BEVOLKINGSSTRUCTUUR. Laatst gewijzigd 24 november 2005

Vergelijkbare documenten
WERKLOOSHEIDSGRAAD. Laatst gewijzigd op 4 juni IndicatoromschrijvingUT. TU1.1 NaamUT. TU1.2 DefinitieUT. TU1.3 MeeteenheidUT

Statistisch Product. Structuur van de bevolking op basis van het Rijksregister

RENOVATIES EN RESTAURATIES

Statistisch Product. Doodsoorzaken

Statistisch Product. Echtscheidingen

Structuur en Beweging van de residentiële bevolking (wettelijke statistiek geldig op nationaal vlak)

INKOMENSSPANNING. Laatst gewijzigd 30 april IndicatoromschrijvingUT. TU1.1 NaamUT. TU1.2 DefinitieUT. TU1.3 MeeteenheidUT

TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT"

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Statistisch Product. Sterfte

Overzicht en toelichting regioscreening Meetjesland, Leiestreek en Schelde

PRODUCTIVITEIT. Laatst gewijzigd op 19 januari 2006

augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (B.S. van 21

Veroudering in het Waasland. Maart 2017

Statistisch Product. Geboorten en vruchtbaarheid

Statistisch Product. Foeto-infantiele sterfte

TOEGANKELIJKHEID VAN HOTELS

Statistisch Product. Huwelijken

ECONOMISCH BELANG VAN DE HAVENS

SERVICE LEVEL AGREEMENT

OPDRACHTGEVEND BESTUUR. Gemeente Lint Koning Albertstraat Lint. BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4

Om de gemeentebesturen in staat te stellen deze nieuwe opdracht naar behoren uit te voeren, werd een geïntegreerde informaticatoepassing gecreëerd.

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

BESCHERMD GEBIED. Laatst gewijzigd op 12 september 2005

Demografie SAMENVATTING

Statistisch Product. Structuur en Beweging van de residentiële bevolking (wettelijke statistiek geldig op nationaal vlak)

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten

Socio-demografisch profiel (SDP) en de impact van de vergrijzing op de lokale besturen

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

I.T REGISTRATIE VAN HET STEMRECHT VAN DE BELGEN DIE GEVESTIGD ZIJN IN HET BUITENLAND, VOOR DE VERKIEZING VAN DE FEDERALE WETGEVENDE KAMERS

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Indicator. Meting. Aantal en dichtheid van de bevolking in de gemeenten langs het Schelde-estuarium. Beleidscontext

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie

HET IN OVEREENSTEMMING BRENGEN VAN HET RIJKSREGISTER MET HET BESTAND VAN DE AFGEVOERDEN GEHOUDEN DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

OCMWCPASPerformInvestigation (opvraging informatie voor sociaal onderzoek) Inhoud

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) :

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN TITEL

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN HOOFDSTUK 28 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

- 1 - bruto-geboortecijfer (Crude Birth Rate) Mariakerke. bruto-sterftecijfer (Crude Death Rate) Mendonk

Belgen en niet-belgen

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

- 1 - bruto-geboortecijfer (Crude Birth Rate) Mariakerke. bruto-sterftecijfer (Crude Death Rate) Mendonk

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Actieplan voor het verminderen van het aantal ambtshalve schrappingen

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

I.T REGISTRATIE VAN HET STEMRECHT VAN DE BELGEN DIE GEVESTIGD ZIJN IN HET BUITENLAND, VOOR DE VERKIEZING VAN DE FEDERALE WETGEVENDE KAMERS

1. INTERNATIONALE MENSENRECHTENBEPALINGEN. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 12 1

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

Sint-Lambrechts-Woluwe

INFORMATIEBROCHURE VOOR DE GARANTEN

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

PERSONEN DIE NIET MEER

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

OCMWCPASFindByAddress (Opzoeking op basis van adres) Inhoud

1. Het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters van een niet-ontvoogde minderjarige:

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONAAL RIJBEWIJS

Inschrijvingsaanvraag

RENOVATIE PLATTE DAKEN

KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW

DE GENKSE BEVOLKING OP

Gelet op de aanvraag van Universiteit Gent ontvangen op 04/01/2011;

Verkrijgen door derden van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister.

Driesstraat Bornem OFFERTEFORMULIER

Omgevingsanalyse Lochristi

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Demografische evoluties: wat, wanneer en vooral waar? Ingrid Schockaert, Edwin Pelfrene, Edith Lodewijckx Statistiek Vlaanderen

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005;

I.T BEPALING VAN DE HOOFDVERBLIJFPLAATS

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

De toegang tot de genoemde opties wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen van de hiernavolgende punten 4, 5 en 6.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Scholengroep Antwerpen 1 Thonetlaan 106A te 2050 Antwerpen

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

RetrieveTIGroups Uitgebreide raadpleging van het Rijksregister

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel. Algemene informatie

Transcriptie:

BEVOLKINGSSTRUCTUUR Laatst gewijzigd 24 november 2005 1 Indicatoromschrijving 1.1 Naam 1.2 Definitie 1.3 Meeteenheid 1.4 Plaatsing in het DPSIR kader 1.5 Referentie 2 Beleidsrelevantie 2.1 Functie, betekenis 2.2 Prioriteit voor de kust en Relevantie voor duurzame / geïntegreerde ontwikkeling van het kustzonegebied 2.3 Beleidsdomein(en) 2.4 Verband met andere indicatoren en internationaal gebruik 2.5 Streefwaarden 2.6 Relevante conventies, akkoorden en wetgeving 3 Methodologische beschrijving en onderliggende definities 3.1 Onderliggende definities en concepten 3.2 Meetmethode 3.3 Beperkingen van de indicator 4 Gegevens input 4.1 Gegevensbronnen (persoon, dienst, adres) 4.2 Vorm van de gegevens 4.3 Kwaliteit en beschikbaarheid van de gegevens

1 INDICATOROMSCHRIJVING 1.1 NAAM De verouderingsgraad. 1.2 DEFINITIE De verouderingscoëfficiënt (ook wel seniliteitscoëfficient genoemd) is een demografische indicator die aangeeft hoe de bevolking van 60 jaar en ouder zich verhoudt t.o.v. de bevolking van 0 tot 20 jaar. 1.3 MEETEENHEID De indicator wordt uitgedrukt als de verhouding van het aantal personen van 60 jaar en ouder tot het aantal personen tussen 0 en 20 jaar, per gemeente. 1.4 PLAATSING IN HET DPSIR KADER Deze indicator behoort tot het pressure-type. 1.5 REFERENTIE Paredis, E., Block, T. & J. Van Assche (2001). Op weg naar duurzaamheidsindicatoren voor het kustgebied, Universiteit Gent, Centrum voor Duurzame Ontwikkeling, in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur, AWZ-AWK. 1. 2 BELEIDSRELEVANTIE 2.1 FUNCTIE, BETEKENIS Een cijfer > dan 100 betekent dat de groep mensen van 60+ groter is dan de groep van 0 tot 19-jarigen. Een cijfer < dan 100 betekent dat de groep mensen van 60+ kleiner is dan de groep van 0 tot 19-jarigen. Indien de indicator = 100, dan is de groep 60+ gelijk aan de groep van 0 tot 19 jarigen. Deze indicator doet een uitspraak over het evenwichtige en dynamische karakter van een gemeenschap. Bij de veroudering van de totale bevolking is er sprake van twee bewegingen: een vergrijzing en een ontgroening. Anders gezegd: het aandeel van zestigplussers stijgt terwijl het aandeel van de groep jonger dan twintig krimpt. Een veroudering van de bevolking heeft een (economische) weerslag op het zorgsysteem en op de pensioenen. 2.2 PRIORITEIT VOOR DE KUST EN RELEVANTIE VOOR DUURZAME / GEÏNTEGREERDE ONTWIKKELING VAN HET KUSTZONEGEBIED Door haar omvang, haar structuur en haar evolutie vormt de bevolking een wezenlijk element van een groot aantal probleemstellingen aangaande het economische, sociale en politieke leven. Daarom is het beschikken over voldoende kennis over de bevolking absoluut noodzakelijk wanneer men op oordeelkundige wijze een beleid wil voeren. Vele beleidsmaatregelen houden trouwens vaak verband met de diverse fasen in het leven van de mens. Het aantal jongeren zal een weerslag hebben op de behoeften inzake kinderopvang, schoolinfrastructuur en pedagogische omkadering. De generaties van jonge volwassenen zullen de ingaande stromen op de arbeidsmarkt en het belang

van het aanbod van arbeidskrachten bepalen, maar ook de behoefte aan woningen en communicatiemiddelen. De ouderen zullen de arbeidsmarkt verlaten en de groep van gepensioneerden vormen (Lambrecht, 1997). De samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht heeft zowel een invloed op de overheidsontvangsten via de samenhang met de inkomens, het patrimonium, de consumptie en het sparen, als op de uitgaven aangaande het gezinsbeleid, het onderwijs, de werkgelegenheid, de huisvesting, de communicatie, de vrije tijd, de begeleiding van ouderen. Op middellange termijn zal de veroudering van de bevolking zorgen voor nieuwe maatschappelijke problemen in de welvaartsstaten. Om tegelijk de gelijkheid en solidariteit tussen de generaties te vrijwaren zijn maatregelen op een drietal vlakken onvermijdelijk: de openbare financiën; het pensioenstelsel; en de participatie van de beroepsbevolking. Om de budgettaire gevolgen van de veroudering zo goed mogelijk te kunnen opvangen, zijn gezonde overheidsfinanciën een absolute vereiste. Ten gevolge van de EMU-criteria, die te vinden zijn in het Verdrag van Maastricht, zijn vrijwel alle lidstaten van de Europese Unie verplicht het overheidsbudget te saneren. De herwonnen budgettaire manoeuvreerruimte kan dan onder meer gebruikt worden om de lasten van de veroudering op te vangen. Zelfs als de overheidsfinanciën structureel gezond zijn, is het toch onvermijdelijk om ook bepaalde wijzigingen in het pensioenstelsel aan te brengen. Het Belgische stelsel dat dateert van de jaren '50 en '60 is gebaseerd op het repartitiesysteem. Tegenwoordig is een stelsel dat gebaseerd is op kapitalisatie werkzamer en houdbaarder. Daarnaast is er nood aan een verhoging van de arbeidsparticipatie, vooral bij de 50- plussers. Hoe meer actieven er zijn, hoe meer mensen bijdragen aan de sociale zekerheid. Zo kunnen de pensioenen verder worden betaald. 2.3 BELEIDSDOMEIN(EN) De indicator behoort tot het domein Levenskwaliteit, subdomein Structuur gemeenschappen. In de studie Op weg naar duurzaamheidsindicatoren voor het kustgebied van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van de UG werden prioriteiten geïdentificeerd voor een duurzame ontwikkeling van de kust, onder andere aan de hand van interviews met de belangenactoren. Deze indicator behoort tot prioriteit 1. Kwaliteitsverbetering van de woon- en leefomgeving 1.2 Opwaardering van de leefomgeving. 2.4 VERBAND MET ANDERE INDICATOREN EN INTERNATIONAAL GEBRUIK Deze indicator werd opgenomen in de overzichtslijst in het rapport "Indicators to monitor the progress of integrated coastal zone management: a review of worldwide practice" opgesteld door het Scottish Executive Central Research Unit. In deze lijst wordt een overzicht gegeven van indicatoren die overal ter wereld in het kader van

GKZB geselecteerd zijn op diverse geografische niveaus (regionaal, nationaal, lokaal) (Scottish Executive Central Research Unit, 2001). Daarnaast wordt deze indicator aangeduid als een (potentiële) indicator door de OECD Group on the State of the Environment in het kader van OECD Environmental Performance Review Programme (Organisation for Economic Co-operation and Development, 1993). De indicator houdt verband met volgende (potentiële) indicatoren rond duurzaam kustzonebeheer: Aantal niet ingevulde vacatures Aantal cursisten die een opleiding volgen (gericht op knelpuntberoepen) Inkomensspanning Toegankelijkheid van hotels Comfort van de woning Tevredenheid bij bewoners 2.5 STREEFWAARDEN Voor deze indicator zijn geen specifieke streefwaarden bekend. 2.6 RELEVANTE CONVENTIES, AKKOORDEN EN WETGEVING De basiswet en de bijbehorende reglementering inzake de bevolking is vastgelegd in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (B.S. van 3 september 1991). De wet van 8 augustus 1983 regelt het bijhouden van een Rijksregister van de natuurlijke personen (B.S. van 21 april 1984), dat instaat voor de opneming, de memorisatie en de mededeling van informatie betreffende de identificatie van natuurlijke personen. Vier uitvoeringsbesluiten van 16 juli 1992 die bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992, met name: Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 21 februari 1997 (B.S. van 6 maart 1997) en 23 juni 1999 (B.S. van 22 september 1999). Koninklijk besluit tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 30 mei 1994 (B.S. van 16 juni 1994), 12 juni 1996 (B.S. van 27 augustus 1996), 7 mei 1999 (B.S. van 15 mei 1999) en 30 december 1999 (B.S. van 31 december 1999). Koninklijk besluit betreffende het recht op toegang tot de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister en betreffende het recht op verbetering van deze registers. Koninklijk besluit betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 juli 1993 (B.S. van 16 juli 1993), 12 juni 1996 (B.S. van 27 augustus 1996), 5 september 1996 (B.S. van 3 oktober 1996) en 30 december 1999 (B.S. van 31 december 1999).

Omzendbrief van 7 oktober 1992 met de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters en van het vreemdelingenregister (B.S. van 15 oktober 1992). 3 METHODOLOGISCHE BESCHRIJVING EN ONDERLIGGENDE DEFINITIES 3.1 ONDERLIGGENDE DEFINITIES EN CONCEPTEN In het kader van deze indicator zijn het bevolkingsregister en rijksregister belangrijke gegevensbronnen. Het rijksregister geeft beknopte gegevens betreffende de identificatie van de personen en hun verblijfplaats, evenals de informatiegegevens die door de wet voorgeschreven zijn en de gegevens die nodig zijn om de verbinding te maken met andere bestanden van het gemeentebestuur of van het centrale bestuur. Deze indicator geeft enkel de evolutie van de veroudering weer. Naast deze verouderingscoëfficiënt zijn er nog een aantal andere demografische indicatoren die ook elk een bepaald aspect van de evolutie in de bevolkingsstructuur weergeven. Afhankelijk van wat men met deze indicator wil bepalen kunnen andere demografische indicatoren gebruikt worden (zie website APS): Interne vergrijzing: bevolking 80+/60+ jaar, geeft weer hoeveel hoogbejaarden er zijn in de groep van de senioren. Groene druk: bevolking 0-19/20-59 jaar, geeft weer hoeveel jongeren er zijn in verhouding tot de bevolking van middelbare leeftijd. Grijze druk: bevolking 60+/20-59 jaar, duidt aan hoeveel senioren er zijn in verhouding tot de bevolking van middelbare leeftijd. Afhankelijkheidsratio: bevolking 0-19 en 60+/20-59 jaar, is een schatting van het aantal niet-actieve personen in verhouding tot de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Familiale zorgindex: bevolking 80+/50-59 jaar, is een aanduiding van hoeveel hoogbejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen (= kinderen die voor hun hoogbejaarde ouders moeten zorgen). Dependentiecoëfficiënt of afhankelijkheidsgraad: som van de bevolking van 0 tot 15 jaar en van 65 jaar en meer t.o.v. de bevolking van 15 tot 65 jaar. Het is met andere woorden de verhouding tussen het economisch niet-productieve deel van de bevolking en dat deel dat wel economisch productief is; wat enige aanduiding geeft in verband met het maatschappelijke draagvlak van de laatste groep tegenover de twee andere. Doorstromingscoëfficiënt: bevolking 10-24/50-64 jaar, is een maat voor de verjonging van de arbeidsmarkt door het louter doorstromen van de leeftijdsklassen. Als de coëfficiënt groter is dan 1, dan kunnen de leeftijdsklassen die de arbeidsmarkt verlaten, worden vervangen door jonge instromers (er is zelfs een overschot). Omgekeerd duidt een coëfficiënt lager dan 1 erop dat de bevolkingsstructuur de vervanging van uittreders niet volledig zal kunnen opvangen door jonge intreders.

Deze indicatoren zijn gebaseerd op de volledige bevolking, wat overeenstemt met de inhoud van de bevolkingsregisters van de gemeenten plus de buitenlanders die er niet in opgenomen zijn, maar zonder het buitenlandse diplomatieke personeel dat in België verblijft. 3.2 MEETMETHODE De verouderingscoëfficiënt geeft de proportionele verhouding weer van het aantal ouderen (60 jaar en ouder) tot het aantal jongeren (-20 jaar). De indicator is gebaseerd op gegevens over de bevolking naar leeftijd en wordt berekend als (Aantal 60+/Aantal 20 jaar)*100. Vóór 1988 waren de inlichtingen voor het verkrijgen van de gegevens afkomstig van de bevolkings- en vreemdelingenregisters van de gemeenten. Sedert 1988 wordt het bevolkingscijfer berekend op basis van de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister is een computerbestand dat wordt beheerd in real time. Gegevens uit de bevolkingsregisters over al de burgers die in het land verblijven worden erin samengebracht: geboorten, overlijdens, wijzigingen van verblijfplaats, maar ook huwelijken enz., alsook bepaalde eigenschappen, zoals nationaliteit en geboortedatum. Door deze gegevens met elkaar in verband te brengen kan men gedetailleerde statistieken afleiden, zoals de binnenlandse migraties naar herkomst of bestemming en nationaliteit, leeftijd enz. (zie website APS). 3.3 BEPERKINGEN VAN DE INDICATOR GEEN BIJZONDERHEDEN TE MELDEN. 4 GEGEVENS INPUT 4.1 GEGEVENSBRONNEN (PERSOON, DIENST, ADRES) Instantie: Nationaal Instituut voor de Statistiek Contactpersoon: Mevr. De Martelaere of De heer Meye Adres: Italiëlei 124 bus 85, 2000 Antwerpen Telefoon: 02-229 07 07 E-mail: info.antwerpen@statbel.mineco.fed.be Dit is tegen betaling. Instantie : Steunpunt Sociale Planning, Provinciebestuur West-Vlaanderen Contactpersoon Mevr. Hilde Coudenys Adres : Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries Telefoon : 050-40 33 37 E-mail : hilde.coudenys@west-vlaanderen.be Dit is volledig gratis.

4.2 VORM VAN DE GEGEVENS De gegevens worden geleverd in een Excel-bestand. In dit bestand zijn opgenomen: gemeente, jaar, geslacht, aantal inwoners per bevolkingscategorie van 5 jaar. Op basis van deze gegevens kan de verouderingsgraad berekend worden. 4.3 KWALITEIT EN BESCHIKBAARHEID VAN DE GEGEVENS De bevolkingsstructuur per leeftijdsgroep kan worden opgevraagd bij het NIS. Deze gegevens zijn gedetailleerd per gemeente en per geslacht van de bevolking. De volledige bevolking wordt gerepertorieerd, hetgeen overeenstemt met de inhoud van de bevolkingsregisters van de gemeenten plus de buitenlanders die er niet in opgenomen zijn, maar zonder het buitenlandse diplomatieke personeel dat in België verblijft. Volgens het KB van 11/10/1984 krijgt het NIS van het Rijksregister de inlichtingen die noodzakelijk zijn om de taken waarvoor het NIS bevoegd is te kunnen uitoefenen (d.w.z. voor het opmaken van statistieken) (zie http://aps.vlaanderen.be ). Het begin van de tijdreeks is 1988 en wordt jaarlijks bijgewerkt. De gegevens worden beheerd in real time. De tijd die verloopt tussen de gebeurtenis en de opname in het Rijksregister is de som van de termijn die is toegelaten voor de aangifte aan de gemeente - variabel volgens de aard van de gebeurtenis - en de tijd die nodig is voor de transmissie naar het Rijksregister. In de praktijk wordt het overgrote deel van de bewegingen geregistreerd binnen een periode van vier tot zes weken (zie website APS). De kwaliteit van het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van die van elke schakel in de ketting van de bevolkingsgegevens: de gemeenteregisters, de overzending naar het Rijksregister, het beheer bij het Register en de verwerking op het vlak van het NIS. De gemeenteregisters vormen de theoretische informatiebasis en moeten dus worden beschouwd als de beste bron, ook al zijn ze niet perfect. In dit stadium kan er een overschatting van de bevolking ontstaan, doordat personen die naar het buitenland zijn verhuisd nog in de registers voorkomen. De gemeenten gaan immers niet altijd na of alle personen die zijn ingeschreven wel degelijk op hun grondgebied verblijven. Als de gemeente geen weet heeft van die afwezigheden, zal haar aangifte over de loop van de bevolking aan het NIS natuurlijk in dezelfde mate fout zijn. Aan de andere kant (meestal in bepaalde stadsgemeenten) verblijven er ook niet aangegeven personen, wat tot een onderschatting leidt. Bij de doorloop op het Rijksregister kunnen correcties worden aangebracht door de informatie uit de verschillende gemeenten onderling te vergelijken. Zo kunnen dubbeltellingen als gevolg van een gelijktijdige inschrijving in twee gemeenten worden uitgeschakeld en kunnen personen die ambtshalve door hun gemeente van oorsprong werden geschrapt, in een andere gemeente worden teruggevonden. De laatste jaren werden de registers degelijk geschoond, vooral dankzij de vernieuwing van de identiteitskaarten. Daardoor is het risico van dubbele inschrijving bijna volledig verdwenen, behalve bij bepaalde buitenlanders die, bij twee opeenvolgende inschrijvingen, telkens een andere naam en geboortedatum hebben opgegeven. Een belangrijke kwaliteitsfactor van de gegevens uit het Rijksregister en daardoor ook van de statistiektabellen van het NIS is de doorzichtigheid: verbeteringen aan het bestand kunnen onmiddellijk op het niveau van de individuele inlichtingen worden aangebracht, waardoor ze duidelijk identificeerbaar zijn, hetgeen niet het geval is bij de geglobaliseerde aangiften van de gemeenten.

Voor een globale beoordeling van de kwaliteit van de gegevens dient men er in België rekening mee te houden dat er dagelijks ongeveer 1500 inschrijvingen en schrappingen worden verricht, waarvan een 150-tal verhuizingen vanuit of naar het buitenland. Vrij verkeer en vrije keuze van woonplaats worden in Europa als burgerrechten beschouwd, hetgeen ook betekent dat de reële woonplaats niet streng wordt nagegaan en dat er maar weinig grenscontroles zijn. In die omstandigheden kan men moeilijk verwachten dat de bevolking nog nauwkeuriger wordt vastgesteld. Die nauwkeurigheid behoort waarschijnlijk, samen met de Scandinavische landen, tot de beste ter wereld. Ook daar wordt een geïnformatiseerd bevolkingsregister in real-time bijgehouden.