Studiehandleiding Bachelorscriptie Pedagogische wetenschappen ( AY) 6EC

Vergelijkbare documenten
Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Onderzoekspracticum (PW GY)

Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding ( AY)

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Studiehandleiding Testconstructie en onderzoeksverslaglegging AY (Pedagogiek) DY ULP13 (UPVA)

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

BEOORDELINGSFORMULIER

studiehandleiding Schoolorganisatie ( AT)

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam.

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Studiehandleiding Testleer en Testgebruik (7013K400CY)

Studiehandleiding Doelgroepen en Fenomenen in de Forensische Orthopedagogiek

Masterclass Forensische Orthopedagogiek (7014B458DT)

Studiehandleiding Bachelorscriptie Onderwijskunde ( CY)

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Handleiding notariële bachelorscriptie

Studiehandleiding Sociale Pedagogiek ( AT)

Studiehandleiding Onderzoek(svoorstel) ( DY)

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AY)

Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CT)

Studiehandleiding Propedeuse POWL en UPvA Argumentatieleer hoorcolleges & werkgroepen /practica v1.1

Studiehandleiding Bachelorstage: 7012K470CY: 9 ECT 7012K470AY: 6 ECT

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Studiehandleiding Bachelorscriptie Onderwijskunde ( FT/ CV)

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Studiehandleiding. Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CY) Bachelorjaar 1 Cursusjaar: Semester: 2, blok 2 en 3

Studiehandleiding Wetenschapsfilosofie ( DT)

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130.

Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur

Studiehandleiding. Instructie en Leren ( AY) Bachelorjaar: 2 Cursusjaar: 2013/2014 Semester: 1, blok 2. Docent: dr. M.

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 ECTS (=336 uur, is circa 8½ weken fulltime).

Studenthandleiding Bachelorthesis European Law School

Studiehandleiding Psychologie (70710P13AY) Semester 2, blok 5 en 6

Studiehandleiding. Forensische Orthopedagogiek (7014B413DY) Masterjaar: Semester 1

1. Inleiding. 2. Aanvang

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 4 (70710P04MY)

Faculteit der Geesteswetenschappen

Studiehandleiding Curriculum Studies ( AY)

Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek

EXAMENREGELING BACHELOR-PROPEDEUSE PSYCHOLOGIE

Reglement bachelorwerkstuk

De OER in gewoon Nederlands

1

Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: MY)

Psychische Stoornissen en Opvoeding (7014A422AY)

Studiehandleiding Neurobiologische ontwikkeling

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek (studiegidsnr: 70710P09AY)

Studiehandleiding Gedragsproblemen en Jeugdzorg ( AY)

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Studenthandleiding Bachelorthesis Burgerlijk recht

Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur

Studiehandleiding Onderwijs in Onderzoekend en Ontwerpend leren (studiegidsnr: DY)

Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek II (7014C445AY)

Studiehandleiding Onderwijskunde, theorie en contexten I ( AY)

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AT)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

BACHELOR-SCRIPTIEHANDLEIDING GLTC 1

Bachelorproject Wiskunde (9 ects)

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Scriptiehandleiding Bachelor Arabische taal en cultuur versie februari 2015

Diagnostiek Behandel Combinatie bij Ontwikkelings- en Opvoedingsproblemen (7014A421AT)

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Inhoudsopgave : PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium 6

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Studiehandleiding Cognitieve Ontwikkeling & Leerproblemen ( AY)

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen

Artikel 1 Toepassingsbereik

De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 EC (12 EC = 12x28 = 336 uur).

Studiehandleiding beeldende vorming 2

Studiehandleiding Gespreksvaardigheden ( DY)

REGELS EN RICHTLIJNEN

U I T S P R A A K

Bachelor Stage en Thesis. Medische Informatiekunde. Regels en Richtlijnen. Samenvatting

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

JOB AID: Feedback & toetsing van schrijfopdrachten

EXAMENREGELING TWEEDE JAAR PSYCHOLOGIE

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Studiehandleiding Forensische Orthopedagogiek (7014B413DT)

FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA. Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010.

Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding ( AT)

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Transcriptie:

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding Bachelorscriptie Pedagogische wetenschappen (70130350AY) 6EC Bachelorjaar 3 Cursusjaar 2013-2014 Semester 1 en 2 Coördinator: dr. Hendrien Duijnhouwer (h.duijnhouwer@uva.nl) Uitvoerende docenten: dr. Alithe van den Akker Anner Bindels MSc dr. Eddy de Bruijn Suzan Bruns MSc dr. Daniëlle van der Giessen dr. Patty Leijten Marijke Metz MSc dr. Ernst Mulder Rosanne Sluiter MSc drs. Elly Stapel - van der Hoek Amsterdam, oktober 2013 1

1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem (SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via infopow@uva.nl. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op. Zie voor meer informatie www.student.uva.nl/pow (A-Z: Vak- en tentamenaanmelding en SIS). Let op na de aanmeldingsperiode kun je je niet meer zelf via SIS voor vakken aanmelden. De aanmelding is dan gesloten. Na de aanmeldingsperiode kun je uitsluitend via de onderwijsadministratie worden aangemeld voor vakken op een vaste na-aanmeldingsdag* onder de volgende voorwaarden: 1. uiterlijk tot en met de eerste week waarin het vak is gestart 2. uitsluitend dan wanneer er nog plaats beschikbaar is 3. én tegen betaling van 70 euro administratiekosten * datum van de na-aanmeldingsdag wordt doorgegeven door de onderwijsadministratie via een e- mailbericht aan alle studenten. Deelname herkansing De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen. 2. Inleiding De bachelor Pedagogische wetenschappen wordt afgesloten met een scriptie. Hiermee laat je zien in staat te zijn zelfstandig literatuuronderzoek te verrichten en hierover op wetenschappelijk verantwoorde wijze te rapporteren. De bachelorscriptie vormt een belangrijk onderdeel van de bachelorstudie. Eerder verworven kennis, inzichten en vaardigheden komen nu samen in één studieonderdeel. De omvang van dit studieonderdeel bedraagt 6 studiepunten (168 uur). De praktijk wijst uit dat deze tijd volledig benut moet worden om de bachelorscriptie met succes te kunnen afronden. Voor de bachelorscripties binnen de opleiding Pedagogische wetenschappen gelden richtlijnen en regelingen, die hieronder worden weergegeven. De bachelorscriptie is een eerste proeve van wetenschappelijke bekwaamheid, maar ook een sollicitatiebrief. Het kunnen laten zien van een goed verzorgd, zorgvuldig samengesteld onderzoeksverslag, is essentieel voor praktisch elke werksituatie of verdere studie. De bachelorscriptie is primair een literatuurscriptie: systematische en kritische doorlichting rond een zelf te kiezen onderwerp, aan de hand van relevante theorieën. De scriptie dient een samenhangende en verdedigbare behandeling van een (beperkt) onderwerp te zijn. 3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Om aan de scriptie te kunnen beginnen moeten alle verplichte onderdelen van het eerste en tweede bachelorjaar met voldoende resultaat zijn afgerond. Wanneer je nog niet aan de ingangseisen van de 2

bachelorscriptie voldoet, maar een goede reden hebt om wel te starten kun je hiertoe een gemotiveerd schriftelijk verzoek indienen bij de Examencommissie. 4. Leerdoelen Het schrijven van de bachelorscriptie beoogt de volgende leerdoelen: Kennis en inzicht 1) De student kan het opzetten van een literatuurstudie en de opbouw en structuur van een wetenschappelijke tekst beschrijven (eindtermen PW: 5). Toepassen kennis en inzicht 2) De student is in staat om een vraagstelling te formuleren en het daarbij behorende begrippenkader helder te definiëren (eindtermen PW: 8 & 9). 3) De student is in staat om tekststructuur op te zetten gericht op de beantwoording van de centrale vraagstelling (eindtermen PW: 9). 4) De student is in staat om zelfstandig relevante literatuur te vinden (eindtermen PW: 9). Oordeelsvorming 5) De student kan wetenschappelijke publicaties analyseren, interpreteren en evalueren (eindtermen PW: 13 & 14). Communicatie 6) De student is in staat om een academische tekst te schrijven met een heldere structuur, correcte formuleringen, en foutloze spelling en grammatica (eindtermen PW: 19). 7) De student is in staat om mondeling de resultaten van een literatuurstudie te presenteren aan medestudenten (eindtermen PW: 20). 5. Literatuur American Psychological Association. (2010, 6th edition). Publication Manual of the American Psychological Association. Washington: American Psychological Association. Starreveld, P.A. (2009). Verslaglegging van psychologisch onderzoek. Den Haag: Boom onderwijs. Aanbevolen literatuur: De Jong, J. (2011). Handboek academisch schrijven. In stappen naar een essay, paper of scriptie. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 6. Procedure Aanmelding door de student Je hebt je reeds via SIS aangemeld voor de bachelorscriptie: code 70130350AV, neem anders contact op met onderwijsbalie. Je kunt je dus alleen aanmelden als je voldoet aan de ingangseisen van de scriptie (zie onder punt 3). Voorlichtingsbijeenkomst Op woensdag 9 oktober van 17 tot 19 uur is er een voorlichtingsbijeenkomst over het schrijven van de scriptie (zie http://rooster.uva.nl voor de zaal). Het is belangrijk om bij deze bijeenkomst aanwezig te 3

zijn! In de bijeenkomst wordt informatie gegeven over de begeleiding, de ingangseisen, het schrijven van een scriptieplan, de tijdsplanning en de beoordeling. Keuze onderwerp Vanaf woensdag 9 oktober is op Blackboard een lijst te vinden met mogelijke onderwerpen voor de scriptie. Je kunt 3 keuzes aangeven in de digitale tool Vanessa tot maandag 14 oktober 09.00 uur. Ga naar de volgende website https://www.test.uva.nl/vanessa/login Log in met je UvAnetID en wachtwoord Geef 3 voorkeuren aan Uiterlijk woensdag 16 oktober wordt de definitieve indeling op Blackboard (onder cursusinformatie ) bekendgemaakt. Scriptieplan Nadat bekendgemaakt is bij welk onderwerp je bent ingedeeld, start je met het schrijven van het scriptieplan. Dit plan dient de volgende onderdelen te bevatten: Voorblad: naam, studentnummer, titel, datum, aantal woorden Hoofd- en deelvragen Korte omschrijving van de theoretische achtergrond Maatschappelijke/wetenschappelijke relevantie Referenties van 5 wetenschappelijke artikelen De omvang van het scriptieplan is maximaal 500 woorden. Uiterlijk vrijdag 8 november mail je het plan naar de docent én lever je het in op Blackboard (onder inleveren scriptie inleveren scriptieplan). 7. Onderwijsvormen In deze module wordt gebruik gemaakt van verschillende onderwijsvormen. De startbijeenkomst betreft een college waarin behalve een praktische toelichting op de cursus ook informatie wordt gegeven over het opstellen van een scriptieplan, het formuleren van een onderzoeksvraag, en de opbouw en structuur van een scriptie. Na de startbijeenkomst werken studenten zelfstandig aan hun scriptie. De student heeft gedurende het traject drie maal een individuele afspraak met de docent om feedback op respectievelijk de inleiding, het middenstuk en de gehele conceptversie te bespreken. Er zijn twee groepsbijeenkomsten waarin studenten hun (tussen)product en aanpak presenteren. Studenten krijgen hierop feedback van zowel medestudenten als de docent. In de tweede groepsbijeenkomst vindt de presentatie plaats die wordt beoordeeld. In deze cursus zijn geen webcolleges beschikbaar. De tijdsinvestering van de student bedraagt in totaal 168 uur (6 EC à 28 uur). 4

8. Rooster Woensdag 9 oktober Woensdag 9 oktober Voorlichtingsbijeenkomst Lijst onderwerpen beschikbaar op Blackboard (cursusinformatie) Vóór maandag 14 oktober, 09.00 uur Onderwerp kiezen: 3 voorkeuren aangeven op https://www.test.uva.nl/vanessa/login Woensdag 16 oktober Vrijdag 8 november Week 46 of 47 (11 t/m 22 november) Indeling onderwerp/docent beschikbaar op Blackboard (cursusinformatie) Het scriptieplan mailen naar de docent én inleveren op Blackboard (onder inleveren scriptie inleveren scriptieplan) Eerste afspraak docent met groep Kennismaking Presentaties scriptievoorstel Feedback docent & medestudenten op scriptievoorstel Week 48 t/m week 6 (25 november t/m 7 februari) Eerste individuele afspraak met docent Feedback op inleiding Tweede individuele afspraak met docent Feedback op middenstuk Maandag 10 februari Complete conceptversie mailen aan 2 medestudenten die peerfeedback zullen geven Week 7 of 8 (10 t/m 21 februari) Tweede afspraak docent met groep Conceptversie presenteren aan medestudenten en docent Maandag 17 februari Maandag 24 februari Commentaar op conceptversie van 2 medestudenten aan hen mailen Na verwerking commentaar van medestudenten conceptversie inleveren bij begeleider Week 10 of 11 (3 t/m 14 maart) Maandag 24 maart Maandag 19 mei Individuele afspraak met docent (maximaal 1 uur) Feedback op conceptversie (inclusief conclusie en discussie) Inleveren definitieve versie: mailen aan de docent én inleveren op Blackboard (onder inleveren scriptie ) (NB. Later inleveren dan 24 maart betekent dat de scriptie pas eind mei wordt beoordeeld en bij een onvoldoende niet kan worden herkanst.) Herkansing De locatie van het onderwijs vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de mededelingen op www.student.uva.nl/pow en de cursusomgeving op Blackboard in de gaten voor roosterwijzigingen. 5

9. Van de student verwachte activiteiten Onderdelen scriptie De helderheid van het betoog wordt bevorderd door een goede indeling in hoofdstukken en paragrafen. De scriptie dient te bevatten: titelpagina met: titel, eventueel ondertitel, naam van de auteur, naam van de begeleider, maand en jaar van afronding, aantal woorden; inhoudsopgave; abstract ; inleiding met daarin het doel en onderwerp van de scriptie en de probleemstelling; een of meer hoofdstukken waarin de resultaten worden weergegeven en geanalyseerd; conclusie waarin de vragen van de probleemstelling worden beantwoord en aanbevelingen worden gedaan; literatuurlijst; (eventueel) een of meer bijlagen. Omvang/opmaak scriptie De omvang van de scriptie ligt tussen de 4500 en 5500 woorden zuivere tekst, dat wil zeggen exclusief abstract, literatuurlijst en bijlagen. De vormeisen zijn regelafstand 2, 12-puntsletter, lettertype Times New Roman. Gebruikte literatuur Uit de scriptie dient te blijken dat je een belangrijk deel van het terrein van het onderwerp overziet en dat moet blijken uit een presentatie van de belangrijkste deelnemers aan het debat over dat onderwerp. In het algemeen geldt dat een bachelorscriptie gebaseerd moet zijn op minimaal 15 wetenschappelijke onderzoeksartikelen (peer-reviewed tijdschriftartikelen en [eventueel] hoofdstukken uit geredigeerde boeken) die samen tenminste 175 pagina s beslaan. De gebruikte literatuur dient zo recent mogelijk te zijn. Er worden hoge eisen gesteld aan de grondigheid en zorgvuldigheid waarmee de literatuur wordt bestudeerd en verwerkt. 10. Beoordeling Het eindcijfer voor de module wordt bepaald door drie onderdelen: het product (de scriptie), het proces en de presentatie. Product Het product zal worden beoordeeld op vier onderdelen: informatie (35%), argumentatie (35%), structuur (20%) en taal (10%). De precieze beoordelingscriteria vind je in bijlage 1. De eindversie van de scriptie (het product) wordt door de student voorgelegd aan de begeleider en de tweede beoordelaar. De begeleider bepaalt het judicium. De tweede beoordelaar toetst marginaal, dat wil zeggen dat er een vergelijking plaatsvindt met de beoordeling van de andere scripties. In gevallen waarin de beoordelaars niet tot overeenstemming kunnen komen, stelt een andere op het vakgebied deskundige docent, in overleg met de begeleider en de tweede beoordelaar, het judicium vast. De tweede beoordelaar controleert de scriptie tevens op plagiaat. Na afronding van de scriptie dient een digitale versie te worden ingeleverd bij de onderwijsadministratie. De digitale versie kan in Word of als PDF-bestand worden verstuurd via de mail aan infopow@uva.nl. Proces Naast het product wordt ook het proces beoordeeld, de beoordelingscriteria zijn te vinden in bijlage 2. 6

Presentatie In week 7 of 8 presenteert de student de (voorlopige) resultaten van het literatuuronderzoek aan medestudenten. Deze presentatie wordt beoordeeld door de docent, de beoordelingscriteria zijn te vinden in bijlage 3. Eindcijfer Het eindcijfer wordt bepaald door drie onderdelen: de beoordeling van het product bepaalt 80% van het eindcijfer, de beoordeling van het proces 10% en de beoordeling van de presentatie 10%. Hierbij geldt dat voor het product tenminste een voldoende (5,5) moet worden gehaald om voor de bachelorscriptie te kunnen slagen. Bij de beoordeling van de herkansing wordt er rekening mee gehouden dat studenten, vergeleken met studenten die geen herkansing doen, extra feedback hebben ontvangen en meer tijd hebben gehad. De examencommissie heeft besloten dat bij een herkansing het oordeel over het proces vervalt in de toekenning van het cijfer. Het eindcijfer bij herkansing is maximaal een 9,0. Overig In de Onderwijs en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pow (A-Z: Onderwijs- en Examenregeling). NB. In de OER is het volgende vastgelegd: Deel A, artikel 3.3.3. In geval van een paper, verslag, opdracht of scriptie, zoals beschreven in deel A van deze regeling, artikel 3.4, lid 3, is de herkansing in de vorm van revisie. Indien een paper, verslag, opdracht of scriptie met een voldoende beoordeeld is, zoals in artikel 3.6, lid 2, is vastgelegd, mag deze eveneens herkanst worden. Deel A, 3.6.2. De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5,5 of hoger. Eindbeoordelingen tussen 5,0 en 6,0 worden in de registratie afgerond op hele cijfers. Deel A, 3.6.3. Bij deeltoetsingen wordt de eindbeoordeling bepaald op basis van een (gewogen) gemiddelde van de samenstellende delen. Daarbij worden geen minimumeisen gesteld aan het niveau waarop de afzonderlijk deeltoetsen worden afgesloten, tenzij deze voor aanvang van het onderdeel zijn goedgekeurd door de examencommissie en zijn opgenomen in de studiehandleiding.* Deel A, 3.6.4. De laatst behaalde uitslag is bepalend voor het eindresultaat. Deel A, 3.7.5. Indien de afsluiting van een onderdeel bestaat uit meerdere tentamenvormen, worden deze afzonderlijk beoordeeld en bepalen deze deelresultaten tezamen het eindcijfer. Deelresultaten zijn geldig gedurende één studiejaar. Uitzondering hierop zijn resultaten van schriftelijke deeltentamens, zoals beschreven in artikel 3.4, lid 3. Deelresultaten van schriftelijke tentamens vervallen indien bij de eerste tentamengelegenheid deze gezamenlijk een onvoldoende resultaat opleveren en het eindcijfer van het onderdeel onvoldoende is. De herkansing van deeltentamens in de vorm van schriftelijke tentamens is altijd overkoepelend; schriftelijke tentamens kunnen niet in delen worden herkanst. In uitzonderlijke gevallen kan een deelresultaat langer gehandhaafd blijven, mits dit vooraf door de examencommissie is goedgekeurd, in de studiehandleiding is opgenomen en een maximale duur betreft van hooguit een extra studiejaar. * Bij de bachelorscriptie geldt dat tenminste een 5,5 voor het product moet worden behaald om voor de module te kunnen slagen. Deze eis is goedgekeurd door de examencommissie. 7

11. Feedback De scriptie is een individueel product. De begeleiding vindt plaats in groepjes van bij voorkeur vijf cursisten, die hetzelfde thema hebben gekozen, maar verschillende onderzoeksvragen ten aanzien van dit thema formuleren. Feedback wordt gegeven door de begeleider en door de groepsleden aan de hand van het beoordelingsformulier (zie bijlage 1). Ter voorbereiding op de bijeenkomsten stuur je aan de begeleider en/of aan groepsleden tussenproducten van de scriptie. Dit is in eerste instantie een scriptieplan, in latere fase zijn het concepthoofdstukken. Tijdens de bijeenkomsten kan aan je worden gevraagd om tussenproducten of feedback mondeling toe te lichten. Gekozen is voor begeleiding in groepjes aan de hand van een vast thema om optimaal te profiteren van de deskundigheid van de medestudenten en de docent. Voor de begeleiding van een scriptie is 9 uur beschikbaar. De docent besteedt de begeleidingsuren aan: gezamenlijke bijeenkomsten, het lezen en becommentariëren van de door de student ingeleverde teksten, gesprekken met de student, het beantwoorden van vragen via mail en het voeren van de administratie. Alle gesprekken vinden plaats aan de hand van door de student ingeleverde teksten. Deze teksten dienen tenminste 5 werkdagen voor de bespreking getypt en van paginanummers voorzien te zijn ingeleverd of per e mail verzonden. 12. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe wordt een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat 8

niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook www.student.uva.nl/pow (A-Z: Fraude, plagiaat en bronvermelding) en de OER bacheloropleiding Pedagogische wetenschappen, deel A, artikel 3.11. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een e-mailbericht aan studieadviseurs-pow@uva.nl. Onderwijs- examenregeling (OER) Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelorvakken kan worden gevonden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op www.student.uva.nl/pow (A-Z: Onderwijs- en Examenregeling) en in de UvA Studiegids 2013-2014. 9

Bijlage 1: Beoordelingsformulier scripties: product (80% van het eindcijfer) Student Studentnummer Docent Datum Cijfer Basisvoorwaarden voor nakijken De tekst wordt uitsluitend van feedback/beoordeling voorzien indien: studentgegevens en het aantal gebruikte woorden op het voorblad zijn vermeld de tekst is ingeleverd binnen de gestelde termijn geen sprake is van plagiaat Wanneer niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan zal de tekst met een NAV worden beoordeeld. Informatie (35%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De tekstlengte voldoet aan de gestelde eis.* Het aantal gebruikte wetenschappelijke artikelen voldoet aan de gestelde eis.* De gebruikte literatuur is recent (zo recent als mogelijk is voor het onderwerp). Het gebruik van theorieën en concepten is adequaat. De informatie is helder/eenduidig. Het belang van de tekst(onderdelen) is duidelijk. Het onderwerp is duidelijk afgebakend. De omvang/uitwerking van tekstonderdelen is overeenstemming met hun belang (voldoende afbakening en diepgang). Het brongebruik is adequaat (relevant, betrouwbaar, actueel). *Indien dit niet het geval is wordt het onderdeel Informatie beoordeeld met een 1. 10

Argumentatie (35%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Er is sprake van een duidelijke, doorlopende redenering. Er worden overgangen en verbindingen gemaakt (goed gebruik van verwijs- en signaalwoorden). Er is sprake van een deugdelijke argumentatie. De argumentatie heeft overtuigingskracht. De conclusies volgen logisch uit de argumenten. Structuur (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Titel en koppen zijn adequaat (dekkend, informatief, passend qua lengte en aantal). De tekst heeft een herkenbare structuur. De informatie staat in een adequate volgorde (ook binnen paragrafen en alinea s). Er worden overgangen en verbindingen gemaakt. Onderdelen (paragrafen, alinea s) sluiten op elkaar aan. Taal en APA (10%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Formuleringen zijn precies (helder, eenduidig). Zinnen zijn grammaticaal correct.* De interpunctie is correct. Spelling is correct.* Verwijswoorden worden juist gebruikt. APA-richtlijnen zijn juist toegepast (referenties, opmaak, werkwoordstijden). *Indien op één pagina twee of meer spel-/ grammaticafouten voorkomen, wordt het onderdeel Taal en APA beoordeeld met een 1. Overig 11

Bijlage 2: Beoordelingsformulier scripties: proces (10% van het eindcijfer) Student Studentnummer Cijfer Docent Datum Benutten van begeleidingsgesprekken (33,3 %) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De student levert werk op tijd in bereidt gesprekken voor (heeft eigen agenda/punten) is actief tijdens gesprekken verwerkt feedback van de begeleider Planning (33,3%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De student gaat uit van een planning gebaseerd op de vereiste tijdsbesteding bewaakt gestelde doelen en gemaakte planning en stelt deze zonodig bij informeert de begeleider over problemen die tot oponthoud (kunnen) leiden Houding en motivatie (33,3%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De student is op de hoogte van wat van hem /haar verwacht wordt is zorgvuldig en verantwoordelijk toont inzet houdt zich aan afspraken werkt zelfstandig 12

Bijlage 3: Beoordelingsformulier presentatie Student Studentnummer Cijfer Docent Datum Informatie (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Het gebruik van theorieën en concepten is adequaat. De informatie is helder/eenduidig. Het belang van de informatie is duidelijk. Het onderwerp is duidelijk afgebakend. De omvang/uitwerking van de onderdelen is overeenstemming met hun belang (voldoende afbakening en diepgang). Het brongebruik is adequaat (relevant, betrouwbaar, actueel, divers). Argumentatie (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Er is sprake van een duidelijke, doorlopende redenering. Er is sprake van een deugdelijke argumentatie. De argumentatie heeft overtuigingskracht. De conclusies volgen logisch uit de argumenten. Structuur (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De presentatie kent een duidelijk herkenbare opening, inleiding, kern, en conclusie. De informatie wordt in adequate volgorde gepresenteerd. De onderdelen van de presentatie sluiten op elkaar aan. De opbouw van de argumentatie wordt kenbaar gemaakt. 13

Voordracht (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De spreker is goed verstaanbaar (een rustig tempo en passend volume). De spreker hanteert passend taalgebruik (correcte woordkeuze en zinsbouw). De sprekers(s) maakt contact met het publiek. De lichaamstaal van de spreker ondersteunt de presentatie De tijdsduur is goed/niet langer dan nodig. De informatie sluit aan bij de voorkennis van het publiek. Hulpmiddelen (20%) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Het hulpmiddel ondersteunt de voordracht. De sheets zijn kernachtig (niet te veel woorden). De sheets zijn verzorgd (geen spelfouten en goed leesbaar (kleur/lettertype/lettergrootte)). Overig 14