agendapunt 4.3 1099376 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden REGIONALE BELASTING GROEP - RAPPORTAGE PRESTATIECONTRACT 4E KWARTAAL 2013 Portefeuillehouder Wiegman, A.G. Datum 18 maart 2014 Aard bespreking Informatief Afstemming Bijlagen 1 Zaaknummer 34004 Gremia Datum Aard Advies/ Parafering besluit PFO Wie 03-03-2014 Conform Geparafeerd door: Brandt, M.H.J. D&H 18-03-2014 I Conform Geparafeerd door: Brandt, M.H.J. Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 18-03-2014 Kennis te nemen van de rapportage prestatieovereenkomst over het 4e kwartaal 2013 van de Regionale Belasting Groep. Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 18-03-2014
Regionale Belasting Groep - Rapportage prestatiecontract 4e kwartaal 2013 1. Probleemstelling context Ingevolge het prestatiecontract 2013 tussen de Regionale Belasting Groep (RBG) en de hoogheemraadschappen van Delfland en van Schieland en de Krimpenerwaard en de gemeente Delft, rapporteert de RBG elk kwartaal over de voortgang van zijn dienstverlening en de daaruit voortkomende belastingopbrengsten. 2. Beoogd effect De collegeleden zijn geïnformeerd over de voortgang van de dienstverlening door de RBG en de daaruit voortkomende belastingopbrengsten. 3. Kernboodschap De realisatiecijfers van de met de RBG gemaakte afspraken in het prestatiecontract zijn over het hele jaar 2013 bekend. De over 2013 gerealiseerde en nog te verwachte meeropbrengst aan belastingen wordt teniet gedaan door een sterke toename van verleende kwijtscheldingen. De geleverde prestaties zijn in grote lijnen conform de afspraken die zijn opgenomen in het prestatiecontract. Medio 2013 is een nieuw belastinginformatiesysteem geïmplementeerd en heeft de productie enkele maanden stilgelegen. Hierdoor is onder meer de afdracht van belastinggelden van de RBG aan Delfland achtergebleven bij de planning. Getracht wordt de ontstane achterstanden in het heffen en invorderen van belastingaanslagen in het eerste kwartaal 2014 in te lopen. 4. Historie - eerdere besluitvorming Het college van dijkgraaf en hoogheemraden heeft in de vergadering van 14 mei 2013 kennis genomen van het (nieuwe) prestatiecontract 2013 (kenmerk 1064043) en de Begroting RBG 2014 (kenmerk 1064044) na toetreding van de gemeente Delft. In de vergaderingen van 11 juni, 3 september en 10 december 2013 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden kennis genomen van de rapportages over het 1e kwartaal (kenmerk 1069538), het 2 e kwartaal (kenmerk 1085352) en het 3 e kwartaal 2013 (kenmerk 1098133). 5. Regelgeving en Beleid 6. Financiën De verwachte (bruto) belastingopbrengsten over het jaar 2013 worden door de RBG bij deze vierde kwartaalrapportage becijferd op 215,8 miljoen. Hiervan moet nog 3,1 miljoen worden opgelegd, onder meer als gevolg van de ontstane achterstand door de implementatie van het nieuwe belastinginformatiesysteem (vorig jaar moest over 2012 nog 0,5 miljoen worden opgelegd). De opbrengsten in 2013 over voorgaande belastingjaren bedragen 0,4 miljoen. Tegenover deze opbrengsten staat een bedrag aan kwijtschelding van 14,9 miljoen en oninbaar 3,0 miljoen. De totale netto belastingopbrengst bedraagt hiermee 198,3 miljoen.
Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2013 komen de werkelijke netto belastingopbrengsten over 2013 (rekening houdend met de nog op te leggen aanslagen over 2013 en de afwikkelingen over voorgaande jaren) per saldo 0,9 miljoen lager uit. Dit bedrag is opgebouwd uit 0,3 miljoen meer belastingopbrengsten en 1,2 miljoen meer toegewezen kwijtscheldingen en oninbaarverklaringen. 7. Duurzaamheid Hoewel concrete informatie hierover ontbreekt in deze kwartaalrapportage volgt de RBG het beleid van de deelnemers wat betreft het realiseren van duurzaamheiddoelstellingen. Bij de RBG zal worden aangedrongen op concrete informatie hierover in de volgende kwartaalrapportages. 8. Organisatorische en personele consequenties 9. OR/GO 10. Risico- en beheersmaatregelen Risico: De 4e kwartaalrapportage vermeldt niets over mogelijke afwijkingen van de totale kosten van dienstverlening voor 2013. Beheersmaatregel: De RBG heeft aangegeven alleen hierover te rapporteren bij significante afwijkingen (groter dan 100.000). Bij de RBG is aangedrongen op concrete informatie hierover in volgende kwartaalrapportages (te regelen bij de eerstvolgende aanpassing van het prestatiecontract). 11. Communicatie (in- en extern) 12. Bekendmaking en vervolgprocedure De cijfers over 2013 m.b.t. de belastingopbrengsten en kwijtschelding/oninbaar maken onderdeel uit van het jaarverslag 2013 waarover op 24 april 2014 in de VV besluitvorming plaatsvindt. 13. Bevoegd orgaan Het college van dijkgraaf en hoogheemraden heeft de bevoegdheid kennis te nemen van de rapportage van de RBG. 14. Toelichting Het 4 e kwartaal 2013 heeft bij de RBG voornamelijk in het teken gestaan van de implementatie van het nieuwe belastinginformatiesysteem en de daarmee samenhangende productiestop. Als gevolg hiervan is (aanzienlijke) achterstand ontstaan in de aanslagoplegging en de incassoactiviteiten. Voor Delfland betekende dit een lagere afdracht van belastinggelden en het ontbreken van de maandelijkse rapportages (journalisering). Pas bij het opstellen van de jaarrekening 2013 (eind januari 2014) is hierover informatie ontvangen. De RBG tracht de ontstane achterstanden in de werkprocessen in het eerste kwartaal 2014 in te lopen. Hierop is inmiddels ambtelijk actie ondernomen. Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken over het heffingsjaar 2013 bedroeg 56.000. Dit is een forse toename van ten opzichte van het jaar daarvoor (2012: 47.000). Hiermee is een bedrag gemoeid van 15,0 miljoen (2012: 12,7 miljoen). Belangrijke redenen van deze stijging zijn de economische problemen (inwoners die eerst nog WW-uitkering hadden, vallen terug op het minimum van de bijstand) en een intensivering van de schuldhulpverlening. 2
Op basis van een ouderdomsanalyse van de nog openstaande vorderingen over 2013 en eerdere jaren is de Voorziening dubieuze debiteuren belastingen per eind 2013 bijgesteld naar 5,6 miljoen (eind 2012 4,6 miljoen). Vanaf 2013 is het kwijtscheldingsbeleid van Delfland aangepast waardoor ook zelfstandigen in aanmerking kunnen komen voor kwijtschelding. Ook is door de VV besloten de kosten van kinderopvang mee te nemen bij de berekening of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Blijkens deze rapportage is in 2013 het aantal verzoeken om kwijtschelding vanwege deze verruiming zeer beperkt gebleven (circa 50 verzoeken). Voor het meerekenen van de kosten van kinderopvang ontvangt Delfland vanaf 2013 een jaarlijkse tegemoetkoming van het rijk van 313.000 (t/m 2017). Over de totale dienstverleningsbijdrage voor 2013 geeft de rapportage geen informatie (zie hiervoor punt 10). Wel blijkt uit een eerdere (interne) financiële rapportage van de RBG over de periode tot en met september 2013 dat -indien de geplande invorderingsactiviteiten in het restant van dit jaar gerealiseerd worden- er een positief rekeningsresultaat gerealiseerd kan worden van in totaal maximaal 400.000. In de bijgevoegde rapportage Prestatieovereenkomst 4 e kwartaal 2013 van de RBG zijn enkele actuele ontwikkelingen, de prestatie-indicatoren en de belastingopbrengsten verder toegelicht. 15. Bijlagen Bijlage: Rapportage Prestatieovereenkomst 4 e kwartaal 2013. 3
Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur Kenmerk VV : ** Vergaderdatum : Beleidsveld : Agendapunt : ** De Verenigde Vergadering van Delfland, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van (datum collegevergadering), kenmerk (BIS-zaaknummer D&H besluit); gelezen het positieve/negatieve (bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s) (commissie noemen); overwegende dat: - (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: - artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); - artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); - alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren). Aldus besloten in de openbare vergadering van (datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. M.A.P. van Haersma Buma