Website: Urk, 5 december 2015

Vergelijkbare documenten
Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 17 februari 2014.

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 31 juli 2015.

Aanlandplicht

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 15 december 2016.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 22 mei 2015.

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Website:

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

ICES adviezen Noordzee visserij 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage implementatie Gemeenschappelijk Visserijbeleid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 12 mei 2015 Betreft Kwartaalrapportage GVB

14173/15 ADD 1 oms/gra/jg 1 DPG

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 8 mei 2015.

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 17 februari 2017

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 26 juni 2015.

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 9 januari 2015.

Uitslag Tweede Kamerverkiezingen bemoedigend: Visserijcoalitie behoudt

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 20 januari 2017

Vangstadviezen van ICES voor 2016 in de Noordzee

Vangstadviezen van ICES voor 2015

Aan de leden van VisNed, Urk, 9 maart 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING (EU) 2017/1398 VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VisNed en Peter van Dalen bezoeken Ledenvergadering van PO Delta Zuid op 10 juni

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

Tel: 0527 Fax: VisNed, voor platvis en. min of. Tong Noordzee % Schol Noordzee + 15 % + 15 %

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 3 december 2016

Kenniskring garnaal NO

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

Visserij in de EU: Gemeenschappelijk Visserijbeleid Zeevisserij vrijwel geheel Europees beleid Hervorming van het GVB in 2012 Publicatie van Groenboek

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink.

Incentives en de aanlandplicht

Visbestanden in de Noordzee,

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Geachte heer, mevrouw,

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 13 november 2015.

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 16 september 2016

Voedsel uit (Noord)zee

Ronde Tafel Discussie Zeebaars

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BELGISCHE ZEEVISSERIJ

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

ICES aanpak voor Data Limited Stocks (DLS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

3.7 De aanlandplicht in 2018

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hervorming GVB. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 24 april 2015.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage. Datum 16 september 2014 Betreft Kwartaalrapportage GVB

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 12 april 2013.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 april 2005 (29.04) (OR. en) 8258/05 PECHE 78

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 6 februari 2015.

Datum 30 november 2017 Betreft Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 11 en 12 december 2017

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het. voorstel voor een verordening van de Raad

Visserijsterfte bij visbestanden in de Noordzee,

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 22 februari 2013.

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat

Vangstsamenstelling per tuigcategorie

MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS EK DEN HAAG. Afdeling Vis. Geachte heer Offringa,

Ing. S.W. Verver, dr. ir. R.E. Grift, mw. ir. F.J. Quirijns. RIVM, Milieu- en natuurplanbureau De heer drs. W. Ligtvoet Postbus BA BILTHOVEN

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

Verslag Platformbijeenkomst Kenniskring Langoustines 27 juni 2015

Visvangst in de Noordzee,

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Datum 6 oktober 2016 Betreft Beantwoording inbreng Schriftelijk Overleg Landbouw- en Visserijraad 10 oktober 2016

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 16 oktober 2015.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Advies. Aanlandingsverplichting in de zeevisserijsector. Brussel, 19 mei 2017

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: Website: Urk, 12 februari 2016

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017

h) Rechtsbasis: Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

MARKT. Bulletin. Kwartaalbericht aanvoer en handelsgegevens vis, schaal en schelpdieren

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014

Belgisch Staatsblad dd MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie:

Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: 0527-684141 Fax: 0527 684166 Email: visned@visned.nl Website: www.visned.nl Aan: de leden van VisNed, Urk, 5 december 2015 De vermaledijde Aanlandplicht. Afgelopen weken waren er drie voorlichtingsbijeenkomsten (in Goedereede, op Urk en in Den Helder) over de invoering van de Aanlandplicht. VisNed is en blijft tegen de Aanlandplicht. Het is een gezochte en politieke oplossing voor een probleem wat niet bestaat. Maar het is een gegeven. De Aanlandplicht gaat niet weg. Hoe we ook protesteren. In de aanloopperiode van vijf jaar naar het besluit hebben we in nauwe samenwerking met (inter)nationale collegaorganisaties keihard gelobbyd tegen dit (toen nog voorgenomen) besluit. Maar niemand had oor voor onze bezwaren en niemand had oog voor onze alternatieven. De Brusselse politiek niet, de overheid (in Den Haag en Brussel) niet, de NGO s niet en ook wetenschappers niet. En met hulp van enorme hoeveelheden dollars van Amerikaanse weldoeners en met publiciteit van Engelse beroemde koks is zwaar gelobbyd in Brussel. En dus is het besluit daar bijna unaniem aangenomen. En daarna zijn allen die verantwoordelijk waren voor dit desastreuze besluit vetrokken (naar al dan niet riant betaalde nieuwe functies). Nu zitten er allemaal mensen in Brussel en Den Haag die dit gedrocht van een regeling hebben aangetroffen. En de vissers zitten met de gebakken peren. Pas in 2022 is er misschien een mogelijkheid het beleid grondig te herzien. Tot die tijd moeten we het met de rek en ruimte in de huidige regelingen doen. Dat is een heel slechte zaak, maar mooier kunnen we het echter niet maken. Als we vanuit VisNed als bestuurders aan onze vissers zouden voorspiegelen dat de Aanlandplicht door staken, blokkeren, negeren of wat dan ook, weg zou gaan, verkopen we knollen voor citroenen. Ja, we zijn fel tegen, maar zien het onvermijdelijke onder ogen en blijven hameren op regelgeving die uitvoerbaar (voor de overheid) naleefbaar (voor de vissers) en handhaafbaar (voor de NVWA) is. Op alle drie van deze criteria is het oordeel nog steeds heel duidelijk niet. In de rapportages aan het Europees Parlement rapporteert de Directeur Generaal van de Europese Commissie dood leuk dat het allemaal goed gaat met de implementatie. Omdat hij geen klachten hoort van de lidstaten. Tsja, dan dringt de vergelijking met het sprookje van de kleren van de keizer zich echt op. Iedereen ziet dat het volledig mis gaat en niemand heeft het lef om er iets tegen te zeggen. Daarom doen we een oproep aan ieder die er mee te maken heeft, in de politiek, bij EZ, bij de Europese Commissie en de NVWA om gewoon eerlijk te zijn. Om te zeggen dat we er nog niet klaar voor zijn en ook dat het zo niet kan. En om tegelijk in gesprek te gaan hoe het dan wel kan. Maar dat we elkaar niet voor de gek moeten houden. En dat het onzin is om een Aanlandplicht in te voeren voor schol als het bestand er super goed voor staat. Maar dat we als visserijsector wel steeds en 1

intensief moeten blijven werken aan het verbeteren van selectiviteit. Voor de korte termijn, dat is 2016, waarbij de 80 mm boomkor onder de Aanlandplicht de ondermaatse tong moeten aanvoeren, willen wij gebruik maken van aangeboden uitzonderingen. Met name de uitzondering waarvan gebruik gemaakt mag worden, zoals voor de kuil een stuk netwerk met mazen van 120 mm van 3 meter lengte, lijkt perspectief te bieden. De vaartuigen die hiervan gebruik maken hoeven volgend jaar de ondermaatse tong niet binnen te brengen. Voor de visserijen met grote mazen die de ondermaatse schol binnen moeten brengen wordt ook gezocht naar een dergelijke oplossing. Dan zouden we 2016 in ieder geval pragmatisch oplossen en kunnen we volgend jaar verder onderzoek doen naar uitzonderingen voor de jaren erna. Visafslagen weten ook nog geen raad met de gevolgen van de Aanlandplicht Afgelopen woensdag, 2 december, vergaderden de visafslagen wederom met mensen van EZ en via een inbelverbinding naar Brussel met de NVWA. De administrateurs en ICTspecialisten van de afslagen hadden heel veel vragen over technische uitvoeringsbepalingen. Daarop kwamen veel antwoorden, maar er bleven ook nogal wat belangrijke vragen onbeantwoord. Ook werd duidelijk dat het gevaar van illegale handel in discards op de loer ligt. Niemand wil dit, maar de regelgeving is wat dit aspect betreft (heel ongewenst) nog zo lek als een mandje. Komende week zal in het overleg van de PO s met EZ geprobeerd worden om die gaatjes te dichten. Maar het is eigenlijk te bizar voor woorden dat er medio december nog zoveel open eindjes in regelingen zitten. Voor het jaar 2016 gaat het nog maar om een beperkte start van de Aanlandplicht, maar het moet wel een eerlijke start zijn. En voor de toekomst als er steeds meer vissoorten onder de regeling komen te vallen, houden we ons hart vast. EU-Noorwegen. De afgelopen week vond in het Noorse Bergen de tweede ronde plaats van de EU- Noorwegen-onderhandelingen. Tijdens de eerste ronde, twee weken geleden in Kopenhagen, bleek al dat het aantal discussiepunten te overzien was, waardoor alle partijen er vanuit gingen dat met twee rondes het akkoord te realiseren was en dat dan opnieuw ruim voor de Visserijraad, die op 14 december in Brussel begint. Belangrijkste elementen die in het EU-Noorwegenakkoord worden vastgelegd gaan over: De hoogte van de TAC van de gedeelde bestanden in de Noordzee en het Skagerrak. De management- of beheerplannen voor de verschillende bestanden. De Technische Maatregelen. Controleaspecten. De jaarlijkse ruil van vangstrechten tussen de partijen. Deze keer kwam daarbij de ophoging (top-up of uplift) van de TAC s in verband met de introductie van de Aanlandplicht voor EU-vissers. Over bovengenoemde zaken werd intensief gesproken waarbij het belangrijkste struikelblok toch wel was de jaarlijkse uitruil van vangstquota. De grootste onderdelen in deze ruil is het aanbod van Noorwegen in de vorm van Arctische Kabeljauw (Barentszzee) waarvoor de Noren het liefst Blauwe wijting in EU-wateren terug willen hebben. Dat vastgesteld hebbend komen er diverse problemen op tafel. Kabeljauw is demersaal waarvoor met name Spanje, Portugal en het VK belangstelling hebben en Blauwe wijting is pelagisch waarvoor met name Ierland en Nederland betalen. Complicerende factor is dat er aan een andere onderhandelingstafel gesproken wordt over de hoogte en de verdeling van de TAC van Blauwe wijting, de zgn. Coastal states-onderhandelingen waar ook IJsland en de Faeröer eilanden bij betrokken zijn. In 2015 was de TAC van Blauwe wijting 1.260.000 ton en is 102.000 ton van de EU 2

naar Noorwegen in de ruil ingezet. Nu ligt er een ICES-advies waarbij de TAC van Blauwe wijting significant naar beneden moet (Fmsy zegt zelfs een daling naar 778.000 ton) en dat betekende dat de Commissie en diverse lidstaten (veel) minder Blauwe wijting wilden inzetten in de ruil terwijl Noorwegen juist meer Arctische Kabeljauw had aangeboden (aanbod meer dan 36.000 ton terwijl dit jaar maar 20.000 ton kon worden afgenomen). Omdat er nog geen overeenstemming is tussen de Coastal-states over Blauwe wijting is in deze EU-Noorwegen uiteindelijk een overeenkomst gemaakt waarbij 50.000 ton Blauwe wijting is ingezet in ruil voor 17.547 ton Arctische Kabeljauw. Dit is ook gerealiseerd doordat extra Sprot en andere soorten werden ingezet. Verder is afgesproken dat, als er in de loop van 2016 wel een Coastal-states-akkoord komt over Blauwe wijting, er volgens een bepaalde ruilcoëfficiënt eventueel aanvullend Blauwe wijting geruild wordt tegen Arctische kabeljauw of andere soorten, waar de EU op dat moment dan belang bij heeft. Overigens dreigde gisteravond dat er geen akkoord gesloten kon worden omdat vier landen tegen wilden stemmen; Spanje, Portugal, Frankrijk en Ierland zouden voor een blokkerende minderheid kunnen zorgen. Maar uiteindelijk ging Frankrijk toch overstag en stemde alsnog in. In de ruil zat in 2015 nog steeds een kleine hoeveelheid van 300 ton schol van Noorwegen naar de EU maar wij hebben aangegeven dat deze wel geschrapt kon worden, wat ook gebeurd is. In de ruil zit, net als vorig jaar, 10 ton Noordzee-tong van de EU naar Noorwegen. Wat betreft de hoogte van de TAC s voor volgend jaar was er niet zoveel discussie, en dat is wat schol betreft spijtig te noemen omdat er in de besluitvorming uiteindelijk afgeweken is van het ICES-advies op basis van het tong- en scholbeheerplan, dat sinds 2008 toegepast werd en ook voor een spectaculaire groei van het scholbestand heeft geleid. Natuurlijk is de spreiding in het ICES-advies uitzonderlijk groot: Fmsy levert een verlaging op van 22 % en het managementplan een verhoging van 15 %. Waar VisNed voor vreesde gebeurde ook: de Commissie en diverse lidstaten gaven aan dat er nadrukkelijk gekeken moest worden naar het aangescherpte ICES-advies op basis van Fmsy, maar een verlaging was, gezien de bijzonder gezonde status van het bestand, niet verkoopbaar, dus kwam men, indachtig ook de lage benutting dit jaar, uit op een rollover. Wij hebben aangegeven het heel spijtig te vinden dat afgeweken wordt van het beheerplan maar dit was wel te verwachten. Het vindt zijn oorzaak natuurlijk hierin dat ICES het nodig vond om de Fmsy substantieel naar beneden te brengen, tot een onrealistisch laag getal, waarbij, ondanks de recordhoogte van het bestand, een aanzienlijke TAC-verlaging het gevolg zou zijn. Het is van groot belang dat ICES volgend jaar naar een realistische opstelling beweegt, anders krijgen we grote brokken als op enig moment de groei uit het paaibestand geraakt. Dit kan wat ons betreft niet wachten tot de benchmarkt voor schol die in 2017 is voorzien. Voor de rondvissoorten kabeljauw en schelvis is een verhoging gerealiseerd. Wijting neemt onderhand de term zorgenkindje over van de kabeljauw. Aanvankelijk leek opnieuw een korting uit de bus te rollen maar het werd gelukkig toch een rollover. De TAC s voor de gedeelde bestanden voor de Noordzee en het Skagerrak zijn thans definitief vastgesteld, waarbij de aanpassingen er als volgt uitzien: Soort: Wijziging t.o.v. 2015: TAC 2016: Kabeljauw +15% 33.651 ton Schol +2,6% 131.714 ton Wijting +/-0% 13.678 ton Koolvis -0,5% 65.696 ton Schelvis +47,3% 61.933 ton Haring -+16% 518.242 ton Schol Skagerrak +17% 11.766 ton 3

In bovengenoemde cijfers zijn voor de soorten schelvis, koolvis en schol verhogingen afgesproken omdat deze in 2016 in de visserijen, waar deze doelsoort zijn, onder de Aanlandplicht terecht komen. Dit geldt bijvoorbeeld voor schelvis in TR1 en schol in TR1 en BT1. Deze verhogingen zijn gebaseerd op de bij ICES/STECF bekende cijfers. Opvallend was dat Noorwegen tegen deze uplift geen bezwaren maakte, terwijl men voor de eigen discardsban nooit gevraagd heeft om uplift omdat men van mening was dat deze extra aanlandingen binnen het huidige TAC-systeem gerealiseerd moesten worden. Nu heeft Noorwegen dat standpunt kennelijk laten varen, leuke bijkomstigheid is natuurlijk dat Noorwegen ook haar aandeel in de uplift krijgt, dus extra kilogrammen om aan te voeren. De uplift die tijdens deze onderhandelingen afgesproken zijn: Schelvis Noordzee: 17,3% Schelvis Skagerrak 20,9% Koolvis Noordzee 9,4% Schol Noordzee 2,6% Schol Skagerrak 17,0% Nogmaals: deze uplift is in bovenstaande TAC-cijfers verwerkt. Voor schol is de jaarlijkse flexibiliteit gecontinueerd, er mag 10 % van het quotum meegenomen worden naar 2016. Zoals bekend wordt in EU-Noorwegen niet onderhandeld over de TAC voor Noorzee-tong, die komt aan de orde tijdens de Visserijraad van 14 15 december as. Betreffende de toekomst van de gezamenlijke Langetermijnbeheerplannen zijn tijdens de EU- Noorwegen werkafspraken gemaakt. Begin volgend jaar gaat hier een gezamenlijke werkgroep mee aan de slag. Zoals bekend wordt in EU-verband plannen ontwikkeld voor een mixed-fisheries-plan Noordzee dat de belangrijkste rondvis- (kabeljauw, schelvis, koolvis, wijting) en platvissoorten (tong, schol) moet gaan beheren. In de loop van 2016 worden hierover voorstellen gedaan. Teleurstellend is wel dat het project Fully Documented Fisheries (CCTV-project) in de kabeljauwvisserij op de Noordzee volgend jaar niet gecontinueerd wordt. Ondanks verzoeken daartoe van het VK en Denemarken met steun van Nederland heeft de Europese Commissie dit punt niet meer opgebracht. Noorwegen heeft altijd bezwaar gehad maar nu waren er ook diverse lidstaten (onder aanvoering van Frankrijk en België) die hiertegen waren omdat zij dit zien als de opmaat naar uitgebreid toezicht met behulp van camera s, iets wat zij helemaal niet zien zitten. Dit betekent dus ook dat het cameraproject in Nederland beëindigd wordt en dat is zondermeer spijtig omdat deze vaartuigen naast extra kabeljauw ook vrijstelling van zeedagen kregen in TR1. Zoals bekend is dit mandje uitermate krap wat betreft het beschikbare aantal zeedagen voor de visserij met grote mazen en hier zal dan ook een creatieve oplossing voor gevonden moeten worden. Tijdens deze twee EU-Noorwegen-rondes werd de Nederlandse overheid vertegenwoordigd door Carian Emeka. Wij zeggen haar hartelijk dank voor haar inzet en zien terug op een constructieve en prettige samenwerking. Voorstel Europese Commissie zeebaars. Afgelopen dinsdag, 1 december jl., vond een ingelast overleg plaats op uitnodiging van het ministerie van Economische Zaken (EZ) over het uitgebrachte voorstel van de Europese Commissie met betrekking tot vangst van zeebaars. Ook voor het ministerie zelf was het ingrijpende voorstel onverwacht. Daarom werd op korte termijn en voorafgaand aan de Decemberraad van volgende week met belanghebbende partijen bijeen gekomen om de reacties te toetsen en de strategie te bespreken. 4

Het voorstel omvat een viertal maatregelen: 1) sluiting van een visserij op zeebaars in een aantal gebieden in de Britse wateren; 2) sluiting voor visserij op zeebaars in een aantal gebieden gedurende de eerste helft van het jaar, uitgezonderd boomkor en zegen, die wel zeebaars aan boord mogen hebben, maar maximaal 1% van het vangstgewicht aan boord; 3) een maximale hoeveelheid van 1000 kg per schip in andere gebieden; 4) maximaal 1 exemplaar per dag houden voor recreatieve visserij. IMARES presenteerde de bestandsschatting om te verduidelijken waar deze op gebaseerd was en hoe deze tot stand is gekomen. IMARES legde uit dat het om een volwaardige bestandsschatting gaat en niet om een data-gelimiteerde soort. Er zijn nog grote onzekerheden met betrekking tot de onderliggende data, bijvoorbeeld de discardsterfte en de recruitment die alleen maar in 1 survey wordt gemonitord. Toch lieten alle verschillende parameters een sterke neerwaartse trend zien. Er zal nog een inspanning worden ondernomen om getallen over zeebaarsaanwezigheid uit verschillende bestaande Nederlandse gegevensbronnen boven water te krijgen. Alle aanwezige partijen maken zich zorgen over de toestand van het bestand. Echter, de visie op hoe dit tij gekeerd moet worden lopen uiteen. Voor VisNed zijn de voorgestelde maatregelen onacceptabel vanwege de ingrijpendheid terwijl er toch veel onzekerheid onder het ICES-advies ligt. De 1%-regel is onwerkbaar; immers, wat moet je doen als je plots in de zeebaars loopt, moet dan bijna alles overboord? Ook is niet helemaal helder hoe deze regel geïnterpreteerd moet worden (op elk moment maximaal 1% of bij einde reis?); EZ gaat dit navragen bij de Europese Commissie. Evenwel heeft de Europese Commissie een stevige stok achter de deur om maatregelen thans wel doorgevoerd te krijgen. Immers, als het bestand volgend jaar onder een bepaald minimum duikt dan zal de Europese Commissie zelf direct ingrijpen met naar verwachting nog ingrijpendere maatregelen, waarbij een volledig verbod op de vangst van zeebaars niet is uitgesloten. Daarom werd in de bijeenkomst naar alternatieven gezocht. Zo werd besproken of de sluiting van 6 maanden wel aansluit bij de aggregaties (dat zijn samenscholingen) van zeebaars die daarmee zouden moeten worden vermeden. Dit zal nader worden onderzocht. Zo werd ook gesuggereerd dat actieve vermijding van zeebaars en selectiviteitsverbetering van het net opties zouden kunnen zijn. In het geval dat dit mogelijk zou blijken te zijn, stelt VisNed dat één en ander wel uitvoerbaar moet zijn en natuurlijk niet met vangstverlies gepaard moet gaan. Er werd ook besproken dat nog uitgezocht zal worden of sluiting voor bijvangstvisserijen wel noodzakelijk is, en of niet vooral op de gerichte visserij op aggregaties van zeebaars moet worden geconcentreerd. Alle aanwezigen deelden het beeld dat effectieve handhaving van groot belang is, en dat de NVWA hierin tekort schiet, met name waar het recreatieve en semiprofessionele hengelaars en staandwant betreft. Dit signaal zal door de verschillende partijen aan de Tweede Kamer worden afgegeven. Info-bijeenkomsten CVO projecten Aanlandplicht. Volgende week vrijdag en zaterdag vinden er regionale informatiebijeenkomsten plaats over de CVO-projecten Aanlandplicht. De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) heeft een zestal onderzoeksprojecten opgestart waarbinnen mogelijkheden gezocht worden om overleving van discards te kunnen meten en te verhogen, om middels technische toepassingen selectiever te vissen, en zoveel mogelijk waarde te halen uit de verwerking van discards. Daarnaast is het project Best-practices opgezet waarin getracht wordt om uit de andere CVOprojecten de initiatieven en ontwikkelingen voor enkele visserijmethoden te bundelen. Het bundelen van deze gegevens zal als input gebruikt worden voor een eerste verkenning van 5

de sociaaleconomische impact van de Aanlandplicht op de Nederlandse kottervloot. Tijdens de bijeenkomsten zullen de resultaten uit de verschillende projecten toegelicht worden en is er de gelegenheid om vragen te stellen. Voor verdere informatie over de bijeenkomsten kunt u terecht bij Jurgen Batsleer (0612893684, jbatsleer@visned.nl). Locaties, data en tijdstippen: Vrijdag 11 december 2015 te Stellendam (Visafslag Stellendam, Meester Snijderweg 5) Programma van 13:00 15:00 uur, inloop 12:45 uur Zaterdag 12 december 2015 te Den Helder (Visafslag Hollands Noorden, Het Nieuwe Diep 27b) Programma van 10:45 tot 12:45 uur, inloop 10:30 uur. Hof van Justitie vernietigt de EU-verordening inzake kabeljauwbestanden. Vóór het Verdrag van Lissabon speelde de Europese Raad de belangrijkste rol bij de vaststelling van maatregelen in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, terwijl aan het Europees Parlement enkel een bijrol was toebedeeld als te raadplegen instantie. Dit is echter niet langer het geval, nu het visserijbeleid onder de gewone wetgevingsprocedure valt. In deze zaak ging het, kort gezegd, om de vraag wie het voor het zeggen had, Raad of Parlement. In het van de week gewezen arrest vernietigt het Hof verordening nr. 1243/2012 van de Raad van 19 december 2012 tot vaststelling van een lange termijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden. In die Verordening nam de Raad het verstandige besluit te stoppen met het korten op de zeedagen. Volgens het Hof was dat een politieke keuze. En dat had onder het Lissabon-verdrag niet gemogen, hier had ook het Europees Parlement een rol. De situatie die nu is ontstaan is een heel gevaarlijke. Want het Hof heeft bepaald dat de gevolgen van de verordening worden gehandhaafd. Maar dat binnen een redelijke termijn van maximaal twaalf maanden te rekenen vanaf 1 januari 2016, een nieuwe verordening, die is gebaseerd op de juiste rechtsgrondslag (dus met de reguliere inschakeling van het Europese Parlement) beschikbaar moet komen. Dat zal een toer worden, want voor zo n ingrijpend plan is een periode van twaalf maanden wel erg kort. Dat is een grote uitdaging voor ons Ministerie van EZ, want Nederland is voorzitter van de EU in de eerste helft van 2016 en dan moet het nieuwe plan wel in de steigers staan. Als dat niet lukt, ontstaat een zorgelijke situatie die zomaar tot bizarre maatregelen zou kunnen gaan leiden. Zoals misschien zelfs het achteraf, vanaf 2013, alsnog doorvoeren van al die kortingen op zeedagen (en dan blijft er nog maar weinig over). Alle drie betrokken partijen, Europese Commissie, Europese Raad en Europese Parlement hebben een grote verantwoordelijkheid in dezen. De principiële strijd is gestreden, maar nu mag de visserij niet de dupe worden van het uitblijven van een oplossing. Wij hebben diverse malen bij al die partijen al de oproep gedaan om hier verantwoordelijkheid te nemen. Maar het gevaar (en de belangen van onze vissers) zijn groot! Daarom zullen we die oproep tot het nemen van verantwoordelijkheid in de komende weken nadrukkelijk herhalen, te beginnen in de aanloop naar en tijdens de komende decemberraad. Het wordt misschien wel de visserij-vuurdoop voor onze nieuwe staatssecretaris Martijn van Dam, we gaan het binnenkort met hem bespreken! De nieuwe Technische Maatregelen. Het belangrijkste EU-instrument voor de regels betreffende bescherming van bestanden in de vorm van technische maatregelen is een verordening die teruggaat tot 1998. (EG-Vo. 850/98). De verordening wordt gekenmerkt dat door heel gedetailleerde regelgeving wat betreft de vistuigen, netvoorzieningen en vooral ook de vangstsamenstellingen als gebruik gemaakt wordt van uitzonderingen op de hoofdregels. Vrij snel na de totstandkoming moesten er regels worden aangepast, in de loop der jaren zijn er daarom diverse wijzigingen van de verordening doorgevoerd. In 2001 kwam er nog een aanvullende verordening waarin een 6

groot aantal technische maatregelen opgenomen werden in het kader van het kabeljauwherstelplan. Voor velen zijn de regels ondoorzichtig en op zee zijn deze vaak onuitvoerbaarheid en zorgen zij voor contraproductieve zaken zoals het moeten discarden van marktwaardige vis of het moeten blijven vissen met kleinere maaswijdtes omdat de vangstsamenstelling dat vereist. En meer van die perverse regelgeving. Soms heeft de moeilijke regelgeving ook tot gevolg dat zelfs een controleur de regels niet goed kent waardoor een, overigens onbedoelde overtreding, niet opgemerkt werd, zoals afgelopen zomer een kreeftenvisser mee maakte. Zeker de afgelopen 10 jaar (!) zijn verschillende pogingen ondernomen om te komen tot een nieuwe opzet van de Technische Maatregelen maar evenzovele keren stranden dit voornemen weer. Maar nu wijzen de tekenen erop dat, na vele valse starts, een voorstel van de Europese Commissie voor een nieuw technisch kader binnenkort het daglicht zal zien. En het lijkt erop dat voor een radicale andere insteek wordt gekozen. In tegenstelling tot de huidige regeling zal er niet één verordening komen waarin voor alle wateren van de EU, in de vorm van top-down en micro-management, een heel gedetailleerde regeling komt. Er wordt gekozen voor een algemeen kader en een regionale aanpak met per regio verschillende technische maatregelen. Ook zal niet tot in detail gij zult niet of juist dit en dat moet worden vastgelegd. Daarentegen zal er sprake zijn van een nieuwe kaderregeling met als belangrijkste steekwoorden: Vereenvoudiging Zo min mogelijk verplichtingen/uitsluitingen Regionalisering Aansluiten op de Aanlandplicht. Het is de bedoeling dat de nieuwe verordening de overgang naar een nieuw tijdperk in het visserijbeheer zal inluiden waarbij dus regionalisering en de Aanlandplicht centraal staan, samen met de meerjaren-beheerplannen. Uitgangspunt hierbij is dat er een sterke economische stimulans moet komen voor vaartuigen om de ongewenste bijvangsten te beperken. In zijn zuiverste vorm zou dit moeten betekenen dat er geen regels voor de selectiviteit van het vistuig of minimum maten nodig zijn. Maar in afwachting van de regionalisering en een volledig operationele Aanlandplicht wil de Commissie wel een aantal basismaatregelen behouden als een soort vangnet voor de technische maatregelen. De regionalisering wordt zo ingevuld dat er ruimte komt voor een regionale bijlage voor elk zeegebied. Ook komen er bepalingen over zaken als natuurbehoud, waarbij regionale lidstaten veel bevoegdheden krijgen. Het nieuwe voorstel ligt momenteel nog bij de diensten van de Europese Commissie maar de verwachting is dat dit erg snel in 2016 naar buiten zal komen. Nederland is de eerste heft van 2016 voorzitter van de EU, dus zal het de verantwoordelijkheid van ons land zijn om de procedure van consultatie en goedkeuring in gang te zetten. Er moet hierbij overigens vanuit gegaan worden dat, gezien het besluitvormingsproces binnen Europa, de totstandkoming van de nieuwe regeling minimaal 18 maanden in beslag zal nemen. Cruciaal is wel dat de regelgeving echt vereenvoudigd wordt en dat de visserman een grote mate van flexibiliteit krijgt om zijn visserijbedrijf onder het nieuwe GVB uit te kunnen oefenen. Daarom is het te hopen dat het Europees Parlement niet in de verleiding komt om onderdelen van complexiteit toe te voegen aan de nieuwe verordening als het door de medebeslissingsprocedure loopt. Het enige dat wij geleerd hebben, meer dan alle andere partijen is dat op het gebied van technische maatregelen geleerd moet worden van fouten uit het verleden: geen tsunami van regels, top-down gestuurd. Dan weten we namelijk zeker dat het weer fout zal gaan. 7

ICES-bijeenkomst visserijbeheer met credits. Op 2 en 3 december vond op het kantoor van ICES in Kopenhagen een bijeenkomst plaats waarin werd gebrainstormd over alternatieve beheermethodes voor de visserij door middel van een credit -systeem. In zo n systeem is de zee verdeeld in vakken met elk een puntenwaarde, en dan mag in principe overal worden gevist, alleen kosten bepaalde vakken meer credits dan andere. De totale hoeveelheid credits is dan het sturende mechanisme. Een voordeel van deze systemen is dat er in principe overal toegang is, en daarmee is er meer flexibiliteit dan met het traditionele model van gesloten gebieden. Gerjan Piet van IMARES presenteerde het idee van Seafloor Integrity Quota. Doel van het systeem is om de zeebodem te beheren op een andere manier dan met de traditionele gesloten gebieden. Het idee is om een gedetailleerde kaart van de zeebodem te maken, verdeeld in veel kleine vakken (ideaal zou zijn op dezelfde schaal als een vistuig, bv 50 x 50 meter), waarbij elk vak een puntenwaarde (credits) toegekend krijgt die de toestand en de kwetsbaarheid weergeven. Vakken met een gevoelig habitattype krijgen een hoge waarde, en deze waarde stijgt tot een bepaald maximum naarmate de vakken langer niet bevist zijn geweest. Op die manier wordt herstel van de zeebodem tot een min of meer onverstoorde toestand in het systeem gebracht. Het totaal aan beschikbare credits wordt bepaald aan de hand van een doelstelling in de vorm van een bepaalde minimale totaalscore van de zeebodem. De vraag die onmiddellijk rijst is hoe dit systeem uitwerkt op de vangstmogelijkheden. De eerste analyse die IMARES nu presenteerde suggereerde dat op dit moment betere vangsten (hoeveelheid vangst per eenheid beviste oppervlakte) worden behaald op plekken die een lage puntenwaarde hebben, dan op plekken die een hogere puntenwaarde vertegenwoordigen. Dat zou betekenen dat bodembescherming met dit systeem enerzijds, en optimalisatie van vangsten anderzijds, elkaar niet hoeven te bijten. Het nader uitwerken van deze gegevens zou wel eens tot interessante inzichten kunnen leiden over het soort plaatsen waar goede vangsten te verwachten zijn. Het systeem staat echter nog in de kinderschoenen en er moet veel nader worden onderzocht. Bijvoorbeeld: als iedereen op de plekken met lagere puntenwaarden gaat vissen, treedt er daar dan geen vangstverlies op? Daarnaast is de schaal van habitatkaarten belangrijk. Op de Klaverbank hebben we bijvoorbeeld gezien dat de keiengebieden op de bestaande kaarten niet altijd overeen komen met de praktijk. Verder hangt de effectiviteit van het systeem af van een goede balans als het om de totale hoeveelheid beschikbare credits gaat. Als die te laag is dan wordt er vangst misgelopen, en als die te hoog is dan werkt het niet goed meer om de kwetsbare plekken op de zeebodem te mijden. Vervolgens was het de beurt aan Sarah Kraak van het Thünen Instituut, die al langere tijd een soortgelijk systeem ontwikkelt (Real Time Incentives genaamd) maar dan gericht op vispopulaties in plaats van op de zeebodem. Er zou dan mogelijk zelfs helemaal worden afgestapt van het huidige quotumsysteem. Vakken krijgen dan een hogere puntenwaarde naarmate ze een grotere bijdrage kunnen leveren aan het ontzien van die vissoorten waarvan de populatie op dat moment onvoldoende is. Er werd besproken of deze beide creditsystemen ook tegelijk kunnen worden uitgevoerd. In theorie zou dat kunnen: de vakken waarmee het systeem gericht op vis werkt zijn groot, en de vakken waarmee het systeem gericht op de zeebodem werkt zijn klein. Dan kan de visserman vervolgens binnen de grote visvakken beslissen waar precies te vissen op basis van de veel kleinere bodemvakken. Het is helder dat de beide creditsystemen een grote omslag in het visserijbeheer zouden betekenen. Het spreekt voor zich dat hierbij de vangstmogelijkheden wel voorop moeten blijven staan. Verder zal het nog vele jaren duren voordat zo een systeem al dan niet rijp 8

voor uitvoering zou kunnen zijn. Wij volgen dit onderzoek met interesse, maar zeker ook met een gezonde kritische blik en bijbehorend geluid. Expertgroep overlevingsonderzoek. In het kader van de Aanlandplicht ontwikkelen wij onder CVO onder andere een vervolgproject naar overleving van discards. Naast de dreigende onwerkbare situatie omtrent het aanlanden van scholdiscards, is een andere hoofdreden hiervoor om het probleem van de mogelijke choke species aan te pakken. Een choke species wil zeggen: wanneer de visserij gestaakt moet worden omdat het quotum van één bepaalde (bijvangst)soort in een gemengde visserij is uitgeput. Deze soort verstikt dan de gehele visserij. Dat risico dreigt met de komst van de Aanlandplicht voor verschillende soorten, naast schol gaat dat ook om rog, tarbot en griet. Nu is voor deze soorten de verwachting dat ze in aanmerking kunnen komen voor een uitzondering onder de Aanlandplicht, als aangetoond kan worden dat ze een hoge overlevingskans hebben. In het huidige overlevingsproject is ervaring opgedaan met schol en tong, en zijn eerste resultaten geboekt. Het huidige project krijgt een vervolg om de resultaten voldoende uit te breiden om een uitzonderingsaanvraag mee te kunnen onderbouwen, en dit vervolg wordt uitgebreid met rog, tarbot en griet. Om te zorgen dat dit onderzoek op de meest effectieve en internationaal best geaccepteerde manier wordt uitgevoerd, hebben Jurgen Batsleer en Wouter van Broekhoven maandag 1 december in Gent de plannen gepresenteerd bij de werkgroep van ICES die zich op overlevingsonderzoek richt. Dit is dé internationale groep waar het overlevingsonderzoek uit de verschillende landen bij elkaar komt. De onderzoekers waardeerden het om op deze manier inzicht te krijgen in de behoeften vanuit de sector, en wij hebben het projectplan kunnen aanscherpen op basis van de tips en inzichten van de onderzoekers. De ontwikkeling van het project gaat nu in volle vaart verder met een subsidieaanvraag onder het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Telecomkabels. Zoals onlangs aangekondigd werkt VisNed aan onderbouwing voor de problematiek omtrent schadeclaims van telecomexploitanten voor kabelschade tegen met name Sumwing-vissers. Op 27 november jl. vond te Goedereede een bijeenkomst met diverse partijen plaats om te besluiten of en hoe richting de kabelexploitanten gehandeld kan worden om toekomstige conflicten te voorkomen. De aanwezige partijen waren het er over eens dat, los van de individuele lopende claims, met de kabelexploitanten gesproken zal moeten worden over het onderwerp. Daarbij is VisNed van mening dat kabels deugdelijk ingegraven dienen te zijn en te blijven. Er wordt veelal met lichtere tuigen gevist dan voorheen, die minimaal de bodem in kunnen dringen, dus aanraking met kabels is helemaal niet aan de orde wanneer de kabels gewoon goed ingegraven zijn. Wij zullen dit standpunt overbrengen, en de kabelexploitanten vragen om aan te geven waar volgens hen het probleem precies uit bestaat, en te onderbouwen waarom naar de visserij wordt gekeken. Een bijeenkomst wordt voorbereid voor begin 2016. Zandsuppleties en invloed op visbestanden. Al langere tijd doen onze wetenschappers Jurgen Batsleer en Wouter van Broekhoven literatuuronderzoek naar de effecten van zandsuppleties. We spraken daar ook over met de wetenschappers van het NIOZ. Nu zien we dat de vraag naar de effecten van zandsuppleties toe neemt. Vanuit de hoek van Natuur- en Milieuorganisaties en vanuit de politiek. Het D66- Kamerlid, mevrouw Koser Kaya heeft een manifest over de Waddenzee gepubliceerd waar ze dit onderwerp ook aan de orde stelt. Wij gaan verbindingen zoeken met alle partijen die 9

zich hierover zorgen maken. Het onderwerp moet namelijk goed onderzocht worden. Omdat de visstand in de kustzone (en ook de stand van garnalen) niet bedreigd mag worden door deze activiteiten. Maar ook omdat er nu steeds naar de visserij gewezen wordt als het gaat om het afnemen van de visstand. Van de week werd in het zeebaars overleg nog gewezen op de verminderde vangst van zeebaars in de NIOZ-fuik op Texel (een belangrijke indicator). Alsof de visserij daar dan de schuld van heeft, terwijl het zeker ook veroorzaakt wordt door de zandsuppleties. Gerecyclede visnetten krijgen nieuw leven. Afgelopen week Op 1 december is in Urk de eerste lading van 25 ton oude visnetten opgeladen voor transport naar Slovenië, waar de netten worden gerecycled. Hiermee is de samenwerking die twee weken geleden door de Urker visserijgemeenschap, de gemeente Urk, VisNed en Healthy Seas officieel werd bekrachtigd, ook praktisch een feit. Healthy Seas verwijdert met behulp van duikers en bergers zogenaamde spooknetten (dat is in de Noordzee voornamelijk een erfenis uit de vorige eeuw) en werkt met de visserijsector samen om hun oude visnetten te recyclen. Een deel van de netten wordt omgezet in een hoge kwaliteit garen, wat vervolgens gebruikt wordt voor de productie van sokken, badkleding en vloerbedekking. Ook op Urk is een Healthy Seas depot opgezet, waar naar verwachting zo n 150 ton visnetten per jaar zal worden verzameld. Tot nu toe werden die netten afgevoerd naar de vuilverbranding in Delfzijl. Nu dienen de oude netten weer als grondstof, waardoor er bijvoorbeeld minder olie wordt gebruikt. De recycling levert daarom milieuwinst op, waaronder een reductie in CO 2 uitstoot, volgens deskundigen medeverantwoordelijk voor klimaatverandering. Deze samenwerking past in de bevordering door VisNed van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de kottersector. Net als deelname aan SFAV, Fishing for Litter, Green Deal, VisPluisVrij en Netjes Opgeruimd (huishoudelijk en bedrijfsafval en zwerfvuil). Fact Finding Pulsvisserij. Afgelopen week bezocht een 3-mans-delegatie uit Brussel gedurende drie dagen Nederland op een fact finding missie over puls. Het waren ambtenaren van de Europese Commissie, gespecialiseerd in controle en regelgeving, maar met nog niet zo heel veel ervaring. Ze kwamen blanco binnen en kregen een door EZ gecoördineerd uitgebreid en informatief programma voorgeschoteld. Woensdag was een Haagse dag, gevuld door de beleidmakers van EZ. Op donderdagochtend waren VisNed, NVB, Delmeco en HFK aan de beurt om inlichtingen te geven. Na uitleg over techniek werd in de pakbak de puls daadwerkelijk gevoeld. Pim Visser kon daar het positief kritische NSAC advies toelichten. Door middel van dat advies is het pulsdossier naar Europees niveau getrokken en is er betrokkenheid van internationale visserijen en NGO s gerealiseerd. Ook bij het komende onderzoeksprogramma. In de middag nam IMARES het stokje over en vertelden de wetenschappers uitgebreid over het onderzoek wat al gedaan is en wat in januari van start gaat. Op vrijdag volgde een bezoek aan de GO 31 en SL 42 in Stellendam, waar ook het innovatie centrum werd bezocht. Subsidie voor Innovatieprojecten rendementsverbetering in de visserijsector. RVO heeft bekend gemaakt dat Producentenorganisaties voor visserijproducten, visserijondernemingen of samenwerkingsverbanden in de visserijsector subsidie kunnen krijgen voor het uitvoeren van innovatieprojecten. De projecten moeten gericht zijn op kostenbesparing en rendementsverbetering. Aanvragen van de subsidie Innovatieprojecten rendementsverbetering kan van 14 januari tot en met 1 april 2016. Voor deze subsidie is 2 miljoen beschikbaar. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten de subsidiabele kosten minimaal 500.000 zijn. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten die onder de subsidie 10

vallen. Het maximale subsidiebedrag is 375.000 In de praktijk kunnen dus 6 projecten gehonoreerd worden. RVO neemt alleen aanvragen in behandeling die volledig zijn. De aanvraag dient uiterlijk op 1 april 2016 bij RVO binnen te zijn. VisNed ondersteunt haar leden bij het complexe proces van het doen van aanvragen. Stuur daartoe een mail aan visned@visned.nl en wij nemen contact met u op. VIRIS-overzicht 2015. Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 3 december 2015; dit betekent dat de aanvoer tot en met week 47 verwerkt is. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 4 december 2014 (eveneens week 47). 2015 2014 (03-12-2015) (04-12-2014) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong 9.694 8.393 87% 9.708 8.072 83% Schol 56.283 28.241 50% 42.775 25.558 60% Kabeljauw 1.393 1.251 90% 1.517 1.269 84% Wijting 528 475 89% 556 422 76% Tarbot/Griet 2.627 2.493 95% 2.589 2.158 83% Schar/bot 11.421 3.489 31% 11.436 3.940 34% Tongschar 775 392 51% 868 342 39% Langoustines 1.367 992 73% 1.277 1.105 87% Rog 229 203 89% 186 227 121% PO-maatregelen. Voor 2015 hebben alle Nederlandse PO s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO s vastgesteld op 225 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 225 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van 25 27 cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: 27 juli 2015: Bijvangstpot Horsmakreel (JAX/4bc7d). Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 11