Jaarverslag 1. Inleiding 2. De Poolster, RIZIV en VAPH regelgeving 3. Organigram en team 4. VTO 5. Jaarverslag VAPH 6. Besluit 1. Inleiding September 2015 verhuisde het revalidatiecentrum De Poolster naar de nieuwbouw op de campus waar ook de school Kasterlinden gevestigd is. We zagen de vele voordelen van de nieuwbouw maar moesten ook een deel van onze gewoontes en vertrouwde werkwijze herzien omwille van de nieuwe infrastructuur. Verder moesten we, vaak in overleg met de school, een oplossing zoeken voor verschillende probleempjes die nu eenmaal samengaan met een nieuwbouw. Anderzijds gaf de verhuis ook kansen. Er werd samen met verschillende diensten van de VGC een communicatieplan uitgewerkt. Op dit moment is zeker nog niet alles van dat plan gerealiseerd, maar onze huidige en toekomstige gebruikers vinden ons. Een nieuwe folder en een nieuw logo zagen het daglicht. De essentie van ons werk bleef echter dezelfde. We blijven ons verder toespitsen op onze kernopdracht: bijdragen tot een maximale ontplooiing van personen met een auditieve-, leer-, of ontwikkelingsproblematiek teneinde een bevredigende sociale en/of professionele integratie mogelijk te maken, ook al weten we dat we verschillende mensen niet kunnen helpen, hoe hard we dat ook zouden willen. We maakten kennis met de praktische uitvoering en gevolgen van het M-decreet. De eerste indrukken tonen weinig verschuivingen in het profiel van wie aangemeld wordt voor multidisciplinair onderzoek of therapie. Therapie volgen is blijkbaar geen bijkomende voorwaarde voor inclusie in het gewoon onderwijs. Dit was enigszins te verwachten aangezien het M-decreet vooral gericht is naar onderwijs. We ervaarden wel een direct gevolg van het decreet op niveau van overleg met de verschillende CLB s wanneer het bv. ging over het al dan niet toekennen van GONbegeleiding en verwijzingen naar het BuBao. De ondersteuningsbehoefte door de GON-begeleiding moet duidelijk aangetoond kunnen worden. Het hebben van een beperking op zich (bv. bij een gehoorverlies uitgedrukt in db) is geen voldoende voorwaarde meer. Voor de VAPH dossiers van kinderen en jongeren werden we geconfronteerd met een nieuwe procedure en een nieuw computerprogramma: de intersectorale toegangspoort (ITP), ontwikkeld binnen de Integrale Jeugdhulp. Ook deze vernieuwing vroeg aanpassing en inwerking. Ondanks een groot aantal nieuwigheden kregen we ook dit jaar te maken met de problemen van de voorgaande jaren. We kunnen de (te) lange wachtlijst voor wie als kind op ons centrum beroep wil doen niet oplossen of wegwerken. Mirakels bestaan niet. We blijven als centrum zoeken naar procedures om, binnen het kader van de conventie die het centrum met het RIZIV heeft, zo effectief mogelijk te werken, zonder mensen nodeloos te laten wachten. We bleven geconfronteerd met een tekort aan parkeerplaatsen voor onze medewerkers en voor wie op onze dienst beroep wil doen. Kortom, 2015 vroeg van onze medewerkers een grote mate van flexibiliteit om te kunnen inspelen op de verschillende veranderingen binnen deze dynamische sector.
2. Regelgeving Het revalidatiecentrum De Poolster is één van de 52 Centra voor Ambulante Revalidatie (CAR) uit Vlaanderen en Brussel. Het revalidatiecentrum De Poolster is een instelling van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). De VGC is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de persoonsgebonden materie (Cultuur, Jeugd en Sport, Onderwijs en Vorming, Welzijn, Gezondheid en Gezin). De revalidatiecentra, zoals De Poolster zijn vergund door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en de revalidatie gebeurt voor rekening van het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). In 2010 kregen de CAR een nieuwe conventie met het RIZIV. De belangrijkste koerswijziging in deze overeenkomst is dat de CAR zich meer moeten richten tot diagnose en behandeling van personen met ASS (Autisme Spectrum Stoornis), ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), mentale handicap, gehoorstoornissen. De groep complexe ontwikkelingsstoornissen moet afgebouwd worden tot maximum 30% van de populatie. De CAR krijgen hiervoor tijd tot eind 2015. Vanaf 1 juli 2014 is Vlaanderen bevoegd voor het beleid van de Vlaamse Centra voor Ambulante Revalidatie. Er werden overgangsprotocollen afgesproken tussen de federale overheid en de gemeenschappen, waarin werd bepaald dat het RIZIV voor de CAR de dossiers volgens de huidige procedure zal blijven behandelen tot 31 december 2017. De revalidatiecentra bevinden zich op de tweedelijn van de gezondheidszorg. Dit betekent onder meer dat men er enkel terecht kan op voorschrift van een verwijzende arts. De onderzoeken en de behandelingen gebeuren ambulant. Men verblijft dus niet in het revalidatiecentrum, maar men keert na elke interventie terug naar huis. Het grootste gedeelte van de kosten wordt betaald door het ziekenfonds en enkel het remgeld is ten laste van de revalidant. In 2015 bedroeg het remgeld 1,73 EUR. Men beoogt maximale ontplooiingskansen of revalidatiemogelijkheden te bieden ten einde in de maatschappij (school, werk, sociaal leven) zo goed mogelijk te functioneren. Men kan in de Centra voor Ambulante Revalidatie (CAR) terecht voor multidisciplinaire diagnostiek en behandeling. Het onderzoek is bedoeld in geval er ook geanticipeerd wordt op behandeling. M.a.w. de centra hebben geen diagnostische functie op zich.
De Poolster richt zich in hoofdzaak op kinderen met: - ADHD; - autisme; - mentale handicap; - complexe ontwikkelingsstoornissen: taalstoornissen, leerstoornissen of motorische stoornissen, welke samen voorkomen met gedragsproblemen, aandachtsproblemen, faalangst of andere emotionele problemen; - gehoorstoornissen. Het centrum richt zich ook naar volwassenen met gehoorstoornissen. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat aan de inschrijvingscriteria is voldaan, zal de adviserendgeneesheer van het ziekenfonds een goedkeuring geven voor behandeling. Er wordt een goedkeuring gegeven voor maximum 1 jaar. Daarna moet een verlenging worden aangevraagd op basis waarvan de adviserend-geneesheer een nieuwe goedkeuring kan geven. In het geval er geen goedkeuring wordt gegeven, kan er geen behandeling worden opgestart, zelfs wanneer men deze volledig zelf zou financieren. Een onderzoek in het revalidatiecentrum betekent jammer genoeg niet automatisch dat er ook therapie zal kunnen gegeven worden aan de betrokkene. Dan spelen andere -vooral praktische - factoren een rol: beschikbare plaatsen op onze uurroosters, werk gerelateerde situaties in het gezin,. De behandelingsduur is verschillend voor de diverse doelgroepen: - mentale handicap: onbeperkt tot de 7de verjaardag en daarna een éénmalig contigent van 432 zittingen tot de 19de verjaardag - autismespectrumstoornissen: onbeperkt tot de 7de verjaardag en daarna een éénmalig contingent van 432 zittingen tot de 19de verjaardag - gehoorstoornis (prelinguaal, perilinguaal met verlies van minstens 40dB HL): onbeperkt tot de 19de verjaardag - verworven gehoorstoornis na de 6de en voor de 19de verjaardag ( met verlies van minstens 70 db HL): onbeperkt tot de 19de verjaardag - verworven gehoorstoornis na de 6de verjaardag-eventueel dus ook op volwassen leeftijd ( met verlies van minstens 40dB HL): een éénmalig contingent van 288 zittingen - gehoorstoornis (cochleair implantaat of hersenstamimplantaat): een éénmalig contingent van 288 zittingen binnen een ononderbroken periode van 4 jaar die aanvangt maximaal één maand voor de datum van de implantatie - complexe ontwikkelingsstoornissen tot de 19de verjaardag: een éénmalig contingent van 432 zittingen - ADHD: een éénmalig contingent van 432 zittingen tot de 19de verjaardag, als de revalidatie start voor de 9de verjaardag. Een éénmalig contingent van 288 zittingen tot de 19de verjaardag, als de revalidatie start vanaf de 9de verjaardag of later
Opmerking: De behandelingsduur (zowel in jaren als in zittingen zoals hierboven vermeld), betreft een maximale duur. Deze maximale duur moet niet noodzakelijk uitgeput worden. De behandelingszittingen richten zich naar de revalidanten en hun familie. In De Poolster worden hoofdzakelijk individuele sessies georganiseerd. Ze worden in de regel 2 à 3 keren per week georganiseerd. Een sessie duurt 1 à 2 uren. Het revalidatiecentrum De Poolster heeft - in tegenstelling tot sommige andere centra- geen eigen busvervoer. De ouders, of een familielid breng(en)t en haal(en)t de revalidant. De concrete afspraken zijn beschreven in een reglement van orde. Opmerking: De Poolster heeft zoals de andere centra een zekere autonomie om zelf te bepalen welke van de bovengenoemde stoornissen zullen onderzocht en behandeld worden. De volledige RIZIV-conventie kan geraadpleegd worden op de website van het RIZIV: www.riziv.be (zorgverleners-revalidatie-mentale stoornissen en neurologische stoornissen-centra voor ambulante revalidatie). Niet alle revalidatiecentra hebben dezelfde conventie, deze kan per centrum licht afwijken van de algemene conventie. Het revalidatiecentrum De Poolster is vergund door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Wij zijn bevoegd voor het afleveren van een multidisciplinair verslag voor hulpvragen (i.v.m. het gehoor) gericht aan het VAPH. De Poolster is één van de referentiecentra voor doorverwijzing in het kader van het neonatale gehoorscreeningsprogramma van Kind & Gezin.
Concrete werking De kernopdracht situeert zich op het vlak van multidisciplinaire diagnostiek en behandeling. Ieder onderzoek begint met een eerste verkennend gesprek (intakegesprek) met de maatschappelijk assistente en een psycholoog om zicht te krijgen op het aangemelde probleem. Dan volgen verschillende onderzoeken die, afhankelijk van de gestelde problematiek, worden uitgevoerd door een psycholoog en paramedici (zoals kinesist, logopedist, ergotherapeut en audioloog). Er is altijd een consultatie bij de geneesheer specialist van het centrum verbonden. De beschikbare gegevens afkomstig van de verwijzende diensten (artsen, centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS), centra voor geestelijke gezondheidszorg, worden aangevuld met de specifieke bevindingen uit de verschillende onderzoeken binnen het centrum. Tijdens de teamvergadering worden al deze gegevens geïntegreerd tot een samenhangend diagnostisch geheel/beeld. De resultaten worden besproken met de ouders (of de volwassen revalidant en de partner) en gerapporteerd aan de verwijzer. Afhankelijk van de aard en de complexiteit van de problematiek wordt een multidisciplinair revalidatieprogramma geadviseerd of wordt verwezen naar een andere aangepaste vorm van hulpverlening. Voor iedere revalidant wordt een geïndividualiseerd revalidatieprogramma opgesteld. Elk multidisciplinair revalidatieprogramma bevat regelmatige evaluatieonderzoeken, overlegmomenten, adviesgesprekken en begeleiding van de ouders, alsook een systematische samenwerking met alle andere betrokken instanties (school, CLB, CGG, artsen, ). Een behandeling wordt afgerond in onderling overleg met alle betrokkenen of na het verlopen van de maximaal toegestane behandelingsduur. 3. Het team Het beschreven takenpakket wordt in het revalidatiecentrum De Poolster uitgevoerd door 18 medewerkers (13 VTE). Omdat het centrum zich prioritair richt naar kinderen en volwassenen met gehoorstoornissen en naar kinderen met leer- en ontwikkelingsstoornissen zijn er 2 teams. Daarnaast is er ook een MDT (multidisciplinair team ) dat zich inspant om dossiers gericht aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) in orde te brengen. Enkel personen met een gehoorverlies kunnen in 'De Poolster' terecht voor een aanvraag Individuele Materiële Bijstand (IMB) en zorg. Onderstaand organigram situeert de werking en de verschillende teams van het revalidatiecentrum ten opzichte van de inrichtende macht: de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Voor meer informatie kan u terecht op www.vgc.be.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaamse Gemeenschapscommissie Leidend Ambtenaar Directie Welzijn, Gezondheid en Gezin De Poolster 1. Directeur 2.Kwaliteitscoördinator 3. Administratief Coördinator 4. Secretariaat 5. Onderhoud Team Gehoor Team VAPH Team Leer- en Ontwikkelingsmoeilijkheden 6. NKO-arts 7. Maatschappelijk assist. 8. Audiologen 9. Logopedisten 10. Psycholoog 11. Motorisch therapeut 24. Coördinator 25. Arts 26. Maatschappelijk assist. 27. Logopedist 28. Audioloog 29. Psycholoog Diagnostiek 12. Revalidatiearts 13. Maatschappelijk assist. 14. Psycholoog 15. Logopedisten 16. Motorisch therapeut 17. Audiologen Behandeling 18. Revalidatiearts 19. Maatschappelijk assist. 20. Psycholoog 21. Logopedisten 22. Kinesitherapeut 23. Ergotherapeut De nummers verwijzen naar de functieomschrijvingen zoals die zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek van De Poolster.
4. Vorming, training en ondersteuning van het personeel Om deze kerntaak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, volgden onze medewerkers in 2015 verschillende opleidingen en bijscholingen. - De audiologen namen deel aan de werkgroep Cochleair implant ( CORA-CI). Zij vergaderen 4x/jaar met andere professionelen uit het werkveld en bespreken de evoluties op vlak van CI. Eén van de logopedisten nam deel aan de Werkgroep Gehoor van de SIG. De deelnemers bespraken volgende onderwerpen: cochleaire implanten, nieuwe technologieën, literatuur, aankondiging van en verslaggeving over studiedagen, RIZIV reglementering, werking en reglementering van het VAPH, actuele thema's, gevalsstudies, uiteenzettingen van collega s over specifieke onderwerpen, enz. De audiologen namen deel aan de Werkgroep Kinderaudiologie (WKA). Zij vergaderden 4x/jaar over kinderaudiometrie, hoortoestelaanpassing bij kinderen, ontwikkelen van nieuwe testen voor spraakaudiometrie bij jonge kinderen, vragenlijsten vertalen en evalueren, informatie uitwisselen van studiedagen, e.a. Daarnaast volgden één of meerdere medewerkers onderstaande studiedagen: Opleiding EHBO bij baby s en kleuters Aan de slag met ESDM Introductie in Drupal Renfrew taalontwikkelingsschalen (SIG) Studiedag(Europees symposium) ONICI BIAP conventie (Italië) Raden van bestuur Sociaal Fonds van de VGC Schoolraad Kasterlinden Thesislezingen en aanwezigheid in een panel als jurylid De Poolster gaf op vraag van de school Kasterlinden een presentatie/infosessie over FM en werkte actief mee aan het symposium B-Audio.
5. Jaarverslag 2015 VAPH Aanmeldingsklacht: ongeveer 30% (was 35% in 2014) werd aangemeld (en onderzocht) met een vertraagde spraak- en taalontwikkeling, 20% (was 13%) met een ontwikkelingsretardatie, 17% (was 18%) met leerproblemen en 14 % met gehoorproblemen. De wachttijd tussen aanmelding en onderzoek varieert: 30% (was 28%) moest minder dan 2 maand wachten (het gaat hier om de jongste kinderen en/of kinderen of volwassenen met een gehoorverlies); 12% (was 23%) wachtte tussen 2 en 4 maand, bijna 17% wachtte tussen 4 en 6 maanden; 43,3% wachtte tussen 6 en meer dan 12 maanden. Kinderen die aangemeld worden met een gehoorprobleem worden heel snel onderzocht (voor hen bedraagt de wachttijd < 1 maand). Kinderen met leerproblemen, vertraagde spraak- en taalontwikkeling, ADHD en/of vermoeden van mentale handicap wachten langer (ongeveer 8 à 9 maanden). Bij deze kinderen zonder gehoorverlies wordt de wachttijd niet bepaald door de aanmeldingsklacht maar wel door de leeftijd. Dit is een gevolg van de keuzes die het centrum maakt: we geven voorrang aan jonge kinderen en aan personen met een gehoorstoornis. Hieruit volgt dat oudere kinderen langer op de wachtlijst staan. De wachttijd tussen aanmelding en start van de revalidatie, na onderzoek, varieert maar voor de grootste groep (35%) bedraagt deze tussen 6 en 9 maanden. 8, 9 en 10- jarigen moeten het langst wachten (tot ruim anderhalf jaar). In therapie In 2015 volgden 87 (was 81) gebruikers multidisciplinaire therapie in De Poolster, dat is 6 dossiers meer dan in 2014. 10 dossiers zaten nog in de onderzoeksfase op datum van 31.12.2015. Evenals in 2O14 is ongeveer 67% is van het mannelijk geslacht en 33% van het vrouwelijk geslacht. Ongeveer 40% van de revalidanten woont in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2014 was 38% van de kinderen gedomicilieerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Allen volgen het Nederlandstalig onderwijs of verblijven in een Nederlandstalige kribbe. 26% (was 20%) is jonger dan 3 jaar, bijna 40% (was 40%) is kleuter (tussen 4 en 6 jaar) en 20% (was 23%) is tussen 7 en 9 jaar. We kunnen stellen dat De Poolster een jong en zelfs heel jonge populatie bereikt. Het is ook een bewuste keuze om zoveel mogelijk preventief te werken (verkleinen van de negatieve impact van bepaalde stoornissen op de globale ontwikkeling). Deze cijfers liggen in de buurt van die van 2014. 29% (was 20%) heeft een vertraagde spraak- en taalontwikkeling, 26% (was 30%)een vorm van verstandelijke beperking. 31% (was 28%) heeft een ernstige gehoorstoornis. Ook deze cijfers wijken niet erg af van de cijfers van 2014.
Stop therapie In 28 (was 35) gevallen stopte de therapie. De grootste groep (25%) heeft dan tussen 19 en 24 maanden therapie gevolgd, met een gemiddelde duur van 34 maanden therapie. Dit betekent een verschuiving ten opzichte van 2014: toen stopte 35% tussen 25 en 36 maanden. Het is een keuze van het centrum om de therapie vroeger te stoppen en indien nodig te verwijzen bv. naar BuBao of monodisciplinaire therapie. Kinderen met een mentale beperking stoppen vlugger dan anderen 43 % in 2014 en 40 % in 2015. Kinderen met een gehoorverlies blijven het langst op therapie komen (in 2015 lag voor hen het gemiddelde op 47 maanden ), kinderen met een mentale beperking het minst lang (10 maanden). 6. Besluit. Wanneer we in de inleiding van het jaarverslag van 2014 dat jaar omschreven als het jaar van de nieuwsgierigheid, kunnen we 2015 omschrijven als het jaar waarin we antwoorden kregen op verschillende vragen die we ons toen stelden. Anderzijds blijven nieuwe uitdagingen op ons afkomen en is het nodig voor het team om hier flexibel mee om te gaan en gepaste aanpassingen te doen, zonder de know how uit het verleden op te geven. We blijven zoeken naar het gepaste evenwicht tussen wat we als centrum aankunnen en de uitdagingen waarvoor we gesteld worden. Zo zullen we in de volgende jaren de ontwikkelingen in het kader van de 6 de staatshervorming en de weerslag hiervan op de werking van de revalidatiecentra goed moeten opvolgen. We blijven onze werking voortdurend kritisch evalueren om een kwalitatief hoogstaand aanbod van multidisciplinaire revalidatie te kunnen blijven aanbieden.