Startnotitie implementatie Wet Participatiebudget Inclusief toelichting op de prestatie-overeenkomst 2010 1. Inleiding Bijgaand treft u de prestatie-overeenkomst educatie voor het jaar 2010 aan. Omdat het gemeenschappelijk orgaan eductie geen rechtspersoonlijkheid bezit en dus geen bevoegdheid heeft tot het sluiten van een overeenkomst, hebben de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten besloten de onderhavige overeenkomst te laten sluiten door de gemeente Huizen; deze gemeente is daartoe pas bevoegd nadat het gemeenschappelijk orgaan de overeenkomst heeft vastgesteld (artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling). Echter, in het portefeuillehoudersoverleg van 23 november 2009 heeft het gemeenschappelijk orgaan besloten, op grond van genoemde kaders binnen het prestatie-overeenkomst, om gemeente Huizen een mandaat te verlenen om de overeenkomst met het ROC van Amsterdam, Gooi en Vechtstreek voor de gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling af te sluiten. Het besluitenoverzicht is aan de leden van het gemeenschappelijk orgaan toegezonden. 2. Wettelijke context Per 2009 is de Wet Participatiebudget ingegaan waarin de educatiemiddelen opgenomen zijn. In het participatiebudget worden de middelen voor re-integratie, inburgering en educatie ontschot met als doelstelling dat gemeenten deze middelen effectiever en efficiënter kunnen inzetten. Dit door ruimere mogelijkheden voor het aanbieden van participatievoorzieningen en individueel maatwerk te geven. De invoering van de Wet Participatiebudget heeft gevolgen voor de uitvoering educatie zoals tot op heden binnen de gemeenschappelijke regeling educatie georganiseerd werd. De Wet Participatiebudget stelt dat uitgaven op cursistniveau te herleiden moeten zijn. Dit heeft tot grote verandering van de verantwoordingsplicht van het ROC naar de gemeenten. In deze toelichting wordt nader ingegaan op deze onderdelen. 3. Wat zijn participatievoorzieningen Het Participatiebudget kan worden ingezet op het gebied van re-integratie, volwasseneducatie en inburgering. Dit betekent dat naast re-integratievoorzieningen ook inburgeringsvoorzieningen, taalkennisvoorzieningen en opleidingen volwasseneducatie aangeboden kunnen worden. 4. Opleidingen volwasseneducatie Dit zijn bijvoorbeeld opleidingen als voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en opleidingen Nederlands als tweede taal (onder andere gericht op alfabetisering van laaggeletterden), maar ook opleidingen, scholing en cursussen gericht op breed maatschappelijk functioneren of op sociale redzaamheid. 5. Recente ontwikkelingen Participatiebudget Het kabinet heeft onlangs besloten dat de oormerking van de educatiemiddelen binnen het Participatiebudget blijft gehandhaafd, tenminste tot 2013. Datzelfde geldt voor de bestedingsverplichting van deze educatiemiddelen bij een ROC. De argumenten daarvoor zijn dat het rijk: 1
- de bestaande infrastructuur van de ROC s wil beschermen - en de doelen van de volwasseneneducatie binnen het participatiebudget wil waarborgen. Een tweede ontwikkeling is de bezuiniging op het educatiebudget: - Bij de invoering van de Wet Participatiebudget was al besloten dat 80 miljoen bezuinigd zou worden op het educatiedeel m.i.v. 2010 (in twee fasen: 30 miljoen per 2010 en het resterende 50 miljoen per 2011). - Daarbovenop is nu besloten dat er 35 miljoen extra bezuinigd gaat worden per 2011. In totaal zal er binnen twee jaar 115 miljoen bezuinigd gaan worden. Dit gaat af van een totaal landelijk budget van 196 miljoen. 6. Ambities voor educatie Het aanbod dient te voldoen aan de ambities van het Rijk en de gemeenten binnen de Gemeenschappelijke Regeling, o.a.: - het handhaven van het huidige niveau waarbij trajecten basiseducatie vooral gericht worden op het verwerven van basisvaardigheden; - het alfabetiseren van anderstaligen; - het verlagen van laaggeletterdheid bij Nederlandstaligen en anderstaligen; - Het verlagen van de achterstand ten aanzien van maatschappelijke participatie (niet noodzakelijk arbeidsparticipatie), bijvoorbeeld laagopgeleide ouderen en digibeten; - Doorstromen naar vervolgonderwijs en beroep mogelijk maken. 7. Doelgroep educatie - Iedere in Nederland woonachtige Nederlander van 18 jaar en ouder; - Iedere in Nederland woonachtige vreemdeling van 18 jaar of ouder die rechtmatig in Nederland verblijft 8. Doelstelling De educatieopleidingen hebben als doel om bij de reeds genoemde groepen achterstanden weg te werken, zelfredzaamheid binnen de maatschappij te bevorderen en doorstroming naar vervolgonderwijs en beroep mogelijk te maken. Educatie heeft daarbij een specifieke verantwoordelijkheid voor groepen die niet zelfstandig voldoende competenties kunnen ontwikkelen en die zich het leven lang leren nog niet als een grondhouding hebben eigen gemaakt. 9. Reikwijdte De inzet van het participatiebudget, waaronder educatievoorzieningen, is niet beperkt tot de eigen inwoners van de gemeente. Dit betekent dat gemeenten binnen de Gemeenschappelijke Regeling een educatievoorziening kunnen inzetten voor inwoners van andere gemeenten binnen de Gemeenschappelijke Regeling of zelfs daarbuiten. Echter, de educatiemiddelen worden wél per gemeente uitgekeerd en dienen per gemeente te worden verantwoord. Dit heeft als gevolgd dat de verantwoordingsafspraken met het ROC van Amsterdam, Gooi en Vechtstreek zijn uitgebreid. Bij de toelichting op het contract wordt nader ingegaan op de verantwoordingsafspraken. 2
10. Samenwerking bij inkoop Samenwerking bij de inkoop is mogelijk mits iedere gemeente zelf de verplichting met de aanbieder aangaat en de besteding achteraf verantwoordt aan het rijk. Voor 2009 en 2010 heeft de gemeente Huizen aangegeven als centrumgemeente van de gemeenschappelijke regeling de contractvoorbereiding te blijven doen. De gemeente Eemnes heeft in 2008 naar aanleiding van het portefeuillehoudersoverleg gesproken over de vraag of zij als gemeente aansluit bij de gemeenschappelijke regeling en heeft besloten om dat niet te doen. De gemeente Eemnes blijft dus buiten de gemeenschappelijke regeling. Daarmee wordt de gemeenschappelijke regeling educatie in ongewijzigde samenstelling voortgezet. In het portefeuillehoudersoverleg van 2008 is tevens afgesproken dat in 2009 de gevolgen van de invoering van de Wet Participatiebudget in kaart worden gebracht. Dit werd mede besloten als gevolg van het kabinetsbesluit om de educatiemiddelen te oormerken tot en met 2010. Het aanpassen van het contract aan de Wet Participatiebudget is echter een grotere taak gebleken dan voorzien ondanks dat de verplichte winkelnering tot 2013 blijft bestaan. Tijdens dit proces kwam bij de regiogemeenten opnieuw de vraag of de Gemeenschappelijke Regeling voortgezet zou moeten worden. Dit is ontstaan doordat de besteding en verantwoording per gemeente moet plaatsvinden. Tijdens het portefeuillehoudersoverleg van 23 november 2009 is besloten dat er een ambtelijk onderzoek, in samenspraak met de verantwoordelijke bestuurder, naar afsluiting van de Gemeenschappelijke Regeling per 31 december 2010 zal plaatsvinden. Dit overleg werd geïnitieerd door gemeente Huizen en heeft op 29 januari 2010 plaatsgevonden. Onderzoek In de aanloop van de Wet Participatiebudget is eind 2008 besloten dat zowel in 2009 als in 2010 de educatietrajecten ingekocht zullen worden bij het ROC Amsterdam, Gooi en Vechtstreek. Voor de periode 2011-2012 moet besloten worden of de regio verder gaat met het ROC Amsterdam, Gooi en Vechtstreek en zo ja op welke wijze. Op 29 januari 2010 heeft een overleg plaatsgevonden met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor educatie binnen de regio. De afzonderlijke ambtenaren hebben vooraf met de verantwoordelijke bestuurder het standpunt van de betreffende gemeente vastgesteld. Er is unaniem besloten om de Gemeenschappelijk Regeling in iedere geval tot en met 2011 voort te zetten en vervolgens per jaar te onderzoeken of de Gemeenschappelijke Regeling verlengd wordt met telkens één jaar totdat de verplichte winkelnering afgeschaft wordt. 11. Samenwerking met aanbieder In de afgelopen jaren heeft het aanbod van het ROC van Amsterdam voldaan aan de vragen van de regio. Echter wij constateren dat onze behoefte als regio verandert, mede door de komst van het Participatiebudget, waardoor de gemeenten behoefte krijgen aan andere opleidingen, maar ook aan een flexibelere uitvoering en nauwer contact met de aanbieder. Beide partijen hebben een omslag moeten maken naar een zakelijke en intensievere samenwerking. Gedurende de onderhandelingsperiode zijn het ROC Amsterdam, locatie Gooi en Vechtstreek en gemeente Huizen nader tot elkaar gekomen wat geresulteerd heeft in concrete afspraken en doelen en een intensievere samenwerkingsrelatie. 3
12. Financiering Educatiemiddelen 2010 Op het totale landelijke budget van 196 miljoen wordt met ingang van 2010 30 miljoen bezuinigd en vanaf 2011 85 miljoen. Dat betekent in enkele jaren tijd bijna een halvering van het budget. Voor 2010 zijn de budgetten voor educatie binnen het participatiebudget voorlopig geraamd op: Gemeente code Gemeente Educatiebudget 2009 Educatiebudget 2010 376 Blaricum 82.037 61.961 381 Bussum 280.052 216.953 402 Hilversum 1.011.475 781.519 406 Huizen 426.717 329.495 417 Laren 99.409 88.320 424 Muiden 70.957 55.110 425 Naarden 122.580 89.214 457 Weesp 202.017 156.541 1696 Wijdemeren 218.076 167.683 Totaal 2.513.320 1.946.796 Eemnes 74.636 55.372 De afspraken in het contract met ROC voor 2010 worden afgestemd op deze budgetten. Dit overzicht van de budgetten is opgenomen in bijlage 4 van de prestatie-overeenkomst. Budget op basis van outputverdeelmaatstaven Het budget voor educatie wordt vanaf 2012 bepaald op basis van outputverdeelmaatstaven. Het macrobudget van 2012 wordt verdeeld over de gemeenten op basis van de prestaties van 2010. De prestaties gaan daardoor vanaf 2010 tellen voor de budgetverdeling in 2012. Op macroniveau wordt het totaalbudget niet verruimd maar wel de verdeling over de gemeenten op basis van de prestaties. Dit betekent dat de resultaten van het ROC in 2010 en de terugkoppeling daarover van belang zijn. Daarnaast zal een deel van de middelen dat door de Minister van OCW wordt ingebracht, worden verdeeld op basis van de huidige objectieve verdeelcriteria, te weten: - aantal volwassen inwoners; - aantal volwassen inwoners met een laag opleidingsniveau; - aantal volwassen inwoners met een bepaalde etnische achtergrond. De outputverdeelmaatstaven De outputverdeelmaatstaven voor educatie zijn vooralsnog: - het aantal ingekochte cursussen basiseducatie - het aantal ingekochte vavo-trajecten - het aantal behaalde vavo-examens - het aantal behaalde certificaten staatexamens NT2 I of II. Noot: Vavo = voortgezet algemeen volwassenenonderwijs In de regio werd al een aantal jaren geen vavo ingekocht bij het ROC doordat er weinig behoefte aan is en leerlingen zonder startkwalificatie nog andere mogelijkheden hebben om dat te behalen. Indien men namelijk geen startkwalificatie heeft dan kan men wel instromen op een opleiding op Mbo 1 niveau. Opleidingen op Mbo 1 niveau hebben namelijk een aanname verplichting. Nu Vavo-trajecten wel in de outputverdeelmaatstaven zijn 4
opgenomen komt de vraag opnieuw op of de gemeenten deze trajecten wel moeten gaan inkopen. Op grond van bovenstaande argumenten zal er ook nu geen vavotrajecten in gekocht worden. De regio-gemeenten leggen hun prioriteiten bij de andere opleidingen. Een bijkomend argument is dat de outputverdeelmaatstaven nog niet vastgesteld zijn en er geluiden binnen het ministerie zijn die zeggen dat vavo buitenbeschouwing zal worden gelaten. 13. Besteding en verantwoording budget Het participatiebudget, en dus ook de educatiemiddelen daarin, wordt vanaf 2009 per gemeente uitgekeerd en daaraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. De besteding middels beschikking en betaling aan het ROC dient iedere gemeente zelfstandig te regelen; 2. De besteding en verantwoording aan het Rijk dient elke gemeente zelf te doen via de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening (SISA); 3. De gemeente moet vanaf 2009 aantonen dat het Particatiebudget rechtmatig is besteed, d.w.z. besteed aan de in de Wet Participatiebudget genoemde (combinaties van) participatievoorzieningen, die bovendien bestemd moeten zijn voor personen die behoren tot de doelgroep. Verantwoording moet dus tot op cursistniveau te herleiden zijn; 4. De accountant beoordeelt of het budget al dan niet rechtmatig is besteed. Bij deze controle op de rechtmatigheid gaat de accountant na of lasten, baten en balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen; 5. Voor de verantwoording aan het Rijk gelden alleen de regels voor een rechtmatige besteding zoals deze zijn opgenomen in de Wet Participatiebudget; 6. Het ministerie heeft aangegeven dat: de middelen voor educatie dienen, zolang deze middelen geoormerkt zijn, in het jaar van ontvangst ook volledig besteed te worden. In 2010 mogen de lesuren die in 2008 en 2009 niet gerealiseerd zijn, maar wel contractueel afgesproken, nog ingehaald worden. De onderbenutte uren uit 2008 en 2009 en eventuele niet-gerealiseerde uren uit 2010 worden na afloop van het contractjaar teruggevorderd. 14. Prestatie-overeenkomst 2010 Kaders inhoud Kaders waaraan de prestatie-overeenkomst Wet Educatie Beroepsonderwijs 2010 dient te voldoen: - Het aanbod dient te voldoen aan de ambities van het Rijk en de gemeenten binnen de Gemeenschappelijke Regeling, o.a. o Alfabetiseren van anderstaligen; o Verlagen van laaggeletterdheid bij Nederlandstaligen en anderstaligen o Verlagen van de achterstand ten aanzien van maatschappelijke participatie, bijvoorbeeld laaggeletterden ouderen en digibeten; o Verwerven van basisvaardigheden; o Doorstroming naar vervolgonderwijs en beroep mogelijk maken. - bezuiniging van 566.524; - nieuw beschikbaar budget per gemeente: - Aan het ROC van Amsterdam zal maandelijks 1/12-deel van bovenstaande budgetten worden overgemaakt door de afzonderlijke gemeenten; - Het contract wordt afgesloten van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010; - De inkoop vindt plaats op uurbasis; 5
- De Wet Participatiebudget geeft duidelijke regels omtrent de verantwoording. Dit heeft als gevolg dat de benodigde gegevens op cursistniveau te herleiden moet zijn. Hiermee rekeninghoudend zal er vanaf 2010 naast het jaarverslag ook voorgangsrapportages en managementrapportages op cursistniveau ingevoerd worden. Alsmede een onderwijsovereenkomst tussen het ROC en de cursist. Deze onderwijsovereenkomst wordt binnen de re-integratie een trajectplan genoemd. - Niet gerealiseerde uren in 2010 en verder mogen niet meer ingehaald worden in opvolgende jaren. Met als gevolg dat er een afrekening dient plaats te vinden wanneer er sprake is van onderbenutting. Dit is opgenomen in artikel 4.4 van de prestatie-overeenkomt; - De uurprijs 2010 is vastgesteld op 151,02. Deze is berekend met de jaarcijfers 2008 volgens gebruikelijke wijze. De uurprijs is echter lager dan de uurprijs 2009; - De lesuren die in 2008 en mogelijk in 2009 niet gerealiseerd zijn mogen nog ingehaald worden in 2010. Afgesproken zal worden welke activiteiten hiervoor worden ingezet, bijvoorbeeld een onderzoek naar opleidingbehoeften in de regio. Overzicht opleidingen en overige activiteiten Voor 2010 biedt het ROC de volgende opleidingen en overige activiteiten aan, gebaseerd op de uitgangspunten van de gemeenten en het Rijk: Alfabetisering van laaggeletterde anderstaligen; Het aanbod voor NT2 alfabetisering wordt uitgebreid. Alfabetisering mag binnen de WEB aangeboden worden voor inburgeringsplichtigen, maar in het nieuwe aanbestedingbestek voor de inburgering is ervoor gekozen om de alfabetisering via de WEB door het ROC te laten verzorgen. Lezen & schrijven, handel, zorg en horeca voor verstandelijk gehandicapten; Taallessen ten behoeve van laaggeletterdheid Nederlandstaligen en anderstaligen; Project Tomin groep en werkroute; Opleidingen voor de sw-geïndiceerden ter verbetering van de sociale, professionele en emotionele redzaamheid; Schrijfvaardigheid en gespreksvaardigheid voor anderstaligen; Computervaardigheden; Duaaltraject taalstage incl. zoeken en begeleiden; In deze cursus leren de deelnemers de taal in beroepssituaties waarbij zij stagewerkboeken bijhouden en opdrachten uitvoeren. Ter voorbereiding krijgen zij eerst 10 weken les. Voorbereidend schakeltraject administratie en zorg; Een ongediplomeerde voorbereiding op een MBO beroepsopleiding, zoals hier Administratie en Zorg op niveau 1 en 2. De cursus omvat taallessen (Nederlands en Engels), computervaardigheden, beroepenoriëntatie en simulaties (kantoor /ziekenzaal). Mentoraat schakeltraject administratie en zorg; Begeleiding bij het schakeltraject van een mentor/coach in leerbegeleiding en stagebegeleiding. Taallessen anderstaligen A1/A2; Taallessen en examentraining staatsexamen I en II; Intake, Trajectbegeleiding en Begeleid zelfstandig leren (vrije inloop). Dit zijn inspanningen gericht op individuele deelnemers en zorgen voor maatwerk in de ondersteuning. Groepen Op grond van het aantal deelnemers in afgelopen jaren is het aantal groepen per opleiding vastgesteld. In het contract staat dat uren in lesactiviteiten verschoven mag worden tot een 6
maximum van 7,5%. Dit zal in overleg met gemeente Huizen tijdens de bespreking van de managementrapportage aan de orde komen. Duur Het contract wordt aangegaan voor de duur van 1 jaar; van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Het contract geschiedt op uurbasis. Uurprijs De financiële relatie met het ROC is gebaseerd op een overeen te komen tarief per lesuur (uurbasis). De uurprijs voor 2010 is vastgesteld op 151,02 (deze bedroeg voor 2009: 154,45). Deze prijs is berekend met de jaarcijfers 2008 volgens gebruikelijke wijze (zie bijlage). Lesuren Voor deze uurprijs dienen minimaal 12891 lesuren te worden gerealiseerd bij een minimale aantal deelnemers van 600. Wanneer er sprake is van onderbenutting dan zal een bedrag dat gelijk is aan de niet gerealiseerde uren teruggevorderd worden van het ROC. Deze afrekening zal uiterlijk maart 2011 plaatsvinden door de gemeenten afzonderlijk. Gemeente Huizen zal optreden als tussenpersoon om de bedragen per gemeenten te controleren. Gemeenten blijven zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van de hoogte van de afrekening en de betaling hiervan. Verantwoordingsafspraken Om aan de verantwoordingseisen van de Wet Participatiebudget te voldoen zijn de volgende verantwoordingsmomenten en verslagen ingevoerd. De verantwoording zal per gemeente plaatsvinden. - Jaarverslag op deelnemersniveau en onderwijsaanbod niveau - Onderwijsovereenkomst op cursistniveau bij start activiteit - Voortgangsrapportages per semester op cursistniveau - Managementrapportage per kwartaal op deelnemersniveau. Deze zullen mondeling besproken worden waarbij eveneens de volgende onderdelen aan de orde komen: evaluatie WEB aanbod en mogelijk bijstellen, knelpunten en uren rapportage. Onderzoek Met het ROC is afgesproken dat zij in 2010 een onderzoek ten behoeve van educatie zullen uitvoeren om in de toekomst een vraaggericht contract te kunnen afsluiten. De onderzoeksvraag en deelvragen zullen door de gemeente Huizen nader gespecificeerd worden. De niet gerealiseerde uren van voorgaande jaren en indien van toepassing 2010 zullen hiervoor ingezet worden. 15. Aansluiting op VVE onderwijs Kinderen met een (risico op) ontwikkelings- en/of taalachterstand krijgen speciale intensieve voorschoolseprogramma s op de peuterspeelzaal of basisschool. Veel kinderen van de doelgroep inburgering en WEB behoren tot die doelgroep en de ouders worden via andere beleidsterreinen gestimuleerd om hun kinderen naar een Vve-peuterspeelzaal te sturen. Die deelname mag niet belemmerd worden doordat ouders op taalles e.d. gaan. Het ROC dient bij het plaatsen van de ouders in een traject hiermee rekening te houden qua lestijden en locaties. Indien mogelijk wordt hierbij samengewerkt met de uitvoerders van de voorschoolse programma s. 7