotordrijver, matroos, lichtmatroos of deksman aan boord van een schip bevindt; bevoegde autoriteit: door Onze Minister aangewezen autoriteit; binnenschip: 1. vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de binnenwateren of op dienovereenkomstige buitenlandse wateren; 2. drijvend werktuig; dekbemanning: de bemanning met uitzondering van de machinisten; gezagvoerder: degene die het gezag voert over een schip; onderneming: rechtspersoon, vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, maatschap dan wel natuurlijke persoon, die zich bezig houdt met bedrijfsmatig vervoer; schip: zeeschip of binnenschip;

werkgever: 1. degene jegens wie de gezagvoerder krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die gezagvoerder aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid welke die derde gewoonlijk doet verrichten; 2. degene aan wie de gezagvoerder ter beschikking is gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder 1 ; of 3. degene die zonder werkgever als bedoeld onder 1 of 2 te zijn, de gezagvoerder onder zijn gezag arbeid doet verrichten; 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder: eigenaar van een binnenschip: degene die het binnenschip in gebruik heeft, niet zijnde een reis- of tijdbevrachter; vervoer: 1. aanbieden van schepen voor het vervoeren van goederen en personen; 2. laden en lossen van goederen; 3. in- en ontschepen van personen; of 4. opslaan van goederen in schepen. Artikel 10 binnenvaartwet 1. In het certificaat van onderzoek worden de voorschriften opgenomen die bij het gebruik van het binnenschip in acht moeten worden genomen, alsmede in voorkomende gevallen de toegestane afwijkingen en te treffen voorzieningen met vermelding van de binnenwateren en de periode, waarvoor deze gelden. 2. Het is verboden een binnenschip te gebruiken in strijd met het eerste lid. Indien in het certificaat van onderzoek vermeld is dat het schip geschikt is voor de éénmansbediening tijdens slecht zicht, betekend dit dat het schip technisch is uitgevoerd voor de eenmansbediening tijdens slecht zicht. Hier kom ik later op terug. De binnenvaartwet wordt bestuursrechtelijk gehandhaafd. Bijzonderheden t.a.v. de bemanning Binnenvaartbesluit Artikel 5.13 Veerboten, veerponten en open rondvaartboten 1. Het vaartijdenboek is niet vereist met betrekking tot veerboten, veerponten en open rondvaartboten. 2. De gezagvoerder van een veerboot of een veerpont onderscheidenlijk van een open rondvaartboot draagt er zorg voor dat aan boord een scheepsjournaal aanwezig is onderscheidenlijk ten kantore een scheepsjournaal aanwezig is, waarin de volgende gegevens worden vermeld: a. de naam van het schip; b. het begin en einde van de veerdienst van het schip; c. het merk van de teboekstelling of het officiële scheepsnummer; d. de leden van de bemanning bij het begin van de dagelijkse veerdienst van het schip met vermelding van naam en functie, en vervolgens telkens wanneer deze van samenstelling verandert. verandert..

Reglement Scheepvaartpersoneel op de Rijn (RSP) Deel 2 Bemanningsvoorschriften Artikel 2.01 3. Dit deel is niet van toepassing op veerponten. De exploitatiewijze en de voorgeschreven bemanning is aangegeven in het certificaat van onderzoek CVO. Ik ga ervan uit dat het schip onder normale omstandigheden geschikt is om alleen te bevaren. Ik heb anders dan beroepsmatig, als burger geen inzicht in het certificaat van onderzoek (CVO) en kan hier dus niets over zeggen. Hier ga ik ook dus ook niet op in omdat dit niet de essentie is van het alleen varen onder bepaalde omstandigheden en ik dit schrijf als private persoon, namelijk inwoner van de gemeente Tiel. Deze voorschriften, de Binnenvaartwet, Binnenvaartregeling, Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 (ROSR), arbeidstijdenbesluit vervoer etc. gaat over het algemeen over technische uitvoering, toegang tot de markt, exploitatie etc. Het Rijnvaartpolitiereglement 1995 gaat over verkeersvoorschriften en gedragingen op het water.