Reflectie en portfolio bij TCS. Opstarten:

Vergelijkbare documenten
Reflectie en portfolio bij TCS Versie augustus 2015 (voor studenten gestart vóór 2015)

Reflectie en portfolio bij TCS Versie 2017

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Reflectie en portfolio bij TCS Versie juli 2016 (voor studenten gestart in 2015 en 2016)

Inhoudsopgave 1 Het tutorprogramma TCS Jaarprogramma

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Voorlichting voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies. Dinsdag 9 april 2019

Opleiding / programma: BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Open dag 14 maart Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

PORTFOLIO-INSTRUCTIE VOOR REGULIERE STUDENTEN

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum:

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Onderwijs- en examenregeling

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

21ste-eeuwse vaardigheden:

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen:

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Portfolio vrijstellingsverzoek op grond van praktijkervaring

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

BEOORDELINGSFORMULIER

Studeren in het buitenland op uitwisseling in 2019/2020

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Toelating Master Design!

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

Instructiedocument studenten

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Bachelor Europese studies. uva.nl/ba-europese-studies

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Voorlichting voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies. Dinsdag 4 april 2017

Handleiding sectoronderzoek V

Loopbaan na Leiden Profiel van een Leids academicus

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Bachelor Italië studies. uva.nl/ba-italiaans

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

PRAKTIJKOPDRACHT 3 DE VRAAG SIGNALEREN

Oriëntatie op ondernemerschap

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Criteria. De beroepencarrousel

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Bachelor Cognition, Language and Communication. uva.nl/ba-cognition-language-communication

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Transcriptie:

Reflectie en portfolio bij TCS Opstarten: http://ictintroductie.wp.hum.uu.nl/home/portfolio-las-tcs

1. Het portfolio Het bijhouden van een portfolio is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Taal- en Cultuurstudies. Bij TCS wordt het portfolio gebruikt als reflectie-instrument tijdens de hele opleiding en tevens als begeleidingsinstrument voor de tutor, de hoofdrichtingadviseur en de studieadviseur. Ook de examencommissie maakt gebruik van het portfolio wanneer zij toestemming verlenen voor studie in het buitenland (curriculum approval). De reflecties die in het portfolio worden opgenomen, zijn van groot belang voor het aanbrengen van samenhang tussen de verschillende onderdelen van het studieprogramma. Het portfolio vind je op Blackboard, op je persoonlijke pagina. 1.1 Het doel van het portfolio Gedurende de opleiding Taal- en Cultuur Studies ontwikkel je je tot een kritische academicus met een brede geesteswetenschappelijke achtergrond en de beheersing van uiteenlopende wetenschappelijke vaardigheden. Binnen TCS stel je voor een groot deel je eigen programma samen. Deze keuzevrijheid betekent ook dat je zelf verantwoordelijk bent voor de samenhang in je studieprogramma. Het portfolio helpt je over deze samenhang na te denken en is zodoende een onmisbaar hulpmiddel bij je vorming tot academicus. 1.2 Rollen Het portfolio is in de eerste plaats een instrument om te reflecteren op je eigen ontwikkeling als TCS-student. Je doet verslag van je keuzes en je vorderingen. Je kunt er ook je werkstukken in bewaren, vooral die werkstukken waarmee je kunt laten zien dat je vorderingen in je academische vorming. Om te bevorderen dat je tijdens je opleiding doelgericht studeert en daarover op een goede manier nadenkt, hebben we het beeld dat wij voor ogen hebben van een TCS-bachelor student ontleed in de volgende vier rollen : -- De specialist: Iemand die kennis heeft van de theoretische en methodologische grondslagen behorende tot één hoofdrichting of vakgebied. Dat betekent onder andere dat deze persoon de eigen producten en die van anderen adequaat en kritisch evalueert aan de hand van de criteria die in die wetenschapsdiscipline gangbaar zijn. -- De onderzoeker: Iemand die relevante en goed geformuleerde onderzoeksvragen weet te stellen, die wetenschappelijke methodes kent en kan toepassen om onderzoeksvragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te beantwoorden. De onderzoeker is in staat om zijn bevindingen voor een relevant forum op een adequate manier te presenteren. -- De professional: Iemand die zelf verantwoordelijkheid neemt voor het eigen functioneren en de eigen ontwikkeling. Dat betekent dat een professional het eigen handelen 2

systematisch analyseert en op basis daarvan adequate doelen stelt en keuzes maakt. Deze persoon heeft een professionele werkhouding. -- De intellectueel: Iemand die een goed niveau van algemene en culturele ontwikkeling heeft en een brede, vakoverstijgende blik. Deze persoon weet inzichten uit verschillende wetenschapsdisciplines adequaat met elkaar te verbinden. Een intellectueel is belezen, denkt onafhankelijk en zelfstandig, en heeft oog voor de rol van de geesteswetenschapper in de maatschappij. 1.3 Reflectie Bij de reflectie word je gevraagd na te denken over je invulling van de verschillende rollen. Hoe ontwikkel je je op deze vier vlakken? Wat zou je willen bereiken en hoe ga je dat aanpakken? In totaal kent de opleiding vier reflectiemomenten. Voor alle reflecties worden opdrachten/instructies verstrekt. Die instructies vind je ook in dit document. -- Reflectie-opdracht 1 In het eerste studiejaar volg je in periode 1 en 2 thematisch oriënterende cursussen, die je voorbereiden op de keuze voor een hoofdrichting. In blok 2 is in de TOC een portfolio opdracht: een reflectie op de studiekeuze en studieplanning van het eerste jaar, en dan in het bijzonder op je oriëntatie op een hoofdrichting. De eerste reflectie wordt beoordeeld door de docent van de TOC in blok 2 en besproken met de tutor in het kader van een gesprek over de keuze van vakken voor blok 3 en 4 van het eerste jaar en de oriëntatie op een hoofdrichting. -- Reflectie-opdracht 2 De tweede reflectie wordt geschreven tijdens de basiscursus onderzoek (blok 1 of 2 van jaar 2; soms blok 4 van jaar 1!). Je hebt op dat moment de keuze voor een hoofdrichting gemaakt en verwerft in de basiscursus kennis over de onderwerpen, onderzoeksvragen en methodes binnen die hoofdrichting. Je bepaalt je eigen positie door de vier rollen te koppelen aan de ontwikkeling van je eigen vaardigheden. De docent van basiscursus beoordeelt deze reflectie, die bovendien ook naar de hoofdrichtingadviseur wordt gestuurd. -- Reflectie-opdracht 3 De derde reflectie maakt net als de vierde deel uit van de laatste fase van je studie. Je hebt de verplichte stage afgerond of je bent in het buitenland gaan studeren. In beide gevallen heb je kennis gemaakt met een andere werkomgeving (het stageadres dan wel een buitenlandse universiteit), waarin je opnieuw je positie hebt moeten bepalen, en waarin je bovendien je vaardigheden en zwakke/sterke punten beter hebt leren kennen. Deze reflectie wordt door de hoofdrichtingadviseur met je besproken en beoordeeld. -- Reflectie-opdracht 4 De vierde reflectie is opgenomen in de verplichte cursus Kennis, letteren, maatschappij, die je tegen het eind van je studie (blok 2 of 3 van jaar 3) volgt. Gedurende deze cursus denk je vanuit een wetenschapsfilosofisch perspectief na over de cultuurwetenschappen. Deze reflectie is er op gericht dat metaperspectief 3

te verbinden met je eigen academische vaardigheden en met de cursussen die je hebt gevolgd. Deze reflectie wordt door de KLM-werkgroepdocent beoordeeld. Bij het afronden van het portfolio heb je de mogelijkheid om een terugblik op je hele studie geven, als een laatste, vrije reflectie op alles wat je hebt gedaan en geleerd. Eisen die aan het portfolio worden gesteld Het portfolio moet bij de aanvraag van het bachelorexamen worden overgelegd en wordt beoordeeld door de hoofdrichtingadviseur. Alleen bij een beoordeling voldoende (of beter) kan het bachelorexamen doorgang vinden. Een voldoende portfolio bevat de volgende onderdelen: 1. je motivatie om TCS te gaan studeren 2. vier reflecties (zie hierboven) 3. het eindproduct van de basiscursus onderzoek 4. het stageverslag of een reflectieverslag van het verblijf in het buitenland 5. het dossier van de cursus KLM 6. het bacheloreindwerkstuk Tot slot Het portfolio als geheel moet worden goedgekeurd door de examencommissie om te kunnen afstuderen. De examencommissie beoordeelt je portfolio aan de hand van de volgende vragen: 1. Is er minimaal vier keer gereflecteerd zijn, d.w.z. in het kader van de TOC, BO, stage (of buitenlandstudie) en KLM? 2. Zijn alle reflecties met een voldoende beoordeeld? 3. Is er voldoende bewijsmateriaal in het portfolio opgenomen, dat de reflecties onderbouwt? 4

Bijlage 1: de vier reflectieopdrachten Reflectieopdracht 1 [750 1000 woorden] Deze eerste reflectie-opdracht heeft betrekking op de inzichten die je hebt opgedaan tijdens de eerste twee onderwijsperiodes bij Taal en Cultuur Studies, toegespitst op de verschillende rollen die je tijdens je opleiding zult (leren) aannemen. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. 1. In je rol van specialist Met welke onderwerpen houden wetenschappers in de vakgebieden waarover de door jou gevolgde cursussen gingen, zich bezig? Welke gegevens (data) gebruiken zij bij hun onderzoek? Heeft de studie tot nu toe je al op het spoor gezet van een mogelijke hoofdrichting? Licht toe. 2. In je rol van onderzoeker Welke onderzoeksmethoden ben je tegengekomen? Denk hierbij met name terug aan de stof die tijdens de door jou gekozen TOC is behandeld. Heb je in andere cursussen al iets geleerd over de manier waarop je een wetenschappelijk werkstuk schrijft? Zo ja, wat dan? Heb je daarbij verschillen ontdekt met de werkwijze in je TOC in blok 2? Je hebt in blok 1 in de TOC een presentatie gegeven, hoe ging dat? 3. In je rol van professional In deze rol reflecteer je op de keuzes die je hebt gemaakt. De volgende vragen kunnen daarbij van belang zijn: ben je tevreden met je keuze om TCS te gaan studeren? Wat viel tegen, wat viel mee? Wat is het meest interessante dat je tot nu toe geleerd hebt? Was het moeilijk om je vakken te kiezen voor blok drie en vier? Wat heb je bij je keuze laten meewegen (b.v. interesse, mogelijke hoofdrichting, keuze van anderen, rooster)? 4. In je rol van intellectueel. Zijn er al momenten geweest waarop je je realiseerde dat je over een bepaald onderwerp in een andere cursus ook iets had geleerd? Zo ja, wat dan? Waren er verschillen in benadering? Ben je in het maatschappelijk debat (krant, televisie, internet etc.) al dingen tegengekomen die aansluiten bij de kennis en vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan? Inleveren De TOC bepaalt het inlevermoment en geeft feedback. Zet je eerste reflectieopdracht na herschrijving op basis van de feedback en beoordeling meteen in je portfolio. Vergeet niet de bewijsstukken (papers, opdrachten e.d.) toe te voegen. Een voldoende beoordeling van deze eerste reflectie geldt als voorwaarde voor het eindcijfer van de TOC. Beoordeling Deze eerste reflectie wordt beoordeeld door de TOC-docent. 5

Reflectieopdracht 2 [1000-1250 woorden] In deze tweede reflectie opdracht zul je jezelf weer moeten verplaatsen in de vier rollen, en dan in het bijzonder in relatie tot de kennis die je hebt opgedaan tijdens de Basiscursus Onderzoek. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. 1. In je rol van specialist Wat heb je geleerd over de verschillende manieren van denken binnen je hoofdrichting? Heb je het idee dat je al beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden van een vakgebied? Zo ja, hoe heb je deze kennis verkregen? Zo nee, hoe ga je deze kennis in de toekomst verkrijgen? Heeft je hoofdrichting betrekking op meerdere vakgebieden? Zo ja, heb je al gekozen waarin je je precies wil specialiseren? 2. In je rol van onderzoeker Hoe krijgt onderzoek in je hoofdrichting vorm? Zou je al een zelfstandig onderzoek kunnen uitvoeren dat voldoet aan alle academische criteria? Welke onderzoeksmethodes heb je geleerd? Heb je al kennis gemaakt met interdisciplinaire onderzoeksmethoden en vaardigheden? 3. In je rol van professional Heb je al in groepsverband gewerkt aan een opdracht of presentatie? Zo ja, hoe ging dit en wat was jou rol hierbinnen? Wat vond je moeilijk aan samenwerken? Werk je liever alleen of in een groep en waarom? Ben je tevreden met de keuze van je hoofdrichting? Heeft de Basiscursus Onderzoek dit bevestigd? Doe je nog dingen buiten je studie die meehelpen aan jou ontwikkeling als professional? Beschrijf een belangrijk leermoment. 4. In je rol van intellectueel Met welke onderwerpen houden je medestudenten van je hoofdrichting zich bezig? Wat zijn de verschillen? Heb je (onverwachte) verbindingen kunnen leggen tussen de verschillende vakgebieden, zo ja, welke? Inleveren Lever deze reflectie in bij je onderzoeksverslag van de Basiscursus Onderzoek en zet deze reflectie na beoordeling meteen in je portfolio. Vergeet niet om bewijsstukken toe te voegen (essays, onderzoeksverslagen, presentaties, e.d.). Beoordeling De tweede reflectie wordt beoordeeld door de docent van de Basiscursus Onderzoek. 6

Reflectie-opdracht 3 [1000-1250 woorden] Deze reflectie schrijf je in het kader van je stage of van je studie in het buitenland. In beide gevallen begin je met de stageoriëntatie (voor iedereen verplicht!) en blik je na afloop terug op je stageperiode of je verblijf in het buitenland. Deze instructie bestaat uit twee delen. In het eerste deel vind je de opdracht die hoort bij het reflecteren op je stage en in het tweede deel de opdracht die gericht is op reflectie op je studie in het buitenland. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. [A] Reflectie op de stage Tijdens je stage leer je uiteenlopende dingen over jezelf, je vaardigheden en over de praktijk van je vakgebied. In deze reflectie kijk je hier kritisch op terug. 1. In je rol van specialist [alleen indien van toepassing] Had je genoeg kennis en vaardigheden opgedaan in je vakgebied om je stage te volgen? Heb je veel bij moeten leren? 2. In je rol van onderzoeker [alleen indien van toepassing] je onderzoeksvaardig- Heb je de kennis van je hoofdrichting/vakgebied en/of heden kunnen gebruiken binnen je stage? 3. In je rol van professional Wat heb je tijdens je stage geleerd over samenwerken, planning, respectievelijk zelfstandig, zorgvuldig en stress-vrij werken? Heb je je communicatieve vaardigheden verder ontwikkeld en zo ja, hoe? In hoeverre heb je geleerd om te gaan met en open te staan voor kritiek op je werkzaamheden? En tot slot de belangrijkste vragen in dit verband: hoe past je stage in je studie? In hoeverre heeft je stage je geholpen bij je oriëntatie op de arbeidsmarkt? Heb je door je stage (andere) ideeën over je wat je na je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)? 4. In je rol van intellectueel Is je analytische en probleemoplossend vermogen tijdens je stage voldoende gebleken? Indien dit vermogen niet voldoende bleek, hoe heb je dit dan verbeterd? In hoeverre heb je tijdens je stage kritisch nagedacht over je eigen functioneren? Heb je tijdens je stage een beter beeld gekregen van je sterke en zwakke punten? Heeft je interdisciplinaire opleiding bijgedragen aan het succesvol volgen van je stage? 7

[B] Reflectie op studie in het buitenland Als je een semester in het buitenland gaat studeren leer je niet alleen heel veel over jezelf, maar ook heel veel over je academische vaardigheden, omdat je ze op een buitenlandse universiteit waar vaak andere conventies gelden kan inzetten. Begin je reflectie met een zorgvuldige beschrijving van de gevolgde cursussen. Ga vervolgens aan de hand van de vier rollen in op de ontwikkeling van je academische vaardigheden. 1. In je rol van specialist Waren je kennis, inzicht en vaardigheden voldoende om de cursussen in het buitenland succesvol af te sluiten? Vond je de cursussen daar moeilijker? Waarom wel/niet? 2. In je rol van onderzoeker In hoeverre hebben je onderzoekvaardigheden (opgedaan bij TCS) bijgedragen aan het succesvol afsluiten van cursussen op de buitenlandse universiteit? Gebruikte men daar dezelfde onderzoeksmethodes? Zo nee, welke nieuwe methode(s) heb je geleerd? 4. In je rol van professional Op welke punten heb je je verder ontwikkeld als academicus? Geef daarbij meteen aan bij welke cursussen je wat geleerd hebt. Hoe was het contact met medestudenten en docenten aan de buitenlandse universiteit? Geef een vergelijking tussen de Universiteit Utrecht en de buitenlandse universiteit op het gebied van samenwerking, cursusniveau, de inrichting van colleges, manier van beoordelen etc. Heb je door je studie in het buitenland (andere) ideeën gekregen over wat je na je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)? 4. In je rol van intellectueel Op welke manier heeft je studie in het buitenland bijgedragen aan je algemene en culturele ontwikkeling, respectievelijk je brede en vakoverstijgende blik? Heb je meer geleerd over je positie in de maatschappij? N.B. Het onderstaande geldt zowel voor situatie A als B Inleveren Schrijf deze reflectie-opdracht direct na afronding van je stage of je studie in het buitenland en zet deze na beoordeling in je portfolio. Vergeet niet je stageverslag of je buitenlandverslag (of andere producten van de stage of studie in het buitenland) toe te voegen. Beoordeling Deze reflectie wordt beoordeeld door de hoofdrichtingadviseur (terwijl het stageverslag wordt beoordeeld door de stagedocent). De adviseur kan je vragen een korte versie van je verslag te plaatsen op de ontmoetingsplaats voor de hoofdrichting. 8

Reflectie-opdracht 4 [1250-1500 woorden] De bedoeling van deze vierde en laatste reflectie is dat je laat zien of en op welke wijze je voldoet aan de eindkwalificaties van de opleiding TCS. Voor een groot deel kan dat uiteraard beoordeeld worden aan de hand van de behaalde resultaten voor niveau 3 cursussen, je stageverslag (of buitenlandstudie) en je bachelor-eindwerkstuk. De bedoeling van deze opdracht is echter om deze resultaten bij elkaar te brengen door ze vanuit een metaperspectief te bekijken. Gedurende de cursus Kennis, Letteren en Maatschappij heb je geleerd hoe je vanuit een (wetenschapsfilosofisch) metaperspectief over de methodes, vorm en maatschappelijke betekenis van wetenschap (en dan in het bijzonder toegespitst op je hoofdrichting) kunt nadenken. Het is nu de bedoeling dat je vanuit eenzelfde perspectief nadenkt over je eigen wetenschappelijke inzichten en vaardigheden die je gedurende je bachelortraject hebt opgedaan. Hieronder staan de criteria waarop je reflectie wordt beoordeeld plus een korte toelichting. Toelichting - algemeen Het is niet genoeg dat je alleen zegt dat je iets hebt gedaan of geleerd, maar je moet daarbij ook meteen toelichting geven. Noteer dus niet alleen dat je in een bepaalde cursus hebt geleerd een onderzoeksvoorstel te schrijven, maar leg ook uit wat dat onderzoeksvoorstel dan precies inhield: onderwerp, methode, theoretische perspectief, conclusies, discussiepunten etc. Op deze manier laat je heel concreet blijken dat je aan de eindtermen van TCS voldoet. Je kunt in deze reflectie ook terugkijken op de eerdere reflecties. 1. In je rol van specialist Beschrijf hier de belangrijkste uitgangspunten van je hoofdrichting. Met welke vragen houdt men zich in jouw specialisatie bezig en waarom zijn die vragen (voor jou) belangrijk? Heb je je de wijze van denken van jouw hoofdrichting voldoende eigen gemaakt? Verwijs hierbij zoveel mogelijk naar papers en ander bewijsmateriaal, die je overwegingen kunnen staven. 2. In je rol van onderzoeker Laat zien dat je zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek kunt opzetten en uitvoeren. Reflecteer op je keuze van onderzoeksobject, methode, theoretische kader en maatschappelijke plus wetenschappelijke relevantie, zoals je in de cursus KLM hebt geleerd. Voeg bewijsmateriaal in de vorm van papers (op niveau 3) toe. Ook mondelinge vaardigheden tellen mee. 3. In je rol van professional Hoe heb je je academische ontwikkeling ervaren? Je kunt hier ook terugverwijzen naar je eerdere reflecties. Beschrijf hier ook je ervaringen met samenwerken en eventueel de invloed van activiteiten buiten je studie op je persoonlijke ontwikkeling. En, ten slotte, wat zijn je toekomstplannen als TCS-er? Ben je van plan om een Master te gaan doen, en zo ja, welke? Licht je keuze toe. Zo nee, heb je misschien andere plannen ontwikkeld? 4. In je rol van intellectueel Laat zien dat je je hoofdrichting en specialisatie kunt plaatsen in een bredere wetenschappelijke en maatschappelijke context. Het is de bedoeling dat je verbanden legt tussen je eigen hoofdrichting en andere vakgebieden waarin je cursussen hebt gevolgd. 9

Inleveren Deze vierde reflectie neem je op in je portfolio bij het afronden van de cursus KLM. Heb je die al in je tweede jaar gedaan, dan kun je de reflectie ook op een later tijdstip nog aanpassen en dan de definitieve versie in je portfolio plaatsen. De versie die klaar is tijdens KLM wordt beoordeeld. Beoordeling Deze reflectie wordt beoordeeld door de KLM-werkgroepdocent. Bijlage 2: Eindtermen Bacheloropleiding TCS De TCS-bachelor: 1. beschikt over brede geesteswetenschappelijke kennis. 2. beschikt over specialistische kennis van een geesteswetenschappelijk vakgebied 3. heeft kennis van de theoretische en methodologische grondslagen van de geesteswetenschappen 4. heeft kennis van de bredere wetenschappelijke en maatschappelijke contexten waarbinnen de geesteswetenschappen functioneren 5. is in staat op academisch niveau te denken, te handelen en te communiceren, mondeling en schriftelijk 6. beschikt over analytische en redeneervaardigheden om geesteswetenschappelijke kennis kritisch te beschouwen 7. is in staat de gangbare wetenschappelijke begrippen en methoden van een geesteswetenschappelijk vakgebied te hanteren 8. is in staat het resultaat van eigen onderzoek weer te geven in een coherent betoog dat wordt afgesloten met een heldere, synthetiserende conclusie die bijdraagt aan de beantwoording van een onderzoeksvraag of de oplossing van een probleem 9. is voorbereid op een vervolg(opleiding) na de bachelor: een wetenschappelijke opleiding (master) of werk op academisch niveau (arbeidsmarkt) 10. is in staat doelgericht te werken, beredeneerde keuzes te maken en kritisch op eigen functioneren te reflecteren. 10