Bijlage: CAO afspraken overheid

Bijlage: CAO afspraken overheid Inleiding Voor de kabinetssectoren1 gold bij de CAO-onderhandelingen het financiële mandaat van het kabinet als kader. Dit bestond uit de reguliere arbeidsvoorwaardenruimte en de extra compensatie van 160 miljoen voor het zorgstelsel met het oog op de relatieve arbeidsmarktpositie. Met betrekking tot de gepensioneerde ex-werknemers (65 jaar en ouder) heeft het kabinet besloten dat het geen structureel vervolg wilde geven aan de tegemoetkomingen in het kader van de ziektekosten. De voor rijkssectoren beschikbare budgetten zullen daartoe worden afgebouwd. 2 De overige sectoren onderhandelden binnen hun eigen randvoorwaarden. Zij hebben daarbij zonder uitzondering de kabinetslijn voor de normalisatie van de arbeidsvoorwaarden met betrekking tot 65-plusregelingen eveneens als uitgangspunt genomen. Voor de militairen is binnen de zorgverzekeringswet een uitzondering gecreëerd. Zij houden hun huidige zorgregeling gericht op permanente inzetbaarheid. Regelingen tot 1 januari 2006 Ambtenaren waren wettelijke uitgesloten van het Ziekenfonds. Om die reden waren ambtenaren particulier of publiekrechterlijk verzekerd tegen ziektekosten. Interimregelingen (sectoren Onderwijs, sector Rechterlijke Macht, sector Rijk, sector Defensie burgerpersoneel) Werknemers / Vut-prepensioen In de interimregelingen waren alle actieve ambtenaren onafhankelijk van hun inkomen particulier verzekerd. Daarvoor kregen zij een nominale netto tegemoetkoming (ca 980). Deze tegemoetkoming konden zij ook krijgen voor een niet werkende partner en indien zij meest-verdiener waren ook voor kinderen (ca 490 voor maximaal 2 kinderen jonger dan 16 jaar en ca 625 voor maximaal 3 kinderen vanaf 16 jaar).3 Voor geprepensioneerden gold dezelfde regeling. 65-plussers Gepensioneerde ex-werknemers konden gebruik maken van de regeling Ziektekostenvoorziening voor Overheidspersoneel (ZVO). De tegemoetkoming in de ziektekosten compenseerde de kosten van een standaardpakketpolis tot het niveau van het regime van een 65-minner in de ZFW. Ook voor medebelanghebbende kon worden aangevraagd. Het aantal gebruikers van de regeling bleef achter bij het potentieel aantal rechthebbenden.4 1 De sectoren: Rijk, Primair en Secundair Onderwijs, Politie en Defensie, Rechterlijke Macht 2 Dit kabinetsstandpunt is op 22 maart 2005 in een brief aan de Samenwerkende Centrales voor Overheidspersoneel gecommuniceerd. 3 Voor de sector Defensie Burgerpersoneel gold een hoger niveau voor de tegemoetkoming. 4 Bijvoorbeeld sector Rijk: ca 47%, sector Rechterlijke Macht: nihil, sector Defensie burger ca 60%

Publiekrechterlijke regelingen (Politie, Gemeenten, Provincies, Waterschappen, Universitair Medische Centra) Werknemers / vut-prepensioen In de publiekrechterlijke regelingen waren ambtenaren in sectorale regelingen tegen ziektekosten verzekerd. De vormgeving leek sterk op het ziekenfonds, al verschilde de premiestelling ten opzichte van de ZFW (en in mindere mate ten opzichte van elkaar). Het inkomensafhankelijke deel was groter en het nominale deel kleiner. Wel moest er voor kinderen een nominale premie betaald worden. Tevens gold er een eigenbijdrageregeling. De werkgever betaalde een inkomensafhankelijke premie (3,15% tot 5,17% over ongeveer 1,5 maal de grondslag ZFW). Voor buitengewone zorgkosten (uit het basispakket) gold een aparte regeling. Het pakket omvatte standaard een aanvullend deel. 65-plussers Voor gepensioneerden gold een vergelijkbaar regime als voor werknemers, met dit verschil dat zij een dubbele nominale premie betaalden. Alle gepensioneerden maakten gebruik van de mogelijkheid binnen de eigen publiekrechterlijke regeling verzekerd te blijven. CAO-afspraken met ingang van 1 januari 2006 Het onderstaande overzicht geeft de afspraken die er per sector zijn gemaakt in het kader van de nieuwe zorgverzekeringswet, nu ook voor ambtenaren. Vut/FPU Voor de vutters/fpu-ers gelden bovensectorale afspraken. Over het opbouwdeel van het prepensioen (ca 20%) dient 4,4% inkomensafhankelijke premie betaald te worden. Over het omslagdeel (ca 80%) krijgt de vutter een vergoeding van het vutfonds. Binnen enkele sectoren zijn hierop nog (tijdelijke) aanvullende afspraken gemaakt. De CAO-afspraken over de ziektekosten, stand februari 2006 Sector Onderwijs De ziektekostenregelingen ZKOO en ZVOO worden met ingang (primair en van 1 januari 2006 ingetrokken. secundair) In plaats van de bijdrage van de werkgevers in de ziektekosten op basis van de ZKOO-regeling wordt de procentuele premie voor de basisverzekering verplicht vergoed door de werkgever. In afwijking van de huidige ZKOO-regeling worden de ZKOO-vergoedingen die betrekking hebben op de drie laatste kwartalen van 2005 niet in 2006 uitbetaald, maar in december 2005. De met deze inkomenstoeslag van de ZKOO-regeling gemoeide middelen worden met ingang van 2006 ingezet voor een compensatie voor de ziektekosten van 15 euro bruto per maand. Tezamen met een extra compensatie voor de ziektekosten van bruto

15 euro per maand bedraagt de totale compensatie voor de ziektekosten voor actief onderwijspersoneel 30 euro bruto per maand bij een normbetrekking. De specifieke eindejaarsuitkering voor onderwijsondersteunend personeel benoemd in één van de maximumschalen 1 tot en met 8 wordt met ingang van 1 januari 2006 verhoogd met 73 (pensioengevend). Partijen treffen een éénjarige overgangsregeling voor postactieven. Hiervoor is een budget beschikbaar van 20 mln. euro in 2006. Gemeenten Per 1 januari 2006 wordt een nieuwe sectorale ziektekostenregeling in het leven geroepen. Hiervoor worden vrijvallende middelen ingezet die nu zijn gemoeid met de IZA-ziektekostenregeling en de 1%-regeling. De gemeenten sluiten ten behoeve van hun ambtenaren en postactieven ingaande 1 januari 2006 voor een periode van drie jaar een collectief arrangement met IZA Zorgverzekeraar N.V. De geldelijke voordelen uit dit arrangement zullen geheel toekomen aan de gemeenteambtenaren, postactieven en hun gezinsleden. De inhoud van dit collectieve arrangement bevat in ieder geval de volgende elementen: a. Gemeenteambtenaren, postactieven (AOW-, FPU en FLOgerechtigden) en hun gezinsleden ontvangen een zo groot mogelijke korting op de basisverzekering rekening houdend met wettelijke mogelijkheden. b. korting op de aanvullende verzekering voor gemeenteambtenaren, postactieven en hun gezinsleden. c. Naast een nonselecte acceptatie van degenen die op 31 december 2005 reeds IZA verzekerd zijn, zal ook voor gemeenteambtenaren en hun gezinsleden die op 31 december 2005 geen IZA deelnemer zijn, per 1 januari 2006 het principe gelden van nonselecte acceptatie voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering tot het huidige IZA-niveau, indien men zich aanmeldt voor 1 maart 2006. Ambtenaren die op of na 1 januari 2006 in gemeentelijke dienst komen, en hun gezinsleden worden op nonselecte basis geaccepteerd voor basis- en aanvullende verzekering tot het huidige IZA-niveau, indien aanmelding bij de IZA Zorgverzekeraar N.V. plaatsvindt binnen 2 maanden na datum indiensttreding. Dit laat onverlet dat elke ambtenaar en zijn eventuele medeverzekerde gezinsleden die tot 1 januari 2006 IZA verzekerd zijn, vanaf 2006 de keus kunnen maken zich te verzekeren bij een andere zorgverzekeraar. De werkgever kent aan gemeenteambtenaren die naast de basisverzekering een aanvullende verzekering tot aan het huidige IZA-niveau afsluiten bij IZA zorgverzekeraar N.V. maandelijks een ziektekostenvergoeding toe. De hoogte van de vergoeding bedraagt 156 per jaar. Deze vergoeding bedraagt 276 per jaar indien de

desbetreffende gemeenteambtenaar een bezoldiging heeft die lager of gelijk is aan het maximum van schaal 6. Deze hogere vergoeding vervangt de 1%-regeling en kan desgewenst worden aangewend voor het aangaan van een aanvullende verzekering met een lagere eigen bijdrage. Mochten er door wijziging van kabinetsplannen substantiële wijzigingen plaatsvinden in de werkgeverslasten en/of de inkomensgevolgen voor actieve gemeenteambtenaren, dan wordt hierover opnieuw overleg gevoerd. Mensen met een WW- of WAO-uitkering die direct voorafgaand aan de uitkeringssituatie in dienst waren van een gemeente kunnen gebruik maken van het collectieve arrangement voor gemeenteambtenaren. Daarnaast krijgt de betrokkene in het kader van overgangsrecht een aflopende korting op de premie van zijn aanvullende verzekering indien aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan: o Hij heeft geen dienstverband meer bij een gemeente; o Hij ontvangt een WW of WAO-uitkering; o Hij was direct voorafgaand aan de WW of WAO in dienst van een gemeente; o Hij heeft geen nieuwe betrekking met behoud van (een deel van) de WW of WAO; o Hij is op 31 december 2005 verzekerd op grond van de IZA-regeling en, o Hij heeft naast de basisverzekering tevens een aanvullende verzekering bij IZA zorgverzekeraar N.V. afgesloten tot aan ten minste het huidige IZA-niveau (zijnde IZA classic of IZA perfect). Partijen komen overeen dat FLO-ers, FPU, en AOW-gerechtigden (postactieven) in het kader van overgangsrecht een aflopende korting ontvangen op de premie van hun aanvullende verzekering indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: o de postactieve medewerker was direct voorafgaand aan de AOW in dienst van een gemeente of heeft voor de AOW een FLO- of FPU-uitkering ontvangen vanwege en direct volgend op een dienstverband bij een gemeente; o de postactieve medewerker is niet meer werkzaam bij een gemeente; o de postactieve medewerker is op 31 december 2005 verzekerd op grond van de IZA-regeling; en, o de postactieve medewerker sluit vanaf 1 januari 2006 naast de basisverzekering een aanvullende verzekering af bij IZA zorgverzekeraar N.V. tot aan ten minste het huidige IZA-niveau (zijnde IZA classic of IZA perfect). Korting per jaar: 2006: 156, 2007: 140, 2008: 125, 2009:

Rijk Defensie 109, 2010: 94, 2011: 78, 2012: 62 Het Btzr en de Zvr-regeling vervallen met ingang van 1 januari 2006. De Btzr-tegemoetkoming voor oktober t/m december 2005 wordt vervroegd uitbetaald in december 2005. De nominale eindejaarsuitkering van 550, die gerelateerd is aan de ziektekostenregeling in de sector Rijk, wordt met ingang van 2006 structureel verhoogd tot 1100. In afwijking van het vorenstaande bedraagt deze uitkering in 2006 1000. De ambtenaren die in december 2005 recht hadden op een Btzrtegemoetkoming voor een partner (bedoeld in artikel 1, 1e lid, onder b, onder 1, Btzr) ontvangen in februari 2006 een eenmalige uitkering van 450. Aanvragers die voorheen (d.w.z. voor de datum van dit akkoord) gebruik maakten van de Zvr-regeling ontvangen bij de aanvraag over (het laatste deel van) 2005 eenmalig een extra slotuitkering Zvr ter grootte van 150% van de tegemoetkoming berekend over het jaar 2005 met een maximum van 2500 extra. Partijen streven ernaar per 1 januari 2007 voor alle ambtenaren en gewezen ambtenaren in de sector Rijk een collectief contract aan te bieden voor de (aanvullende) ziektekostenverzekering met ingang van 1 januari 2007, mogelijk in combinatie met het beschikbaar stellen van bedrijfsgeneeskundige voorzieningen. TECHNISCH AKKOORD (over loonsverhoging etc. wordt nog onderhandeld) Voor wat betreft de gevolgen hiervan voor het defensiepersoneel maken partijen de volgende nadere afspraken voor de volgende categorieën: a. UKW ers en FLO ers b. Burgerpersoneel c. Diegenen die gebruikmaken van de ZVD-regeling d. Diegenen die in het buitenland geplaatst zijn e. Invaliditeitsgepensioneerden en nabestaanden als gevolg van overlijden in verband met een dienstongeval jonger dan 65 jaar f. Wachtgelders g. FPU ers h. Grensgangers a. UKW ers en FLO ers Afgesproken is dat Defensie voor UKW ers en FLO ers vanaf 1 januari 2006 de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage vergoedt. Voor UKW ers verblijvend in het buitenland wordt als bijdrage in de voor hen aan de orde zijnde ziektekosten het met de inkomensafhankelijke ZVWbijdrage overeenkomende bedrag vergoed.

b. Burgerpersoneel De huidige interimuitkering vervalt met de invoering van de Zorgverzekeringswet. Het burgerpersoneel ontvangt vanaf 2006 een nominale uitkering van 1.400 bruto per jaar. Voor deeltijders wordt dit bedrag aangepast naar evenredigheid van de deeltijdfactor. Deze nominale uitkering is pensioengevend en wordt in maandelijkse termijnen betaald. Over dit bedrag wordt geen vakantie- of eindejaarsuitkering opgebouwd. Het nominale bedrag wordt jaarlijks met ingang van 2007 geïndexeerd op basis van de sectorale contractloonontwikkeling. c. Diegenen die gebruikmaken van de ZVD-regeling De ZVD-regeling vervalt met ingang van 1 januari 2006. Aanvragers die tot 1 januari 2006 aanspraak maakten op de ZVDregeling ontvangen, aansluitend op de afhandeling in 2006 van ZVDaanvragen over 2005, als afbouw van de ZVD-regeling in de jaren 2007 tot en met 2012 een uitkering die is afgeleid van de ZVD-uitkering over 2005. Deze uitkering bedraagt het in onderstaande tabel vermelde percentage van de ZVD-uitkering over 2005. Jaar Percentage 2007 55% 2008 45% 2009 40% 2010 30% 2011 20% 2012 10% Diegenen die reeds in aanmerking komen voor een vergoeding als bedoeld onder e., f. en g. van deze paragraaf, komen niet in aanmerking voor deze afbouwregeling. d. Diegenen die in het buitenland geplaatst zijn De met toestemming in het buitenland wonende gezinsleden van in het buitenland geplaatste militairen alsmede in het buitenland geplaatste burgerambtenaren inclusief diens met toestemming in het buitenland wonende gezinsleden, kunnen na invoering van de Zorgverzekeringswet mogelijk geconfronteerd worden met hogere premielasten als gevolg van een in het betrokken land voor dezelfde medische voorzieningen aan de orde zijnd hoger kostenniveau dan in Nederland het geval is. Defensie is bereid om hen tegemoet te komen. Voor 2006 wordt een tegemoetkoming overeengekomen van 35 per volwassene per maand waarbij er van uit wordt gegaan dat deze tegemoetkoming wordt benut voor het afsluiten van een aanvullende ziektekostenverzekering met buitenlanddekking die de onkosten tot 200% van het Nederlands prijspeil dekt. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gemiddelde ontwikkeling van het ziektekostenniveau in de landen waar

Nederlands personeel geplaatst is. Tenzij partijen anders overeenkomen zal deze tegemoetkoming gecontinueerd worden. Defensie is bereid het deel van de per 1 januari 2006 verzekerde ziektekosten dat aantoonbaar het niveau van 200% van het Nederlands prijspeil overstijgt, voorshands tot 1 april 2006 op declaratiebasis te vergoeden. Uiterlijk op 1 april 2006 wordt tot nadere invulling van de betrokken vergoeding gekomen. In verband hiermede wordt de huidige clearing house constructie voor de gezinsleden van militairen verlengd tot uiterlijk 1 april 2006. Defensie zal de periode tot 1 april 2006 tevens benutten om de mogelijkheid te onderzoeken of voor in het buitenland geplaatst burgerpersoneel alsmede de gezinsleden van in het buitenland geplaatst militair en burgerpersoneel een op de clearing house gelijkende constructie tot stand kan worden gebracht, danwel of de uitvoeringsproblematiek kan worden ondervangen door een systematiek van bevoorschotting. Uitkomsten van dit onderzoek zullen worden betrokken bij de uiterlijk op 1 april 2006 te maken nadere afspraken over de premiecompensatie. e. Invaliditeitsgepensioneerden en nabestaanden als gevolg van overlijden in verband met een dienstongeval jonger dan 65 jaar Partijen spreken af dat vanuit de bijzondere zorgplicht voor de doelgroep van militaire oorlogs- en dienstslachtoffers de inkomensafhankelijke ZVW- bijdrage bij de militaire dienstinvaliditeitspensioenen en dienstnabestaandenpensioenen, conform de systematiek bij arbeidsongeschiktheidspensioenen, voor personen jonger dan 65 jaar door Defensie wordt vergoed. Verder constateren partijen dat voor eventuele meerkosten ten gevolge van de dienstverband aandoening, met betrekking tot de premie voor de basisen aanvullende verzekering de geldende Voorzieningenregeling voor oorlogs- en dienstslachtoffers reeds in een aanvullende vergoeding voorziet. f. Wachtgelders Partijen spreken af dat voor deze categorie gewezen personeel de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage door Defensie wordt vergoed. g. FPU ers Partijen hebben geconstateerd dat voor FPU ers in de Pensioenkamer is afgesproken dat de op basis van de Zorgverzekeringswet door het individu verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage over het ten laste van het VUT-fonds komende deel van de FPU-uitkering wordt vergoed. Deze vergoeding wordt door Defensie eveneens verstrekt over de door de gewezen ambtenaar verschuldigde inkomensafhankelijke ZVWbijdrage over de suppletie ingevolge de FPU-plus-regeling. h. Grensgangers De per 1 januari 2006 in België en Duitsland wonende gezinsleden van

in Nederland geplaatste militairen kunnen na invoering van de Zorgverzekeringswet geconfronteerd worden met hogere ziektekosten. Als overgangsmaatregel zullen reeds op 1 januari 2006 in Duitsland en België wonende gezinsleden van militairen die in Nederland in actieve dienst zijn onder de toepassing van de Europese sociale zekerheidsverordening worden gebracht. Defensie streeft er naar gezinsleden van militairen die in Seedorf geplaatst waren, thans nog in afwachting zijn van een functietoewijzing in Nederland en woonachtig blijven in Duitsland onder hetzelfde regime te brengen. Defensie zal de gezinsleden die hiervoor in aanmerking willen komen aanmelden bij het College voor Zorgverzekeringen (CvZ). Gezinsleden die in Duitsland of België salaris of een uitkering ontvangen en daardoor in het woonland verzekerd zijn voor ziektekosten, komen hiervoor niet in aanmerking. Na aanmelding zijn betrokkenen de nominale ZVW-bijdrage verschuldigd en krijgen zorg overeenkomstig het woonlandpakket met de mogelijkheid (Duitsland vanaf 1-1-2006, België vanaf 1-7-2006) zorg in Nederland in te roepen. Betrokkenen die voldoen aan de criteria van de Wet op de zorgtoeslag hebben recht op een zorgtoeslag. Politie Partijen spreken af dat zij, indien binnen het ziektekostendossier thans niet voorziene of te voorziene omstandigheden daartoe aanleiding geven, daaromtrent nader in overleg zullen treden. Voor de politieambtenaren en eventuele gezinsleden is een collectieve zorgverzekering bij CZ afgesloten. De collectiviteitkortingen worden volledig doorgegeven aan de werknemers. Op basis van de berekeningen van het CPB over inkomensachteruitgang is de volgende compensatie afgesproken: o Introductie distorsie toeslag ziektekosten (DTZ) voor alleenverdieners en aspiranten. Uitbetaling vindt éénmalig plaats uiterlijk begin 2006. Voor alleenverdieners bedraagt de vergoeding 35 minus het bedrag van de maandelijkse nominale kindpremies DGVP. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met 24. Voor aspiranten bedraagt de vergoeding 10, vermenigvuldigd met 24. De kosten van deze vergoeding wordt onttrokken aan het saldo van het DGVP-schommelfonds. DTZ is niet pensioengevend. Voor de gepensioneerden worden de negatieve inkomensgevolgen zeven jaar lang aflopend gecompenseerd: 100% in 2006, 90% in 2007, 80% in 2008, 70% in 2009, 60% in 2010, 50% in 2011, 40% in 2012. De uitbetaling van deze compensatie vindt van 2006 tot en met 2012 jaarlijks plaats. Het bedrag waarvan de compensatie wordt afgeleid wordt éénmalig vastgesteld en tijdens de compensatieperiode niet meer gewijzigd. Om voor de compensatie in aanmerking te komen dient de gepensioneerde zich daarvoor aan te

Beroeps- en Volwasseneducatie Deelsector COLO (Kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven) melden. Degenen die een nadelig negatief effect ondervinden komen in aanmerking voor een vergoeding. De hoogte daarvan hangt samen met het hebben van een partner en de hoogte van het inkomen. De toets op het hebben van een partner vindt jaarlijks plaats. Voor ambtenaren die gedurende de compensatieperiode met pensioen gaan geldt het eerste jaar het compensatiepercentage behorend bij het jaartal waarin de pensionering ingaat. Vervolgens loopt deze nieuwe gepensioneerde het vervolg van de compensatiestaffel uit. De ZKOO en de ZVOO worden per 1 januari 2006 ingetrokken. Er komt een werkgeversbijdrage in de ziektekosten van 250 bruto per jaar (bij volledige dienstbetrekking, steeds per 1 januari geïndexeerd conform de algemene ontwikkeling van de salarissen volgens de CAO BVE in het voorafgaande jaar) voor iedere medewerker. Voor de medewerkers die gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering die de Bve-Raad aanbiedt en voor medewerkers die hiervan geen gebruikmaken, maar die wel een aanvullend verzekeringspakket afsluiten dat in ieder geval dekking geeft voor de kosten van fysiotherapie en psychologische hulp, een extra werkgeversbijdrage van 130 bruto per jaar (bij volledige dienstbetrekking, indexatie per 1 januari cfm de algemene ontwikkeling van de salarissen volgens de CAO BVE in het voorafgaande jaar). Voor degenen die vóór 1 januari 2006 als FPU-er of als gepensioneerde aanspraak konden maken op een tegemoetkoming op basis van de ZVOO, zullen partijen een éénjarige overgangsregeling treffen. Aan de groep postactieven zal de genoemde collectieve ziektekostenverzekering worden voorgelegd. De ZKOO en de ZVOO worden per 1 januari 2006 ingetrokken. Voor degenen die vóór 1 januari 2006 als FPU-er of als gepensioneerde aanspraak konden maken op een tegemoetkoming op basis van de ZVOO, zullen partijen een éénjarige overgangsregeling treffen. Werkgeversbijdrage in de ziektekosten van 250 bruto per jaar voor iedere medewerker (bij een volledige dienstbetrekking). De medewerkers die een verzekeringspakket afsluiten dat in ieder geval dekking geeft voor de kosten van fysiotherapie en psychologische hulp, komen in aanmerking voor een extra werkgeversbijdrage van 130 bruto per jaar (bij een volledige dienstbetrekking). Universiteiten Iedere werkgever biedt zijn werknemers tenminste één goed collectief contract ziektekostenverzekering. Op sectorniveau komen partijen overeen dat het aanbod van

UMC Achmea Zilveren Kruis zo n goed aanbod is. Dit aanbod staat open voor alle universitaire werknemers. Dit aanbod omvat een basispakket tegen een korting van 10% (maandpremie is in 2006 79,20) en aanvullende pakketten tegen een korting van 15% (een driesterrenpakket kost in 2006 14,49 per maand); deze aanbieding geldt voor werknemers en hun gezinsleden, post- en inactieven en studenten. Werknemers kunnen een aanvullend pakket kiezen waarin een aanzienlijk deel arbeidsgerelateerde reïntegratiezorg (fysiotherapie en psychologische zorg) is opgenomen; de kosten van dit deel bedragen 6 euro per maand (prijspeil 2006; daarmee komt de premie van een driesterrenpakket in 2006 voor de medewerker op 8,49). Indien werknemers voor deze pakketten kiezen betekent dit een navenante besparing voor de werkgever op de in het kader van reïntegratie te maken kosten. De werkgever neemt deze kosten dan ook op zich door aan Achmea voor iedere werknemer die een dergelijk aanvullend pakket kiest een bedrag van 6 per maand te betalen. Deze afspraak laat onverlet dat iedere universiteit daarnaast zelf een alternatieve verzekering kan aanbieden in samenwerking met een andere ziektekostenverzekeraar. Indien een werknemer kiest voor het instellingsaanbod, dan heeft hij bij keuze voor een aanvullend pakket waarin een aanzienlijk deel arbeidsgerelateerde reïntegratiezorg is opgenomen eveneens recht op de hiervoor genoemde regeling. Iedere werknemer ontvangt vanwege de overgang naar het nieuwe ziektekostenstelsel een compensatie. De maandsalarissen in Bijlage A van de CAO zullen hiertoe met 20 per maand worden verhoogd. Per 1 januari 2006 de delen A en B van het ZNU vervallen. Daarbij gelden deze overgangsmaatregelen. o De tegemoetkomingen ZNU, deel A, over de maanden oktober t/m december 2005 worden zo spoedig mogelijk uitbetaald, zo mogelijk in december 2005. o Aanvragen in het kader van het ZNU, deel B, kunnen tot en met 31 maart 2006 worden ingediend, uitgaande van invoering van de Zvw per 1 januari 2006, over aangesloten perioden van maximaal 12 maanden die uiterlijk eindigen op 31 december 2005. o Post- en inactieven die over 2005 een uitkering hebben ontvangen op grond van het ZNU, deel B, ontvangen in juni 2006, bij leven, eenmalig een bedrag dat gelijk is aan de in 2005 ontvangen uitkering. De pakketten van de aanvullende verzekeringen bestaan uit de huidige pakketten, inclusief hetgeen niet langer in de basisverzekering gedekt wordt en wel onder de basisdekking van de IZA/AZ verzekering valt. Jaarlijks zullen partijen in het najaar, voorafgaande aan de

HBO Bestuursvergadering waarin de ziektekostenpremies worden vastgesteld, besluiten over de aanwending van het (rendement op) vermogen. De afbouw van de compensatieregelingen zoals vermeld in artikel 9.6.2 en de compensatieregeling ZKAZ zoals vermeld in artikel 9.6.3 worden gecontinueerd vanwege de inkomensgevolgen voor een groot deel van de medewerkers van de UMC s. De ZVOO voor postactieven van vóór 1 oktober 2002 wordt per 1 januari 2006 beëindigd, daar de ratio voor deze regeling is komen te vervallen met het opheffen van het onderscheid tussen particulier en ziekenfonds verzekerden. Voor hen geldt een eenjarige overgangsregeling (conform de systematiek bij de sector onderwijs) waarover betrokkenen worden geïnformeerd. De cao-partijen hechten sterk aan de branche-afspraak over de zorgverzekering. Zij vinden het onderhandelingsresultaat over de basis- en aanvullende verzekeringen optimaal. Partijen spreken het volgende af: o Elke werknemer krijgt naar rato van zijn betrekkingsomvang jaarlijks bruto 300 (onafhankelijk van deelname, dit bedrag is pensioengevend, over indexering volgen nadere afspraken); o Daarnaast krijgt elke werknemer die deelneemt aan het branche-alternatief een korting van 55 op de premie voor de aanvullende verzekering; o Werkgevers zullen zich inspannen om deze korting onbelast te laten zijn voor de loonbelasting; o Elke werkgever stelt per medewerker 55 per jaar ter beschikking aan de verzekeraar in het kader van een bedrijfszorgpakket. o Overeenstemming is bereikt met de zorgverzekeraar dat niet alleen de werknemers, maar ook studenten, gepensioneerden en arbeidsongeschikten in het hbo gebruik zullen kunnen maken van de collectiviteitskortingen uit het branche-arrangement. De loonsverhoging van 300 bruto en de 55 korting op de premie voor de aanvullende zorgverzekering zijn echter niet op hen van toepassing. o De tegemoetkomingsregelingen voor ziektekosten worden per 1 januari 2006 afgeschaft. De tegemoetkomingsregeling voor bijzondere ziektekosten wordt voor gepensioneerden in 2006 nog gehandhaafd voor aanvragen conform de oude ZVO regeling over uitgaven die in 2005 gedaan zijn. De verwachte onderuitputting van het beschikbare budget (ongeveer 1 miljoen) zal worden aangewend ter ondersteuning van de stichting die ten behoeve van gepensioneerden als tussenpersoon

Provincies zal optreden voor de verzekeraar. Per 1 januari 2006 komen de CAP-bepalingen over verplicht IZAdeelnemerschap, de 1%-regeling ziektekosten, de bijzondere tegemoetkoming ziektekostenverzekering en de ziektekosten bij dienstongeval of beroepsziekte te vervallen. Een nieuwe sectorale ziektekostenregeling gaat gelden. Hiervoor worden vrijvallende middelen ingezet van de huidige ziektekostenregeling en de 1%- regeling ziektekosten. De provincies die op dit moment bij de IZA- ziektekostenregeling zijn aangesloten sluiten per 2006 voor een periode van 1 jaar ten behoeve van de provinciale werknemers, de postactieven van de provincies (met recht op FPU, ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen) en ten behoeve van hun gezinsleden een collectief arrangement met IZA Zorgverzekeraar NV. De geldelijke voordelen uit dit arrangement zullen geheel toekomen aan genoemde werknemers, postactieven en gezinsleden. Het collectieve arrangement bevat in ieder geval de volgende elementen: a) een korting op de basisverzekering en op de aanvullende verzekering; b) een non-selecte acceptatie (zonder medische keuring) per 1 januari 2006 voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering tot het huidige IZA-niveau voor hen die op 31 december 2005 reeds IZA verzekerd zijn, alsmede voor provinciale werknemers en hun gezinsleden die op 31 december 2005 niet IZA verzekerd zijn, indien men zich vóór 1 maart 2006 aanmeldt bij IZA Zorgverzekeraar NV; c) non-selecte acceptatie (zonder medische keuring) voor hen die op of na 1 januari 2006 in dienst treden en hun gezinsleden, voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering tot het huidige IZA-niveau, indien men zich binnen 2 maanden na indiensttreding bij IZA Zorgverzekeraar NV aanmeldt. Bovenstaand collectief arrangement laat onverlet dat een ieder vanaf 1 januari 2006 de keus kan maken zich bij een andere zorgverzekeraar te verzekeren. De provinciale werknemer die naast de basisverzekering een aanvullende verzekering tot aan het huidige IZA-niveau afsluit bij IZA zorgverzekeraar NV, heeft boven op de wettelijke werkgeversbijdrage in de kosten van de basisverzekering recht op een maandelijkse aanvullende vergoeding in de kosten van verzekering voor ziektekosten. De aanvullende vergoeding bedraagt voor zowel voltijders als deeltijders per jaar 175. Er zal een aangepaste regeling komen voor vergoeding van voor eigen rekening blijvende ziektekosten ingeval van dienstongevallen en beroepsziekten, waarbij ervan wordt uitgegaan dat betrokkene

Waterschappen naast de basisverzekering zonder eigen risico een aanvullende verzekering tot het huidige IZA-niveau heeft. Aanvragen op grond van de 1%-regeling ziektekosten over de periode vóór 1 januari 2006 kunnen nog tot uiterlijk 1 juli 2006 worden ingediend. Indien reeds over een gedeelte van 2005 een vergoeding op grond van de 1%-regeling ziektekosten is verleend kan voor de resterende periode van 2005 naar rato van die regeling gebruik gemaakt worden. De voor de provincies vrijvallende reserves in verband met de opheffing van de IZR worden aangewend voor een eenmalige (bruto) uitkering ter grootte van in totaal 750 aan de IZAdeelnemers die op 1 januari 2006 i.v.m. ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen (volledig) postactief zijn bij de provincie. De eenmalige uitkering wordt uitbetaald in de kalendermaand, volgende op die waarin het arbeidsvoorwaardenakkoord definitief is. IZA-deelnemers die in de loop van 2006 respectievelijk in 2007 i.v.m. ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen (volledig) postactief worden, hebben aanspraak op een eenmalige (bruto) uitkering van 500 respectievelijk 250. Deze eenmalige uitkering wordt uitbetaald in de kalendermaand waarin hen wegens pensionering ontslag uit provinciale dienst is verleend. FPU-ers krijgen van het vut-fonds wel een bijdrage in de kosten van de basisverzekering. IZA-deelnemers die i.v.m. FPU op 1 januari 2006 (volledig) postactief zijn bij de provincie of dat in 2006 of 2007 worden krijgen onder dezelfde voorwaarden de eenmalige uitkering, maar daarop wordt de bijdrage van het vutfonds in de kosten van de basisverzekering over het eerste jaar in mindering gebracht. Voor de sector Waterschappen geldt een collectief ziektekostencontract waarin zowel actieven als postactieven (AOWen FPU-gerechtigden) en hun gezinsleden kunnen deelnemen. De verzekeraar zal tot het niveau van de huidige verzekering de bestaande (post-)actieve verzekerden, eventuele nieuw toe te treden gezinsleden en nieuw personeel incl. gezinsleden zonder selectie accepteren. De te bedingen kortingen op basisverzekering en aanvullende verzekering komen volledig ten goede aan de deelnemers. Vanaf 2006 ontvangt de ambtenaar, in dienst van het waterschap, die naast de basisverzekering onder het collectieve contract een aanvullende verzekering tot aan het huidige IZA/IZR-niveau afsluit, ter tegemoetkoming van de kosten een jaarlijkse ziektekostenvergoeding ter hoogte van bruto 175. De vergoeding wordt in maandelijkse termijnen (van bruto 14,58) met het salaris uitbetaald. De 1 %-regeling wordt per 1 januari 2006 beëindigd. Ter compensatie van negatieve inkomensgevolgen voor de postactieven (FPU- en AOW-gerechtigden) geldt als overgangsmaatregel dat vanaf 2006 in zeven jaar een vergoeding

Onderzoeksinstellingen Rechterlijke macht van bruto 175 per jaar zal worden afgebouwd tot nul (met stappen van 25 per jaar}. Ambtenaren die na 2006 met FPU, prepensioen of pensioen gaan, ontvangen de in dat jaar geldende overgangsbijdrage naar rato van het aantal maanden van postactief zijn in dat jaar. In 2013 is de vergoeding volledig afgebouwd tot 0. Met het inwerkingtreden van de zorgverzekeringswet komen de ZKOI- en ZVOI-regeling te vervallen. Het door de werkgevers in 2005 uitgegeven bedrag ten behoeve van de ZKOI- en ZVOI-regeling, opgehoogd met eventuele additionele compensatie, is per 1 januari 2006 beschikbaar voor tussen partijen te maken afspraken over de zorgverzekering en de werkgeversbijdrage per 2006. Nog geen afspraken