Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt, Nieuwkoop

Vergelijkbare documenten
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Watertoets CSV-terrein Vreeland

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Figuur 1: Hoogteligging plangebied ( AHN, Rijkswaterstaat)

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

Geohydrologisch onderzoek Mr.Treublaan 1-3 te Amsterdam

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Doetinchem, 21 juli 2014

1 Inleiding en projectinformatie

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologisch onderzoek Cor Hermusstraat te Amsterdam

Effectmodellering watergang Waterfront Harderwijk

Geohydrologisch advies bestemmingsplan Clarenburg 1 te Leusden

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Geohydrologisch onderzoek voor 3 locaties in Nieuw-West te Amsterdam

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

Stromingsbeeld Rotterdam

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Memo Amsterdam, 20 juni 2016

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen

RAPPORT C H. Capelle a/d IJssel, 8 juni Rapportage:

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

Effectberekeningen. Aanleg kolk plangebied De Kolk in Wapenveld. Definitief. Gemeente Heerde Postbus AD Heerde

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

vooronderzoek Paradijs 49 te Elsendorp

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Geohydrologisch onderzoek

Rapport Watertoets. Zandvoort 23 te Gendt. Uitvoeren watertoets tbv opstellen waterparagraaf R-MVV/83. De heer Huisman BD Doornenburg

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

GRONDWATERMEETNET. Schinveld, gemeente Onderbanken. Monitoringsrapportage 08 en grote onderhoudsronde. Periode maart 2015 april 2016

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

SAMENVATTING. en funderingen

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Betreft Effecten ontwikkeling Oosterdalfsen op grondwaterstanden en natuurwaarden EHS

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Oplegnotitie. 1 Aanleiding

Richtlijn versus maatwerkberekening

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen

HISTORISCH BODEMONDERZOEK AAN HET JULIALAANTJE 28 TE RIJSWIJK

Betreft Geohydrologisch onderzoek terrein van de voormalige Apostolische kerk te Naarden

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Reinwaterpark Overveen. Onderzoek naar ombouw van waterkelders tot parkeergarage

Pascal Bos, IB, , Grondwatertoets bestemmingsplan Strawinsky Zuidzijde

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

Transcriptie:

Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt, Nieuwkoop 19 mei 2009

Verantwoording Titel Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt, Nieuwkoop Opdrachtgever BRO Adviseurs Projectleider dr. J.W. (Joke) Nijburg Auteur(s) ing. C.A.A. (Saskia) Buijs en ir. J.M. (Martin) Bloemendal Uitvoering meet- en Van Steenis Geodesie BV inspectiewerk Projectnummer 4613653 Aantal pagina's 28 (exclusief bijlagen) Datum 19 mei 2009 Handtekening Ontbreekt in verband met digitale versie. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven. Colofon Tauw bv Vestiging Rotterdam Rhijnspoor 209 Postbus 6 2900 AA Capelle aan den IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 9001. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 3\28

4\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

Inhoud Verantwoording en colofon... 3 1 Inleiding... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Doel... 7 1.3 Uitgangspunten/opzet van het onderzoek... 8 1.4 Leeswijzer... 8 2 Beschrijving van het plangebied... 9 2.1 Ligging... 9 2.2 Ontwikkeling van landschap en bodem... 10 2.3 Bebouwing... 10 3 Beschrijving geohydrologie... 11 3.1 Bodemopbouw... 11 3.1.1 Regionaal... 11 3.1.2 Lokaal... 12 3.2 Waterhuishouding... 12 3.2.1 Grondwaterstand... 12 3.2.2 Stijghoogte eerste watervoerend pakket... 12 3.2.3 Oppervlaktewater... 13 3.2.4 Kwel... 13 3.3 Relatie grondwater en oppervlaktewater... 15 4 Mogelijke grondwaterpeil fluctuaties... 17 4.1 Aanpak... 17 4.1.1 Inmeten woningen... 18 4.1.2 Bepaling grondwaterstandverhoging... 18 4.1.3 Gevolgen verdwijnen kascomplexen... 18 4.2 Resultaten... 19 4.3 Knelpunten... 19 4.3.1 Gevolgen infrastructuur... 20 4.4 Kosten technische maatregelen voorkomen waterlast... 21 4.4.1 Individuele drooglegging/ onderbemaling... 21 4.4.2 Plaatsen van damwanden... 22 4.4.3 Vijzelen van de woningen... 22 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 5\28

5 Eindbeschouwing... 25 5.1 Conclusies... 25 5.2 Aanbevelingen... 25 6 Literatuur... 27 Bijlage(n) 1. AHN-kaart van de Noordse Buurt 2. Ligging TNO-boringen 3. Kaart met grondwaterstanden 4. Peilenkaart van Noordse Buurt 5. Kaart met hoogteligging woningen 6. Kaart met verschil tussen drempelhoogte en grondwaterstand 7. Overzichtskaart met knelpunten 6\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

1 Inleiding BRO Adviseurs heeft Tauw opdracht gegeven voor het uitvoeren van een geohydrologisch onderzoek voor de Noordse Buurt, ten oosten van het dorp Noorden. In opdracht van de gemeente Nieuwkoop werkt BRO Adviseurs aan het bestemmingsplan voor de Noordse Buurt. Dit geohydrologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van het nieuw op te stellen bestemmingsplan voor het gebied. 1.1 Aanleiding De aanleiding voor dit geohydrologisch onderzoek is de voorgenomen bestemmingsplanwijziging van het onderzoeksgebied de Noordse Buurt. BRO Adviseurs werkt in opdracht van de gemeente Nieuwkoop aan het bestemmingsplan voor de Noordse Buurt. De Noordse Buurt is een tuinbouwgebied van circa 120 ha. Het gebied wordt omringd door natuurgebieden: de Nieuwkoopse Plassen, de Kromme Mijdrecht en aangrenzende Ecologische Hoofd Structuur (EHS) gebieden. De gemeente Nieuwkoop wil de glastuinbouwbestemming wijzigen naar natuur, waarbij de kassen en bedrijfsopstallen worden gesaneerd en de bestaande bedrijfswoningen een particuliere woonbestemming krijgen." Om inzicht te verkrijgen in de haalbaarheid van het hernieuwde inrichtingsplan worden een bodem- en geohydrologisch onderzoek uitgevoerd. De haalbaarheid wordt met name bepaald door de technische en financiële aspecten die uitgevoerd dienen te worden. Eén van de technische aspecten waaraan het nieuwe bestemmingsplan moet voldoen is een bepaalde mate van vrijheid waarbinnen de grondwaterstand kan fluctueren. Het voorliggende rapport behandelt de technische en financiële consequenties voor de bestaande woningbouw, wanneer de grondwaterstand wordt verhoogd. Er wordt een overzicht gegeven van de woningen die bij een bepaalde grondwaterstandverhoging wateroverlast krijgen. 1.2 Doel Het doel van dit onderzoek is uit te zoeken welk (fluctuerend) grondwaterpeil kan worden ingesteld, zodanig dat de bestaande woningen en infrastructuur kunnen worden gehandhaafd, zonder kostbare technische ingrepen uit te voeren om (grond)wateroverlast (of - tekort) te voorkomen. Wanneer gekozen wordt om een grondwaterstandverhoging in te voeren, is een kostenoverzicht gegeven van de mogelijke technische ingrepen per woning. Om deze vraag te beantwoorden is een analyse van het gebied uitgevoerd waarin de geohydrologie op basis van de huidige situatie is bekeken en de effecten van het veranderen van het grondwaterpeil. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 7\28

1.3 Uitgangspunten/opzet van het onderzoek Uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan zijn: Het hele gebied met uitzondering van de bestaande woningen en wegen wordt omgezet naar een natuurgebied. Gedurende de periode waarin de bestaande tuinbouwbedrijven nog operationeel zijn, mag verhoging van de grondwaterstand er niet toe leiden dat de bedrijfsvoering wordt aangetast. Dit onderzoek richt zich echter op de nieuwe situatie waarin alle aanwezig kascomplexen zijn verdwenen. Hierdoor is het niet nodig om inzichtelijk te maken welke effecten de grondwaterstandverandering heeft op de bedrijfsvoering Er komt een hoger en fluctuerend grondwaterpeil met zo min mogelijk peilvakken. Dit peil wordt vastgesteld nadat de resultaten van dit onderzoek bekend zijn De bestaande woningen en infrastructuur dienen met zo min mogelijk technische ingrepen behouden te blijven De gemeente Nieuwkoop heeft aangegeven dat alle gebouwen op houten palen zijn gefundeerd (met betonnen koppen). Een uitzondering hierop zijn de houten noodwoningen (circa vijf stuks), welke op staal zijn gefundeerd. Van deze funderingen zijn geen gegevens bekend, maar als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de grondwaterstand omhoog gaat waardoor de funderingspalen niet verder droog komen te staan Indien onder de woonhuizen een kelder aanwezig is, wordt aangenomen dat deze waterdicht is. Derhalve zorgt een verhoging van de grondwaterstand niet voor natte kelders De drempelhoogte van de woning is ingemeten t.o.v. NAP (week 2 2009) en als uitgangspunt is gehanteerd dat de grondwaterstand maximaal 0,3 meter (drooglegging conform NEN 6740) onder de drempelhoogte van de te handhaven woningen moet blijven om wateroverlast te voorkomen De afgelopen jaren heeft geen onderhoud aan de watergangen plaatsgevonden. De watergangen zijn dus niet gebaggerd. Dit heeft invloed op het hydraulisch functioneren van het watersysteem en hierdoor ook op de aquatische natuurwaarden. In de analyse is hier geen rekening mee gehouden. Hierbij wordt opgemerkt dat Waternet op dit moment wel bezig is met het inventariseren van de betreffende watergangen met als doel om deze in de toekomst te baggeren 1.4 Leeswijzer Als eerste wordt in hoofdstuk 2 een algemene beschrijving van het plangebied gegeven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de geohydrologie van het plangebied. Daarna wordt in hoofdstuk 4 een beschrijving van de werkzaamheden en resultaten gegeven. Ingegaan wordt op de interpretatie van de beschikbare gegevens in de vorm van een GIS-analyse. Als laatste worden in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek beschreven. 8\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

2 Beschrijving van het plangebied In dit hoofdstuk wordt een algemene beschrijving gegeven van de huidige situatie van het plangebied. Ingegaan wordt op de ligging, grondgebruik en bebouwing in de buurt. De in dit hoofdstuk beschreven situatie kan als referentie worden beschouwd voor de uitgevoerde analyse. 2.1 Ligging Het plangebied (Noordse Buurt) is gelegen in het westen van de provincie Zuid-Holland nabij de grens met de provincie Utrecht. Het plangebied ligt in een veenweidegebied en heeft een grootte van circa 120 ha. Ten zuiden van het plangebied liggen de Nieuwkoopse Plassen. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 2.1. Figuur 2.1 Regionale ligging Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 9\28

2.2 Ontwikkeling van landschap en bodem De ontwikkeling van het landschap ter hoogte van de Noordse buurt is vooral beïnvloed door antropogene processen. Door de turfwinning in het verleden zijn op diverse plaatsen in de omgeving van het plangebied plassen ontstaan. Later is een deel van deze plassen weer ingepolderd, de polder van de Noordse buurt is zo n droogmakerij. De Noordse Buurt is net voor de tweede wereld oorlog ingepolderd. Echter, pas na de Tweede Wereldoorlog, ruim 60 jaar geleden, zijn de eerste woningen in het gebied gebouwd. 2.3 Bebouwing Op dit moment bestaat de bebouwing uit woonhuizen met bijbehorende bedrijfsruimtes in de vorm van kascomplexen. Iedere kavel wordt omringd door een sloot waarin het oppervlaktewaterpeil op het gewenste peil is afgesteld. Voor een aantal percelen geldt dat een onderbemaling aanwezig is. Deze onderbemalingen zijn allemaal in particulier bezit. Hierdoor is het mogelijk dat de bewoners een lage grondwaterstand kunnen handhaven. Op dit moment is nog niet inzichtelijk gemaakt welke percelen over een onderbemaling beschikken. 10\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

3 Beschrijving geohydrologie Hoofdstuk 3 beschrijft de geohydrologische situatie van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie. Dit hoofdstuk vormt de onderbouwing voor de gehanteerde uitgangspunten voor de uiteindelijke analyse. Als eerste worden de regionale en lokale geohydrologie en de waterhuishouding ter plaatse van de planlocatie behandeld, waarna wordt ingegaan op de relatie daartussen. 3.1 Bodemopbouw 3.1.1 Regionaal De regionale bodemopbouw is vastgesteld aan de hand van literatuurgegevens (literatuur 1 en 2) en is in tabel 3.1 schematisch weergegeven. Tabel 3.1 Regionale bodemopbouw Diepte Diepte Geohydrologische laag Samenstelling (m t.o.v. NAP) (m-mv) -3 tot -10 0-7 Deklaag Klei, veen en lemig fijn zand -10 tot -62 7-59 Eerste Watervoerende Pakket Matig grof tot grof zand, met grind en plantenresten -62 tot -68 59-65 Eerste Scheidende Laag Klei en lemig fijn zand -68 tot -173 65-170 Tweede Watervoerende Grof zand Pakket > -173 > 170 Tweede Scheidende Laag Uit tabel 3.1 blijkt dat er regionaal gezien een slecht doorlatende deklaag aanwezig is van circa 7 meter. De deklaag bestaat uit klei, veen en lemig fijn zand. De deklaag is erg zettingsgevoelig. Dit blijkt ook uit de geleidelijke daling van het maaiveld binnen het plangebied. Onder de deklaag bevindt zich het eerste watervoerende pakket met een dikte van ongeveer 52 meter. Het eerste watervoerende pakket bestaat uit matig grof tot grof zand. Lokaal komt ook grind en plantenresten voor. De eerste scheidende laag, bestaande uit klei en lemig fijn zand, bevindt zich op een diepte van circa NAP -62,0 meter en heeft een dikte van circa zeven meter. Het tweede watervoerende pakket bestaat uit grof zand. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 11\28

3.1.2 Lokaal Op basis van de op locatie uitgevoerde boringen (literatuur 4) kan geconcludeerd worden dat de lokale bodemopbouw van de deklaag overeenkomt met de regionale bodemopbouw. De locatie van de gebruikte boringen zijn weergegeven op de kaart in bijlage 2. De gebruikte boringen reiken niet diep genoeg om een beschrijving te geven van het eerste watervoerend pakket, maar geven wel aan dat op een diepte van ongeveer NAP -10,0 meter een zandlaag aanwezig is. Hiermee wordt aangenomen dat op deze diepte het eerste watervoerende pakket begint. De hoogte van het maaiveld varieert van circa NAP -2,0 meter (in het oostelijk deel) tot -5,0 meter en bedraagt gemiddeld NAP -3,0 meter. In bijlage 1 is de Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN) van het plangebied opgenomen. 3.2 Waterhuishouding 3.2.1 Grondwaterstand De natuurlijke freatische grondwaterstand varieert en bevindt zich gemiddeld op circa 0,3 m-mv. Echter, door de aanwezigheid van drains, soms in combinatie met onderbemaling, wordt de grondwaterstand kunstmatig verlaagd tot circa 0,5 m mv. Globaal gezien is de grondwaterstroming, zuidoostelijk gericht. In bijlage 3 is een kaart van het gebied weergegeven waarop de grondwaterstand ten opzichte van meter NAP is aangegeven. 3.2.2 Stijghoogte eerste watervoerend pakket De stijghoogte van het eerste watervoerend pakket bedraagt ongeveer NAP -4,5 meter. Deze waarde is ontleend aan de digitale grondwaterkaart (literatuur 3). De stroming is eveneens als de stroming in de deklaag, zuidoostelijk gericht. In de directe omgeving van de onderzoekslocatie zijn geen peilbuizen aanwezig waarvan het filter in het eerste watervoerende pakket staat. Op een afstand van circa vier kilometer, ten zuiden van de Noordse Buurt, is wel een TNO-peilbuis (B31B0058) aanwezig waarvan het filter in het eerste watervoerende pakket staat. In deze peilbuis is een gemiddelde stijghoogte van NAP -3,5 meter gemeten. Op basis van de bovengenoemde beschrijving wordt verwacht wordt dat de stijghoogte van het eerste watervoerende pakket tussen de NAP -3,5 en -4,5 meter varieert. 12\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

3.2.3 Oppervlaktewater Het plangebied is een droogmakerij en heeft een beheerst peil. Volgens gegevens van het waterschap (waternet) worden er verschillende peilen binnen het gebied gehandhaafd. De vigerende peilenkaart is opgenomen in bijlage 4. In de praktijk blijkt dat alle hoofdwatergangen direct met elkaar in verbinding staan waardoor nagenoeg overal hetzelfde waterpeil van NAP -4,05 meter heerst, zie figuur 3.1. De (hoofd)watergangen zijn circa 1,60 tot 1,80 m-mv diep en doorsnijden daarmee de deklaag niet. Figuur 3.1 Peilschaal ter hoogte van Ir. J.Nysinghweg 1 te Noorden Op basis van de gegevens van Waternet blijkt, dat in het zuidwestelijk deel van het plangebied water vanuit de Nieuwkoopse Plassen in het plangebied wordt binnen gelaten. De inlaat bevindt zich aan de Noordse Dorpsweg (tussen huisnummer 12a en 12b). Via de hoofdwatergangen stroomt het water in noordoostelijke richting, waarna het water via een gemaal op de Kromme Mijdrecht wordt geloosd. Het plangebied valt binnen de afwateringseenheid van afwateringsgebied Noordzeekanaal en IJsselmeer. 3.2.4 Kwel Van oorsprong is sprake van kwel in het gebied. Doordat binnen het plangebied een bepaald (redelijk constant) peil heerst, komt binnen het plangebied geen kwel voor. Binnen gebieden met een beheerst peil komen de droogmakerijen als kwelgebied duidelijk naar voren. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 13\28

14\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

3.3 Relatie grondwater en oppervlaktewater Het grondwater reageert erg snel op oppervlaktewaterpeil fluctuaties. Dit komt door de hoge porositeit van de veenweide grond en de hoge dichtheid van watergangen in het plangebied. De relatie tussen het grondwater en oppervlaktewater wordt hieronder nader toegelicht. Ieder perceel wordt omringd door twee watergangen met een hoog en twee watergangen met een laag waterpeil (zie figuur 3.2). De watergangen met een hoog waterpeil staan in verbinding met de hoofdwatergang. In de zomer wordt uit deze watergang water gepompt voor de beregening van gewassen. Tussen de hoogwatersloot en laagwatersloot is een dam aanwezig. De laagwatersloot is dus afgedamd en dient onder andere als afvoer van het proces water. De laagwatersloten staan niet in open verbinding met het overige deel van het oppervlaktewatersysteem. Dwarsdoorsnede Bovenaanzicht NAP < -4,05 m NAP -4,05 m NAP -4,05 m Grondwaterstand o.i.v. drains Grondwaterstand o.i.v. drains en onderbemaling Drain NAP <-4,05 m Figuur 3.2 Schematisatie ontwateringsituatie percelen (niet op schaal) Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 15\28

16\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

4 Mogelijke grondwaterpeil fluctuaties Om de vraagstelling op te kunnen lossen is gebruik gemaakt van een zogenaamde GIS-analyse. Voor deze analyse zijn de relevante beschikbare gegevens in verschillende lagen gezet. Deze lagen zijn vervolgens over elkaar heen gelegd waardoor inzichtelijk wordt op welke locatie problemen met de peilverhoging worden veroorzaakt. Dit hoofdstuk geeft zowel de beschrijving als de resultaten van deze analyse. 4.1 Aanpak Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, zijn eerst de relevante gegevens van het gebied verzameld. De verzamelde gegevens hebben betrekking op de bodemopbouw, de geohydrologie en de te handhaven bebouwing in het gebied. Voor het verzamelen van de gegevens met betrekking tot de bodemopbouw en geohydrologie is niet alleen gebruik gemaakt van literatuur, maar ook is Waternet en de kennis van de bewoners geraadpleegd. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten van de bodemopbouw en geohydrologie verwerkt. De gegevens die verzameld zijn met betrekking tot de bebouwing, betreffen gegevens over de funderingswijze en de hoogteligging van woningen. Voor een beschrijving van de funderingswijze wordt verwezen naar de uitgangspunten van paragraaf 1.3. De resultaten van de hoogteligging van de huizen worden in de navolgende paragraaf 4.1.1.beschreven. Van de bruikbare gegevens zijn kaartlagen in GIS gemaakt. De onderstaande gegevens zijn omgezet naar een kaartlaag in GIS: Locaties met boringen Grondwaterstand Oppervlaktewaterpeilen Maaiveldhoogtes Hoogteligging van de bebouwing De bovenstaande kaarten geven een overzicht weer van de huidige situatie van het gebied. Op basis van de huidige situatie is vervolgens een analyse gemaakt om inzichtelijk te maken welke peilverhoging haalbaar is. Om de resultaten met elkaar te kunnen vergelijken was het nodig om de verschillende kaarten ten opzichte van NAP weer te geven. Bij het omzetten van de kaarten ten opzichte van NAP is de Actuele Hoogte Kaart (AHN) als referentie gebruikt. In deze kaart staan de maaiveldhoogtes ten opzichte van NAP weergegeven, zie bijlage 1. Op de AHN is te zien dat de kaart geen gebiedsdekkend beeld geeft, omdat de locaties ter hoogte van de bebouwing niet (of slechts gedeeltelijk) zijn ingemeten. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 17\28

4.1.1 Inmeten woningen Bij het bouwarchief van de gemeente Nieuwkoop is nagegaan of de hoogteligging van de te handhaven woningen bekend zijn. In het bouwarchief zijn wel tekeningen van de woningen aanwezig, maar op de bouwtekening staan geen maten ten opzichte van NAP weergegeven. Alle maten die staan weergegeven betreffen hoogtes ten opzichte van de werkvloer. De werkvloer is niet ingemeten ten opzichte van NAP. Om deze reden zijn aanvullende meetwerkzaamheden verricht waarbij de drempelhoogtes van bijna alle woningen zijn ingemeten. Voorafgaand aan de meetronde zijn de bewoners door middel van een brief op de hoogte gesteld van de meetwerkzaamheden en het doel van het onderzoek. Op deze brief zijn van enkele bewoners reacties gekomen die geen toestemming wilde verlenen voor het betreden van het eigen terrein. In totaal gaat het om drie woningen. De resultaten van de woning die wel zijn ingemeten zijn weergegeven in bijlage 5. Op tekening staan ook de woningen aangegeven die niet zijn ingemeten. 4.1.2 Bepaling grondwaterstandverhoging Om te bepalen welke peilverhoging haalbaar is, is de kaart met daarin de drempelhoogtes van de woning vergeleken met de kaart waarin de grondwaterstand ten opzichte van NAP is weergegeven. Dit is gedaan om inzichtelijk te maken wat de drooglegging per woning is. De drooglegging is het verschil tussen drempelhoogte en de grondwaterstand. Het resultaat van deze berekening is weergegeven op de kaart in bijlage 6. Op basis van de huidige situatie is per woning vastgesteld welk grondwaterpeilverhoging haalbaar is zonder dat er wateroverlast optreedt aan de woningen. Hierbij is als uitgangspunt een drooglegging van 0,3 m-mv als maximum gehanteerd (zie paragraaf 1.3). 4.1.3 Gevolgen verdwijnen kascomplexen In de uitgangspunten is opgenomen dat in de toekomstige situatie alle kascomplexen zullen verdwijnen. Dit gebeurt niet van de een op de andere dag, want de bewoners in het gebied moeten eerst de gelegenheid krijgen om hun bedrijfsvoering elders voort te zetten. Echter deze studie gaat uit van de toekomstige situatie waardoor ook het effect, van het verdwijnen van de kassen, op de geohydrologie wordt meegenomen. Door het verdwijnen van de kassen, neemt het onbebouwde bodemoppervlak toe waardoor meer regen water in de bodem infiltreert. Dit zorgt er automatisch voor dat de grondwaterstand hoger komt te staan indien er niet extra (voor-)bemalen wordt. In de huidige situatie is het zo dat het regenwater dat op de kassen terechtkomt, via een hemelwaterafvoer op de naastgelegen sloot (laagwatersloot) wordt afgevoerd. 18\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

Ter plaatse van de kassen krijgt het regenwater geen kans om in de bodem te infiltreren, omdat de afvoer op het oppervlaktewater er voor zorgt dat het water in de sloot hoger komt te staan en daardoor sneller wordt afgevoerd. In het scenario dat de kassen verdwenen zijn, kan het regenwater wel in de bodem infiltreren. Hierdoor gaat de grondwaterstand ook omhoog. Hoeveel regenwater in de bodem kan infiltreren, hangt of van de infiltratiecapaciteit van de bodem. De infiltratiecapaciteit van de bodem is ter plaatse van de Noordse Buurt niet gemeten. Op basis van de bodemopbouw (klei tot lemig fijn zand) verwachten wij dat de infiltratiecapaciteit van de bodem tussen de 2 en 15 mm/uur bedraagt. Het infiltreren van regenwater in de bodem gebeurt niet tijdens een korte, hevige regenbui doordat de intensiteit van de regenbui te hoog is. In dit geval vindt alleen oppervlakkige afstroming plaats. Deze situatie is dus vergelijkbaar met de huidige situatie waarin het regenwater op de kassen neerkomt. Tijdens een langdurige neerslagperiode (matige buien) kunnen wel problemen ontstaan. Indien bijvoorbeeld gedurende een periode van vier uur neerslag (na vier uur gaat de bodem ook water in de sloot afvoeren) valt van 15 mm/uur (wat een forse regenbui is) kan dus de grondwaterstand vier cm hoger worden. Dit betreft wel een incidentele en lokale verhoging op plaatsen waar de bovenste laag uit lemig fijn zand bestaat. 4.2 Resultaten Op basis van de tekening in bijlage 5 kan geconcludeerd worden dat de drempelhoogte van de woningen variëren ca NAP -2,0 tot -3,5 m. Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat de woningen aan de Floraweg 16, 28 en 37 niet zijn ingemeten, omdat de bewoners geen toestemming hebben verleend aan de meetploeg om hun terrein te mogen betreden. Op basis van de tekening in bijlage 6 kan geconcludeerd worden dat de grondwaterstand onder de woningen minimaal 0,5 m-mv bedraagt en maximaal 1,70 m-mv. Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat in dit kaartje nog geen rekening is gehouden met het uitgangspunt dat de grondwaterstand onder de woningen niet hoger dan 0,3 m-mv mag komen. In de knelpunten kaart wordt dit uitgangspunt wel meegenomen. 4.3 Knelpunten De onderstaande tabel 4.1 geeft een overzicht van de woningen die wateroverlast kunnen verwachten bij de aangegeven grondwaterstandverhoging. In deze tabel is ook rekening gehouden met de extra drooglegging van 0,3 m-mv. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 19\28

Tabel 4.1 Overzichtstabel knelpunten. Straat Nummer Knelpunt bij deze grondwaterstand verhoging (in m) 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 Voordijkseweg 9 X Voordijkseweg 16 X Veenweg 6 X Veenweg 7 X Veenweg 17 X X Ir. J. Nysinghweg 3 X Ir. J. Nysinghweg 6 X X X X X Ir. J. Nysinghweg 13 X X Ir. J. Nysinghweg 17 X X Ir. J. Nysinghweg 21 X Floraweg 4 X X X Floraweg 22 X X Floraweg 43 X X X Floraweg 55 X Op basis van de bovenstaande tabel 4.1 kan geconcludeerd worden dat ter hoogte van Nijsinghweg nummer 6 de grondwaterstand minimaal verhoogd kan worden. Daarnaast geldt dat hoe hoger de grondwaterstand wordt verhoogd, hoe meer wateroverlast zal optreden. In de GIS-analyse is uitgegaan van een maximale grondwaterstandverhoging van 0,5 meter, omdat voor de huidige grondwaterstand 0,5 m-mv is aangehouden. Indien de grondwaterstand met meer dan 0,5 meter wordt verhoogd, treedt het grondwater boven het maaiveld uit en dat is niet wenselijk. Daarnaast kan op basis van de knelpuntenkaart (bijlage 7) geconcludeerd worden dat de woningen, waar mogelijk wateroverlast optreedt, niet bij elkaar zijn gelegen. Dit komt doordat de hoogteligging van de woningen in het gebied erg varieert. 4.3.1 Gevolgen infrastructuur Naast de problemen die woningen kunnen ondervinden door het verhogen van de grondwaterstand, kan ook wateroverlast ter plaatse van de wegen ontstaan. Om hier een uitspraak over te kunnen doen is het nodig de hoogteligging van de weg te weten. De exacte hoogteligging van de wegen is echter tijdens het onderzoek niet bepaald. Wel is bekend dat in het zuidelijke deel al wateroverlast optreedt, bij stijgende oppervlakte waterstand (door regenval). Door de grondwaterstand omhoog te brengen zal de wateroverlast ter plaatse van deze weg toenemen. Dit geldt ook voor de overige wegen van de Noordse Buurt. 20\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

Een hogere grondwaterstand wordt gerealiseerd door een hoger oppervlaktewater peil. Alle wegen liggen tussen twee sloten in. De grondwaterstand onder de weg staat in verbinding met het oppervlaktewaterpeil van deze sloten. Een hoger oppervlaktewaterpeil ook zorgt voor hogere grondwaterstand onder de wegen. Bij peilstijgingen in oppervlaktewater bij hevige neerslag wordt de kans op overstromingen van wegen dus groter. 4.4 Kosten technische maatregelen voorkomen waterlast Zoals uit tabel 4.1 blijkt zal, bij een grondwaterstandverhoging van 0,1 m tot 0,5 m woningen problemen krijgen met het grondwater. Aangezien het uitgangspunt is dat de woningen behouden blijven wordt hier niet ingegaan op maatregelen om huizen te slopen, terpen aan te leggen en de woningen weer opnieuw te bouwen. De technische mogelijkheden die hieronder genoemd worden zijn mogelijkheden om de waterproblemen tegen te gaan zonder dat de woning daarbij schade ondervindt. De maatregelen die uitgevoerd zouden kunnen worden, zijn: Individuele drooglegging/ onderbemaling Plaatsen van damwanden Vijzelen van de woningen 4.4.1 Individuele drooglegging/ onderbemaling De huidige situatie is zo dat iedere woning zijn eigen grondwaterstand instelt middels drainage. Het grondwater wordt afgevoerd op sloten met een lage grondwaterstand. In sommige gevallen is op de percelen zelfs de individuele mogelijkheid aanwezig tot verlaging van de grondwaterstand door onderbemaling. Nagegaan zal moeten worden of de percelen die wateroverlast krijgen bij een grondwaterstandverhoging, in het bezit zijn van bron c.q. onderbemaling. Wanneer dit niet het geval is, zal onderzocht moeten worden of bronbemaling aangelegd kan worden in combinatie met drainage rondom de woningen. De kosten om dit per woning te realiseren worden hieronder uitgewerkt: Aanleg drainage inclusief de aanvulling van zand, kosten 1.500 euro Het leveren en plaatsen van een pompput bedraagt circa 5.000 euro Herstellen van de tuin. Kosten 10.000 euro Kosten aannemer ongeveer 5.000 euro Kosten nutsvoorzieningen 2.000 euro Onvoorzien 2.500 euro (10%) Totale kosten per woning voor de aanleg van drainage en pompput bedragen circa 26.000 euro Nadeel van onderbemaling / drooglegging van een perceel is dat er binnen het plangebied per perceel verschillende grondwaterstanden zijn, terwijl het uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk gestreefd wordt naar een verhoging van de grondwaterstand voor het hele plangebied. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 21\28

4.4.2 Plaatsen van damwanden Een andere mogelijkheid om de woningen te beschermen tegen hogere grondwaterstanden is het isoleren van de woningen van het watersysteem door het slaan van damwanden. Bij het plaatsen van de damwanden komen diverse aspecten aan de orde. De verschillende posten zijn onderstaand genoemd met de daarbij behorende kosten. De kosten om dit per woning te realiseren worden hieronder uitgewerkt: Leveren en plaatsen van een damwand rondom de woningen, uitgaande van 50 m1 damwand. Kosten zijn per m1 1.500 euro. Totale kosten zijn 75.000 euro Ontgraven van de grond (1 m diep) langs de binnenkant van de damwand. Grond afvoeren, aanvullen met zand en aanleg van drains. Kosten 1.500 euro Leveren en plaatsen van een pompput. Kosten 5.000 euro Herstellen van de tuin. Kosten 10.000 euro Kosten aannemer ongeveer 20.000 euro Kosten nutsvoorzieningen 2.000 euro Onvoorzien 12.000 euro (10%) Totale kosten bedragen per woning circa 125. 000 euro De schatting van de kosten voor het plaatsen van damwanden zijn dus aanzienlijk. Tevens is de vraag of het slaan van een damwand in een deklaag die zettinggevoelig is, een verstandige keuze is. Voordeel van de damwandconstructie is dat per perceel de gewenste grondwaterstandverlaging kan worden gerealiseerd en er hoeft niet te worden afgewaterd op lager gelegen slootsystemen. De omgeving kan dan op een hoge grondwaterstandniveau worden ingesteld. 4.4.3 Vijzelen van de woningen Een andere technische aanpassing aan de woning om wateroverlast te voorkomen is het vijzelen van de woning. De woningen staan (zoals ook aangegeven in de uitgangspunten) op palen. Het is mogelijk om de palen bij de betonnen koppen door te halen en de woning omhoog te vijzelen. De kosten hiervan zijn als volgt: Vijzelen van de woning. Kosten ongeveer 30.000 euro Herstellen van de tuin. Kosten 10.000 euro Kosten aannemer ongeveer 10.000 euro Kosten nutsvoorzieningen 2.000 euro Onvoorzien 5.000 euro (10%) Totale kosten bedragen per woning circa 57.000 euro 22\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

Opgemerkt dient te worden dat de kosten van de diverse technische ingrepen slechts een raming zijn. Een en ander is mede afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, de bereikbaarheid, de grootte van de woningen en percelen die mogelijk dienen te worden aangepast. Tevens is momenteel onduidelijk of bij het vijzelen van de woningen, de palen goed bereikbaar zijn middels de kruipruimtes onder de woningen. Wanneer er putten dienen te worden gegraven om de verbinding tussen de betonnen koppen en houten palen te kunnen verhogen, zullen de kosten per woning hoger uitvallen. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 23\28

24\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

5 Eindbeschouwing In onderhavig rapport is een beschrijving van het plangebied gemaakt waarin de geohydrologische situatie alsmede de hoogteligging van de te handhaven bebouwing is genoemd. De beschikbare gegevens zijn in GIS vastgelegd. Op basis van deze gegevens is een GIS-analyse uitgevoerd waarmee de onderzoeksvraag kon worden opgelost. 5.1 Conclusies Indien de grondwaterstand in het gebied wordt verhoogd, treedt op diverse locaties in het gebied wateroverlast aan de woonhuizen op. In totaal zullen circa 14 woningen last krijgen van grondwateroverlast wanneer de grondwaterstand maximaal verhoogd kan worden. Voor 6 van de 14 woningen geldt dat er wateroverlast optreedt bij een grondwaterstandverhoging van 0,3-0,4 meter. Voor één woning (Ir. J. Nysinghweg 6) geldt dat al wateroverlast optreedt indien de grondwaterstand met 0,1 meter wordt verhoogd. De woningen waar mogelijk wateroverlast optreedt, liggen verspreid door het hele plangebied. Op basis van de resultaten kan opgemaakt worden dat bij een grondwaterstandverhoging van meer dan 0,3 meter, het aantal woningen dat te maken krijgen met wateroverlast snel toeneemt. Wij adviseren dan ook om het toekomstige waterpeil zo in te stellen dat het de grondwaterstand maximaal met 0,3 meter wordt verhoogd. Uit de mogelijke technische aanpassingen lijkt het vijzelen van de woningen nog de beste optie om een hogere grondwaterstand in te stellen. Dit is niet alleen de goedkoopste optie (naast de onderbemaling) maar is ook de meest natuurlijke. Door de woningen hoger te plaatsen is er geen reden meer om de grondwaterstandverlagingen op diverse percelen te handhaven. Er kan één hoger grondwaterstand voor het hele plangebied worden ingesteld. De kosten voor het vijzelen van één woning bedraagt ongeveer 60.000 euro per woning. Wanneer een grondwaterstandverhoging van 0,3 m zal worden ingesteld, heeft dit als consequentie dat drie woningen zullen moeten worden aangepast. De kosten voor de technische aanpassingen van de drie woningen bedraagt ongeveer 180.000 euro. 5.2 Aanbevelingen Gezien de doelstelling van het onderzoek: natuurontwikkeling in de Noordse Buurt is een grondwaterstandverhoging vereist. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is duidelijk geworden hoeveel centimeter de grondwaterstand maximaal verhoog kan worden, zonder dat de te handhaven woningen wateroverlast ondervinden. Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 25\28

Wij stellen voor, met name gezien het snel toenemend aantal woningen dat wateroverlast krijgt bij een grondwaterstandverhoging hoger dan 0,3 m, om maximaal 30 cm grondwaterstandverhoging in het plangebied in te stellen. In overleg met de toekomstige natuurbeheerder zal vastgesteld moeten worden of de weergegeven grondwaterstanden voldoende zijn om de vereiste natuurdoeltypen te kunnen realiseren. Afhankelijk van de vereiste grondwaterstandverhoging zullen aanvullende maatregelen genomen moeten worden ter bescherming van de woningen. Uit het geohydrologisch onderzoek blijkt dat de geohydrologie beïnvloed wordt door antropogene processen (onderbemaling ter plaatse van de woningen, en een actieve beheersing van het oppervlaktewater). Hierdoor wordt de grondwaterstand in het gebied erg beïnvloed. In de natuurlijke situatie heerst een "hoge" grondwaterstand en zal deze in het hele gebied weinig afwijken. Juist de fluctuatie in het grondwaterpeil is voor dit onderzoek van belang om te weten, omdat nu uitgegaan wordt van een redelijk grote range (0-50 cm) waarbinnen wateroverlast optreedt. Doordat weinig langdurige grondwaterstandgegevens bekend zijn, wordt het aanbevolen om ter plaatse van een aantal woningen (waar op basis van dit rapport de meeste wateroverlast verwacht wordt) de grondwaterstand gedurende een langere periode te monitoren. Aanbevolen wordt om per perceel twee peilbuizen te plaatsen, omdat zo het verhang van de grondwaterstand tussen de hoogwater- en laagwatersloot in beeld te brengen. In deze peilbuizen dient dan een diver geplaatst te worden die continu en automatisch de grondwaterstand meet. Zo kan ook de invloed van regenwater worden meegenomen. Hogere grondwaterpeilen kunnen ook een positief effect hebben op de bodemdaling binnen het veenweidegebied. De verhoging van het grondwaterpeil biedt dus niet alleen mogelijkheden voor natuurontwikkeling, maar kan mogelijk ook het negatieve effect van bodemdaling beperken. 26\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

6 Literatuur 1. DGV-TNO, J.A. Boswinkel, Grondwaterkaart van Nederland, s-gravenhage en Utrecht, Delft, 1980 2. Dino-loket van Deltaris 3. C. Cornelissen, Grondwater à la carte, Beschrijving van de gegenereerde digitale gegevens uit het REGIS project voor de Provincie Zuid-Holland, NITG 02-161-B / GW 03-10.079, Utrecht, februari 2003 4. Dino-loket van Deltaris (voormalig TNO-NITG) Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt 27\28

28\28 Geohydrologisch onderzoek Noordse Buurt

Bijlage 1 AHN-kaart van de Noordse Buurt

grens Maaiveld [cm+nap] -714 - -700-699 - -550-549 - -400-399 - -350-349 - -300-299 - -250-249 - -225-224 - -200-199 - -175-174 - -150-149 - -125-124 - -100-99 - -50-49 - 50 51-500 bebouwing 0 80 160 Meters Opdrachtgever BRO Adviseurs Project Bestemmingsplan wijziging te Nieuwkoop Onderdeel AHN Hoogten Datum Getek. Gec. 16-01-09 SKM CBI Projectnummer Tekeningnummer 4613653 3 Postbus 6 2900 AA Capelle a/d IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Schaal Status 1:5000 DEFINITIEF Formaat A3 PWA 27-3-2009 11:37 4613653_10003.MXD

Bijlage 2 Ligging TNO-boringen

Bijlage 3 Kaart met grondwaterstanden

Bijlage 4 Peilenkaart van Noordse Buurt

Kade Floraweg Ir. J. Nysinghweg Floraweg Floraweg Floraweg Veenweg Voordijkseweg Floraweg Ir. J. Nysinghweg Veenweg Amstelkade Floraweg Veenpad Floraweg Veenweg Noordse Dorpsweg Noordse Dorpsweg Ir. J. Nysinghweg 0 130 260 Meters Noordse Dorpsweg Postbus 6 2900 AA Capelle a/d IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Voorweg Legenda grens Opdrachtgever BRO Adviseurs Voorweg Uitweg Project Bestemmingsplan wijziging te Nieuwkoop meters t.o.v. NAP -4.05 Onderdeel Peilenkaart -3.68 Datum Getek. Gec. -3.50-3.30 Topografische Dienst voor het kadaster en de openbare registers Apeldoorn Amstelkade 16-01-09 SKM CBI Projectnummer Uitweg 4613653 Schaal 1:5000 Tekeningnummer 2 Status DEFINITIEF Formaat A3 PWA 27-3-2009 11:36 4613653_10002.MXD

Bijlage 5 Kaart met hoogteligging woningen

3 47 45 43 4 Floraweg 37 21 2 15b 15a 17 19 Ir. J. Nysinghweg 21 17 73 23 Floraweg 12 14 Veenweg 71 63 65 19 16 Floraweg 57 55 28 49 35 22 29 15 10 6 13 11 12 8 13 27 16-18 Floraweg 13 Veenweg 8 Ir. J. Nysinghweg 7 5 4 5 9 14 21 17-19 12 Noordse Dorpsweg 47 Veenpad 11 9 7 6 5 4 Veenweg 2 3 Floraweg 7 4 6 9 Floraweg11 15 Noordse Dorpsweg 3 1 Ir. J. Nysinghweg 1 Noordse Dorpsweg 8 0 125 250 Meters Legenda grens opmerking, straatnaam, huisnummer Geen toestemming, Floraweg, 16-18 Geen toestemming, Floraweg, 28 Geen toestemming, Floraweg, 37 bebouwing_po1 Hoogte ligging (mm tov NAP) -3.572 - -3.000-2.999 - -2.750-2.749 - -2.500-2.499 - -2.250-2.249 - -2.000-1.999-0 Voorweg Voorweg Uitweg Uitweg Opdrachtgever BRO Adviseurs Project Bestemmingsplan wijziging te Nieuwkoop Onderdeel Bebouwing met hoogten Datum Getek. Gec. 27-03-09 SKM CBI Projectnummer Tekeningnummer 4613653 1 Postbus 6 2900 AA Capelle a/d IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Schaal Status 1:5000 DEFINITIEF Formaat Amstelkade A3 PWA 27-3-2009 11:31 4613653_10001.MXD

Bijlage 6 Kaart met verschil tussen drempelhoogte en grondwaterstand

0.96m 0.54m 0.81m 1.17m 1.12m 1.12m 0.68m0.88m 0.97m 0.97m 1.30m 1.44m 1.06m 0.92m1.06m 0.61m 0.69m 0.40m 1.31m 1.25m 1.18m 1.34m 1.37m 1.01m 0.71m 1.01m 1.15m 1.07m 0.99m 0.74m 1.22m 0.90m 1.30m 0.67m 0.96m 1.08m 0.73m 1.29m 1.70m 1.34m 1.41m1.09m 1.14m 0.89m 1.44m 1.17m 0.95m 0.93m 0.81m 1.34m 0.78m 0.96m 1.46m 0.73m 0.55m 0.86m 1.38m 1.39m 0.97m 0.87m 0.95m 1.07m grens verschil drempel en grondwaterstand [m] 0.40-0.50 0.51-0.60 0.61-0.70 0.71-0.80 0.81-0.90 0.91-1.00 1.01-1.10 1.11-1.20 1.21-1.30 1.31-1.40 1.41-1.50 1.51-1.60 1.61-1.70 > 1.7 1.33m 0.85m 0 80 160 Meters Opdrachtgever BRO Adviseurs Project Bestemmingsplan wijziging te Nieuwkoop Onderdeel Verschil drempelhoogte en maaiveld Datum Getek. Gec. 27-03-09 KKV CBI Projectnummer Tekeningnummer 4613653 5 Postbus 6 2900 AA Capelle a/d IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Schaal Status 1:5000 DEFINITIEF Formaat A3 PWA 27-3-2009 11:43 4613653_10005.MXD

Bijlage 7 Overzichtskaart met knelpunten

0 75 150 Meters Postbus 6 2900 AA Capelle a/d IJssel Telefoon (010) 288 61 00 Fax (010) 288 61 66 Opdrachtgever BRO Adviseurs grens Grondwateroverlast bij verhoging 0,1m Grondwateroverlast bij verhoging 0,3m Grondwateroverlast bij verhoging 0,4m Grondwateroverlast bij verhoging 0,5m Project Bestemmingsplan wijziging te Nieuwkoop Onderdeel Knelpunten Datum Getek. Gec. 27-03-09 KKV CBI Projectnummer Tekeningnummer 4613653 7 Schaal Status 1:5000 Formaat DEFINITIEF A3 PWA 27-3-2009 11:42 4613653_10007.MXD